Marketing&Facts: Fysiek contact bevordert sales

Echt contact met je klanten heeft een positief effect op de bedrijfsresultaten

Hotelketen Accor komt in de lucht met een persbericht over hun onderzoek naar klantcontact. Onder 2000 thuiswerkende werknemers tijdens de pandemie, is de vraag uitgezet wat zij belangrijk vinden aan face-to-face meetings met klanten.

Feiten en figuren. De professional in marketing, communicatie en sales krijgt er eindeloos veel te verstouwen. In deze augustusmaand een aaneengesloten serie van recente ontdekkingen en vondsten uit de wilde wereld van marketing, media, social (en wat verder ter tafel komt).

Een hotelketen dat ‘écht contact’ onderzoekt mág je wantrouwen natuurlijk, maar dat maakt het onderzoek niet minder interessant. De onderzoekers geven aan dat de medewerkers verwachten dat zij 25 procent méér omzet kunnen maken als zij weer face-to-face met klanten kunnen gaan communiceren. Eén fysiek contactmoment zou volgens de ondervraagde medewerkers zelfs evenveel effect hebben als ongeveer drie video- of conferencegesprekken. Dat illustreert de waarde die écht klantencontact voor de medewerkers heeft.

Non-verbale communicatievormen

Als belangrijkste reden voor de uitkomst opperen de onderzoekers het gebrek aan non-verbale signalen. Dertig procent van de respondenten gaf aan het moeilijk te vinden dat zij via de online wegen niet kunnen zien hoe de (potentiële) klant non-verbaal reageert.

Online meetings worden gezien als té formeel

22 procent vindt het ook lastiger om via beeldbellen een praatje te maken en persoonlijke relaties aan te knopen. Online meetings worden gezien als té formeel en men vindt het lastiger om een band op te bouwen met de ander. Een vijfde van de medewerkers vindt dat.

Fysiek is simpeler

Niet geheel verrassend is de uitkomst dat fysiek klantencontact veel meer in trek is bij de ondervraagde professionals. Zij zien het, onder andere om bovenstaande reden, als minder uitdagend en laagdrempeliger dan videobellen. Daarbij heb je met fysieke contactmomenten doorgaans ook geen last van technische problemen als het wegvallen van de call of slechte beeldkwaliteit. 37 procent ervaart hier problemen mee.

Verlenen van gastvrijheid viel weg

Ook ziet men het niet kunnen bieden van gastvrijheid als tegenvaller. 18 procent geeft aan dat ze door de sluiting van de horecagelegenheden minder reden zag om klanten te ontmoeten en om met hen in contact te komen.

‘Een lunch of diner heeft een positieve invloed op de bedrijfsresultaten’

De respondenten zijn ervan overtuigd dat het aanbieden van een lunch of diner daadwerkelijk een positieve invloed heeft op de bedrijfsresultaten. Nu dat weer mogelijk is zien ze het als een impuls voor het aanzwengelen van de cijfers van hun bedrijf.

Back to normal

De bevindingen van de onderzoekers illustreren dat er een verlangen leeft naar terugkeer naar zowel het gewone zakenleven als het gewone sociale leven. Krap de helft van de medewerkers (47 procent) mist sociale interactie en het ontmoeten van mensen via het werk.

Sophie Hulgard, Senior Vice President of Sales van Accor in Noord-Europa, is er net als de medewerkers van overtuigd dat ‘het verlies van face-to-face business in het afgelopen jaar de emotionele en financiële waarde ervan heeft aangetoond’. Hulgard: “Technologie is een krachtig instrument, dat is wel gebleken. Maar het zal nooit het belang van het menselijke, fysieke contact in het bedrijfsleven vervangen.” Mooi onderzoek. WC-eendenborst met sinaasappelsaus.

Dit artikel is geschreven door Thomas Romers en verscheen eerder op

Merken dramatisch slecht vertrouwd

Het vertrouwen in merken is op een dramatisch dieptepunt beland volgens het Meaningful Brands onderzoek onder 400.000 mensen wereldwijd. De consument spreekt volgens het rapport van crisis.

Havas Media slaat alarm naar het bedrijfsleven om de huidige problemen de baas te worden en veel beter aan te sluiten op behoeften. Het Meaningful Brands onderzoek bekijkt wereldwijd hoe merken tastbare verbeteringen aanbrengen in het dagelijks leven van haar gebruikers met een nadruk op het welzijn. De belangrijkste conclusie in 2021 is dat de consument een staat van crisis ervaart die versterkt wordt door het onvermogen van merken snel genoeg te veranderen.

