NIMA Business for Better: ‘4 lessen over digitale toegankelijkheid die jou als marketeer gaan helpen’

NIMA Business For Better is een columnreeks op NIMA.nl. Verschillende marketing-professionals met geheel verschillende achtergrond, maar met een stevige NIMA-betrokkenheid, zijn uitgenodigd om het marketingvak op regelmatige basis bij te praten over hun expertise en insights. Deze posting is geschreven door Annelies Verhelst: Ze is lid van de examencommissies van NIMA, heeft ruim 15 jaar gewerkt in (online) marketing, publiceerde artikelen en boeken over marketing en is momenteel adviseur digitale toegankelijkheid bij Digitaal Toegankelijk. Daarnaast verricht ze freelancewerk.

‘Digitale toegankelijkheid’ heb je als term vast wel eens voorbij horen komen. Hopelijk de laatste jaren steeds vaker. De overheid moet al sinds 2018 voldoen aan wetgeving, die inhoudt dat haar websites en apps moeten voldoen aan specifieke richtlijnen op het gebied van digitale toegankelijkheid. En vanaf 28 juni 2025 gaat dit ook gelden voor praktisch elk bedrijf dat producten of diensten levert aan consumenten in de EU. Deze Europese toegankelijkheidswet gaat nog grotere impact hebben dan de invoering van de AVG. Ook als marketeer ga je daar iets van merken. Wat precies? Ik deel vier belangrijke lessen met je.

In de examencommissies van NIMA hebben we afgelopen maanden hard gewerkt aan nieuwe exameneisen voor 2025. Waar je voorheen veel moest weten over het maken van een goed marketingplan, in essentie, moet je nu ook steeds meer weten over relevante wetgeving. Want er is nogal wat bij gekomen afgelopen jaren. En het houdt nog niet op. Met het tempo waarin we nog steeds aan het digitaliseren zijn, moet de wetgeving ook in rap tempo worden aangepast. Om te voorkomen dat steeds meer mensen buiten de boot vallen, is er inmiddels wetgeving op het gebied van digitale dienstverlening voor de overheid, mag je niet zomaar meer gegevens van mensen opslaan zonder hun medeweten, en mag je ook mensen met een chronische ziekte of handicap niet buitensluiten (VN verdrag 2016).

Omdat digitalisering voor jou als marketeer weliswaar voordelen heeft, maar voor heel veel consumenten nogal wat gevolgen, treedt vanaf 28 juni 2025 de European Accessibility Act in de hele EU in werking. Mocht je nog een NIMA Marketing-examen gaan doen, dan moet je nu even verder lezen. In Nederland wordt deze ‘act’ verwerkt in zeven bestaande wetten, bijvoorbeeld in de Warenwet, Telecommunicatiewet, Wet op Financieel Toezicht, en de Wet Handhaving Consumentenbescherming. En leuk feitje: het geldt dus voor elke leverancier die aan een Europese burger levert, dus ook voor alle meuk die vanuit Azië hierheen verscheept wordt, of de smartphone die je koopt. Van fabrikant tot verkoper moet helder zijn – en blijven – hoe toegankelijk een product of dienst is, er moet actief worden gewerkt aan het toegankelijker maken ervan en als je niet voldoet aan de vereisten voor toegankelijkheid, loop je als producent, leverancier of verkoper een risico op sancties. Allemaal dreigende taal, maar waarom is dat nou?

Les 1: 32% van de Nederlanders heeft een permanente beperking

En dan hebben we het nog niet gehad over tijdelijke beperkingen en situationele beperkingen. Weet je, ook jouw koper kan een beperking hebben. Wat we vaak denken als marketeers is dat het wel meevalt. Het is toch maar een kleine groep die écht iets heeft? Maar nee, een derde dus. Die beperkingen variëren van slechtziend tot doofblind, van laaggeletterd tot MS, van spraakbeperking tot trillende handen, van dyslexie tot chronische vermoeidheid. Veel van dergelijke beperkingen zie je niet aan iemand af. Veel mensen met een beperking hebben ‘gewoon’ een (goede) baan én geld om te besteden aan jouw product of dienst. Een tijdelijke beperking had ik laatst zelf: oogmigraine tijdens een presentatie die ik gaf. Vermoedelijk heb je zelf ook wel eens met hoofdpijn, duizeligheid of totaal oververmoeid op je werk gezeten. Of een keelontsteking gehad. Niet leuk om dan ingewikkelde processen te moeten doorlopen of een filmpje te moeten kijken. Toch even die dubbelcheck of je geen gekke dingen aan het doen bent, toch? En nog even over situationele beperkingen: ik weet niet hoe goed het scherm op jouw smartphone is, maar bij mij heeft het ding moeite met fel licht. In sommige omgevingen is het dus best lastig om iets te lezen of kijken. Als het contrast dan ook nog eens onvoldoende is…

Les 2: toegankelijkheid is niet moeilijk als je het meteen meeneemt

Als ik aan UX’ers, marketeers of developers uitleg aan welke richtlijnen ze zich zouden moeten houden, volgt er vaak een diepe zucht. Veel te moeilijk, en onze producten en diensten zijn niet zo makkelijk aan te passen. Gelukkig hoeft niet alles in een keer. Het helpt om je te realiseren dat als je in je briefing, je definition of done, je huisstijlhandboek, design system, user stories etc, de eisen voor toegankelijkheid meteen meeneemt, je heel snel grote stappen kunt maken. Natuurlijk heb je dan niet meteen je hele websites vernieuwd. Maar het begint met een component hier, of een nieuw kleurenpalet daar. Met elke verbetering maak je je product of dienst al beter voor een groep mensen. En krijg je eindelijk budget voor een hele nieuwe site, of voor een nieuwe huisstijl? Of laat je extern een campagne maken? Dan zet je meteen alle vereisten in de uitvraag, en zorg je dat de leverancier, webbouwer, appbouwer, reclamebureau of huisstijlbureau het meteen goed doet. Kleurencontrast niet voldoende voor icoontjes? Of een link niet duidelijk te onderscheiden van de rest van de tekst? Afkeuren en terug naar de tekentafel.

