Marketing&Facts: Wereldwijde marketingbudgetten

Marketinguitgaven nemen langzaamaan weer wat toe

Toen corona net in de lucht was en de eerste lockdowns van kracht werden, namen de marketingbudgetten direct af. De lastig te voorspellen toekomst en bijbehorende onzekerheid stemden veel marketeers niet altijd even optimistisch. Maar hoe zit dat nu? WARC zocht dat uit en wij lazen mee.

Feiten en figuren. De professional in marketing, communicatie en sales krijgt er eindeloos veel te verstouwen. In deze augustusmaand een aaneengesloten serie van recente ontdekkingen en vondsten uit de wilde wereld van marketing, media, social (en wat verder ter tafel komt).

Vorige maand kwam ‘marketingtotaalsite’ WARC met zijn laatste cijfers van de Global Marketing Index (GMI). En die laten noemenswaardige ontwikkelingen zien. Goed om te weten is dat de GMI een maandelijkse indicator is van de toestand van de wereldwijde marketingindustrie, op basis van de huidige omstandigheden. Als de indexwaarde boven de 50 staat toont dat een groei aan. Er is sprake van een daling als het cijfer onder de 50 uitkomt. Ook goed te weten: een marketingbudget mag hier worden opgevat als een ‘bruto marketingcommunicatie-mediauitgavenbudget’. 

De mondiale marketingbudgetten

De marketingbudgetten groeien voor het eerst sinds het begin van de coronapandemie. Europa leidt in de groei, op de voet gevolgd door Amerika. Azië-Pacific heeft nog te maken met een stagnerende groei, nadat daar eind 2020 en begin 2021 al een stijging in de begroting te zien was.

Uit de data komt naar voren dat de advertentiebudgetten voor out-of-home reclame voor het eerst sinds de corona-uitbraak weer aan het groeien zijn. De wereldwijde index voor de out-of-home marketingbudgetten kwam in juni voor het eerst boven de 50 uit, namelijk 51,1.

Alle media laten groei zien

Er zijn zes mediavormen geanalyseerd. Allemaal hebben ze in juni de beste prestaties geregistreerd sinds het begin van covid-19. Digitale media, mobiel en tv hebben de groei vastgehouden en zelfs wat versneld. De radiobudgetten naderen groei en ook bij de gedrukte pers neemt de daling af. Dat biedt hoop voor de volgende GMI.

Dit artikel is geschreven door Thomas Romers en verscheen eerder op

‘Ineens’ steunen LGBTQIA+ community tijdens Pride schijnheilig

Retail en horecaondernemers die ‘ineens’ tijdens Pride laten zien dat ze de LGBTQIA+ community steunen, wordt door bijna een kwart van de Nederlanders (23%) gezien als schijnheilig. Dat blijkt uit onderzoek onder 1.127 consumenten uitgevoerd door Lightspeed.

Eén op de tien Nederlanders vindt dat er eigenlijk het hele jaar door aandacht zou moeten zijn voor LGBTQIA+ kwesties. Ondernemers in de retail- en horecasector zouden dat bijvoorbeeld kunnen doen door het tonen van een vlag of een andere zichtbare verwijzing naar de LGBTQIA+ community (22%). Ook een inclusief personeelsbeleid (32%) of het hanteren van een genderneutraal inclusiviteitsbeleid door middel van bijvoorbeeld toiletruimtes (23%) worden genoemd als acties om structureel te werken aan een inclusieve samenleving.

Retail en horeca spelen een actieve rol in support
Volgens de ondervraagde Nederlanders is het ook belangrijk dat retailers en horecaondernemers tijdens de Pride week extra aandacht besteden aan de LGBTQIA+ community. Met name het doen van een donatie aan een LGBTQIA+ non-profit organisatie (23%), het opstellen van advertentiecampagnes met duidelijke support statements (23%) en het versieren van het interieur in Pride-kleuren (22%) worden gewaardeerd.

Pride blijft een belangrijk initiatief
Mensen kunnen nog steeds niet zichzelf zijn en daarom blijven de Pride activiteiten een belangrijk initiatief, zegt bijna een derde (30%) van de Nederlanders. Een even grote groep vindt het prima, maar heeft er zelf weinig mee. Tijdens de Pride week wordt met diverse activiteiten extra aandacht besteed aan de positie van LGBTQIA+‘ers en een inclusieve samenleving. Dit jaar is het thema van Pride Amsterdam ‘Take pride in us’. Activiteiten vinden op kleinere schaal plaats door de coronarestricties.