Minder dan de helft van de merken wereldwijd (47%) wordt als ‘te vertrouwen’ gezien (in West-Europa 43%). Nog zorgwekkender is dat de betekenis van merken zelfs nog lager is dan dat wantrouwen: de consument zou 75% van de merken niet missen als ze zouden verdwijnen en slechts 25% wordt als betekenisvol gezien. Dat terwijl de consument juist nadrukkelijk de verwachting uitspreekt dat merken nu voor samenleving en planeet moeten kiezen (73%) en klaar is met holle beloften (71%).

De consument spreekt de verwachting uit dat merken kiezen voor de planeet

Thijs Muller, CEO Havas Media NL vertelt hierover: ‘We moeten ons meer gaan richten op échte betekenis voor de consument. Grote vooruitgang is nodig. De consument vraagt of we onze beloften willen nakomen. Zolang merken dat onvoldoende doen, brengt dat hun bestaansrecht in gevaar. Gelukkig zijn er ook merken die het goede voorbeeld geven. Maar door de bank genomen moet het niveau drastisch omhoog.’

De enige factoren waarop merken gemiddeld goed presteren zijn functioneel. Dat is echter niet de belangrijkste indicator om merkbinding te verkrijgen (39%). Persoonlijke en collectieve benefits – de emotionele kant – zijn belangrijker (61%). In twee jaar tijd is de behoefte om producten te kopen van merken met een purpose-propositie maar liefst met 15 procentpunt gestegen naar 58%.

Judith Dudok, Head of Research Havas Media NL heeft een advies:  ‘Onze bevindingen zijn bedoeld om merken weer on track te helpen en meer betekenis toe te voegen op de indicatoren die ertoe doen. We zien een structureel gat tussen de verwachting rondom merken en haar prestatie. Wij blijven optimistisch en gaan dat samen met merken overbruggen, maar dan moeten we wel meteen aan de slag.’

Dit artikel verscheen eerder op

Ouderen bestellen liever direct bij restaurant, jongeren via platform

De coronapandemie is een grote driver geweest voor eten bestellen bij lokale restaurants.

46 procent van de Nederlanders bestelt een maaltijd liever direct bij een restaurant dan via een platform. Die voorkeur geldt vooral voor respondenten in de leeftijd 45-54 jaar. Jongeren tussen 18-24 jaar lijken deze voorkeur niet te hebben. Dat blijkt althans uit een recente enquête die in opdracht van ABN Amro onder 1.016 consumenten werd gehouden.

Een groeiend aantal mensen plaatsten tijdens de coronapandemie maaltijdbestellingen bij de lokale horeca. Ook mede door initiatieven als Support-Your-Locals en Koop Lokaal, konden restaurants ondanks de sluiting toch nog wat omzet genereren. Een deel van deze restaurants sloot zich aan bij een platform; een ander deel organiseerde het afhalen en bezorgen zelf via de eigen website en/of sociale media.

Schaalgrootte

ABN Amro meldt op basis van cijfers van FSIN (FoodService Instituut Nederland), dat maaltijdbezorging buiten platforms (dus níet via Thuisbezorgd en vergelijkbare delivery-brands), in 2020 met bijna een kwart miljard groeide, van 475 miljoen naar 778,8 miljoen. Desondanks zegt ABN Amro niet te verwachten dat maaltijdbezorging buiten platforms om, in de komende jaren minder hard zal groeien dan tijdens de coronapandemie.

De bank: ‘Dit heeft vooral te maken met schaalgrootte en IT-kennis die nodig is om de logistiek achter de bezorging kostenefficiënt te regelen. Actieve promotie en samenwerking tussen restaurants zal nodig zijn om de concurrentie van platforms het hoofd te bieden.’

Dit artikel verscheen eerder op

Waarom ga jij naar NIMA Marketing Day, Chadli?

In aanloop naar NIMA Marketing Day 2021, 9 september aanstaande, vragen wij een paar bezoekers een aantal vragen. Vragen natuurlijk over de NIMA Marketing Day, maar ook over marketing en hun persoonlijke visie/mening op het vak. Voor de eerste beurt valt de eer ten deel aan Chadli Hachani van TopParken.

Wat is je persoonlijke motivatie om te komen naar NIMA Marketing Day?
NIMA Marketing Day bezoek ik nu een aantal jaren en ik wil het eigenlijk niet missen vanwege het niveau van de sprekers en de variëteit aan lezingen over marketing in de breedste zin van het woord. Ik heb nog geen NMD meegemaakt waar ik niets heb geleerd. Dit terwijl ik veel andere gerichte marketingevenementen niet meer bezoek vanwege een gebrek aan kwaliteit en een te commerciële insteek naar mijn idee.  Waar NMD in mijn ogen jaren geleden met name ging over het inzetten van verschillende marketingapplicaties, gaat het tegenwoordig steeds meer over beleidsvorming en hoe je meer draagvlak kunt creëren voor jouw marketing-ideeën. Daarnaast zit marketing en communicatie verweven door de gehele organisatie (intern en extern) en dat zie je goed terug aan de inhoud van NIMA Marketing Day.