Les 3: het heeft enorme voordelen voor SEO en CRO

Niet iedere marketeer is ook een online marketeer, maar neem het ruim voor het gemak. Want goede toegankelijkheid kun je ook toepassen op posters, flyers, reclamefilmpjes, folders, en eigenlijk elk ander communicatiemiddel dat je inzet om mensen iets te laten doen (kopen!). Hoe beter rekening gehouden met diverse beperkingen, hoe groter de kans dat iets gezien én begrepen wordt. Nog een leuk feitje: de meest best practices voor goede SEO komen voort uit de toegankelijkheidsrichtlijnen. Een groot deel gaat over techniek en content, en laten de zoekmachines daar nou net óók gebruik van maken om hun prioritering te bepalen. Betere toegang voor gebruikers, is ook betere toegang voor algoritmes. En content die volgens de richtlijnen is opgesteld, is niet alleen voor de consument beter te lezen en begrijpen, maar ook voor de algoritmes. Dat gezegd: niet elke afbeelding hoeft een alt-tekst te hebben (wel het alt-attribuut laten staan hoor, maar dan leeg), maar informatieve afbeeldingen zeker wel. Dat werkt net zo voor het algoritme van de zoekmachines. Voegt de afbeelding iets toe aan het geheel? Voeg dan ook een zinnige alt-tekst toe. Icoontje? Dan niet. Waarom? Omdat mensen die een schermlezer gebruiken (die leest alles op een website aan ze voor) anders knettergek worden van alle overbodige informatie. En CRO dan? Processen die minder energie kosten, minder stappen hebben, duidelijkheid verschaffen over wat, hoe, waarom, hoe lang etc, zijn per definitie beter voor je conversie. Mensen willen niet lang doen over aankoopprocessen of over het invullen van formulieren. Keep it simple. Veel van de richtlijnen voor toegankelijkheid zijn precies hierop gericht. Goede hulpteksten in formulieren, essentiële informatie vroeg in beeld brengen, belangrijke gegevens als eerste uitvragen, gegevens niet dubbel uitvragen, en geef mensen de gelegenheid om fouten goed te corrigeren. En oh ja: beperk afleiding.

Les 4: het vergroot je creativiteit enorm

Een zorg die ik vaak hoor als het aankomt op digitale toegankelijkheid, is of je dan als marketeer, ontwerper, communicatiespecialist of andere creatieveling dan nog wel lekker creatief kunt zijn. Ik zou zeggen: juist! De richtlijnen zijn soms best strakke regels, bijvoorbeeld als het aankomt op kleurencontrast, maar juist dan kun je je creativiteit aanspreken. Hoe ga je binnen de kaders die worden gesteld, toch een mooie nieuwe huisstijl neerzetten? Veel uitproberen en laten testen door mensen een beperking (toffe dynamiek krijg je daarvan) geeft ook weer nieuwe inzichten. Plus, je taak als marketeer, communicatiespecialist of advertentiespecialist is toch om zoveel mogelijk mensen te bereiken en ergens van te overtuigen. Je mist nu regelmatig een groot deel van je doelgroep. En geloof mij: je hoort ze niet. Als tegenwerping krijg ik wel eens: ‘ik hoor ook niemand klagen over onze website of campagne’. Dat is niet verrassend: zeker mensen met een permanente beperking hebben vaak ook maar beperkte energie. Ze komen daarnaast dag in dag uit websites tegen die voor hen niet goed werken. En ook offline komen ze zoveel obstakels tegen waarmee ze moeten dealen. Mensen hebben vaak de energie of het vermogen niet om van elke website die niet werkt voor hen het klachtenformulier op te zoeken (vaak ook ontoegankelijk) of de feedback-knop te zoeken (ook vaak ontoegankelijk trouwens), of een e-mail te tikken (contactmailadres vaak niet vermeld op de website). Dus realiseer je dat er niet voor niks richtlijnen zijn, en dat er vanuit gebruiksvriendelijkheid en klantreizen niet voor niets best practices zijn. Hoe vaker je denkt: ‘laat maar, boeit toch niemand’, hoe meer mensen je uiteindelijk buitensluit. Terwijl ook jij op een dag een beperking kunt krijgen, hopelijk niet permanent. Dan is het wel fijn als de wereld gewoon blijft werken, toch? Neem de tijd om creatief te zijn! Werk samen met anderen om tot nieuwe ideeën te komen. Daar zijn zoveel leuke werkvormen voor ook!

Mijn eigen belangrijkste les was deze: het is niet erg om het tot nu toe niet optimaal gedaan te hebben, als je het vanaf nu maar beter gaat doen. Zoals in de European Accessibility Act ook staat beschreven: dit is je kans om dingen veel beter te gaan doen dan je concurrentie. Juist als je nog lean en mean kunt ontwikkelen en plannen. En weet je: stiekem kun je heel veel van de richtlijnen gewoon ‘doen’ zonder dat je daar iemand over hoeft in te lichten of iemand voor hoeft te overtuigen… Een goede marketeer is toch een beetje rebel with a cause?

Beeldcredits: Pexels

Strategische samenwerking Iris Academy en NIMA

1 augustus 2024

Iris academy en NIMA gaan een strategisch partnership aan voor het aanbod van trainingen aan het topkader in marketing. Het aanbod is aanvullend op de bestaande trainingen van NIMA en richt zich specifiek op CMO’s, CEO’s en marketeers in vergelijkbare functies.

Rob Overduin, directeur/voorzitter NIMA: “Ik ben erg enthousiast over deze strategische samenwerking met Iris Academy. NIMA heeft al een prachtig aanbod waarmee de startende tot gevorderde marketeer zich kan blijven ontwikkelen. Met dit partnership voegen we nog eens extra relevante mastercourses toe voor de zeer ervaren marketeer.”

Guy van Liemt, partner iris academy: “We zetten met dit partnership een mooie volgende stap in de ontwikkeling van iris academy. NIMA is een zeer gerespecteerde partij in de markt met een groot netwerkbereik. Ons aanbod sluit uitstekend aan bij dat van NIMA. Daarom liggen er voor ons beiden mooie kansen in deze samenwerking.”

NIMA en iris academy gaan deze samenwerking aan voor een periode van een jaar met de intentie deze in de toekomst te continueren en te intensiveren. De samenwerking start direct.

Mastercourses in samenwerking met iris academy starten al op 11 september 2024

  • Humanizing Growth & Sustainable Marketing
  • Marketing D
  • Het juiste doen als niemand kijkt
  • Merkleiderschap – Positioneren voor de toekomst
  • Succesvol samenwerkingen adverteerder en bureau
  • Leiderschap van Strategische Vernieuwing
  • Strategische Retail Marketing
  • Marketingcommunicatie in 14 stappen

Kijk of boek hier een van de bovenstaande>> mastercourses

(Mastercourse Mediaplanning) ‘Meer kennis, scherpere briefings, beter resultaat’

Een goede briefing start met duidelijke doelstellingen. Met ‘een grotere merkbekendheid of ‘meer verkopen’ is eigenlijk alles wat je voorstelt wel goed. Een goede keuze voor bepaalde media is met onduidelijke doelstellingen niet echt te maken. Volgens onderzoek van Better Briefs zijn doelstellingen het meest kritieke element van een briefing. Daarbij geeft 55% van de bureaus aan dat briefings regelmatig duidelijke doelstellingen missen. Hier zouden marketeers dus wel wat beter op kunnen scoren.  