Dit artikel verscheen eerder op

NMD21: Miedema: ‘Content maak je voor je klant, niet voor je categoriemanagers’

Op 9 september 2021 vindt in DeFabrique te Utrecht de Nima Marketing Day 2021 plaats. Laurens Miedema, manager Marketing en Communicatie van Gamma neemt een van de presentaties voor zijn rekening. Een korte kennismaking.

Laurens is na zijn studie Economie aan de UvA sinds jaar en dag actief in diverse rollen bij bouwmarktorganisatie InterGamma. Na o.a. aan de wieg te hebben gestaan van de succesvolle webshops, is hij sinds januari 2019 verantwoordelijk voor hoe Gamma zich presenteert in het land, met zijn 3 teams brand&content, activatie en format.

Wat is jouw persoonlijke motivatie om te spreken tijdens Nima Marketing Day?
Mijn gezicht laten zien, mensen leren kennen. Ik wil ook Gamma als vooruitstrevende retailer neerzetten en laten zien dat we geen ingeslapen club zijn.

Wat is je in termen van marketing de eerste maanden van 2021 het meest opgevallen?
Veel aarzeling -buiten food en loterijen- om er vol voor te gaan. Weinig sprankelende en weinig opvallende retailers gezien. Gezien de marktsituatie waren ze dus zeer rustig.

Heeft corona (jouw) marketing veranderd?
Ja, we hebben veel stopgezet, maar toch de zichtbaarheid hoog proberen te houden. Meer inhouse productie gedraaid en scherper op productiebudgetten gelet.

Wat vind je het goede aan een samenkomst als NMD?
Ideeën opdoen, inspiratie, van elkaar leren, mensen leren kennen en jezelf als werkgever laten zien

Kun je een tipje van de sluier lichten waarover jouw NMD-verhaal gaat?
Door gebruik te maken van analytics, juiste tooling, is relevantere (zowel in verschijningsvorm, alsook in lengte van bv de video’s) content geproduceerd. Dit heeft geleid tot een dominante positie op de categorieën die voor Gamma dominant zijn

Wat hoop je dat bezoekers van jouw sessie meenemen naar huis?
1. Gamma is vooruitstrevend leuk merk, ook om voor te werken.
2. Content maak je voor je klant, niet voor je categoriemanagers.
3. Slimme inzet van middelen kan tot groot effect en tot groot bereik leiden. Daar zijn geen tonnen voor nodig.

Maak ook kennis met andere sprekers van Nima Marketing Day 2021:
Keynote Thomas Barta
Keynote Marcel de Groot van VodafoneZiggo
Nicole Freid van HAK
Henk-Jan ter Brugge en Joost van Dun van Philips
Marcel van der Heijden van Karma Kebab
Ada Antonides en Karen Pasman van Van Wijnen
Fedor Vriezen en Michiel Sala van de populaire app Ommetje
Jeramiah Albinus van Fonq
Wing Cheung van Synerflow

Dit artikel verscheen eerder op

Marketing&Facts: Wie betaalt sport?

Aantal sponsorende gokbedrijven neemt af, construction & engineering neemt toe

Sport en sponsoring zijn met elkaar verbonden als de trein met het spoor. Ze hebben elkaar nodig. Zonder de bekende borden langs het veld en de logo’s op de sportkleding is het voor een sportclub of -event lastig om te blijven leven. Welke sector is momenteel het meest enthousiast om sport te sponsoren?

Feiten en figuren. De professional in marketing, communicatie en sales krijgt er eindeloos veel te verstouwen. In deze augustusmaand een aaneengesloten serie van recente ontdekkingen en vondsten uit de wilde wereld van marketing, media, social (en wat verder ter tafel komt).

We lazen mee met een onderzoek uit het VK wat interessante inzichten kan opleveren, maar ook weer een sportcultuur (en adverteerdersmarkt) op zich is natuurlijk. Elke twee jaar doet Caytoo daar onderzoek naar teamsportsponsoring. Ze maken een analyse van de hoofdsponsor die professionele voetbal-, rugby- en cricketteams in Engeland hebben. Aan de hand daarvan komen ze met trends en ontwikkelingen in het veranderende landschap. Wel goed om te weten: deze analyse heeft enkel betrekking op de hoofdsponsor van de club, niet op de sponsor van hun tweede of lagere niveaus.