Wat vind je goed aan een samenkomst/evenement als NIMA Marketing Day?
Inspiratie opdoen, zonder dat je de hele tijd het gevoel hebt benaderd te worden door pitbulls die hun product graag aan je willen verkopen.

Waar kijk je het meest naar uit op de NIMA Marketing Day?
Een dag erop uit met de afdeling, maar tegelijkertijd een dag die leuk en leerzaam is.

Wat is je – in termen van marketing – de eerste maanden van 2021 het meest opgevallen?
De consument heeft meer gebruik gemaakt van de digitale snelweg en de daarbij horende applicaties. Samen met de situatie waar we ons in begeven, betekende dit voor ons dat o.a. een aantal bekende overtuigingsprincipes niet meer werkten zoals we gewend waren. We zijn dan ook d.m.v. data, hypotheses en brainstormsessies tot nieuwe inzichten gekomen en hebben hierop verschillende campagnes afgestemd.

Heeft corona marketing veranderd en in welk opzicht?
Ja, zie hierboven… Daarnaast werken marketeers natuurlijk vaak vanachter een computer. We zijn zoals velen met ons achter de gemakken van digitaal meeten gekomen. Dit doen we tegenwoordig dan ook volop. Echter, ik vind het belangrijk dat we als de rust weer een beetje terug is gekeerd, elkaar ook weer vaker fysiek op gaan zoeken. Wat we geleerd hebben is dat je met bepaalde leveranciers prima op afstand samen kunt werken. Dit scheelt veel (reis)tijd. We vinden het fijn dat we (zoals het er nu naar uitziet) weer fysiek naar NIMA Marketing day kunnen, want dat is natuurlijk wel veel leuker dan allemaal digitaal. Ik heb er zin in mijn vakgenoten weer te ontmoeten!

P&G-marketeers kunnen rustig slapen, ook nieuwe CEO ziet waarde marketing

FMCG-gigant krijgt een wisseling aan de top. CEO David Taylor maakt in november plaats voor Jon Moeller, nu nog COO en CFO van P&G. Taylor heeft aangegeven dat de nieuwe P&G-baas net als hij volledig achter de marketinguitgaven staat.

Meet the new boss, same as the old boss. Tenminste, als het gaat om de CEO van Procter & Gamble. Vertrekkend CEO David Taylor is een liefhebber van de strategie om te investeren in de marketing van sterke P&G-merken. Tijdens de presentatie van de jaarcijfers vorige week gaf hij zelfs aan dat innovatieve en goede merkcommunicatie verantwoordelijk is voor het stimuleren van de netto-omzet met 7 procent. (De afgelopen vijf jaar is de omzetgroei van P&G gestegen van 2 tot 6 procent). De marketinguitgaven stegen het afgelopen fiscale jaar met 11,6 procent tot 8,18 miljard dollar.

‘Marketeers hoeven zich geen enkele zorgen maken’

En, zo schrijft MarketingWeek, Taylor stelt de P&G-marketeers gerust: ook zijn opvolger Jon Moeller (COO en CFO van FMCG-gigant) belooft dat er voldoende in marketing zal worden geïnvesteerd, omdat het bedrijf voorop wil blijven lopen. Taylor: ‘Marketeers hoeven zich geen enkele zorgen maken. Marketeers kunnen zich geweldig voelen bij de benoeming van Moeller!’

Nooit brandmanager geweest

Moeller wordt de eerste CEO van Procter & Gamble die nooit brandmanager is geweest op weg naar de top sinds die titel 90 jaar geleden bij P&G werd uitgevonden.

Taylor tegen de P&G-marketeers: ‘De top van ons bedrijf is uiterst consistent als het gaat om marketing. Jullie kennen Jon Moeller allemaal heel goed, hij was een voorstander van de media-investeringen omdat ze zorgen voor markt(aandeel)groei en omdat ze helpen bij het vergroten van de bekendheid van superieure producten en merken.’

‘De top van ons bedrijf is uiterst consistent als het gaat om marketing’

Het draait om het creëren van waarde, gaf hij verder aan en niet om een deel van de kosten te verlagen. Jon is zeer betrokken geweest bij de beslissingen die ik en het leiderschapsteam hebben gemaakt.”

Taylor was in zijn praatje ook erg te spreken over de gedecentraliseerde benadering van marketing binnen P&G, en dat de afdelingen in de verschillende markten in de wereld zelfredzaam zijn en dat ze daardoor verantwoordelijk zijn voor het creëren van ‘top and bottom-line growth’.