Deze blogpost is geschreven door Rutger Mackenbach, docent bij de NIMA Mastercourse Mediaplanning & -inkoop, die is gericht op marketingmanagers en marketingcommuniatiemanagers die (massa)media inzetten of in willen zetten in campagnes. Meer weten of aanmelden? Vanaf 17 oktober!

Aan de andere kant valt de media ook wel wat te verwijten. De media industrie heeft het gewone mensen (lees marketeers) wel erg ingewikkeld gemaakt om de media te snappen. Onbegrijpelijke terminologie, ondoorzichtelijke ‘planningsregels’, silo’s tussen media en silo’s binnen mediumtypen. Hoe moeten marketeers dan begrijpen wat de bijdrage is van een medium aan de campagne doelstellingen?

Daarbij zijn media ook heel goed in het communiceren media metrics. Voorbeelden te over: ‘de doelstelling was om 1 miljoen impressies behalen en we hebben er 1.000.150 behaald’. Of ‘met deze post hebben we organisch 50.361 mensen bereikt! Wat een topcampagnes. We trappen hier in de val van de, door Daniel Kahneman beschreven, ‘substition bias’. Als we niet snel een bevredigend antwoord op een moeilijke vraag kunnen vinden, zullen we een gerelateerde vraag vinden die gemakkelijker is en deze beantwoorden. Waar het eigenlijk om gaat is de KPI die iets zegt over de campagnedoelstellingen, zoals het vergroten van bekendheid of het genereren van sitetraffic. Maar dat is data die lastiger boven tafel te krijgen is. En dus rapporteren we maar wat we wel weten. Natuurlijk zijn proces metrics nuttig, maar ze vervangen de KPI’s niet.

ROI

Uiteindelijk wordt je als marketeer als het goed is beoordeeld op de bijdrage van de campagne op de doelstellingen van de organisatie of het bedrijfsresultaat. De belangrijkste KPI die we dus willen weten is de ROI van de verschillende media. Wat draagt media bij aan de winst van een bedrijf? En dan niet alleen in de vorm van directe conversies, maar ook op zaken als bekendheid waarvan we inmiddels ook zeker weten dat dit de winstgevendheid van organisaties vergroot.

Daarbij speelt wel mee dat wel meteen effect willen zien van de media inzet op het merk. De focus van korte termijn van marketing speelt ons hier parten, en daarbij zijn markteers net gewone mensen. Ik weet niet hoeveel marketeers zouden slagen voor de Marshmallowtest. Dit terwijl uit onderzoek van Thinkbox weer blijkt dat we voor het uiteindelijke effect van een mediacampagne wat geduld moeten hebben. 24% van de ROI van een mediacampagne wordt namelijk in de campagneperiode wordt gerealiseerd en 18% in de eerste 3 maanden. Maar liefst 58% van de ROI van een mediacampagne wordt tussen de 3 maanden en 2 jaar behaald. Het loont dus om wat verder vooruit te kijken.

Vragen

Maar ook op de kortere termijn wil je als markteer wel grip krijgen op je media inzet. Dit is namelijk een element van je plan waar behoorlijk wat budget naar toe gaat. En het loont om meer kennis te hebben van media om briefings scherper te maken.

Mediavoorstellen kun je vervolgens ook makkelijker beoordelen: hoeveel mensen kan ik met dit medium in de campagneperiode bereiken? Zijn dit voldoende mensen om mijn merkbekendheid te laten stijgen? En wat kost het om één persoon (of 1.000 personen) uit mijn doelgroep via dit medium mijn uiting te laten zien? Hoeveel % van de gebruikers van een medium onderneemt na het zien van de uiting actie? Wat zijn de kosten daarvan? En hoe verhoud dit alles zich met de doelstellingen? Er spelen ook kwalitatieve elementen een rol zoals de mate waarin een medium in staat om de DBA’s van het merk goed over te brengen en met hoeveel aandacht een reclame uiting wordt bekeken of gehoord. Maar ingewikkeld is het allemaal niet.

Je partners (bureaus, media) zouden snel antwoord moeten kunnen geven op deze vragen. En het op een makkelijk te begrijpen manier willen uitleggen. Want met meer kennis van media bij markteers worden briefings nog beter en daar worden de mediapartners als het goed is blij van. Bovendien zal het uiteindelijk resulteren betere campagneresultaten wat voor alle spelers natuurlijk het doel is.

Lees ook het interview met Rutger ‘De blinde vlek van menig marketeer: Mediaplanning & media-inkoop’

Visual Credits: Pexels Naomi Bokhout

Kosten, baten en resultaten; wat hangen boven een marketing-dashboard je oplevert

Hoe bewijs je jouw toegevoegde waarde als online marketeer? Hoe meet je de voortgang van online marketingactiviteiten? En hoe geef je het management in één oogopslag inzicht in de online resultaten? Deze vragen en meer worden behandeld in de NIMA Workshop Online Marketing Dashboard.

Lees meer over deze NIMA Workshop op 24 september.

Tegenwoordig hebben we toegang tot enorm veel data. Deze data kunnen leiden tot waardevolle inzichten, maar daarvoor moeten ze eerst inzichtelijk worden gemaakt en moet je begrijpen waar je naar kijkt. Dat kan met behulp van een dashboard, en de NIMA Workshop van Data & Analytics specialist Lara Heesterbeek biedt precies dat: de tools die je nodig hebt om de impact van online marketinginspanningen inzichtelijk te maken. Lara’s missie is om data begrijpbaar en toegankelijk te maken zodat elke marketeer datagedreven beslissingen kan nemen. De workshop bestaat uit een theoretisch deel en een uitgebreid praktisch deel, waarbij deelnemers direct aan de slag gaan met het bouwen van een dashboard. Dit maakt het concreet. Een vraaggesprek over ‘dashboarding’.

Wandel je na zo’n masterclass echt de deur uit met een dashboard?