De gokindustrie wordt ingehaald

Twee jaar geleden bekleedde de gokindustrie dáár nog de toppositie als het aankwam op sportsponsoring, maar dat aandeel is volgens Caytoo gehalveerd. Van 15,3 procent naar 8,1. Die daling wordt vooral toegeschreven aan voetbalsponsoring, want daar is het aandeel gambling gedaald met zelfs meer dan de helft: van 32,7 procent in 2019 naar 15,2 procent dit jaar.

Ondanks die daling blijven gokbedrijven nog steeds het meest voorkomende sponsortype van voetbalteams, terwijl dat bij rugby financial services is en bij cricket automotive en construction & engineering als meest dominante sponsorbranche.

Sporten maatschappelijk verantwoordelijker maken

Sportteams draaien vaker op sponsorgeld, afkomstig is uit andere sectoren. Dat heeft mogelijk weer te maken met een groter wordende vraag vanuit de samenleving om de professionele sporten maatschappelijk verantwoordelijker te maken. Vooral waar het gaat om fans en de bijbehorende communities.

Dat is ook weer terug te zien in de cijfers. Naast gokken is ook het aantal sponsors dat gelinkt wordt aan alcohol aanzienlijk gedaald. Dit terwijl het aantal sponsoren in MVO-sectoren als de milieu en gezondheidszorg een grote toename laten zien.

De verschuiving naar de digitale wereld

Door de pandemie is de wereld digitaler geworden. Daardoor is de dominantie van digitale bedrijven ook toegenomen en kiezen ook zij vaker voor het sponsoren van sport. Die ontwikkeling is ook terug te zien in de soorten hoofdsponsors. De sectoren IT Services-Software (plus 8 nieuwe sponsors), Automotive (plus 5, vooral door de toenemende populariteit van online retailers) en Telecom (plus 4) groeiden.

De groei van sportteams voor sponsoring in de bovenstaande sectoren is volgens de onderzoekers van Caytoon bijna volledig toe te schrijven aan de populariteit van vrouwenteams. Bedrijven erkennen vrouwelijke sportteams vaker als ‘professioneel’ en ontdekken dat ze mogelijkheden bieden bekendheid en erkenning te krijgen.

Dit artikel is geschreven door Thomas Romers en verscheen eerder op

NMD21: Freid: ‘Maak een positieve impact met je merk door buiten de kaders te durven denken en gaan’

Op 9 september 2021 vindt in DeFabrique te Utrecht Nima Marketing Day 2021 plaats. Nicole Freid RM, directeur marketing & innovatie bij Hak neemt een van de presentaties voor haar rekening. Een korte kennismaking.

Nicole Freid RM, is sinds 8,5 jaar Directeur Marketing en Innovatie van HAK, of HAK-tivist zoals zij zelf zegt. Nicole startte haar loopbaan bij L’Oreal en werkte vervolgens in marketingrollen bij Beiersdorf, Spadel en Mars. Ze is Bestuurslid van de BVA en haar missie draait om het bouwen van merken en innovatie met een positieve impact. De missie van HAK is iedereen helpen meer plantaardig – meer groenten en peulvruchten – te laten eten en zich daarnaast in te zetten voor lokale duurzame teelt.

Wat is jouw persoonlijke motivatie om te spreken tijdens Nima Marketing Day?
Anderen te inspireren hoe een positieve impact te maken met je merk door vanuit de maatschappelijke rol van je merk te denken én buiten de kaders te durven gaan.

Wat is je in termen van marketing de eerste maanden van 2021 het meest opgevallen?
Het inspelen op het heropenen van de samenleving

Heeft corona (jouw) marketing veranderd? 
Nee. Wij zijn blijven doen wat we al deden: mensen helpen meer groenten en peulvruchten te eten die we lokaal en duurzaam willen telen.