Advertentie-uitgaven

P&G verhoogde zijn advertentie-uitgaven in 2021 met 850 miljoen dollar en aangezien het bedrijf nog geen lagere ROI ziet, is het van plan om te blijven investeren met een soortgelijk bedrag.

De vertrekkende CEO vertelde dat P&G niet alleen de marketinginvesteringen heeft verhoogd, maar ook het aantal ‘betekenisvolle innovaties’ die op de markt komen, heeft vermeerderd, met als gevolg groei in bijna alle verkoopcategorieën.

De rol van innovatie

P&G geeft aan dat innovatie het bedrijf in staat stelt zich goed aan te passen aan de behoeften van de consument  –  dit is de belangrijkste verkoopaanjager in alle categorieën. Taylor gaf ook aan dat duurzaamheid een steeds belangrijkere factor wordt voor consumenten bij het nemen van aankoopbeslissingen, een belangrijke reden waarom de FMCG’er zijn merkcommunicatie hierop aanpaste.

De bijna oud-CEO noemde als voorbeeld op wasmiddelmerk Ariel, dat in zijn campagne ‘Every Degree Makes a Difference-campagne’ consumenten aanmoedigde hun ecologische voetafdruk te verkleinen.

Dit artikel is geschreven door Kari-Anne Fygi en verscheen eerder op

‘Cancel culture nekt creativiteit’

De stelling staat dit keer in het teken van de cancel culture, een heikel onderwerp waar veel marketeers hun vingers niet aan durven te branden maar wel steeds vaker mee te maken krijgen.

De cancel culture, een vloek of een zegen voor merken? Michael Blankert (Just Eat Takeaway.com), Marc van Eck RM (New Growth Strategies), Martijn Keesmaat (Hooghoudt), Abigail Jessurun SMP SCP (Brandstax), Ina Oome BBA SMP (INA! Marketing & Communicatie), Rob Revet MBM SMP (FNDMNTL), Stefan Bothoff (VodafoneZiggo) en Mariëlle Krouwel (PwC) reageren op de stelling: ‘Cancel culture nekt creativiteit’.

Simone Driessen, wetenschappelijk docent aan de Media en Communicatie-faculteit van de Erasmus Universiteit Rotterdam, omschrijft de cancel culture op Linda.nl als volgt: ‘Cancel culture is het fenomeen dat een groep mensen, meestal fans, het niet eens zijn met wat een publiek figuur heeft gedaan of gezegd. Je kunt het zien als een vorm van “calling out”, ofwel je spreekt iemand aan op gedrag dat volgens jou niet door de beugel kan.’ Het is niet echt een nieuw fenomeen, maar heeft door social media wel een boost gekregen. Volgens Driessen was de #metoo-beweging een van de eerste momenten waarop dit verschijnsel door de mainstream media werd opgepikt. Wat doet de cancel culture met creativiteit was de vraag die de redactie voorlegde aan het panel.

Michael Blankert | Head of Marketing Northwest Europe Just Eat Takeaway.com: “Merk, doe je huiswerk”
“De cancel culture kan creativiteit nekken, maar is dat niet terecht als het niet aansluit bij de doelgroep of tot ergernis leidt? Vervelend als je dat als merk overkomt, maar waarschijnlijk nog vervelender voor de persoon die zich beledigd voelt. Het is daarom handig om je huiswerk te doen en dicht op je doelgroep en de samenleving te zitten, zodat je vooraf al bepaalde scenario’s kunt voorspellen en (snel)testen. Een recent voorbeeld: de mislukte Super League. Sommige voetbalclubs waren vergeten dat het niet alleen om geld gaat, maar vooral om supporters. Het is goed dat zoiets niet tot stand komt als het niet relevant is voor supporters. Voorbeelden die dichterbij creativiteit liggen, gaan vaak over lachen om anderen versus lachen met anderen. Albert Heijns onschuldig bedoelde knipoog over broccoli naar de Nederlandse songfestivalinzending werd terecht aangesproken omdat de inzending over een veel serieuzer onderwerp ging, waar niet mee gegrapt kan worden als merk. Het betekent niet dat alles zoetsappig door het midden moet. Merken willen toch graag opvallen of grappig zijn om herinnerd te worden. Dan is het beter om dat op een charismatische manier te doen en het randje op te zoeken, die bij je doelgroep en merkpersoonlijkheid passen.”

