Automotive Retail Marketing: een branche om verliefd op te zijn

Auto’s zijn emotie. Waar het gaat om marketingspecialismen spreken weinig industrieën méér tot de verbeelding dan automotive, tenslotte als branche de leverancier van een product waar ratio en gevoel elkaar flink in gesprek kunnen houden. Lead time is vaak lang, after sales ook en bij het afwegen van aankoopargumenten bepaalt strategische inzet van marketing een doorslaggevende rol. Daarbij is het industrie waar de ontwikkelingen letterlijk razendsnel gaan, zowel aan de aanbod- als aan de afnemerszijde.

Het Automotive Marketing Event vindt plaats op 15 oktober. Klik hier voor meer informatie of om te registeren. Dit evenement is een initiatief van NIMA-contentpartner ProMedia Group.

Alle reden om automotive marketing een event te gunnen waar lopende thema’s in automotive – uiteraard – een belangrijke rol spelen, maar bijvoorbeeld ook de aanstaande toetreding van maar liefst dertig nieuwe bedrijven, merken, aanbieders. De concurrentie is zeer uitdagend, niet alleen voor gevestigde merken maar ook voor de nieuwe toetreders zelf. Goede marketing is essentieel om een nieuwe generatie consumenten te verleiden tot de aanschaf van een nieuwe auto. Hoe zet je een nieuw merk goed in de markt? Wat verwachten bestaande en nieuwe consumenten of misschien nóg belangrijker: wat zéggen ze belangrijk te vinden, maar zie je niet terug in commercieel resultaat? Of juist andersom?

Het zijn maar een paar van de thema’s die zullen worden uitgelicht en toegelicht op het Automotive Marketing Event dat dit jaar op 15 oktober zal plaatsvinden in Rotterdam. Hét evenement voor marketeers in de automotive-retail, dat dit jaar rond het thema Next Gen belooft in te gaan op alles wat nieuw is in de branche. Nieuwe auto’s, nieuwe marketing en nieuwe kopers. Rolf Westgeest treedt op als dagvoorzitter AM Marketing Event. Zeven prangende vragen aan hem:

Hi Rolf, ha, bij het doornemen van de thema’s die op 15 oktober de revue passeren bekruipt je bijna het gevoel dat je ook een week kunt uittrekken om alles in een programma te krijgen. Jullie nemen er een lange middag voor. Gaat het passen?

‘Haha, nou een dag per nieuw segment zou al prettig zijn! Dus een dag voor nieuwe automerken, vooral uit China. Volkswagen, dat niet meer op nummer-één staat. In 2022 was het Kia en dit jaar misschien wel Volvo. Dan een dag voor nieuwe kopers, next generation, de jeugd, en vergeet ook de vele nieuwe ouderen niet. Die gaan camperen en zoeken andere mobiliteit voor hun komende jaren. Dan nog een dag voor nieuwe marketing; denk aan influencers die tien jaar geleden nog niet eens geboren waren. Toch gaan we het allemaal in één middag bespreken.’

Automotive-retail is echt zo’n onderwerp waarvan iedereen wel wát verstand heeft, zo lijkt. Reden temeer om goed te begrijpen hoe het écht werkt natuurlijk. Is het een échte marketingfamilie, zoals bijvoorbeeld retailmarketing dat is?

‘Goeie vraag, ik denk dat veel mensen verliefd worden op de automotive-branche en blijven hangen door al zijn eigen kenmerken. Men verhuist weleens van de ene importeur of dealerholding naar de andere, maar wat mij betreft kunnen we ook best echt wel vers bloed van buiten automotive gebruiken. Ik denk alleen niet dat je elk marketingtrucje uit andere branches kunt knippen en plakken op die auto. Het blijft meestal je twee-na-grootste uitgave, met veel onzekerheid of je wel de goede auto hebt gekocht, zeker bij occasions. En of je bij de juiste aanbieder hebt gekocht voor als er iets is of gebeurt met je auto: denk aan schade, onderhoud of garantie. Als je alleen al kijkt naar de honderdduizenden reviews afgelopen jaren. Daar kun je als koper helemaal in verdwalen.’

