(dit interview verscheen in MarketingTribune – oktober 2016. tekst: Lucas Boon)
Nima bestaat vijftig jaar en om dat te vieren blikt het instituut liever vooruit dan terug en doet dat met The Next 50. Het ging het exameninstituut lang niet altijd voor de wind – bestuurscrisissen, wisselend imago – maar na al die jaren staat het nog altijd overeind. Sinds vier jaar zit het ledenaantal zelfs weer in de lift en Martin Huisman, net voor de tweede keer benoemd als voorzitter, is dan ook positief gestemd over de toekomst: ‘We gaan zwaar op volume.’
The Next 50, vertel!
We focussen ons hiermee op de volgende vijftig jaar, we gaan dus vooral niet met lintjes en speldjes in de weer. We nemen een kijkje in de toekomst, op ludieke wijze. Om een idee te geven: we hebben beelden ontworpen van hoe wij denken dat de komende vijftig jaar bij Nima eruit gaan zien. Die beelden gaan we ritueel begraven in Bunnik, waar Nima zijn oorsprong heeft gevonden. In 2066 graven we ze op om vervolgens na te gaan of die voorspellingen ook echt zijn uitgekomen. De toekomst begraven, zeg maar. Als marketeer moet je toch vooruit blijven kijken. Met respect voor de historie, uiteraard.
Toch even naar die historie, wat is de afgelopen vijftig jaar een mijlpaal geweest?
Wat we hebben neergezet: de bekendheid van de examens. We hebben een sterke naam opgebouwd met een sterke examenlijn, die ook nog eens actueel is. Het leven van een vereniging gaat altijd met ups en downs. De kunst zit ‘m erin om door de lengte van tijd een sterke club neer te zetten – die dus in leven blijft. Wij hebben altijd weten te voldoen aan de veranderende marktomstandigheden. Als we in mindere perioden niet hadden geschakeld, bijvoorbeeld door onze examenlijn of bestuurlijke structuur op orde te brengen, dan waren we niet de club geweest zoals die er nu voorstaat.
Hoe zagen die mindere periodes eruit?
Periodes van bestuurscrisissen en periodes dat onze propositie niet aansloot bij de behoefte in de markt. Sinds vier jaar groeit ons ledenaantal weer, maar dat was voorheen anders. Aan de examenkant is er een grote marktverandering – zoals het groeiende aantal aanbieders van mbo- en hbo-opleidingen – geweest, wat bij ons weer heeft geleid tot een daling van het aantal examens. We hebben wel echt een ommezwaai moeten maken om die stijging sinds 2012 te kunnen realiseren. Je moet dus een antwoord hebben op de markt die verandert. Anders word je kleiner en kleiner en krijg je de discussie: wat heeft deze vereniging nu eigenlijk nog voor meerwaarde? Wat dat betreft zijn we – hoewel non-profit – net een bedrijf: je moet continu alert zijn.
Hoe zou u het imago van Nima willen omschrijven?
Ik constateer een driedeling van de wijze waarop men ons herkent. Zo wordt onze naam vaak genoemd bij ministeries, bijvoorbeeld in gesprekken over mbo’s en hbo’s. Dan wordt Nima als voorbeeld genomen. Je hoort veel klachten over mbo-studenten die de school verlaten en geen aansluiting vinden bij wat het bedrijfsleven nu eigenlijk wil. Nou, dat is nu net de aansluiting die wij bieden. Wij maken de examens uit de markt. En in Den Haag weten ze dat.
De tweede groep ziet Nima als een frisse club. Die kennen ons van de recente vier, vijf jaar, dus van de events en masterclasses. Zij staan er positief in.
En je hebt de mensen die ons uit het verleden kennen, die zullen woorden als ‘stoffig’ en ‘weinig dynamisch’ in de mond nemen. Overigens gaat zoiets al gauw samen met het begrip ‘vereniging’. Wij proberen die term ook te vermijden, we verkopen niet zozeer lidmaatschap alswel toegevoegde waarde. En daar betalen onze leden ook voor. Het cafetariamodel.
Bent u het eens met die woorden?
Niet echt. Iedereen kent wel het fenomeen ‘abonnement’, maar het fenomeen ‘lidmaatschap’, zo van: met z’n allen de barricaden op en lid worden van een vakbond en zo… dat was vroeger!
Hoe neemt Nima dat stoffige imago weg?
Niet. Maar de groep die dit beeld heeft, wordt ook steeds kleiner. Ik kan niet iemand die ons van vijf jaar terug kent, zover krijgen alsnog met ons in zee te gaan. Ik steek mijn tijd en energie liever in mensen die enthousiast zijn. Die iets willen opsteken.
De term Permanente Educatie is veelvuldig op de website van Nima te vinden. Wat houdt dat precies in?
Als jij serieus met je vak bezig bent en je wilt op z’n minst bijblijven – want stilstand is achteruitgang – dan vragen wij actie. Dat kun je zelf doen, bijvoorbeeld door je te abonneren op MarketingTribune. Hoe je dat doet maakt niet uit, maar Nima kan je er in elk geval bij helpen. We bieden feitelijk een stok achter de deur. Het hogere goed is dat je je vak bijhoudt en jezelf blijft ontwikkelen. Simpelweg omdat je dan meer kansen hebt op de arbeidsmarkt. Het is toch veel leuker om bij een bedrijf binnen te komen en dat je direct kunt vertellen wat de laatste trends in marketing zijn?
Wat zijn in een notendop de plannen voor de toekomst?
We gaan zwaar op volume, dus niet op winstmaximalisatie, maar zoveel mogelijk mensen proberen te betrekken bij onze club. Met als enige doel om ze te enthousiasmeren om zich constant te ontwikkelen. Er zijn meer dan honderdduizend professionals werkzaam in de marketing en sales en die hele beroepsgroep willen wij ze goed mogelijk bedienen. Er hebben zich nu 3.000 leden bij Nima aangesloten, dat moeten er minimaal 25.000 worden.