Marc van Eck RM | CEO & cofounder New Growth Strategies: “Het is precies andersom”
“Het is een breed beleefd misverstand dat creativiteit genekt wordt door beperkingen. Het is in algemene zin precies andersom: hoe groter de beperking, hoe groter en origineler de creativiteit. Dit geldt zowel in situaties waarin mensen beperkt worden als in situaties waarin merken beperkt worden.

“Wil je als merkeigenaar bijzondere creativiteit, dan moet je het creatieven moeilijk maken. Denk aan het gevleugelde gezegde ‘Please give me the freedom of a tight brief’. De cancel culture is lastig. Het is een soort power of the people, het is democratie in optima forma.

‘Cancel culture is een soort power of the people

In essentie heel erg goed. De massa heeft opeens macht en kan mensen en merken straffen door ze te cancellen. Maar soms galoppeert de massa de verkeerde kant op, zijn enkelen in staat de massa oogkleppen te geven met hele of halve waarheden of zelfs complete onzin. Als dat gebeurt is dat niet fijn, zeker als je merk dit niet echt verdient. Maar ook juist dan kan en moet creativiteit de oplossing bieden voor het ontstane probleem. Hoe vervelend het dus ook is, echte creativiteit floreert juist dankzij de cancel culture.”

Martijn Keesmaat | marketingdirecteur Hooghoudt: “Je kunt als merk niet iedereen te vriend houden”
“De cancel culture is juist een voedingsbodem voor creativiteit. De maatschappij, dus ook merken en consumenten, worden steeds uitgesprokener en transparanter. Door de nieuwe media wordt hierbij de stem van de consument steeds belangrijker en eenrichtingscommunicatie van merk naar gebruiker werkt allang niet meer.

‘Klassieke marketing is dood en marketeers op zoek zijn naar het nieuwe gouden ei’

“Marketing zit midden in een paradigma-shift waarbij klassieke marketing dood is en marketeers op zoek zijn naar het nieuwe gouden ei. In het hart van de consument komen draait om emotie, ergens voor durven staan, iets losmaken. De communicatiemogelijkheden hiervoor zijn tegenwoordig bijna eindeloos, maar paradoxaal genoeg zorgen juist deze er ook voor dat je als merk wordt aangesproken als je niet de juiste snaar raakt. De zoektocht naar de juiste boodschap is veel complexer geworden. Creativiteit is het vermogen om nieuwe dingen te bedenken, oude gewoontes los te kunnen laten en met nieuwe inzichten, oplossingen of creaties te komen. Dit is precies waar nu meer dan ooit behoefte aan is. Wanneer je als merk goed weet waar je voor staat, je oprecht en consistent bent in je communicatie en je met beide voeten in de maatschappij durft te staan, dan kom je al snel een aardig eind. Net als in het echte leven zul je als merk niet iedereen te vriend kunnen houden. Dit is ook helemaal niet erg, zolang je de consument waarvoor jij relevant wilt zijn maar niet uit het oog verliest.”

Abigail Jessurun SMP SCP | merkstrateeg en oprichter Brandstax: “De cancel culture heeft het niet gedaan, hoor!”
“Niet alles dat aanstootgevend is, hoeft gecanceld te worden en niet alle kritiek die je krijgt, betekent dat je gecanceld bent. Als de cancel culture jouw creativiteit nekt, dan ben je wat mij betreft niet creatief genoeg. Creativiteit draait om het vermogen om problemen op te lossen en kansen te creëren door op een nieuwe manier naar zaken te kijken. Het gaat om waarnemen, denken en doen. Linksom, rechtsom of dwars door het midden afkoersen op jouw doel. Cancel culture kun je in die optiek beschouwen als een horde die je moet nemen op weg naar je ‘bestemming’. Met creativiteit plan je de route ernaartoe. En, net als met de routeplanners van Waze en Google Maps, stuit je soms op een omleiding die je niet zag aankomen. Balen, dat zeker, maar de reis gaat dan ook gewoon door, toch? Linksom, rechtsom of dwars door het midden.

“Nu snap ik wel dat wanneer je merk aan de digitale schandpaal wordt genageld je het liefst je kop in het zand steekt en een ander de schuld geeft, maar de cancel culture heeft het niet gedaan, hoor! In normale mensentaal is ‘cancel culture’ namelijk iets dat we heel normaal vinden en zelfs aanmoedigen: verantwoordelijkheid voelen en verantwoordelijkheid nemen wanneer je een fout maakt. Als je het gevoel hebt dat jouw merk gecanceld wordt, is het dus vooral een teken om te reflecteren op wat je doet of hebt gedaan, omdat de maatschappij dat niet door de beugel vindt kunnen. Trek het boetekleed aan, maak een U-turn en zet jouw reis – met meer wijsheid – voort.”