‘Met een aantal oefeningen bouwen we een dashboard op basis van dummy-data. Dus ja, je wandelt de deur uit met een dashboard, maar dit bevat nog geen relevante data. Om eigen data te kunnen gebruiken, heb je koppelingen nodig met de marketingplatformen die je gebruikt. Dit komt kort aan bod in de workshop, maar is te uitgebreid om voor iedereen individueel in te richten in één middag.’

Voel jij je meer data-analist of ben je een klassieke marketeer?

‘Ik bevind me op het snijvlak van IT-techniek en business-marketing. Daar ligt mijn kracht: de vertaalslag maken tussen die twee. Om wat context te geven: ik ben creatief aangelegd en heb een jaar op de kunstacademie gestudeerd, maar ik was altijd de beste in wiskunde en heb mijn Master of Science in Human-Technologie Interaction behaald, wat betekent dat ik de link leg tussen mens en techniek.’

Een uitdaging in datagedreven marketing is dat er eindeloos veel databronnen en vragen zijn. Hoe hou je dat werkbaar?

‘Door KPI’s op te stellen op basis van je doelstellingen. Er is tegenwoordig een overvloed aan data en je kunt inderdaad alles blijven meten. Dat is fijn, maar je kunt erin verdwalen. Daarom start ik altijd met een KPI-sessie als ik een dashboard voor een klant bouw. Dit komt ook kort aan bod in het theoretische gedeelte van de workshop.’

Veel Martech tools hebben al een vorm van dashboarding. Ga je die weer onderbrengen in een master-dashboard?

‘Klopt, maar uiteindelijk wil je de belangrijkste statistieken in één overzicht zien en niet steeds alle systemen hoeven te raadplegen. Zeker niet als je de marketingprestaties aan je MT wil rapporteren. Dus ja, je brengt die gegevens samen in een master-dashboard. De details kun je dan in de specifieke platformen of tools bekijken.’

Online marketing meet vooral wat je online doet en dan alleen de meetbare onderdelen daarvan. Marketing is echter veel breder dan dat. Hoe verschilt dit van het sturen op campagnes?

‘Dat klopt, daarom raad ik aan om niet alleen je marketingdata inzichtelijk te maken, maar dit te combineren met je salesdata. Sommige marketingactiviteiten zijn lastig te meten, maar het uiteindelijke doel is meestal sales of leads, en die kun je wel inzichtelijk maken. Het is nooit honderd procent waterdicht, maar door trends inzichtelijk te maken kun je goede voorspellingen doen. Online campagnemanagement gaat over het beheer van specifieke campagnes en is meer operationeel. Dashboarding is vaak tactischer en strategischer om de hogere resultaten inzichtelijk te maken.’

Er zijn veel dashboards op de markt die bedoeld zijn om al die tools in één overzicht te clusteren. Hoe ga je daarmee om in je mastercourse?

‘Ik laat de meest bekende dashboarding tools zien en bespreek de voor- en nadelen. Daarnaast geef ik tips waarop je moet letten bij de aanschaf. In het praktijkgedeelte van de masterclass gaan we aan de slag met Looker Studio van Google, een goede, gratis dashboarding tool met out-of-the-box integraties met andere Google tools zoals Google Analytics en Google Ads.’

Je leert marketeers te sturen op data in plaats van onderbuikgevoel. Is dat niet soms juist positief? Je intuïtie bedriegt je toch zelden…

‘Haha, intuïtie kan je zeker bedriegen. Een van mijn eerste dashboarding-projecten, zo’n acht jaar geleden, was bij een multinational in Nederland, een van de grootste bedrijven van ons land. De marketingdirecteur had een onderbuikgevoel over een bepaalde campagne en schoof daar al het budget naartoe. Toen ik een paar weken later het dashboard bouwde, bleek deze campagne het helemaal niet goed te doen, terwijl een andere campagne veel meer opleverde voor minder kosten. Gelukkig waren we vroeg betrokken bij hun lancering en bespaarden we veel geld.’

Lees meer over deze NIMA Workshop op 24 september.

Beeldcredit: Pexels – Ibrahim Boran

‘ChatGPT als tweede Brein’ knalt naar 1 in Top-100 – NIMA biedt twee keer Masterclass

Martin van Kranenburg, auteur van het standaardwerk over de optimale inzet van ChatGPT voor een schrijfproces heeft afgelopen weken de nummer-1 positie bereikt van de Managementboek Top-100. Eind september en begin oktober biedt hij twee keer een masterclass aan bij NIMA in Diemen. Voor geïnteresseerden wordt het wel zaak om er snel bij te zijn want de masterclass biedt steeds plaats maximaal 12 personen.

Bij schrijvers van marketing- en communicatieboeken is de Managementboek Top 100 al jaren een begrip. Gebaseerd op de verkopen van de afgelopen 30 dagen stelt de site iedere dag de Managementboek Top-100 samen en onlangs sprak Van Kranenburg op het NIMA Grote AI Congres al de nadrukkelijke wens uit om op 1 te komen in dat lijstje der lijsten.

Meer over de inhoud en het programma van de twee NIMA Mastercourses ChatGPT als tweede Brein lees je hier. Je kunt je ook direct opgeven voor 20 september of 1 oktober.

Dat lukte dezelfde week nog. ChatGPT als tweede Brein leert hoe je je beste prompts schrijft, hoe je een eigen versie van ChatGPT bouwt en hoe je veel tijd bespaart in je schrijfproces en contentcreatie. De NIMA Mastercourses rond zijn boek zullen plaatsvinden op 20 september en 1 oktober. Op het Grote AI Congres van 2 juli werd al duidelijk dat de auteur meent dat alle marketeers aan de slag moeten met AI. De vraag is dan wel waar te beginnen en hoe de eerste stappen te zetten. Van Kranenburg heeft daar een duidelijke visie op en NIMA wil deelnemers aan de Mastercourse helpen om de eerste stappen te zetten en te profiteren van de mogelijkheden van AI voor een marketeer.

De eerste stap is de betaalde versie van ChatGPT aan te schaffen. Daarna gaat Van Kranenburg helpen om een tweede marketingbrein te ontwikkelen. Hij geeft les in het bouwen van prompts met als doel om afnemers te beïnvloeden en conversie te verhogen. In de masterclass bouwen deelnemers een eigen ChatGPT en creëer je een nieuw team dat voor jou gaat werken.

Boekrecensie Register Marketeers: ‘Van wiskunde naar giskunde naar besliskunde’

Liegen met cijfers is de Nederlandse vertaling van de tijdloze klassieker How to Lie with Statistics, van Darrell Huff uit – schrik niet – 1954. Maar 70 jaar later is de inhoud misschien nog wel relevanter dan ooit. Het boek beschrijft de vele manieren waarop cijfers en statistiek kunnen verleiden, maar vooral misleiden.

