Adverteren rond viral video’s zonder contextual targeting kan merk schaden

Nick Beentjes

Adverteren rondom viral video’s kan slecht uitpakken voor een merk. Dat blijkt uit onderzoeksresultaten van Magna Media Trials en technologie- en dataplatform Channel Factory.

Het onderzoeksrapport laat zien dat videoadvertenties rondom een populaire video een negatieve impact kunnen hebben op het merk wanneer deze niet bij de inhoud van de video aansluiten. Zo daalt de koopintentie met acht procent, ontstaat er bij negen procent een negatief beeld over het merk en daalt bij zes procent zelfs het vertrouwen. De negatieve associatie zorgt er daarnaast voor dat de respondenten zich wel de advertentie herinneren, maar om de verkeerde redenen.

Onderzoeksmethodiek
Voor het onderzoek liet Magna aan 2.700 respondenten goed scorende videoadvertenties zien van merken als T-Mobile, een Amerikaanse verzekeraar en een populair haarverzorgingsproduct. De advertenties werden op meerdere platforms, in verschillende contexten en in verschillende videoformaten rondom specifieke viral video’s getoond. Zo waren er video’s over huidaandoeningen, autonomous sensory meridian response (ASMR) en mukbang waarin de videohost buitensporige hoeveelheden voedsel consumeert. Ondanks dat de getoonde video’s populair zijn en de respondenten de content vooral als “triggering”, “gênant” en “NSFW”, ofwel niet veilig voor op het werk, categoriseerden, kozen de meeste mensen er wel voor om de video helemaal te bekijken. Daarbij gaf 68% van de respondenten het eindoordeel “vermakelijk”.

Herinnerd om de verkeerde redenen
Wat met name opvalt uit de onderzoeksresultaten, is dat de getoonde advertenties die eerder hoge resultaten hadden behaald nu door de associatie met de viral video’s een negatieve associatie kregen. Naast de dalende koopintentie en het vertrouwen zorgde de advertentie er in de huidige context voor dat de impact van het merk met tien procent daalde. En door zeven procent van de ondervraagden werd het merk nu als een stuk klantonvriendelijker gezien. Wat opvalt is dat in tegenstelling tot kijkers die dezelfde advertentie in een andere context hadden gezien (32 procent), de respondenten in het onderzoek waarbij de `negatieve’ video’s werden ingezet zich de advertentie goed konden herinneren (41 procent), al was het wel om de verkeerde reden.

Adverteren op basis van perceptie
Nick Beentjes, Managing Director Channel Factory Benelux, hoopt dat het onderzoeksrapport een eye opener is voor adverteerders die zich focussen op kwantiteit in plaats van kwaliteit. Beentjes: “Dat een video populair is betekent niet automatisch dat deze ook geschikt is voor een merk. Adverteerders doen er dan ook verstandig aan om te kiezen voor een strategie die meer gericht is op het vinden van geschikte content en kanalen dan op het selecteren op populariteit. Dit komt niet alleen brandsuitability en brandsafety ten goede maar ook de performance”

Andere opvallende onderzoeksresultaten:

  • Het merendeel van de respondenten was van mening dat merken die adverteren rondom niet matchende content een slechte indruk achterlaten.
  • In een preroll-omgeving hadden de respondenten 1,5 keer meer het gevoel dat het merk verantwoordelijk was voor de inhoud van de video waar ze naast verschenen.
  • Merk-KPI’s worden het meest geschaad wanneer de advertentie direct vóór de video wordt vertoond.

Het volledige onderzoeksrapport is hier te downloaden: https://go.channelfactory.com/ipg-magna

Dit artikel verscheen eerder op

Marketingvak in Verandering #1: Arjan Rattink SMP – RVS Marketing

‘Psychologie had van mij een veel zwaarder deel van de opleiding mogen zijn’

‘Verandering is de enige constante’ liet de oude-Griek Heraclites 2500 jaar geleden al optekenen en dat geldt zéker voor marketing. De theorie, maar ook de praktijk innoveert in hoog tempo, al is lang niet elke innovatie even relevant en is het soms lastig vast te stellen wat hoofd- en bijzaken zijn. Of waren. In deze nieuwe M!-serie over veranderingen in het vakgebied komen senior marketeers aan het woord over inzichten die met de jaren zijn gekomen. Ter lering en vermaak.

Arjan Rattink is NIMA Senior Marketing Professional en eigenaar bij RVS Marketing, B2B-marketingspecialist én contentcreator. Als dienstverlenende marketeer en als examinator NIMA B heeft hij in veel keukens mogen kijken en weet als geen ander dat elke product-/marktcombinatie zijn eigen benadering vraagt. Hij studeerde begin jaren negentig Communicatiemanagement aan de Arteveldehogeschool in Gent, vervulde verschillende functies bij bedrijven en bureaus en bleef leren (onder meer SRM Direct Marketing A en SRM Marketingcommunicatie B).