Ina Oome BBA SMP | INA! Marketing & Communicatie: “Wat als calling out omslaat naar shaming?”
“Het is plausibel dat de cancel culture creativiteit nekt of in ieder geval de durf om een creatief resultaat daadwerkelijk publiekelijk te tonen. Enerzijds is het goed dat men aangesproken wordt als het grensoverschrijdend is, maar wanneer is iets grensoverschrijdend? Wat als ‘calling out’ omslaat naar ‘shaming’? Dat is de andere kant van de medaille. Er wordt geageerd vanuit de drang tot protest, vaak ongefundeerd en/of volledig uit context. Roepen om te roepen en als dat de overhand krijgt dan is het inderdaad funest. Neem nu het kunstwerk Destroy my face van Erik Kessels dat verwijderd werd van de skatebaan na een fel online protest, omdat sponsoren zich dreigden terug te trekken. Onder het mom dat het opgedrongen schoonheidsideaal vrouwonvriendelijk is, werd het kunstwerk online afgebrand. Dit kunstwerk hervindt zich later op een ander plaats in een andere vorm. Wellicht is de lading van het kunstwerk nu nog beter dan voor de online calling out. Dat laatste zou betekenen dat de cancel culture creativiteit ook kan versterken. Alleen kan en durf je dat risico te nemen? Commercieel gezien is er vaak niet het lef om deze grens op te zoeken. Het genereert weliswaar extra exposure, maar is dat de kans om imagoschade op te lopen waard?”

Rob Revet MBM SMP | Merk- en marketingstrateeg FNDMNTL: “Merken groeien niet van standpunten of debat”
“Dat cancel culture creativiteit de nek omdraait, lijkt me sterk overdreven. De broccoli-post van Albert Heijn was natuurlijk een vervelende uitglijder, maar niet meer dan dat. Ophef hierover laat vooral ons vak niet onberoerd. Consumenten hebben er geen stronk broccoli minder om gekocht. Dat komt vooral omdat veel marketeers de impact van social media nog altijd overschatten. Consumenten checken niet eerst hun socials voordat ze aanbiedingsfolders doornemen of hun winkelwagen volladen. Veel cancel culture speelt zich daardoor in het luchtledige af en komt even snel op als het weer verdwijnt. Meestal en bij de meeste merken, in ieder geval.

“Daarbij is reclamecreativiteit ook niet hetzelfde als het innemen en always on uitwisselen van standpunten en meningen. Purpose-denkers en merkactivisten vinden misschien van wel, maar merken groeien echt niet van standpunten of debat. Merken groeien door zo veel mogelijk kopers aan te spreken en te zorgen dat zij het merk makkelijk herinneren en herkennen. Maar een handvol merken krijgt dat voor elkaar met het uitdragen en verdedigen van een sociaal of maatschappelijk standpunt. Dat we allemaal de voorbeelden van deze merken kennen, is veelzeggend. Andere merken kunnen beter het standpunt innemen om het merk te koppelen aan veel voorkomende koopmotieven en -situaties.”

Stefan Bothoff | Manager Brand VodafoneZiggo: “Risicomijdende adverteerders nekken creativiteit”
“Het is tekenend voor deze tijd, merken die publiekelijk stelling nemen, vaak gestimuleerd door social media. Dit lijkt vooral weggelegd voor merken als Patagonia en Tony’s Chocolonely, die werkelijk zijn ontstaan vanuit een missie. Bij andere merken gebeurt dit nog weinig. Uitzonderingen zijn bijvoorbeeld Nike en Bol.com. Mijn hypothese is dat voor elk merk dat publiekelijk stelling inneemt, 100 merken dat niet hebben aangedurfd. Het initiatief om publiekelijk stelling in te nemen sneuvelt vaak voordat dit het levenslicht ziet, doordat een corporate communicatieafdeling of directie liever geen – in hun ogen – risico neemt. Of ineens is daar bescheidenheid: ‘Wie zijn wij om daarin een mening te ventileren’. No sex, no politics, no religion. Deze conservatieve houding is begrijpelijk. Immers reputatie komt te voet, maar gaat te paard. Ik zou daar echter een ander gezegde tegenover willen zetten: de soep wordt nooit zo heet gegeten als dat die wordt opgediend.

‘Niet cancel culture maar risicomijdende adverteerders nekken creativiteit’

Neem Mark Rutte die begin april aan de schandpaal genageld werd, maar een schamele zes weken later vrijuit ging. Het punt dat ik probeer te maken is dat niet cancel culture maar risicomijdende adverteerders creativiteit nekken. Sta voor de waarden van je merk, neem een risico. Een slippertje blijkt gauw vergeten.”