De NIMA Register Marketeers schrijven regelmatig boekrecensies over onlangs verschenen marketingboeken. Eerder verschenen boekrecensies zijn terug te lezen op de site van Marketingfacts.

Liegen met cijfers

Auteur: Darrell Huff
ISBN: 9789492790156
Uitgever: Nubiz
Trefwoorden: onderzoek, statistiek, kritisch denken, cijfers
RecensentWilco Verdoold, Register Marketeer (RM), strateeg, spreker, trainer, auteur en geek. Hij is als docent/onderzoeker verbonden aan de Hogeschool van Amsterdam waar hij o.a. onderzoek doet naar de impact van AI in marketing en organisaties.

Een goede marketeer moet niet alleen kunnen tekenen, maar ook goed kunnen rekenen,” zei mijn eerste marketingdocent ooit. Hij stimuleerde om analytische vaardigheden te combineren met creativiteit. Marketing als wetenschap en als kunst. Dat je ook heel creatief kunt zijn met cijfers was geen onderdeel van de lessen, maar werd me op latere leeftijd steeds duidelijker.

Dit boek laat aan de hand van talrijke voorbeelden zien hoe cijfers dagelijks mensen op het verkeerde been zetten. Het ontmaskert de trucs en valkuilen van statistische misleiding en leert lezers kritisch te denken over de cijfers die ze dagelijks tegenkomen.

Een voorbeeld uit het boek
Supermarkten hebben een lage marge. Voor sommige producten slechts 1%. Dat klinkt bijna verontrustend laag, toch? Dat betekent dat je in een jaar slechts 1000 euro winst maakt op een investering van 100.000 euro. Zelfs bij de huidige lage rente kan je je geld beter op de bank zetten.

De denkfout is dat de jaarlijkse return on investment (ROI) niet hetzelfde is als de return on sales (winstdeel van de totale omzet). De omloopsnelheid is immers veel hoger dan 1 keer per jaar.

Een snelle rekensom: stel dat je het betreffende product niet 1 keer per jaar, maar 1 keer per dag verkoopt, blijft je marge 1%, maar is je ROI 365% (waarbij nog geen rekening gehouden wordt met het rendement op het rendement).

Statistiek, maar dan leuker
Weet jij de verschillen tussen ‘gemiddeld’, ‘mediaan’ en ‘modus’ nog? En termen als selectieve steekproeven, significantie en representativiteit? En hoe zat het ook alweer met correlaties en causale verbanden? Na het lezen van dit boek weet je het (weer). En geen zorgen: dit is waarschijnlijk het leukste boek over statistiek dat je ooit zult lezen.

Naast de vele voorbeelden helpen ook de illustraties om het boek luchtig en zeer leesbaar te houden. Natuurlijk zijn deze voorbeelden en visualisaties na 70 jaar soms wat gedateerd, maar dat doet niets af aan de inhoud en boodschap. De lessen uit het boek zijn direct toepasbaar, bijvoorbeeld bij het interpreteren van onderzoeksresultaten, rapportages en marketingclaims. Maar ook voor een kritische blik op beleidsvoorstellen. Of dat nu in de boardroom is of de eerstvolgende keer dat je naar de stembus mag gaan.

Conclusie
Liegen met cijfer is 70 jaar na de eerste verschijning misschien nog wel relevanter is dan ooit. Warm aanbevolen voor iedereen die zich op een leuke manier wil wapenen tegen statistische misleiding. Een druilerige zondagmiddag is genoeg om dit van voor tot achter te (her)lezen.

Foto Credits Pexels Yan Krukau

De Toekomst van Marketing: Gratis NIMA Lunchwebinar over CX en de klantreis

Blok die datum! Op 10 september organiseert NIMA zijn derde gratis Lunchwebinar van dit jaar over de Toekomst van Marketing, ditmaal over klantervaring en de klantreis. Vanuit de studio in Lelystad bespreken we kansen en mogelijkheden, maar ook de veranderende manier waarop vanuit het marketingvakgebied wordt aangekeken tegen customer service management. Harold Pol, lector Marketing en Ondernemen bij Hanze en Marcel Aalders, Managing Consultant bij Altuïtion, zijn de eerste twee bevestigde gasten. Zoals gebruikelijk kunnen geregistreerde deelnemers live vragen stellen tijdens de uitzending.

Ga ik zeker niet missen! Ik schrijf me in. Gratis (maar niet goedkope) deelname voor NIMA-leden en marketeers die in één uur een jaar wijzer willen worden op het terrein van CX, Customer Service Management en de Customer Journey.

Marketing en CX hebben een wat moeizame relatie: enerzijds zijn marketeers met niets anders bezig dan inspelen op de klantwens en proberen om die reden voortdurend te achterhalen hoe die wensen en verwachtingen kunnen worden vervuld. Doel is – uiteraard – commercieel succes, de belangrijkste KPI van marketing.

‘Wáár in de funnel zit de klant?’; dat is waar CX vooral mee bezig is. Hoe ervaart de klant zijn aankoopproces? Hoe kunnen we optimaliseren, zodat de reis zonder onderbreking kan worden afgelegd? En zolang de klantreis niet ten einde is en de transactie niet is afgerond, blijft marketing aan boord. Online is dat goed te merken aan de (hinderlijke) retargeting of zelfs het leuren met een achtergelaten online winkelwagentje.

Een ongemakkelijke waarheid: Ná de aankoop lijken veel marketeers elke interesse te verliezen en richten zich op nieuwe klanten. Marketeers zullen het niet graag toegeven, maar in veel bedrijven werkt dat zo. Soms wordt drie seconden ná de aankoop nog een NPS uitgevraagd, maar veel marketeers meten de échte klantevredenheid van hun klanten liever niet. Dat halen ze wel uit ‘data’. Kennelijk zorgt een andere afdeling of een ander deel van het bedrijf voor de after sales en het klantcontact.  

Maar een ‘klantreis’ eindigt uiteraard niet na de aankoop en de ‘klantervaring’ háál je niet uit online data. Sterker: voor de meeste klanten begint die volstrekt analoge reis pas ná de aankoop. En die reis verloopt lang niet altijd tot tevredenheid van de klant; je hoeft er maar een consumentenprogramma voor te kijken of een klachtensite voor te bezoeken om te zien hoe sterk die zich soms in de steek gelaten voelt.  Toch worden marketingprofessionals zelden gezien op ‘de klantenservice’ of in de winkel. Inzichten over marktontwikkeling wordt eerder bijgehouden via marktonderzoeksbureaus dan via een ochtend meedraaien bij customer care.