Er is veel te doen over de nieuwe automotive consumenten, de nieuwe generatie afnemers. Verschillen die wezenlijk van hun voorgangers?

‘Als we het over de jongeren hebben, lijkt het of ze minder om een eigen auto geven. Die sparen niet meer zoals vroeger om voor hun twintigste een eerste auto te kunnen kopen. Toch blijkt dat het aantal rijbewijzen wél is gestegen in de laatste jaren. Bijna twaalf miljoen Nederlanders hebben een rijbewijs. De nieuwe generatie is meer gewend om per maand te betalen voor services, denk aan Netflix, Swapfiets en je smartphone. En toch komen auto-abonnementen en car-sharing nog niet zo van de grond, zoals we een aantal jaren geleden dachten, zeker niet uit winstperspectief voor deze aanbieders. Die nieuwe mobiliteit zal overigens niet verdwijnen en beslist z’n plek krijgen, maar hoe groot die markt zal worden en of dat alleen voor de grote steden gaat werken of alleen bij bepaalde jongeren, dat is de vraag. Feit is wel dat financiering en leasing blijft groeien, deels gedreven door relatief dure EV’s. En de rente is van belang. Gaat die weer zakken? Marketing zal – denk ik-  in ieder geval moeten oppassen niet iedereen over één kam te scheren. Dat is echt niet meer van deze tijd.’

Een klacht die weleens voorbijkomt over branding in automotive is dat het echte onderscheid – zowel in producten als brand identity, logo’s, steeds kleiner wordt. Merken en producten gaan steeds meer op elkaar lijken. Is dat zo of lijkt dat maar?

‘Dat producten meer op elkaar zijn gaan lijken, is wat mij betreft waar. Kijk naar fabrikant Stellantis die 14 automerken voert, waaronder Opel, Peugeot, Citroën en Fiat, waarbij de Corsa, 208 en C3 al veel technische overlap hebben, maar ook als modellen meer en meer op elkaar zijn gaan lijken. Hoe ga je hier als marketeer mee om? De merken Opel, Peugeot en Fiat waren – en zijn – superbekende Europese auto-merken, maar is dat na 2030 nog zo? Het blijkt dat nog maar 30 procent van de kopers “zeker haar huidige merk” en 64 procent juist een ander merk overweegt, of nog niet wéét welk merk te willen kopen. Vroeger was de merkloyaliteit veel groter, men was lang trouw aan één automerk. Dat is voorbij. Tel daarbij op dat iedereen de modellen Golf en E-klasse kan dromen, maar wie weet wat een ID.3 is? Of een EQE?’

Er is op dit Automotive Marketing Event meer dan ooit aandacht voor concurrentie, met name ingegeven door die grote hoeveelheid nieuwe toetreders tot de markt: men loert meer dan ooit naar elkaar, iets wat we van supermarkten bijvoorbeeld ook kennen. Ligt daarin niet een gevaar dat je juist de klant een beetje uit het oog verliest?

‘Ik denk dat er nu teveel automerken zijn en dat er ook teveel nieuwe toetreders in een korte tijd naar Nederland en Europa komen. Tel daarbij de elektrische mobiliteitstransitie op, waar Tesla zijn voorsprong heeft kunnen pakken zonder legacy, wat fabrikanten als Volkswagen en Stellantis wel meedragen. Met de Chinese nieuwkomers, vol gas en met diepe zakken, zoals BYD dat het EK Voetbal sponsorde en MG dat met private lease acties stunt, heeft de consument veel meer te kiezen. Tot slot heeft fiscaliteit een hele grote invloed in Nederland. Bouwt jouw automerk de verkeerde brandstofauto’s die met bijtelling en BPM ongunstig zijn, dan vraag ik me af of welke vorm van marketing dan ook werkt. Daar zullen de beste marketeers zich dus kunnen onderscheiden. Komende jaren is de consument meer aan zet. Rond covid waren de dealers aan zet door lange levertijden. Dat is nu omgedraaid. Dan is de vraag hoe marketingafdelingen deze consumenten de weg wijst en niet enkel en alleen binnen kunnen halen met prijsstunts – zoals de supermarkten doen.’