Dit had ik graag geleerd tijdens mijn studie

“In mijn geval heeft dat minder met het marketingvak zelf te maken, maar meer met hoe het er echt aan toe gaat in het bedrijfsleven. Natuurlijk loop je stage en leer je van alles over hoe een bedrijf is georganiseerd, welke plek de marketingafdeling inneemt of hoe een bureau functioneert. Maar toch was ik er in elk geval niet echt goed op voorbereid. Je zou kunnen zeggen, het is als een rijbewijs, echt leren rijden doe je zelfstandig na het behalen van het gewilde roze pasje. Toch denk ik dat je marketingstudenten beter kunt voorbereiden. Zaken als hoe je omgaat met interne politiek, commerciële belangen (samenwerking marketing en sales) de psychologie op de werkvloer et cetera, dat leerde ik niet tijdens mijn studie. Hoe verhoudt jouw werk zich ten opzichte van de financieel directeur? Of inkoop, HR, productie? Overigens over psychologie gesproken, dat had van mij ook een veel zwaarder deel van de opleiding mogen zijn. Net als ethische vraagstukken. Al heb ik de indruk dat daar nu wel meer aandacht voor is. Dat speelde simpelweg in de jaren 90 nog niet zo.”

Wat zijn de grootste veranderingen in het vak die je hebt meegemaakt?

“Dat zijn er twee en die liggen voor de hand. Ze hebben ook alles met elkaar te maken: overkill aan commercie en de digitalisering. De voedingsbodem voor contentmarketing. Het heeft het vak complexer maar ook interessanter gemaakt. Een ander fenomeen is de opkomst van talloze specialismen en nu een terugkerende beweging naar de allround marketeer.”

“Ons imago is er dankzij Larry Page en Mark Zuckerberg bepaald niet op vooruitgegaan”

Waarom is marketing zo’n mooi vak?

“Toen ik begon had de reclamewereld waarin ik werkte nog een zweem van artistieke, creatieve, zakelijk handige mannen en vrouwen. Iedereen kende reclamefilmpjes uit zijn hoofd. Die tijd is wel voorbij. ‘Ons’ imago is er dankzij onder andere Larry Page en Mark Zuckerberg, maar ook dankzij de niet aflatende twijfelachtige ver- of misleidingstactieken vooral in de food-marketing, bepaald niet op vooruitgegaan. Maar marketing is geen synoniem voor reclame, een punt dat je niet vaak genoeg kunt uitleggen. Nu ben ik een hardcore B2B-marketeer aan de bureauzijde en dat betekent dat je je oprecht moet verdiepen in allerlei verschillende markten, zakelijke beslissers, complexe producten en diensten. Klanten helpen om hun product of dienst scherp te profileren, meer bekendheid en inhoud te geven en bij te dragen aan commerciële doelstellingen. Dat vind ik prachtig. Uiteindelijk willen we allemaal onze spullen aan de man brengen. Die mix van inhoud, creativiteit en resultaatgerichtheid blijft mij boeien. Ik zie het als een wedstrijd. En met creatief, hard, maar fair spel een wedstrijd winnen, geeft veel voldoening.”

Senior Professional
In deze Marketingfacts-rubriek komen verschillende NIMA Senior Marketing Professionals (SMP’s) aan het woord. SMP’s vormen een Nederlands netwerk van zo’n 400 professionals die zich hebben laten certificeren als SMP; een internationaal erkende en persoonsgebonden titel die je kunt aanvragen wanneer je over een aantal jaren ervaring beschikt en jaarlijks minimaal 30 Permanente Educatiepunten verzamelt. Die punten worden bijgehouden door NIMA en ontvang je voor het volgen van een vakopleiding, bezoek van events, schrijven van publicaties over het vak, verzorgen van presentaties en college’s, kortom: bijdragen aan vakontwikkeling. 

Meer weten over SMP worden

Dit artikel verscheen eerder op

Alles Digital First in de jaarverslagen

‘Naast digitalisering blijft duurzaamheid een kernthema in alle jaarverslagen’

AholdDelhaize, ASML en Randstad publiceerden de meest transparante beursgenoteerde jaarverslagen in 2021. De top-75 van beursgenoteerde bedrijven in Nederland communiceert in hun jaarverslagen sowieso transparanter dan ooit. Dat wijst het jaarlijks onderzoek van Hogeschool Leiden uit: 9% transparanter dan in 2020 en bijna 50% transparanter dan in 2016.