Wat vind je het goede aan een samenkomst als NMD?
Het delen van vakkennis, ervaringen en cases met elkaar om het vak en elkaar vooruit te blijven stuwen

Kun je een tipje van de sluier lichten waarover jouw NMD-verhaal gaat?
De missie en strategie van HAK als bedrijf en als merk en hoe dit relevant is voor de consument en de maatschappij en hoe je impact kunt maken door echt vanuit je maatschappelijke rol te denken en buiten de gebaande paden durft te gaan. Ook wil ik laten zien hoe je op andere manieren zichtbaar en relevant kunt zijn voor consumenten dan alleen via de gebruikelijke product en reclame.

Wat hoop je dat bezoekers van jouw sessie meenemen naar huis?
Inspiratie om ook met hun merk een positieve impact te maken die tegelijkertijd bouwt aan de brand equity.

Maak ook kennis met andere sprekers van Nima Marketing Day 2021:
Keynote Thomas Barta
Keynote Marcel de Groot van VodafoneZiggo
Henk-Jan ter Brugge en Joost van Dun van Philips
Marcel van der Heijden van Karma Kebab
Ada Antonides en Karen Pasman van Van Wijnen
Fedor Vriezen en Michiel Sala van de populaire app Ommetje
Jeramiah Albinus van Fonq
Wing Cheung van Synerflow

Marketing&Facts: Podcastluisteraars

Van podcasts onderweg naar podcast thuis op de bank

Podcasts zijn niet meer weg te denken uit het dagelijks leven. Op weg naar het werk in de auto, via oordopjes op de fiets of luidkeels via de speakers in de woonkamer, overal kun je luisteren naar casts die je interesseren. Hoeveel mensen luisteren naar de digitale geluidsbestanden?

Feiten en figuren. De professional in marketing, communicatie en sales krijgt er eindeloos veel te verstouwen. In deze augustusmaand een aaneengesloten serie van recente ontdekkingen en vondsten uit de wilde wereld van marketing, media, social (en wat verder ter tafel komt).

Al in 2019 was duidelijk dat de groei van het aantal podcastluisteraars niet meer te stoppen was. Destijds kende Nederland meer dan vijf miljoen actieve luisteraars, aldus Consultancy.nl. Dat de mediaconsumptie van onder andere podcasts de afgelopen jaren zo is gestegen, komt met name doordat het zogenoemde ‘lineair consumeren’ van content, dus via radio, steeds meer onder druk kwam te staan door de opkomst van streamingdiensten als Spotify en andere muziek- en podcastapps.

De podcastmarkt vandaag de dag

Reuters Institute heeft met behulp van YouGov onderzoek verricht naar digitale-nieuwsconsumptie in twintig verschillende landen. Daaruit tekenen de onderzoekers op dat 31 procent van de bevolking die online ‘leeft’ in de afgelopen maand naar een podcast heeft geluisterd.

Podcasts worden vooral onderweg in de auto geluisterd

Toch is dat aandeel ten opzichte van het vorige jaar niet verder gestegen. Dat komt waarschijnlijk omdat veel dagelijks woon-werkverkeer is weggevallen door het gedwongen thuiswerken tijdens de pandemie. En juist dit dagelijkse moment in de auto is volgens het onderzoek een belangrijk moment om een podcast aan te zetten en uit te luisteren.

De consumptie binnenshuis is juist gestegen, wat de daling van consumptie onderweg compenseert. Zo is volgens de onderzoekers te concluderen dat de netto-coronaimpact op gebruik neutraal is geweest en dat het percentage van 31 procent precies hetzelfde is als vorig jaar.

Ierland podcastland

De onderzoeksresultaten schetsen dat de podcast het meest geliefd is in Ierland. 41 procent van de mensen met toegang tot het internet luisterde er naar een podcast. Dat is tien procent boven het gemiddelde in de twintig onderzochte markten.

Daarna volgen Spanje (38%), Zweden (37%), Noorwegen (37%) en de Verenigde Staten (37%). Ter vergelijking: slechts 22% van de online Britse bevolking luistert naar podcasts en slechts een kwart doet hetzelfde in Japan (25%) en Duitsland (25%).

Loopt Nederland achter?

Landen als Nederland, België, Duitsland en het VK laten juist cijfers zien die onder het gemiddelde liggen. Betekent dit dan ook dat de podcast hier (nog) niet in trek is of is er een andere oorzaak?

De onderzoekers wijzen het tweede punt aan als de mogelijke oorzaak. De cijfers kunnen vertekend zijn doordat de luisteraars in deze landen eerder kiezen voor het consumeren van openbare apps waar podcasts te beluisteren zijn. Dan komen deze cijfers onder ‘on demand radio’ in plaats van onder de podcasts.