Er is nauwelijks een consumentenproduct denkbaar dat méér lijkt op een B2B-product, waar het gaat om de relatie tussen marketing en ‘de sales’; de verkopers, de mannen en vrouwen in de showroom. Probleem kan dan wel worden dat échte marketing – zoals brand campaigns, distributie of positionering – wat ondergesneeuwd kan raken. Of valt dat wel mee?

Wat marketing volgens mij moeilijk maakt binnen de autobranche, is dat de langetermijn-doelen van branding en loyaliteit enorm bijten met de kortetermijn-sales doelstellingen. Zoals aangegeven draaien fabrikanten weer overproductie en moeten er auto’s de weg op, linksom of rechtsom. Dat drukt de prijs van auto’s en dus trapt men weer ouderwets in die marketingfuik van prijs. De langetermijn-marketingdoelen worden aan de kant geschoven. Zoals trouwens ook de overheid vergeet om duurzaam beleid te maken en elke paar jaar het roer omgooit wat betreft fiscaliteit. Dat is zonde van alle goed bedoelde ideeën, energie en investeringen.’

Tot slot: Het Automotive Marketing Event richt zich echt tot marketeers in automotive retail en tegelijk lijkt het een schitterende branche om van te leren als je er níet in werkt. Waarin loopt deze industrie echt voorop waar het gaat om marketingstrategie?

‘Wie voorop loopt gaan we nog zien bij de twee marketing-awards, die dit jaar voor het eerst worden uitgereikt. Daar kijk ik zelf echt naar uit. Omdat goed voorbeeld, goed doet volgen. Vóór 4 oktober kan men iedereen nog opgeven die om zich heen het Automotive Marketing Talent of the Year denkt te kennen. Wie is het supertalent binnen de automotive marketing en waarom? En een award gaat ook uit naar de beste Automotive Social Media Campagne 2024. Dus als jij vindt dat jouw bedrijf op Insta, Tiktok of Linkedin successen heeft behaald met een doordachte campagne, geef je dan nog snel op voor 4 oktober via de website.’

‘Het Automotive Marketing Event is juist ook voor niet-automotive marketeers die willen leren van onze uitdagingen, en dat wij kunnen leren van hen. Kruisbestuiving van verschillende branches is juist nodig in een tijd waar veel online en offline door elkaar loopt en volgens mij alleen door toptalenten en marketingenthousiasten te volgen is.’

Het Automotive Marketing Event vindt plaats op 15 oktober. Klik hier voor meer informatie of registeren. Het event is een initiatief van NIMA-contentpartner ProMedia Group.

Boekrecensie Register Marketeers: ‘Hoe makkelijk kun je het maken?’

Ontwikkeloplossingen die iedereen wil en kan gebruiken, is de ondertitel op de omslag van dit boek van ontwerpwetenschapper Jasper van Kuijk. Deze dekt de lading. Én meer. Als ontwerpwetenschapper onderzoekt Van Kuijk hoe organisaties gebruiksgericht ontwerpen toepassen in de praktijk. Inhoudelijk gaat het enerzijds om ogenschijnlijk simpele dingen die het gebruik van producten vergemakkelijken of gebruikers beïnvloeden. Anderzijds, komt met name het proces uitvoerig naar voren. Over hoe je denkfouten in hedendaagse ontwerpen fileert, obstakels ontdekt en die voor je laat werken.

De NIMA Register Marketeers schrijven regelmatig boekrecensies over onlangs verschenen marketingboeken. Eerder verschenen boekrecensies zijn terug te lezen op de site van Marketingfacts.