Het schuurt een beetje langs de rand van wat je nog marketingcommunicatie en merkmanagement zou kunnen noemen, maar het is een boeiend onderzoek dat jaarlijks wordt verricht door M!-blogger Piet Hein Coebergh, Lector PR & Transparantie aan Hogeschool Leiden, en z’n team. Hij nam het Jaarverslagenonderzoek in 2012 over van Sicco Santema die het onderzoek startte in 1994 vanuit adviesbureau Scenter. De jaarverslagenanalyse wil een bijdrage leveren aan het debat over de toegevoegde waarde van transparantie voor het bedrijfsleven en belanghebbenden. Het hele onderzoek vind je trouwens hier.

In 95% van de jaarverslagen is digitalisering een strategisch speerpunt

Uit die jaarverslaganalyses kun je het fundament van veel missies, visies, identiteiten en andere bouwstenen van het merk halen. Piet Hein wees er vorig jaar al op dat het ‘purposedenken’ kennelijk gemeengoed is: in plaats van ‘missie’ raakte het (buzz)woord ‘purpose’ steeds meer in zwang. Uit zijn posting van vorig jaar: “Voorstanders van het gebruik van purpose menen dat dit begrip bedrijven stimuleert om een grotere bijdrage aan de wereld te leveren dan alleen geld verdienen. Tegenstanders menen dat het gebruik van purpose vooral schijnheiligheid oplevert. Los van dit academische debat is het wellicht aardig te kijken hoe het beursgenoteerde bedrijfsleven in Nederland met deze term omgaat.”

Dít jaar draait het om het immer toenemend gebruik van digitale informatie en apparaten. In 95% van de beursgenoteerde jaarverslagen is ‘digitalisering’ inmiddels een strategisch speerpunt. Belangrijke thema’s zijn binnen de genoemde bedrijven: transparantie (in 99% van de jaarverslagen), reputatie (99%), digitalisering (95%), purpose (93%), SDG’s (87%), agility (73%) en circularity (67%).

Digital Transformation Strategy

De coronacrisis, de opkomst van (fin)tech bedrijven (zoals in de AEX: Adyen, Prosus, Just Eat Takeaway, ASML, ASMI en Besi), de wereldwijde dominantie van Big Tech (Apple, Alphabet, Amazon, Microsoft, Facebook) en de steeds digitaler wordende consumenten en concurrenten zijn redenen voor beursgenoteerde ondernemingen om meer in digitalisering te investeren. Het jaarverslagenonderzoek van Hogeschool Leiden noemt verschillende voorbeelden van bedrijven met programma’s als Digital First, Digital Transformation strategy, omnichannel eCommerce en een centrale Digital Committee om dat te realiseren. ‘Sommige ondernemingen spreken over digitalisering alsof ze er pas mee beginnen’.

De duurzaamheidsparagraaf is leerzaam en soms voorbeeldig

Piet Hein over het onderzoek van dit jaar: “2020 was, ondanks de coronacrisis, economisch een mooi jaar voor de meeste beursgenoteerde ondernemingen in Nederland. Tevredenheid en optimisme, uiteraard met een slag om de arm, kenmerkt de jaarverslagen in 2021. Naast digitalisering blijft duurzaamheid een kernthema in alle jaarverslagen. Leerzaam, en soms voorbeeldig, is hoe sterk de duurzaamheidsparagraaf inmiddels is ontwikkeld bij veel genoteerde ondernemingen”.

Sinds de start van het jaarverslagenonderzoek in 1994 halen trouwens maar weinig bedrijven een rapportcijfer ‘voldoende’ op basis van de criteria die door bureau Scenter en later Hogeschool Leiden zijn ontwikkeld. De laatste jaren stijgt het aantal wel. In 2021 behaalden 28 van de 75 grootste beursgenoteerde bedrijven in Nederland een 5,5 of hoger, op een schaal van 1 tot 10. Winnaars in 2021 zijn AholdDelhaize (met een 7,7), ASML (7,4) en Randstad (7,3). Hekkensluiter is Pharming met een 1,0.

Dit artikel verscheen eerder op

Het NIMA Marketingfacts Jaarboek – De Quizzzzz

Het glazuur springt van je tanden, zo makkelijk

Vanzelfsprekend heeft het marketingvak voor jou geen geheimen, anders las je dit niet, en vanzelfsprekend kunnen ze jou in alle uithoeken van het metier loslaten: search, data, CX, media, maar ook hardcore positioneren, branding, pricing, segmenteren, research. Contentmarketing? Lachen! Jij leeft marketing en kent de standaardwerken uit je hoofd. Je bent T-shape marketeer en trouwens ook nog een heel prettig mens. Gezegend is jouw opdrachtgever, je collega, je werkgever. You know marketing. Tijd voor een stukje erkenning.