Diversiteit in platforms

De grote diversiteit in platforms maakt het lastig om alle cijfers in één perspectief te kunnen beoordelen. Doordat er op iedere markt wel andere mogelijkheden en apps zijn om podcast-inhoud te consumeren, zijn de cijfers aanzienlijk vertekend. Zo wordt de app BBC Sounds veel gebruikt in het VK, kiezen de Amerikanen en Australiërs eerder voor YouTube-podcasts en hebben de Duitsers een voorkeur voor Spotify. In Nederland kun je je podcast ook luisteren via Apple, Juke en bijvoorbeeld de app van NPO Radio 1.

Waarom zijn podcasts hip en happening?

Uit het eerder aangehaalde onderzoek van Consultancy.nl komt naar voren dat ontspanning (67 procent) en amusement (56 procent) de belangrijkste redenen zijn om naar een podcast te luisteren. Toch zijn er ook genoeg redenen om juist níet naar een podcast te luisteren. In Europa en de VS worden redenen als ‘niet genoeg tijd’ en ‘de podcasts bieden me niets wat ik niet elders kan vinden’.

De mensen die wél luisteren kiezen hun podcasts vooral uit op basis van aanbevelingen van vrienden, familie en collega’s, én door te zoeken op internet. Al valt op dat het opzoeken van interessante podcasts via internet vooral iets is wat Europeanen doen.

Een analyse van WARC wijst uit dat internetgebruikers over de hele wereld per dag zo’n 55 minuten besteden aan het luisteren naar podcasts. Dat komt overeen met zo’n 27 procent van hun gehele audio-activiteit.

Door de populariteit van podcasts trekt het ook steeds vaker adverteerders aan om er reclameboodschappen op te plaatsen. Eerder beweerde MAGNA dat publiek van podcasts tot wel drie keer ontvankelijker is voor advertenties dan tv-kijkers. De ideale kans dus voor marketeers – zo lijkt, maar wc-eend – om zich met advertising op podcast te storten. Benieuwd of dat de populairiteit van negatief beïnvloedt…

Dit artikel is geschreven door Thomas Romers en verscheen eerder op

De toekomst van adverteren: product placement!

Adverteren rondom series en films wordt steeds lastiger met al dat streaming-gebeuren. Oplossing? Product placement!

Linear tv-kijken wordt steeds minder vaak gedaan, waardoor de aantrekkelijkheid voor adverteerders om met commercials rondom uitzendingen op vaste tijdstippen te gaan zitten, sterk verminderd is. Mensen kijken steeds vaker via onder andere streaming-diensten en daar zijn nu juist geen advertenties op te zien. Ergo: consumenten komen minder in aanraking met traditionele tv-reclames. Daar moet dus wat op verzonnen worden. Meer inzet van product placement!

Ook voor de andere partij, het medium zelf, zitten er voordelen aan. Doordat traditionele tv-advertentieinkomsten ontbreken, kan product placement een manier zijn om een deel van de productie te bekostigen.

Product placement is niet alleen vanwege streaming en kijken op de mobiel een zeer populaire vorm van adverteren aan het worden, ook de steeds betere slimme manieren van dataverzamelen draagt eraan bij. Volgens Bloomberg wordt product placement langzaamaan steeds meer tech-georiënteerd en om zo goed te kunnen aansluiten op data-gedreven strategieën die momenteel goed werken voor bijvoorbeeld Facebook en Google.

Hoe oud is product placement?
Product placement is zeker niet nieuw (wie herinnert Yakult in de serie Baantjer nog bijvoorbeeld, of heel lang geleden de Ikea-bank in Zeg ‘ns Aaa), het wordt als sinds eind jaren twintig en zeker vanaf de jaren vijftig ingezet.

Maar eigenlijk gebeurde het nog eerder! Jules Verne noemde in zijn roman ‘De reis om de wereld in 80 dagen’ (1873!) al rederijen (die daarom hadden gevraagd) en op een schilderij van de Fransman Édouard Manet ‘Een bar in de Folies-Bergère'(1882) was duidelijk het biermerk Bass te zien. Maar kleine disclaimer, zowel bij Verne als bij Manet weten we niet of ze er ook betaald voor kregen – wat het pas echt tot product placement zou maken.