Titel: Hoe makkelijk kun je het maken?
Auteur: Jasper van Kuijk
ISBN: 9789047015482
Uitgever: Business Contact
Resencent: Eric van Arendonk RM  

De auteur gaat verder dan alleen de gebruiksfuncties van een ontwerp. Ook andere functies rondom het product komen aan de orde. Zoals eenvoudige reparatie. Zeker in deze tijd, nu het niet meer vanzelfsprekend is dat een kapot product direct wordt weggegooid en gelijk vervangen, is het een zinvol principe om mee te nemen bij het ontwerpen. Zelf weet ik ook nog goed, dat ik een auto had waarbij de hele koplamp gedemonteerd moest worden om een simpel lampje te vervangen. Dit doe je niet even zomaar langs de snelweg. Toen heb ik me serieus afgevraagd wie zoiets verzint.

De auteur gaat voor het volledige proces en komt met mooie voorbeelden waar in de keten het klantgericht denken over producten, diensten en systemen nog moet worden geleerd. Hoe makkelijk kun je het maken? is daarmee ook zeer boeiend voor degene die geïnteresseerd is in keten- en procesmanagement.

Het boek kent een mooie opbouw waarbij in deel één het fundament van gebruiksgericht ontwerpen centraal staat. Daarna volgt het proces van verkenning, onderzoek en prototypes en als derde deel, de weerbarstige praktijk. Eigenlijk is dat laatste het leukste en meest herkenbare deel van het boek. Tegenstrijdige belangen zorgen vaak dat het belang van de eindgebruiker op de tweede plaats komt.

Al met al geeft het boek een mooi beeld over procesmanagement tijdens innovatieprocessen. Alle stakeholders komen aan bod. Ook de externe betrokkenen zijn daarbij belangrijk. Zoals de leveranciers en de partijen die na het gebruiken de restjes mogen opruimen zoals het verpakkingsmateriaal of het recyclebare product.

Soms zijn het kleine aanpassingen die grote gevolgen kunnen hebben. Als voorbeeld geeft de auteur het gebruik van de OV-fiets. In het introductiejaar werden er 100.000 ritten mee gemaakt, 15 jaar later waren dat er 5,3 miljoen. Het eerste jaar was het huren van een OV-fiets erg omslachtig. In de loop van de jaren is dat teruggebracht naar een handeling van 3 seconden, met groeipercentages van 30 tot 40% per jaar tot gevolg. Voor dezelfde fiets met een ander proces.

Ik raad het boek aan, aan iedereen die te maken heeft met product- of procesoptimalisatie. Het zal de lezer zeker inspireren om tot betere en vooral klantgerichte resultaten te komen.

Fotocredit: Pexels

NIMA Business for Better: ‘De andere zelf van marketing’

Je weet het misschien nog niet, maar ook jij, ja jij marketeer, hebt een dubbelganger. Een ‘andere zelf’. Iemand die misschien niet fysiek bestaat in de echte wereld, maar wiens acties en handelen wel echte effecten heeft in de fysieke wereld – we moeten ons dus verantwoordelijk voelen voor de acties en gevolgen van deze andere zelf. Het klinkt misschien wat vaag, maar als je even doorleest zul je begrijpen wat ik bedoel. In haar boek Doppelganger (2023) beschrijft Naomi Klein hoe onze bestaande realiteit ook een keerzijde heeft, en hoe wij allen in deze zogeheten ‘spiegelwereld’ moeten nadenken over wat onze dubbelganger daar allemaal uitvoert.

NIMA Business For Better is een columnreeks op NIMA.nl. Vijf marketing-professionals met geheel verschillende achtergrond, maar met een stevige NIMA-betrokkenheid, zijn uitgenodigd om ons op regelmatige basis bij te praten over hun expertise en insights. Deze posting is geschreven door Marco Kuijten, schrijver van artikelen (o.a. NIMA, Marketingfacts, Retailtrends en The Optimist) en de boeken ‘Marketing in de nieuwe economie’ en ‘Consumens’. Hij is onderzoeker bij het lectoraat Ondenkbare Marketing en docent Commerciële Economie bij Avans hogeschool in ’s-Hertogenbosch. Vanuit die positie is zijn ambitie om het (commercieel) economisch onderwijs, en daarmee ook de beroepspraktijk, te veranderen.