Want…. Om dat lekkere gevoel een beetje standing te geven is er een korte overhoring. Een formaliteit, maar probeer ‘m toch maar. In samenwerking met de mannen en vooral vrouwen van Tomorrow men stelde de M!-redactie een NIMA Marketingfacts Jaarboek-kennisquiz samen. Alle antwoorden vind je uiteraard érgens in dat jaarboek, maar probeer het eerst eens uit je hoofd. Elf vragen, antwoorden zijn multiple choice, er zit traditioneel altijd één onzin-antwoord tussen dus met een beetje geluk gok je zo een voldoende bij elkaar.

Tip: Hou je handy en qr-scanner in de aanslag. Deelnemen kán tot 18 november en dat geeft je dus ruimschoots de tijd om nog snel de basics van marketing as we know it door te nemen. En waarom zou je dat doen? Wel, behalve eeuwige roem, erkenning door je vakgenoten (eindelijk) en een goed gevoel stelt Tomorrowmen een Techpakket t.w.v. 1000 euro ter beschikking voor de winnaar én je ontvangt een uitnodiging om als VIP-gast aanwezig te zijn op de aanstaande bloggersborrel van de Marketingfacts-redactie en bepaalt dus wélke snacks er worden geserveerd binnen het assortiment ‘fry me a river’ en welk bier van Brouwerij t IJ ditmaal wordt verkozen tot M!-doordrinkdrink van het kwartaal en je mag als eerste de ‘but’ gooien bij het jeu-de-boulen. Waarschijnlijk ontvang je ook een mok met ’15 jaar Marketingfacts’. 

Dit artikel verscheen eerder op

E-mail al 50 jaar een bijzonder krachtig communicatiekanaal

Ergens in de tweede helft van 1971 gebruikte softwareontwikkelaar Raymond Tomlinson als eerste het @-teken in een elektronisch bericht. En dat is nu 50 jaar geleden. E-mail viert een mooi jubileum. De geschiedenis van dit krachtige online communicatiekanaal krijgt extra aandacht in het Nationaal E-mail Onderzoek 2021 dat op 5 oktober werd gelanceerd. Het onderzoek toont aan dat Nederlanders e-mail nog steeds waarderen vanwege de veelzijdigheid van het kanaal, maar dat marketeers deze veelzijdigheid niet altijd ten volle benutten.

Over het onderzoek
Voor het Nationaal E-mail Onderzoek 2021 zijn uit het consumentenpanel van CG Research aan 2.153 personen 22 vragen voorgelegd over e-mail en andere online kanalen. Daarnaast komen in het onderzoek vijf e-mailprofessionals aan het woord: Bart van der Kooi, Lonieke Schepers, Joep van Ham, Jasmijn Hemersma en Kelly Jaspers. Hun bijdrage aan de jubileumeditie resulteert in 11 kernachtige learnings voor de online marketeer. Het onderzoek presenteert een mooie mix van het gebruik van e-mail door de ‘gewone’ Nederlander en de duiding van het kanaal door e-mailprofessionals.

Om enkele belangrijke inzichten uit het onderzoek op een rij te zetten:

Mail geen database, mail persoonlijk

Het is echt te danken aan de pionier Raymond Tomlinson dat e-mail een persoonlijk kanaal is. Hij zocht als één van de eersten naar een manier om een individuele computergebruiker te onderscheiden van het apparaat waarop deze persoon werkt. De oplossing is bekend: naam @ domein waarbij naam vaak een persoonsnaam is en domein een domeinnaam of IP-adres.

Als online marketeer is het goed om je te realiseren dat je niet zo zeer een database mailt, maar vaak vele duizenden individuele personen. En marketeers vergeten dat te gemakkelijk. Kijk maar eens in je eigen inbox en beoordeel hoeveel mailings echt aansluiten op je laatste aankoopgedrag, je klikgedrag of op je interesses. De mails die dat wel doen, springen eruit. Ook in 2021 scoor je met persoonlijke mailings.

Al jaren geven Nederlanders aan dit type e-mailberichten meer te waarderen dan berichten met meer algemene informatie. In het Nationaal E-mail Onderzoek wordt daar altijd rechtstreeks naar gevraagd in het deel dat gaat over e-commerce. Uit de onderzoeken van 2019 en 2021:

Een e-mailadres is een bijzonder persoonsgegeven

Voor maar liefst 45% van de Nederlanders geldt dat ze hun allereerste e-mailadres nog steeds gebruiken. En dat is bijzonder. Zo blijkt uit het e-mailonderzoek dat de meeste Nederlanders hun eerste e-mailadres kregen toen het internet een vlucht nam. En dat is al een tijdje geleden. Het startte allemaal op de Amerikaanse Onafhankelijkheidsdag van 1996 toen Hotmail – het huidige outlook.com – werd opgericht. In die tijd kwam ook het World Wide Web van de grond. En in die begindagen had 1% van de wereldbevolking een internetaansluiting. Nu is dat zo’n 40%.