Bloomberg schrijft over het product placement-bureau BEN en interviewde de baas ervan, Ricky Ray Butler.

De dagen dat hele volksstammen naar dezelfde show keken op hetzelfde moment zijn allang voorbij. Toen kon je met product placement nog hagelschieten: je bereikte veel mensen, hopelijk bleef je product bij een aantal van hen hangen. Hedendaagse kijkers laten volgens Bloomberg het algoritme van bijvoorbeeld Netflix bepalen welke serie ze gaan kijken en de keuze is immens. Entertainment-consumenten delen zich vanzelfsprekend op in kleinere, like-minded groepjes. Dit houdt voor adverteerders in dat ze een minder groot bereik hebben, maar wel een gerichter publiek kunnen bereiken áls ze het goed doen.

Met hulp van technologie

Technologie kan hierbij helpen. Het genoemde bureau BEN (eigendom van Bill Gates) ontwikkelde via kunstmatige intelligentie en machine learning een manier om redelijk nauwkeurig te kunnen bepalen welke nieuwe tv-shows een hit kunnen worden. BEN is van plan om samen te werken met een databedrijf genaamd Company 605, dat informatie verzamelt van settopboxes en smart-tv’s, wat zorgt voor ‘nieuwe digitale flexibiliteit’, aldus Bloomberg.

Product placement in cijfers
De waarde van product placement in media wereldwijd groeide met 14,5 procent tot 20,57 miljard dollar in 2019 (met als grootste kanaal tv, goed voor 14,05 miljard dollar), berekende PQ Media. Het onderzoeksbureau verwacht dat de omzet van product placement met 13,8 procent zal groeien in 2021 en in 2024 een omzet bereikt van 32,85 miljard dollar.\

Mensen die dezelfde serie bekijken, kunnen op basis van verzamelde en gekoppelde data verschillende producten zien, afhankelijk van wie ze zijn en waar ze zich bevinden. Dus de een ziet de held in een film in een zak Doritos grijpen, de andere kijker ziet ‘m een zak Lay’s Cheese Onion leegeten. Het ligt er maar net aan welk merk bij welk kijkersprofiel past.

“Als je de inhoud kunt analyseren en je hebt de technologie waarmee je kunt voorspellen hoe je je doelgroep het beste kunt targeten, kun je letterlijk elke week de impact van een Super Bowl-advertentie hebben”, zegt Ricky Ray Butler, de CEO van BEN vol zelfvertrouwen. “Er is namelijk zoveel content beschikbaar.”

Waarom zou je de product placement maar één keer verkopen?

En, zoals Quote in april al terecht opmerkte: waarom zou je de product placement maar één keer verkopen? “Enkele weken, maanden of jaren later kunnen de toegevoegde merken of producten eenvoudigweg vervangen worden door andere merken, die een nieuw product te pluggen hebben. Of net even wat meer bieden. De makers van het Amerikaanse tv-serie Modern Family hebben hier al voorzichtig mee geëxperimenteerd.”

Groeiende aversie tegen hypertargeted ads

Bloomberg noemt nog een voordeel voor product placement: de groeiende aversie van consumenten te aanzien van hypertargeted  online ads. Kijkers raken niet alleen steeds meer geïrriteerd door de constante onderbreking van series door reclameblokken – waardoor ze bereid zijn te betalen voor reclamevrije streamingdiensten – ze worden ook horendol van advertenties die hen online achtervolgen als ze een keer een product, merk of dienst via Google of op Facebook hebben opgezocht. Apple onderneemt al stappen om hyperfocused advertising te beperken en Bloomberg verwacht dat er meerdere bedrijven zullen volgen. Hier ligt dus een kans voor product placement! Product placement moet de kijker prikkelen, niet irriteren. Vandaar ook de slogan van BEN: ‘Be the entertainment, not the interruption’.

‘Be the entertainment, not the interruption’

Allen Adamson, medeoprichter van marketingbedijf Metaforce zegt tegen Bloomberg: “Product placement kan natuurlijker overkomen.” Wat mooi meegenomen is, aangezien volgens hem marketeers op zoek zijn naar authenticiteit.