Welcome to the mirrorworld

De vakantieperiode is voor mij ook een tijd om even wat te lezen en een van de boeken die ik deze zomer heb gelezen is Doppelganger (2023) van Naomi Klein – voor marketeers onder ons wellicht bekend van haar eerste boek No logo (1999) waarmee ze de aanval opende op het branden en vermarkten van alles in onze samenleving – opvallend detail was dat, ondanks het feit dat No logo een aanklacht tegen de commercie was, het een vrij populair boek was onder marketeers in een poging om zich te onderscheiden van de mainstream. In Doppelganger beschrijft Klein hoe een naamsverwarring haar op het spoor bracht van een illustere dubbelganger; in de media werd Klein vaak verward met Noami Wolff, een extreem rechtse naamgenoot van Naomi Klein die zich laaft in de wereld van deep state complotten. Gaandeweg verdiept ze Klein zich meer en meer in de wereld van haar dubbelganger en merkt hoe haar opvattingen en ideeën een afspiegeling vormen van haar eigen werkelijkheid: de spiegelwereld waarin de realiteit op verstoorde wijze wordt weerspiegelt.

In haar boek verwijst Klein naar het werk van Daisy Hildyard, die beweert dat we allen een dubbelganger hebben. Een other you (een ‘andere zelf’) die, alhoewel misschien niet fysiek bestaat, wel in ons allen huist en een invloed heeft op de echte wereld:

You are stuck in your body right here, but in a technical way you could be said to be in India and Iraq, you are in the sky causing storms, and you are in the sea herding whales towards the beach. You probably don’t feel your body in those places: it is as if you have two distinct bodies. You have an individual body in which you exist, eat, sleep and go about your day-to-day life. You also have a second body which has an impact on foreign countries and on whales….a body which is not so solid as the other, but much larger.

  •  Daisy Hildyard, the second body (2017)

Hildyard refereert hiermee aan de acties die we (onze fysieke, ‘echte’ zelf) doen, maar waar we misschien niet direct zicht op hebben. Zo ben je als koper van fast fashion producten (je fysieke zelf) ook iemand die kinderarbeid mogelijk maakt (je andere zelf). Deze zogeheten other you is niet echt, niet fysiek en bestaat niet echt, maar de gevolgen van haar handelen zijn wel degelijk echt en reëel.

De other you van marketing

En deze other you of andere zelf, zit ook in onze rol als marketeer. In de acties die we doen, de producten die we ontwikkelen, laten produceren, promoten en verkopen. Met iedere marketingactie die we uitvoeren realiseren we niet alleen onze marketingdoelen, maar hebben we ook in impact in de echte wereld die we misschien niet meteen inzichtelijk hebben. Het ontwikkelen en promoten van bijvoorbeeld vapes resulteert niet alleen in verkoopaantallen en marktbereik; maar heeft ook effect op het aantal jongeren dat verslaafd raakt aan nicotine en daarmee een potentiële gebruiker van tabaksproducten wordt; op het aantal mensen dat zorg nodig heeft in de toekomst of vroegtijdig overlijdt. De andere zelf in dit geval is niet alleen verantwoordelijk voor verkopen, maar óók voor de (toekomstige) gezondheid van onze jeugd.

Het is natuurlijk een beetje een flauw voorbeeld om vapes en de tabaksindustrie als voorbeeld te nemen, omdat de manieren waarop de tabaksindustrie te werk gaat zo evident verkeerd is en ook nogal veel media aandacht krijgt. Maar hetzelfde geldt voor álle marketeers: welke effecten hebben je marketingacties op de echte wereld waar je niet direct bij nadenkt als je de volgende campagne lanceert? Welke producten ben je eigenlijk aan het promoten als je de SEO/SEA van een klant verbeterd als bureau zijnde?  