Waaróm is dat zo? En wat kún je daaraan doen? Daarover spreken we tijdens deze lunchwebinar.

Harald Pol studeerde Bedrijfskunde en Marketing aan de Rijksuniversiteit Groningen. Na zijn afstuderen heeft hij ruim tien jaar gewerkt als organisatieadviseur, projectmanager en commercieel manager voor diverse dienstverlenende organisaties. Sinds 1998 werkte Harald als zelfstandig adviseur en interim-manager op het gebied van marketing, communicatie en klantrelaties. Hij is de oprichter van The Customer Connection en het Institute for Service Leadership. In deze hoedanigheid heeft hij veel bedrijven, zowel profit als non-profit, geholpen hun markt- en klantgerichtheid te vergroten.

Marcel Aalders is NIMA Register Marketeer, Managing Consultant bij customer service-bureau Altuïtion. Merkpositionerings- en marketingstrateeg, docent en spreker: In tijden waarin slechte producten en diensten nauwelijks nog bestaan, operational excellence een hygiënefactor is en de winstgevendheid van veel bedrijven zwaar onder druk staat, vervaagt de waarde en het onderscheidend vermogen van veel bedrijven en hun merken snel. Ik geloof dat er nog drie wezenlijke ‘knoppen’ zijn waaraan je kunt draaien om het verschil en daarmee weer rendement te maken: een klantcentrale (9+)dienstverlening die on- en offline verbindt, een unieke waardepropositie die een klant écht helpt én een merkbeleving die klanten als een magneet aantrekt én vasthoudt.’

Visual Credits Pexels/Pixabay

Contentmarketing in B2B: Op het juiste moment exact de juiste content (interview)

Marketing met behulp van content in de vorm van artikelen, interviews zoals dit, whitepapers, films, social posts en podcasts kennen we uiteraard al een aantal jaren, maar juist voor zakelijke klanten en doelgroepen lijkt het een geknipte vorm van marcom. Waar lead times nogal complex en omvangrijk kunnen zijn, evenals de ‘decision making unit’, is het betrekken van potentiële en bestaande klanten met relevante kennis en inzichten natuurlijk geknipt. Althans dat líjkt zo en dat komt ook veelvuldig terug in de bespreking van succesvolle B2B-cases.

Het B2B Marketing College 2024 is een gezamenlijk initiatief van RVS Marketing en NIMA en bestaat uit vier sessies, verdeeld over het jaar. NIMA-leden en niet-leden kunnen ze als serie of los bezoeken. Op 12 september spreekt Freek Janssen tijdens het college ‘B2B Marketing & Content – Voor marketeers die hun contentstrategie én LinkedIn-skills naar een hoger niveau willen tillen.’ Klik hier voor meer informatie of schrijf je direct in!

Toch maakt lang niet elk B2B-marketingteam gebruik van contentmarketing of gebeurt het eerder op gevoel, dan dat er een doordachte strategie achter schuilt. Je doet het er niet even bíj en je kunt het óók niet overlaten aan generatieve AI om een site vol te knutselen met toegespitste ‘right on time’-contentcreatie om het verkoopproces te beïnvloeden.

Freek Janssen is contentstrateeg bij Philips en oprichter van het Genootschap van Contentstrategen. Hij deelt op 12 september zijn kennis en inzichten over contentmarketing in een B2B-omgeving, tijdens de derde dag van de NIMA B2B-marketing Collegereeks, die voor de gelegenheid geheel in het teken staat van het meest krachtige geheime wapen in de toolbox van iedere B2B-marketeer: relevant zijn op het moment dat het er écht toe doet. En dat moment meet je niet af aan de ‘journey’ door de ‘sales funnel’, want die kooptrechter zit meer in het hoofd van de salesafdeling dan in het hoofd van de klant.

Contentmarketing is als fenomeen een blijvertje. Wat kán er met contentmarketing, want je niet met andere marketingmiddelen kunt?

‘Contentmarketing is een soort ultieme exercitie om je te verplaatsen in je doelgroep. De basis van elke communicatie is dat er een overlap bestaat tussen wat jij wil vertellen en waar een doelgroep op zit te wachten. En ik denk dat er naast contentmarketing geen ander vakgebied bestaat waarin je zo op zoek gaat naar naar een antwoord op die vraag. Je gaat niet primair op zoek naar wat je wil vertellen, maar wat je doelgroep interessant vindt. Wat zijn dat voor mensen en wat voor media consumeren ze? Wat voor verhalen vinden ze interessant en hoe sluit je aan op de belevingswereld van die doelgroep? Je kunt elk verhaal uit je organisatie halen, maar het moet wel bijdragen aan je reputatie, aan je omzet, je werkgeverspositie. Zo’n verhaal moet natuurlijk wel bijdragen aan jouw doelstelling, dat is het stukje strategie. Voor mij is contentmarketing een ultieme exercitie in het verplaatsen in je doelgroep.’

Jij bent niet alleen contentmarketeer, je bent een echte contentmarketingstrateeg. Met plannen, deliverables en campagnes – alles. Hoe moet je dat organiseren? Ben je marketing? Ben je communicatie?

‘Haha, dat weet echt niemand maar er zijn wel heel wat mensen die er serieus onderzoek naar doen. Bij het Genootschap van Contentstrategen komen we heel wat communicatieprofessionals tegen die dát willen weten en voor zover ík weet, is het ook bij elke organisatie anders. Bij Philips, waar ik werk, is communicatie vrij decentraal georganiseerd, al hebben we wel een centrale global communicatie-afdeling, maar je hebt ook heel wat afdelingen met een eigen communicatie-afdelingen. Voor veel van die afdelingen is storytelling belangrijk, dus daar hebben we een eigen contentstrateeg in het team.’

‘Het is vooral belangrijk om een geïntegreerde vorm van contentmarketing in te zetten: Je hebt bij ons iemand die verhalen ophaalt, iemand anders die dat weer activeert en vervolgens weer een collega die daar een campagne omheen bouwt. Voor mij persoonlijk werkt dat heel goed, dus ben ik een contentstrateeg in een geïntegreerd communicatieteam. Ik ben goed in verhalen: rondlopen over een afdeling en naar mensen luisteren, met mensen praten, als een soort bedrijfsjournalist. Verhalen die bijdragen aan onze strategie zijn soms ook verhalen die je hoort bij koffieautomaat. Vervolgens werk ik weer in een team met mensen die heel goed zijn in activatie, planning, stakeholdermanagement om die verhalen vervolgens ook zo goed mogelijk tot leven te brengen. In zo’n organisatie ben je onderdeel van marketingcommunicatie.’