Ook de meeste Nederlanders geven aan dat zij tussen 1990 en 2000 hun eerste e-mailadres kregen. Dit geldt voor gemiddeld 40%. Een e-mailadres kan dus een persoonsgegeven zijn dat al meer dan 20 jaar ongewijzigd is. En als je erover nadenkt dan is dat inderdaad bijzonder. Zeker als het gaat over een online persoonsgegeven.

Een e-mailadres is een bijzonder persoonsgegeven

Voor maar liefst 45% van de Nederlanders geldt dat ze hun allereerste e-mailadres nog steeds gebruiken. En dat is bijzonder. Zo blijkt uit het e-mailonderzoek dat de meeste Nederlanders hun eerste e-mailadres kregen toen het internet een vlucht nam. En dat is al een tijdje geleden. Het startte allemaal op de Amerikaanse Onafhankelijkheidsdag van 1996 toen Hotmail – het huidige outlook.com – werd opgericht. In die tijd kwam ook het World Wide Web van de grond. En in die begindagen had 1% van de wereldbevolking een internetaansluiting. Nu is dat zo’n 40%.

Ook de meeste Nederlanders geven aan dat zij tussen 1990 en 2000 hun eerste e-mailadres kregen. Dit geldt voor gemiddeld 40%. Een e-mailadres kan dus een persoonsgegeven zijn dat al meer dan 20 jaar ongewijzigd is. En als je erover nadenkt dan is dat inderdaad bijzonder. Zeker als het gaat over een online persoonsgegeven.

E-mail is veelzijdig en zowel geschikt voor klantloyaliteit als voor conversie

Toch is het als marketeer helemaal niet gek om weer eens stil te staan bij de veelzijdigheid van e-mail. De conversie die gerealiseerd moet worden met al die opens en kliks heeft vaak een eenzijdig karakter. Lonieke Schepers, winnaar van de DDMA E-mail Professional van het Jaar 2020, vertelt hierover in het e-mailonderzoek:

“E-mail is hét kanaal om klanten aan je te binden. Waar je voorheen zag dat e-mail veel werd gebruikt als saleskanaal zie je nu dat we veel meer op engagement sturen. Binnen onze organisatie doen we dit door onze achterban via e-mail actief te waarderen en te betrekken bij onderwerpen toegespitst op hun interesses. Betrokken opt-ins resulteren uiteindelijk in trouwe donateurs, klanten en leden. Binnen de e-mailmarketing sturen we dus steeds meer op loyaliteit in plaats van op conversie.”

Het Nationaal E-mail Onderzoek 2021 maakt daarom ook duidelijk dat je verschillende conversiedoelen met e-mail prima kunt combineren. Om een voorbeeld te noemen: stel dat je via e-mail deelnemers wilt werven voor een webinar. Dan kun je daarvoor een uitnodigingsmail opstellen en direct op conversie sturen, maar je kunt ’t ook anders aanpakken. Je kunt ook eerst kijken welke onderwerpen je lezers interessant vinden, ze een korte poll sturen en ze laten meebeslissen over de inhoud van het webinar. Met zo’n mail vergroot je de betrokkenheid. En als je die betrokken lezers vervolgens uitnodigt, dan is de kans groter dat ze zich inschrijven.

Met het veelzijdige kanaal e-mail is dit allemaal uitstekend mogelijk. Je hoeft niet bang te zijn dat een lezer zijn wenkbrauwen fronst als hij de ene week van jou een loyaliteitsmail ontvangt en twee weken daarna een uitnodigingsmail. E-mail scoort op veel verschillende gebruiksdoelen ruim boven de 50%. En die gebruiksdoelen lopen zo ver uiteen – van registratiemiddel voor social mediaplatforms tot ontvangstkanaal voor overheidscommunicatie – dat verschillende marketingmails daar prima tussen passen:

Conclusie

Het Nationaal E-mail Onderzoek 2021 viert 50 jaar e-mail. Het onderzoek laat zien dat e-mail startte als een persoonsgebonden medium en dat het nu nog steeds zijn kracht bewijst door marketing mogelijk te maken die gericht is op unieke personen. Het kanaal wordt ook gewaardeerd door de gebruikers. Zeker als mailings gepersonaliseerd zijn. Verder is e-mail veelzijdig. Nederlanders gebruiken e-mail voor heel veel verschillende doeleinden. Marketeers kunnen daarom prima verschillende conversiedoelen nastreven met e-mail.