Marketeers zouden kritischer kunnen zijn in welke producten ze vermarkten en voor welke klanten ze willen werken. Ik heb vaker gepleit dat marketeers een macro perspectief moeten innemen (klik hier) en het verhaal van de andere zelf sluit daar naadloos bij aan. Kijk als marketeer verder dan je ivoren toren met je micro doelstellingen als omzet, marktaandeel en verkopen en kijk ook naar de impact van je marketingacties op je macro omgeving. Op de maatschappij, de omgeving, de natuur en de mens. Wat zijn de gevolgen van het gebruik van jouw producten op andere stakeholders en op de lange termijn? Marketing zou zich daar meer bewust van moeten zijn en haar handelen daarop aanpassen.

Wat is de impact van jouw andere zelf?

Maar wat zijn de gevolgen van de acties van die andere zelf dan? Dat verschilt natuurlijk per marketingactie, per organisatie, per branche. Maar we kunnen ons er wel bewust van worden. Hoe? Door simpelweg te kijken wat de impact (gecreëerde of vernietigde waarde) van je handelen is op andere stakeholders. Hierbij kijk je naar meerdere stakeholders; meerdere vormen van waarde; en naar de korte en lange termijn. Onderstaande model van Nancy Bocken, Sam Short, Padmakshi Rana en Steve Evans (2013) kan daarbij helpen.

Het model geeft per stakeholdergroep aan welke waarde je vangt (value captured), welke waarde je vernietigt (value destroyed), welke waarde laat liggen of benut (value missed) en wat zou er nog meer mogelijk zijn, welke kansen liggen er op het vlak van meervoudige waarde creatie (value opportunities). Door kritisch te kijken naar je marketingacties kan inzichtelijk gemaakt worden welke kansen er liggen op het vlak van waarde creatie. Daarbij is waar de organisatie voor staat en vanuit handelt leidend: de purpose staat centraal, in het model en bij het vorm geven van je handelen en acties.

Het inzichtelijk maken van de negatieve impact van je andere zelf, het bewust worden van het bestaan van je andere zelf, kan je helpen om betere keuzes te maken op het vlak van meervoudige waarde. Het kan de negatieve impact/waarde beperken en de gecreëerde waarde voor relevante stakeholders vergroten. Ben als marketeer niet alleen accountable voor je marketing KPI’s, maar neem ook verantwoordelijkheid voor de impact van je andere zelf. Dat maakt ons vak zoveel interessanter, relevanter en waardevoller.

Figuur  1: value mapping tool Bocken; Short; Rana; Evans (2013); bron: Sustainable business modelling | Nancy Bock

Fotocredits: Pexels, cottonbro studio


Boekrecensie Register Marketeers: ‘Content & AI – Zuurstof voor je klanten’

En dan staat “content” opeens ter discussie! Je zal maar Antal de Waij heten; je hebt een boek geschreven over content en contentstrategie. En dan is daar opeens, althans redelijk snel uit de lucht komen vallen, artifical intelligence. Kunstmatige intelligentie, wat aangeeft dat “alle content nu door een applicatie ontwikkeld kan worden”. Andere uitspraken en koppen uit de media: geen content functies meer, schrijven niet meer nodig, AI neemt al ons werk over, is er nog wel plek voor een contentspecialist en vele andere negatief ingestoken koppen.

De NIMA Register Marketeers schrijven regelmatig boekrecensies over onlangs verschenen marketingboeken. Eerder verschenen boekrecensies zijn terug te lezen op de site van Marketingfacts.

Content & AI – Zuurstof voor je klanten
Auteur: Antal de Waij
ISBN: 9789089657282
Uitgever: Van Duuren Management
Druk: 2024
Trefwoorden: content, AI, ChatGPT, contentplanning, contentstrategie
Recensent: Ment Kuiper, Register Marketeer, manager programma’s en trainingen SchaalX

Natuurlijk weten we allemaal dat er zaken gaan veranderen en dat er dan altijd wel nieuwe mogelijkheden liggen. Dus verandering van rollen en werkzaamheden. En van de focus van productie van content vanaf nul, naar productie van content vanuit een inspiratiebron. Zoals het voorbeeld van een Nederlandse organisatie, die aangeeft het vijfdaagse content werk nu in vier dagen te doen.