Niet zo authentiek

Authenticiteit is wat minder relevant als het gaat om product placement in oude films, waar BBC onlangs over schreef. Een Brits techbedrijf, Mirriad, heeft een techniek ontwikkeld om productuitingen in elke tv-serie of film te plaatsen. In onderstaand filmpje zie je hoe Mirriad te werk gaat.

https://player.vimeo.com/video/341765993

E.T. op een Moof?

Product placement in oude films kan natuurlijk ook aantrekkelijk voor bijvoorbeeld Netflix zijn om op deze manier aan ouder werk te verdienen. Het is natuurlijk de vraag hoe zit met copyright en alles. Zou Steven Spielberg blij zijn als E.T.’s fiets er ineens eentje van Moof is?

BEN zelf is druk bezig te onderzoeken wat consumenten vinden van merken als ze zijn blootgeteld aan product placement. Ook belangrijk: hoe kun je het effect meten als je kijkt naar uiteindelijk winkelbezoek en in-store aankopen? Hoe meer techniek wordt ingezet, hoe beter marketeers in staat zijn te meten of het werkt. Voor nu wordt er gekeken in hoeverre en hoe er op social media over wordt gesproken en het in kaart brengen van webverkeer.

Bloomberg waarschuwt marketeers wel dat te veel data-gedreven hypertargeting in product placement uiteindelijk ook voor allergische conusmenten kan zorgen, zoals online ads dat doen. Maar, volgens Butler van BEN draait het er gewoon om dat marketeers te weten komen hoe bepaalde groepen consumenten reageren. Dus niet te veel hypertargeting.

Dit artikel is geschreven door Kari-Anne Fygi en verscheen eerder op

Marketing&Facts: ‘Strijd tussen marketing en IT’

Op samenwerkingsgebied lopen marketing en IT niet altijd met elkaar in de pas

Afgaande op een blog van Driek Geurtsen, oprichter en CEO van One4Marketing, is de samenwerking tussen marketing en IT cru-ci-aal voor bedrijfssucces. Toch blijkt dit zeker niet altijd het geval en lopen de twee ‘afdelingen’geregeld over en langs elkaar heen.

Feiten en figuren. De professional in marketing, communicatie en sales krijgt er eindeloos veel te verstouwen. In deze augustusmaand een aaneengesloten serie van recente ontdekkingen en vondsten uit de wilde wereld van marketing, media, social (en wat verder ter tafel komt).

Hier lees je trouwens het blog van Geurtsen. De marketing- en IT-afdeling blijken zeker niet altijd een goed en soepel te combineren, althans, volgens onderzoek van Wunderman Thompson. Vier op de tien marketing- en IT-professionals geeft aan dat de onderlinge wrijving leidt tot gebrek aan data die nodig zijn om gepersonaliseerde inhoud aan klanten te leveren. ‘Terwijl juist die data kansen biedt voor het genereren van (potentiële) conversies’.

‘IT levert niet wat nodig is’

Van de marketeers die wél de gegevens krijgen die zij nodig hebben om klantervaringen te kunnen personaliseren, zegt 38 procent dat zij niet geleverd krijgen wat ze daadwerkelijk nodig hebben. 36 procent geeft nog eens aan dat er geen duidelijk beeld is welke inhoud er überhaupt gepersonaliseerd kan en mag worden. Krap één derde (32 procent) zegt ook niet eens over enige contentstrategie te beschikken die personalisatie mogelijk maakt.

Beperkte overzichtelijkheid

De meeste zorgen zijn er over de overzichtelijkheid van de data. 35 procent van de marketingbesluitvormers zit in zijn maag met het hebben van meerdere kopieën van dezelfde inhoud op verschillende locaties.

Je zou in deze tijd van opkomende slimme technieken als kunstmatige intelligentie (AI) en machine learning misschien denken dat handmatige taken uit handen kunnen worden genomen om de processen te verlichten en te verkorten. Maar de onderzoekers geven aan dat maar 56 procent van de ondervraagde bedrijven zulke technieken inmiddels daadwerkelijk gebruikt. De marketingteams geven aan moeite te hebben om er het beste uit te halen.

Wrijving tussen marketing en IT

Dat er wrijving is tussen de marketingteams en de IT-teams is dus wel helder. Maar waar zit ‘m dat in? 84 procent van de marketeers wil dat IT beter begrijpt waar behoeften liggen. Opvallend is dat 81 procent van de IT’ers weer aangeeft tegen hetzelfde te lopen bij de marketeers waarmee ze werken. Daar zit ‘m dus de crux.