Het Nationaal E-mail Onderzoek 2021 wordt uitgevoerd door Spotler (ontwikkelaar en leverancier van e-mailmarketingsoftware) in samenwerking met CG Research.

Dit artikel verscheen eerder op

De eerste kerstcommercials lopen (écht)

Very zegt dat kerstgerelateerde zoektermen al in augustus begonnen te stijgen.

Terwijl de Britten zich al benzine hamsterend afvragen of er dit jaar überhaupt wel een vrolijk kerstfeest mogelijk is, zijn de eerste kerstcommercials er al airborne. De buren bezwijken – geheel volgens traditie – ieder jaar bijkans onder een enorm opgeklopte kerstcommercie, maar Very maakte juist dáár een inhaker op met zijn kerstreclamecampagne, bijna drie maanden voor eerste kerstdag zelf.

In de commercial ‘Very Best Excuses’, waarin Kerstmis wordt uitgelegd als het ultieme excuus om echt óveral mee weg te komen, debuteerde de online retailer met een 30-seconden-spot om 21.00 uur op 1 oktober op ITV, voorafgaand aan dramaserie Grantchester. De advertentie voert de verwarde reactie van Halloween-trick-or-treaters op wanneer die aankomen bij een huis dat vast geheel in kerststemming verkeert. De inwoner in kersttrui en hun hond met gewei, overhandigen de verzamelde heksen en vampiers elk een mince pie als ’treat’.

Met nog 85 dagen te gaan tot eerste kerstdag, richt Very zich met zijn vroege lancering op consumenten die graag vooruit plannen voor de feestdagen. De e-tailer zegt dat kerstgerelateerde zoektermen op de eigen site en via zoekmachines al sinds augustus begonnen te stijgen. Very was trouwens niet de eerste retailer die zijn kerstcampagne lanceerde in het UK, eerder lanceerde webshop Studio zijn eigen campagne met acteur en tv-persoonlijkheid Joe Swash.

De hysterie ten spijt, beschouwen veel Britse marketeers de eerste uitzending van de John Lewis-kerstcommercial als de échte aftrap van het kerstseizoen. Vorig jaar werd die gelanceerd op 13 november. Ook ruim op tijd.

Dit artikel is geschreven Luuk Ros SCP door en verscheen eerder op

Credits afbeelding: youtube, licentie: Alle rechten voorbehouden

Hoe we data driven marketing kunnen redden

Wetenschappelijke oplossingen voor het minimaliseren en anonimiseren van data op Brand Growth Event

Om de privacy van consumenten zo goed mogelijk te beschermen, wijzen wetten en regels vaak in de richting van minimalisatie en anonimisering van data. Jaap Wieringa van de Rijksuniversiteit Groningen gaf gisteren een kort college tijdens het DVJ Brand Growth Event over wetenschappelijke ontwikkelingen die we op dat punt in de gaten zouden moeten houden. En we schreven mee.

Gisteren vierde onderzoeksbureau DVJ zijn jaarlijkse feestje, het Brand Growth Event, en Data Driven Decision Making (in marketing) was ditmaal het thema. In de regel zijn die events boeiende bijeenkomsten, want het is vaak nogal hardcore marketing in het programma. Ergens jammer dat het opnieuw een digitale editie werd. Da’s weliswaar makkelijk bezoeken, maar toch minder gezellig en je loopt op de borrel niet zomaar een oude of nieuwe bekende tegen het lijf. Je kunt wel makkelijker opschalen en dat was te merken want het was best druk in de chat naast de presentatie. 

Dat ‘groeien van een merk’ heeft momentum

Op de vierde editie van vorig jaar sprak Tooske het programma aan elkaar en maakte de verschrikkelijke Ritson zijn opwachting, náást DVJ-eindbaas Lucas Hulsebos die er uitgebreid in de materie dook van Brand Growth. Ditmaal zat Hulsebos de bijeenkomst zelf voor als eindbaas, host en medebedenker van het hele event en dat voelde eigenlijk wel zo comfortabel. Beetje als marketing-nerds onder elkaar. DVJ begint zelfs internationaal uit te groeien tot hét marketingonderzoeksbureau, doet al jaren onderzoek naar dat ‘groeien van een merk’ en dat heeft momentum. Tussen het event in 2020 en nú verschenen talloze artikelen waarin de relevantie van merkgroei wordt bezongen, nog steeds in lijn met de theorie van Byron Sharp, die waarschijnlijk het belangrijkste boek over marketing heeft geschreven van de eeuw-tot-nu: How Brands Grow. Vorig jaar kregen we ‘factoren die bepalend zijn voor marketingsucces’ en waarover Ritson dus sprak: “Vergeet ‘little agile brands’ en kong fu: Kapitalisme is niet eerlijk, dat was ook nooit de belofte. David gáát Goliath niet verslaan, sterker: die vermorzelt je, draait zich om en gaat een appeltaart bakken.” (samenvatting van vorig jaar lees je hier)