Mariëlle Krouwel | Directeur Marketing & Communicatie PwC: “Zonder wrijving geen glans”
“Maya Angelou zei ooit: ‘You can’t use up creativity. The more you use, the more you have.’ Het fundament van creativiteit is door de jaren heen hetzelfde gebleven: het moet impact maken, begrijpelijk en consistent zijn. Door de tijd uit zich dat anders en zoeken we de grenzen op en soms gaan we eroverheen. Zolang de cancel culture betekent dat we elkaar op constructieve wijze aanspreken op gedrag of denkbeelden, nekt het de creativiteit niet, maar kan het juist het vuur zijn dat nieuwe verbindingen in ons brein legt, waardoor ideeën ontstaan. Ik vind cancel culture overigens wel een onprettige term. Ik voel meer voor ‘second chance culture’ of ‘calling out culture’.

‘Cancelen betekent keihard annuleren. Ctrl-alt-del’

“Daar zit namelijk iets van dialoog in. Cancelen betekent keihard annuleren. Ctrl-alt-del. Maar het moet juist gaan over fouten mogen maken, daarover praten en het samen beter doen. Over schaven en verfijnen. En laten we eerlijk zijn, vaak komt het beste creatieve werk na een paar van dat soort rondes boven. We zeggen dus niet voor niets: zonder wrijving geen glans.”

Dit artikel verscheen eerder op

NMD 21: Laigsingh: ‘Online en offline kanalen integreren is een must have in plaats van een nice to have’

Op 9 september 2021 vindt in DeFabrique te Utrecht de Nima Marketing Day 2021 plaats. Rajiv Laigsingh, CEO bij Bringly, neemt een van de presentaties voor zijn rekening. Een korte kennismaking.

Rajiv is op jonge leeftijd ingerold in het bedrijf van zijn vader en heeft daarna diverse e-commerce ervaringen opgedaan bij o.a. KLM, Suitsupply en L’Oréal. In 2018 gooide hij het roer om en is hij gestart met Bringly. Bringly is een logtech platform voor omnichannel retailers en e-commerce spelers om sneller, efficiënter en duurzamer te bezorgen. Via haar bezorgnetwerk van fietskoeriers en elektrische voertuigen brengt Bringly een snelle én duurzame bezorgervaring tot aan de voordeur van de consument.

Over zijn presentatie op Nima Marketing Day zegt hij het volgende: ‘Er is een transitie gaande binnen retailer waardoor er steeds meer nieuwe manieren zijn om klanten te bereiken. Daarnaast staat duurzaamheid steeds hoger op de agenda van verschillende organisaties. Tijdens mijn presentatie worden er een aantal trends gedeeld, duurzame ontwikkelingen besproken en wordt er ingegaan op het belang van een duurzame klantervaring samen met een aantal voor retailers die hun klant centraal willen stellen.’

Wat is jouw persoonlijke motivatie om te spreken tijdens Nima Marketing Day?
Om te inspireren en geïnspireerd te worden. We zien dat de klantbeleving steeds meer centraal staat bij organisaties en tijdens Nima Marketing Day is er de mogelijkheid om ervaringen en learnings met elkaar te delen.

Wat is je in termen van marketing de eerste maanden van 2021 het meest opgevallen?
Juist toen de wereld op slot ging, zagen we dat het steeds belangrijker werd voor retailers om hun klanten zo goed mogelijk te kunnen bereiken en bedienen.

Heeft corona (jouw) marketing veranderd?
Corona heeft de marketing van onze klanten (omni-channel retailers) zeker veranderd. We hebben gezien dat het steeds meer een “must-have” werd in plaats van een “nice to have” om online en offline kanalen met elkaar te integreren voor een unieke en persoonlijke klantervaring.

Wat vind je het goede aan een samenkomst als NMD?
Het is goed dat er een event is waar marketeers – in de breedste zin van het woord – elkaar kunnen inspireren en geïnspireerd kunnen worden. Door een breed aanbod van thema’s zit er iets interessants tussen voor iedere marketeer en organisatie.

Kun je een tipje van de sluier lichten waarover jouw NMD-verhaal gaat?
Het belang van een persoonlijke en duurzame klantervaring

Wat hoop je dat bezoekers van jouw sessie meenemen naar huis?
Dat retailers die nu investeren in een duurzame klantervaring, de winnaars van morgen zijn.