Contentmarketing is geen breed en algemeen ingezet middel in B2B. Het gebeurt veel, maar ook heel vaak – vaker – niet. Terwijl het juist zo extreem belangrijk kan zijn. Waarom is dat?

‘Je moet begrijpen hoe het werkt. Als contentmarketing een ultieme exercitie is in het je verplaatsen in een klant, dan is het extreme tegenovergestelde dat je alleen maar verkoopboodschappen aan het pushen bent waar je doelgroep helemaal niet op zit te wachten. Als je goed kijkt naar veel B2B-marketing, dan gebeurt dat dus wel. We hebben iets te vertellen, dus we gaan een whitepaper pushen of een webinar organiseren, terwijl daar weinig animo voor blijkt te zijn.’

‘Ik denk dat het soms best lastig kan zijn om storytelling, contentmarketing en een contentstrategie op een goede manier neer te zetten, want er zit ook een zekere spanning in. Aan de ene kant wil je goede verhalen ophalen en je doelgroep daarmee bedienen, maar aan de andere kant moet er natuurlijk ook gewoon geld in het laadje komen en KPI’s gehaald; dat is een spanningsveld waar je continu tussen zit.’

‘Contentmarketeers zijn een soort belangenbehartigers van die doelgroepen en vragen ons steeds af of mensen ergens wel op zitten te wachten: Moeten we dit niet op een andere manier vertellen? Moeten we dit niet leuker, verhalender of creatiever maken?’

Commerciële professionals – sales – staan zelf niet bekend als een beroepsgroep waar graag gelezen wordt. Less is more. Tegelijk weet jij als contentstrateeg dat je doelgroep misschien wel graag diep in een onderwerp duikt, met verhalende teksten. Levert dat geen ingewikkelde discussies op? Hoe verweer je je tegen de interne roep om minder?

‘Mijn gewaardeerde vakgenoot collega Edwin Vlems wijst daarvoor altijd op het belang van inbound marketing: Zorg ervoor dat je content online hebt staan wanneer mensen op zoek zijn naar antwoorden op hun vragen. Sales-professionals denken misschien eerder aan de sales-funnel, waarin mensen rechtlijnig van de ene fase naar de volgende fase door die funnel bewegen. Je kent ‘m wel. Maar zo werkt sales dus niet. Soms zijn mensen uit het niets ineens klaar om iets te kopen, zelfs zonder dat jij dat als bedrijf in de gaten hebt. Mensen zoeken zelf en gaan zelf op onderzoek uit. Dan moet je ervoor zorgen dat je de juiste content aanbiedt die hen overtuigt om met jou in zee te gaan. Zelf denk ik dat het veel belangrijker is om zo te denken, dan dat je die pushberichten en nieuwsbrieven stuurt, want op dát moment hebben ze ineens de tijd en de ruimte in hun hoofd om die artikelen tot zich te nemen.’

Een voorbeeld?

‘ANWB vind ik heel goed in het aanbieden van content op het moment dat ík daarop zit te wachten. Eén van de weinige nieuwsbrieven die ik zelf ook echt lees trouwens. Deze zomer ga ik bijvoorbeeld naar Oostenrijk en in sommige Europese landen heb je kennelijk een vignet nodig. Dat wist ik niet dus daar klik ik dan op en dan blijkt vaak dat die content van de ANWB heel aardig en behulpzaam is. Precies op het juiste moment de juiste boodschap. Dat kan echt, maar je moet je dus gewoon heel goed kunnen verplaatsen in de ontvanger.’

Je zit in een vakgebied waar de introductie van generatieve AI ook het nodige heeft veranderd. Content kun je immers laten schrijven of maken door AI. Je zou dus zeggen dat de kosten voor creatie door tools als ChatGPT minimaal door de helft kunnen. Wat is jouw ervaring?

‘Oh ik gebruik het zelf heel geregeld. Het schrijven van een artikel is een creatieve exercitie, maar het onvermijdelijke zoeken op Wikipedia laat ik bijvoorbeeld graag over aan ChatGPT, omdat die gewoon heel goed is in het doorzoeken van meerdere bronnen, kan samenvatten en interpreteren. ChatGPT en Claude zijn in die zin onderdeel geworden van het communicatieteam. Voor het transcriberen van podcasts is het ook heel handig. Zo’n transcriptie redigeer ik vervolgens zelf en van dat geredigeerde artikel maken we weer social media posts. Mijn ervaring is dus dat het gebruik van AI heel veel tijd scheelt. Een nieuwsartikel waar je voorheen vier uur voor nodig had, komt nu soms in een half uur tot stand: Het klopt, het is een goed en lopend verhaal met een begin, een eind en interessante dingen uit een podcast zijn meegenomen in het artikel. Het is alleen heel saai en heel degelijk uitgeschreven. Zinnen hebben dezelfde lengte en er zitten veel doublures in, dus je moet daar echt nog met een redactiekwast overheen plamuren. Voor social media posts vind ik het wat lastiger in te zetten. Misschien dat daar ook wat meer creatieve juice voor nodig is. De insteek neem ik vaak over, maar een LinkedIn-post moet echt veel meer zijn dan een blogpost. Iemand meteen in een post trekken, daar heb je wat meer scherpte voor nodig.’

Beeldcredits Pexels Mikael Blomkvist

Positioneren is niet moeilijk. De uitvoering wel.

In 2012 ging de Elfstedentocht niet door. Voor een Fries een bittere pil. Acht centimeter dikte in plaats van de benodigde twaalf. Zoiets. Op een strookje van 300 meter bij de Luts. Weet ik veel. Maar kort na deze teleurstelling introduceerde SC Heerenveen Marco van Basten als trainer. Ik werd uitgenodigd om de persconferentie bij te wonen. Ik was werkzaam om ‘een drankje te verjongen’ (lees: herpositioneren) en werd ons de mogelijkheid geboden om in plaats met de gebruikelijke champagne het glas te heffen, om met ‘ons’ drankje te proosten. Paste goed in het beeld van de zojuist geannuleerde Elfstedentocht en voor de Italiaanse verdedigers ongrijpbare Zwaan van Utrecht, zo was althans de lezing.