Goed, dat was Ritsons lichtpunt in rampjaar ’20, voor de 2021-editie stonden Pat Nestor & Nicky Claeys van Domino’s geprogrammeeerd (een techbedrijf dat pizza’s bakt volgens Hulsebos), Konstantze Fichtner van Facebook en Jori van de Spijker deelde de inzichten uit de Brand Growth Study en dan dus met name naar de relatie tussen data driven beslissingen nemen en commercieel succes. Die uitkomsten en ontdekkingen van dát onderzoek verdienen trouwens een losse blogpost. 

Dit artikel is geschreven Luuk Ros SCP door en verscheen eerder op

3 tips hoe je lead magnets ten volle benut

Je hebt vast wel eens een e-book, whitepaper of checklist online gedownload. Deze gratis downloads noemen we ook wel lead magnets. Deze zijn in eerste instantie bedoeld om informatie te geven aan jou, de lezer ervan. Maar het is als bedrijf ook een manier om er leads mee te verzamelen.

Een positieve aanpak, want daardoor heb jij als lezer niet het gevoel dat een bedrijf zich bij je opdringt. Toch? Jij als lezer bent namelijk geïnteresseerd in het onderwerp van die specifieke lead magnet. En omdat jij écht graag die checklist of dat handige stappenplan wil hebben, wil je daar best je e-mailadres voor achterlaten. Zo voegt een bedrijf jou toe aan hun lijst met leads. En wie weet word je uiteindelijk zelfs hun klant.

‘Ben jij zelfstandig ondernemer? Dan kan je deze methode gebruiken om zelf meer leads en klanten aan te trekken. Je hebt ongetwijfeld een schat aan kennis weg te geven.’

Zo’n lead magnet is dan een stap in de juiste richting naar meer betrokken volgers, een e-maillijst gevuld met leads en op de lange termijn zelfs nieuwe klanten. Maar voordat je direct in de pen klimt om jouw lead magnet te schrijven, is het belangrijk om een aantal beslissingen te maken.

Beslissing 1: Bepaal je doel

Voordat je je lead magnet gaat publiceren, is het belangrijk om te bepalen wat je doel is. Waarde bieden voor jouw ideale klant en laten zien dat jij dé expert bent binnen een bepaald vakgebied is dat in dit geval. Je lead magnet is daarvoor een perfect middel. Hierin bied je namelijk tips, inspiratie of een checklist hoe jij jouw expertise aanpakt. Daarmee help je jouw ideale klant direct op weg. In plaats van je potentiële lead meteen af te schrikken met de boodschap: ‘Koop mij, NU!’

Met een lead magnet geef je veel kennis weg en inzicht in jouw werkwijze. Je warmt de relatie langzaam op om ze op de lange termijn een onweerstaanbaar aanbod te doen. Voor een super aantrekkelijke lead magnet is het dus belangrijk je doel heel goed voor ogen te houden. Bied met je lead magnet waarde voor jouw ideale klant en laat zien dat jij dé expert bent.

Dit artikel verscheen eerder op

Integer leiderschap: het juiste doen als niemand kijkt

Integriteit staat niet gelijk aan reputatie of de creatie van financiële marktwaarde. Nee, het is gestoeld op respect en begrip voor de omgeving. Reputatie kan een afgeleid effect zijn, maar geen doel op zich. Frank Peters geeft je in ‘Het juiste doen als niemand kijkt’ tips om te komen tot integer leiderschap.

Transparantie. Het is toch best wel een hypewoord. En we zien vaak wat daarvan terechtkomt (nee, nee we gaan het hier niet over de Haagse politiek hebben, het slechts noemen zegt al genoeg). En transparantie hangt aan reputatie. En als je het helemaal goed wil doen zie je in de bedrijfsreputatie de bedrijfs- en merkidentiteit terug. Maar dat is te vaak niet het geval. Hoe je dat wel voor elkaar krijgt, daar moet het boek ‘Het juiste doen als niemand kijkt’ van reputatie-expert Frank Peters richting aan geven. Hij behandelt in het boek lessen uit de ethiek en filosofie voor integer leiderschap.