Al zegt een kleine driekwart van de marketeers, namelijk 71 procent, dat óók de marketingafdeling een knelpunt kan zijn als het gaat om het neerzetten van de ultieme klantenervaring. Als je dit vraagt aan de mensen van IT gaat het om 60 procent. Er is een inhaalslag te maken.

Dit artikel is geschreven door Thomas Romers en verscheen eerder op

Bromvliegeffect: waarom kleine dingen je gedrag sturen

Het bromvliegeffect is mij niet vreemd. Zodra dit gezoem in ons huis klinkt, springt mijn vrouw op en grijpt de vliegenmepper. Er volgt dan een hilarische achtervolging waarbij in 90 procent van de gevallen de bromvlieg het moet ontgelden. Dat zo’n klein beestje zoveel energie bij haar losmaakt is ongekend. Het is een mooie metafoor voor de inhoud van dit leerzame boek.

Deze recensie is geschreven door Eric van Arendonk, Register Marketeer en adviseur voor marketing, strategie en managementvraagstukken bij Florpartners BV. Hij is ook medeauteur van ‘Neuromarketing’ en docent Marketing bij SRM.

‘Het bromvliegeffect’ gaat over alledaagse fenomenen die stiekem je gedrag sturen. Zo kennen we allemaal (tenminste de mannen) de vlieg in de wc-pot. Het kleine printje bespaart duizenden euro’s aan schoonmaakkosten. Een illustratief psychologisch voorbeeld, dat gebruikt wordt in ‘Het bromvliegeffect’. Een boek over hoe iets kleins ongemerkt een groot effect kan hebben op ons gedrag. Een ander mooi voorbeeld zijn de pijlen op de ANWB-verkeersborden die aanduiden welke rijstrook naar welke richting leidt. Indien de pijl naar beneden wijst voor rechtdoor levert dat meer files op dan wanneer de pijl naar boven wijst, zelfde richting. Dit gedrag heeft alles te maken met hoe ons brein functioneert. 

Auteurs hebben elkaar gevonden

De twee auteurs; gedragswetenschapper Eva van den Broek en creatief strateeg Tim den Heijer hebben elkaar duidelijk gevonden in dit boek. Ze vullen elkaar prima aan wat leidt tot mooie verhalen. Meestal zijn dit soort boeken opgebouwd met aan het begin een theorie die daarna wordt gestaafd met voorbeelden die haar bewijzen. In dit boek is dat net andersom, eerst zijn er de voorbeelden die je enigszins doen verbazen over het effect van schijnbaar iets kleins en daarna volgt de verklaring. Iets wat zeker de nieuwsgierigheid verhoogt. Natuurlijk komen de klassiekers zoals die van Cialdini en Kahneman regelmatig voorbij. Het boek zit dan ook gedegen in elkaar en de vermelde effecten hebben een goede theoretische basis, wat ook te zien is aan de lengte van de literatuurlijst achterin het boek. Het mooie van de combinatie van deze gedragswetenschapper en creatief strateeg is, dat het halleluja van succesverhalen van de effecten goed verklaard worden door hoe ze worden veroorzaakt.

Na het lezen zul je kleine dingen die gedrag beïnvloeden, sneller herkennen

Het bromvliegeffect bevat veel aanwijzingen hoe je nagenoeg onzichtbaar het gedrag van anderen kunt beïnvloeden. Ik ben blij dat ze al deze effecten achterin het boek hebben samengevat. Dat maakt het later een stuk makkelijker terugzoeken. Na het lezen zul je kleine dingen die gedrag beïnvloeden sneller herkennen en ze kunnen gebruiken om effectiever te communiceren. Een mooi boek waar marketing en communicatie elkaar ontmoeten en aanvullen.

Inmiddels springt mijn vrouw op en grijpt de vliegenmepper – inderdaad het bromvliegeffect.

Het bromvliegeffect
Auteur:            Eva van den Broek en Tim den Heijer
ISBN:                9789000374397
Uitgever:          Unieboek/Spectrum
Druk:                1e druk
Trefwoorden:   psychologie, gedragskunde, nudging, communicatie

Deze recensie is geschreven door Eric van Arendonk en verscheen eerder op