Deze column is geschreven door Folkert van der Heide RM, ervaren marketingprofessional met een veelzijdig carrièrepad dat zich richt op merkstrategie, positionering en innovatie. Zijn professionele profiel wordt gekenmerkt door een unieke combinatie van praktische marketingervaring, academische betrokkenheid, en een brede expertise in merkmanagement. Columns en gast-postings op Nima.nl vertegenwoordigen de mening van aangesloten leden.

Handtekening werden onder het contract gezet door de spits van weleer en trots rezen zij het glas om te proosten op het heugelijke moment. Fotografen in de aanslag. De foto werd afgedrukt. Met daarop de hoofdrolspelers. In hun hand een longdrinkglas met daarin een shotje Sonnema. Foto ging de hele wereld over. Mediawaarde perfect. Positie? Ruk! Waarom? Het werd gezien als puur en niet als mix-drankje. Puur werd gezien als oubollig. Mix-drankje als jong en hip. In de briefing stond wel de juiste positie. Maar niet waarom het anders was dan de concurrenten? En voor wie het bedoeld was. Leermoment.

Twix of Raider?

Recentelijk schreef ik dat we in moderne bedrijfslandschap steeds meer zien dat ondernemingen hun toevlucht nemen tot rebranding – het proces van een radicale herziening van de merkidentiteit. Ik schreef ook, dat wanneer wachten op de volgende generatie geen optie is, een herschikking een effectieve strategie kan zijn. Kortom: (her)positioneren.

Stelling nemen

De kunst van het positioneren is een vaardigheid, die wij marketeers, zo langzamerhand niet meer zo goed onder de knie hebben. We maken het te complex. We huren zelfbenoemde strategen in om dat voor ons te doen. En dat wordt onnodig ingewikkeld gemaakt. Brand Key-Sessies met een ‘gele-plakkers-op-een-wand-sessie’, die niet vanuit onderzoek ‘zomaar als waar’ op de muur worden geplakt met een quasi serieuze blik van de deelnemers na afloop van de sessie op de ‘socials’ van het bureau die deze sessie organiseerde. Getrakteerd op een lunch. Dat dan weer wel.

Vanuit deze sessies worden tot mijn grote ergernis meestal de basiselementen van de strategie van het merk gevormd. Stupide. Zonder verantwoording op basis van kwalitatief en kwantitatief onderzoek die leiden tot inzichten. Zomaar. Zonder marktoriëntatie. Het blijven immers strategen. Die overigens nergens verantwoordelijkheid voor dragen. Jij als marketeer wel.

Een strateeg met een ‘gele-plakkers-op-een-wand-sessie

‘Marketeers zijn de kunst van een goede strategie ontwikkelen verloren’ wordt wel beweerd, en dat is waar.

Een strategie ontwikkelen is een proces waarbij je identificeert op je wie je mikt; welke positie jij wilt kunnen innemen (belofte) in de hoofden van de doelgroep. Waarop je richt en wat je doelstellingen daaromtrent zijn. Wat wil jij dat je consumenten over jouw weten, hetgeen je anders maakt dan je naaste concurrenten. Wat is jouw stellingname? Kortom: wat is jouw positie?

Wat is positioneren?

Positioneren binnen je marktsegmenten betekent dat je bewust kiest welke kenmerken van je merk je benadrukt en welke merkassociaties je wilt creëren. Een onmisbaar model in marketing is de 3C’s van positionering. Het 3C model van Kenichi Ohmae, een beroemde Japanse strategiegoeroe, is een business model waarbij er voor het bepalen van de strategie drie succesfactoren zijn te benoemen. Hoewel er altijd een paar marketing-pedanten zullen zijn die vinden dat je extra C’s of een paar P’s of andere onzin moet toevoegen, maar je kunt deze adviezen gerust negeren en je houden aan de beproefde basisprincipes.

Criteria van positioneren

Het positioneren van een product of dienst vereist dat het aan drie criteria of vragen voldoet: 1) wat het product kan bieden (Company), 2) hoe het zich onderscheidt van de concurrentie (Competition), en 3) wat de klant daadwerkelijk nodig heeft (Customer). Als je iets kunt vinden dat aan al deze drie eisen voldoet, ben je goed op weg naar marketingsucces. Maar als je een van deze factoren mist, zal je product waarschijnlijk niet slagen.

PvdA/Groen-Links

Het is zinloos om een nieuw product te lanceren met de gedachte dat communiceren van ‘algemene containerbegrippen’ – die zijn bedacht met behulp van Post-It geeltjes op een wand – kunnen leiden tot een goed resultaat. Waar hebben we dat eerder gezien?

Het toont een gebrek van marktoriëntatie aan. Vaak zie je dat merken zich alleen richten op wat klanten willen, terwijl ze negeren dat concurrenten dit al beter doen of dat het eigen bedrijf niet in staat is de belofte waar te maken. Nog zeldzamer is het, zoals in het geval van PvdA/Groen-Links, dat een merk zich enkel op de interne bedrijfslogica (Company) richt en zowel de klant als de concurrentie volledig negeert. Dit is een egocentrische en luie manier om een product op de markt te brengen, vergelijkbaar met te laat komen voor een diner en dan de aanwezigen verwijten maken dat ze zonder jou zijn begonnen.

Codetaal van het positioneren

Onderscheidende merkbezittingen, zoals KitKat en Guinness Bier, herken je direct, zelfs zonder logo. Ook in het donker weet je automatisch welke elementen van het merk je herkent. Deze merken koesteren en beschermen hun coderingen, en blijven deze onderhouden omdat ze weten dat dit hun merkwaarde enorm versterkt. Ze kunnen met die activa spelen zonder overal hun logo op te plakken. Denk bijvoorbeeld aan het iconische glas waarin Guinness wordt geschonken, herkenbaar overal ter wereld. En ook de positie die ze innemen zijn eenvoudig. Kitkat koestert een pauze: ‘have a break, have a KitKat’. Herkenbaar voor iedereen die snakt naar een pauze. Grote kans dat je denkt aan dat bruine, breakbare chocoladereepje voor een welverdiende break!

Have A Break, have A KitKat

Vertel aan je strateeg dat je een visualisatie wil van jouw strategie en verwijs naar de one-pager waarin een segment, een doelgroep, de positie die je daar wilt innemen en welke doelstelling je wilt behalen, staan vermeld. En vul dan lekker je vier P’s in. En ook geen P meer dan dat.

Het is niet moeilijk. De uitvoering wel. Want als het zo eenvoudig is. Deed iedereen het.

Beeldcredits: Pexels – RDNE Stock Project