Zelfde waarden en normen

Peters schrijft: “Mensen willen zich namelijk verbinden aan merken en organisaties die betekenisvol zijn, moreel correct handelen en dezelfde waarden en normen hanteren als die zijzelf voorstaan.”

Maar het hebben en vasthouden van een goede (merk)reputatie kan af en toe aardig onder druk komen te staan, niet in de laatste plaats door social media (iedereen met vingers aan zijn/haar lichaam kan reputatie maken en breken, zo lijkt het soms). Als merk ben je hier dan ook voortdurend mee bezig, schrijft Peters. En je stakeholders zijn niet alleen je aandeelhouders, maar iedereen die met je merk/bedrijf te maken heeft.

Er is een overtreffende trap en dat is leiderschap in ethiek!

Ethisch leiderschap is dus het gedrag dat je dient te vertonen om te voldoen aan de maatschappelijke normen. En er is een overtreffende trap en dat is leiderschap in ethiek!

Wat zijn de basisprincipes van effectief en ethisch leiderschap? Peters in het boek: “Bereidheid integer te handelen, verantwoordelijkheid nemen en afleggen, consistent handelen, empathie tonen, beschikken over emotionele competentie, goed kunnen luisteren, gestructureerde tegenspraak arrangeren binnen een organisatie, compassie tonen met de omgeving en ervoor open staan anderen te vergeven.”

Auping en Booking

En als je als bedrijf/merk leiderschap in ethiek vertoont, dan creëer je zelf de norm, staat in ‘Het juiste doen als niemand kijkt’. Toen ik dit las, moest ik gelijk aan Auping denken, dat in coronatijd besloot de ontvangen staatssteun terug te storten. Het merk zette een norm waar uiteindelijk ook Booking.com zich gedwongen voelde om zich aan te houden. (Helaas waren er ook bedrijven die zich er niets van aantrokken.)

Als ik een recensie schrijf, kijk ik ook altijd even wat anderen over het boek zeggen

Als ik een recensie schrijf, kijk ik ook altijd even wat anderen over het boek zeggen. Ik stuitte op eentje in Trouw afgelopen april. Het boek wordt door Fleur Jongepier door de figuurlijke papierversnipperaar geduwd.

Ik citeer Jongepier: “Nergens in het hele boek wordt het ophoepelen van leiders als vorm van integer leiderschap benoemd. Behalve door geïnterviewde Leonie Heres, die terecht het ‘aanstellen van jonge mensen’ in leiderschapsposities noemt, alsmede reverse coaching ofwel bestuurders laten coachen door jonge mensen. Enige top-idee in dit boek.

“Peters vervolgt: ‘Je bent al schuldig als je verdacht wordt. Dat liet niet alleen de coronacrisis zien, maar bijvoorbeeld ook discussies over #metoo.’ Dat was het moment dat er nog maar één bal overbleef voor deze recensie.

“Digitale schandpalen zijn problematisch, zeker. Maar als dit is wat je wilt zeggen over #metoo in een boek over moreel leiderschap, dan zakt de moed diep in de schoenen.”

Merk kapot

Tja. Ik vraag me af: wat is hier onwaar aan? Het gaat te ver om op Marketingfacts diep in dit onderwerp te duiken, maar kijk slechts eens naar het verhaal van de Amerikaanse muziekartiest Ryan Adams, die in The New York Times aan de schandpaal werd genageld als #metoo-dader. Uiteindelijk niet schuldig bevonden, maar carrière (en merk!) wel helemaal kapot. Peters bagatelliseert #Metoo niet, maar geeft slechts aan het ingewikkeld is.

Ik vroeg Frank Peters wat hij eigenlijk vindt van de Trouw-recensie.

“Ik heb geen problemen met een kritische recensie. ‘Het juiste doen als niemand kijkt’ is een boek voor vakgenoten en bestuurders en geen filosofieboek. Met mijn boek wil ik hen faciliteren en inspireren en niet louter voor het hoofd stoten of afbranden. Ik merk in de praktijk ook dat dit de manier is om bestuurders in beweging te brengen en aan het denken te zetten. De overige recensies en ontvangst in de markt van mijn boek bevestigen de waarde van die keuze.”

Mijn twee centen

Dan nu mijn twee centen: ‘Het juiste doen terwijl niemand kijkt’ is niet alleen een praktisch en nuttig boek, maar inspireert ook door de door het boek verspreide bijdragen van filosofen en wetenschappers als René ten Bos, Leonie Heres én door het sterke voorwoord van voormalig Nationale Ombudsman Alex Brenninkmeijer. Het boek helpt je richting een bruikbaar integriteitsframe.

Dit artikel is geschreven door Kari-Anne Fygi en verscheen eerder op