Maak ook kennis met andere sprekers van Nima Marketing Day 2021:

Keynote Thomas Barta
Keynote Marcel de Groot van VodafoneZiggo
Laurens Miedema van Gamma
Nicole Freid van HAK
Henk-Jan ter Brugge en Joost van Dun van Philips
Marcel van der Heijden van Karma Kebab
Ada Antonides en Karen Pasman van Van Wijnen
Fedor Vriezen en Michiel Sala van de populaire app Ommetje
Jeramiah Albinus van Fonq
Wing Cheung van Synerflow

Dit artikel verscheen eerder op

Marketing&Facts: Wereldwijde marketingbudgetten

Marketinguitgaven nemen langzaamaan weer wat toe

Toen corona net in de lucht was en de eerste lockdowns van kracht werden, namen de marketingbudgetten direct af. De lastig te voorspellen toekomst en bijbehorende onzekerheid stemden veel marketeers niet altijd even optimistisch. Maar hoe zit dat nu? WARC zocht dat uit en wij lazen mee.

Feiten en figuren. De professional in marketing, communicatie en sales krijgt er eindeloos veel te verstouwen. In deze augustusmaand een aaneengesloten serie van recente ontdekkingen en vondsten uit de wilde wereld van marketing, media, social (en wat verder ter tafel komt).

Vorige maand kwam ‘marketingtotaalsite’ WARC met zijn laatste cijfers van de Global Marketing Index (GMI). En die laten noemenswaardige ontwikkelingen zien. Goed om te weten is dat de GMI een maandelijkse indicator is van de toestand van de wereldwijde marketingindustrie, op basis van de huidige omstandigheden. Als de indexwaarde boven de 50 staat toont dat een groei aan. Er is sprake van een daling als het cijfer onder de 50 uitkomt. Ook goed te weten: een marketingbudget mag hier worden opgevat als een ‘bruto marketingcommunicatie-mediauitgavenbudget’. 

De mondiale marketingbudgetten

De marketingbudgetten groeien voor het eerst sinds het begin van de coronapandemie. Europa leidt in de groei, op de voet gevolgd door Amerika. Azië-Pacific heeft nog te maken met een stagnerende groei, nadat daar eind 2020 en begin 2021 al een stijging in de begroting te zien was.

Uit de data komt naar voren dat de advertentiebudgetten voor out-of-home reclame voor het eerst sinds de corona-uitbraak weer aan het groeien zijn. De wereldwijde index voor de out-of-home marketingbudgetten kwam in juni voor het eerst boven de 50 uit, namelijk 51,1.

Alle media laten groei zien

Er zijn zes mediavormen geanalyseerd. Allemaal hebben ze in juni de beste prestaties geregistreerd sinds het begin van covid-19. Digitale media, mobiel en tv hebben de groei vastgehouden en zelfs wat versneld. De radiobudgetten naderen groei en ook bij de gedrukte pers neemt de daling af. Dat biedt hoop voor de volgende GMI.

Dit artikel is geschreven door Thomas Romers en verscheen eerder op

‘Ineens’ steunen LGBTQIA+ community tijdens Pride schijnheilig

Retail en horecaondernemers die ‘ineens’ tijdens Pride laten zien dat ze de LGBTQIA+ community steunen, wordt door bijna een kwart van de Nederlanders (23%) gezien als schijnheilig. Dat blijkt uit onderzoek onder 1.127 consumenten uitgevoerd door Lightspeed.

Eén op de tien Nederlanders vindt dat er eigenlijk het hele jaar door aandacht zou moeten zijn voor LGBTQIA+ kwesties. Ondernemers in de retail- en horecasector zouden dat bijvoorbeeld kunnen doen door het tonen van een vlag of een andere zichtbare verwijzing naar de LGBTQIA+ community (22%). Ook een inclusief personeelsbeleid (32%) of het hanteren van een genderneutraal inclusiviteitsbeleid door middel van bijvoorbeeld toiletruimtes (23%) worden genoemd als acties om structureel te werken aan een inclusieve samenleving.

Retail en horeca spelen een actieve rol in support
Volgens de ondervraagde Nederlanders is het ook belangrijk dat retailers en horecaondernemers tijdens de Pride week extra aandacht besteden aan de LGBTQIA+ community. Met name het doen van een donatie aan een LGBTQIA+ non-profit organisatie (23%), het opstellen van advertentiecampagnes met duidelijke support statements (23%) en het versieren van het interieur in Pride-kleuren (22%) worden gewaardeerd.

Pride blijft een belangrijk initiatief
Mensen kunnen nog steeds niet zichzelf zijn en daarom blijven de Pride activiteiten een belangrijk initiatief, zegt bijna een derde (30%) van de Nederlanders. Een even grote groep vindt het prima, maar heeft er zelf weinig mee. Tijdens de Pride week wordt met diverse activiteiten extra aandacht besteed aan de positie van LGBTQIA+‘ers en een inclusieve samenleving. Dit jaar is het thema van Pride Amsterdam ‘Take pride in us’. Activiteiten vinden op kleinere schaal plaats door de coronarestricties.

Dit artikel verscheen eerder op