Hoe ziet die toekomst van content er dan uit?

Gelukkig heeft Antal de Waij het initiatief genomen om ons uit te leggen en toe te lichten wat dit voor de toekomst van content betekent. Als auteur van het boek Content was hij dat natuurlijk wel aan zijn stand verplicht. Maar dat terzijde. Antal heeft zijn boek herschreven met AI in zijn achterhoofd en op zijn beeldscherm. Over het toepassen van de vele mogelijkheden die AI biedt in het brede speelveld van het ontwikkelen van goede aansprekende content. En dan in alle facetten ervan. Van de contentplanning tot het ontwikkelen van een persona, van het ontwikkelen van een contentstrategie tot het daadwerkelijk produceren van content.

In zijn boek geeft De Waij een duidelijk beeld hoe je om moet gaan met die (nieuwe) AI mogelijkheden. Dat doet de auteur door het geven van voorbeelden en vergelijkingen over “werken met en zonder AI”. Dat maakt het tot een duidelijk boek en zo krijg je als lezer veel inzicht. Overigens zou ik het boek om te beginnen een keer doorbladeren en dan gebruiken bij de verschillende onderwerpen waar je in je werk tegenaan loopt. Dat werkt het beste. De theorie in het boek is aangevuld met voorbeelden, toepassingen en toelichtingen. Daarnaast staan de sjablonen als PDF op een website en die kun je naar hartenlust gebruiken. Zeker doen!

De actualiteit van Content & AI

Een vraag die ik meteen had toen ik gevraagd werd het boek te recenseren was: “Is het weer zo’n boek met rijtjes waarvan je nu al weet dat deze over een paar maanden niet meer actueel zijn?” Gelukkig niet. De Waij gaat in op de inhoud van het vak, geeft natuurlijk hier en daar wel een aanwijzing naar een tool, maar focust vooral op de inhoud.

Tip van mij: volg Antal de Waij via sociale media en lees zijn blogs op zijn website, daar heeft hij het over de laatste ontwikkelingen en benoemt tools met naam en toelichting.

Het boek is dus wel houdbaar en actueel omdat je inzicht krijgt in de inhoud van het vak!

Is het boek zinvol?

Absoluut. Voor elke marketing- en communicatieprofessional die zich bezig houdt met content. Voor profit en non-profit. Het geeft je de inzichten die je nodig hebt en waar je mee kunt werken. Gebruik het zeker als werkboek gezamenlijk met zijn documenten op de website.

Fotocredits: Pexels

Community Experience Marketing schiet uit de startblokken met nieuw bestuur

De NIMA Community die geheel draait om beleving, de ‘imagination society’ en storytelling heeft een nieuw bestuur en een hoop nieuwe plannen. Experience Marketing is een expertiseplatform, waaraan vijfhonderd geïnteresseerde marketingprofessionals verbonden zijn en legt zich toe op de vraag hoe je een authentiek verhaal voor een merk naar buiten kunt brengen en hoe je beleving, belevenis en ervaring – kortom, een experience – creëert.

Dianne Philipsen, Patricia Heemskerk, Jan-Willem van Delft, Alex Ballering en Community-bestuursvoorzitter Jan Biemond vormen met z’n vijven de nieuwe voorhoede van een NIMA Community die nu zo’n twintig jaar jong is en ontstond in de slipstream van een ontwikkeling in marketingwetenschap waarin de ervaring van klanten veel meer centraal kwam staan dan voorheen het geval was (en waaraan marketingsucces te meten is): de waarde van ervaring.

Hun community lag enige maanden stil maar het nieuwe bestuur is vast van plan daar dit najaar en komend voorjaar  verandering in te brengen met een aantal community-bijeenkomsten,  

‘Experience Marketeers zijn als geen ander in staat om de ervaring, het gevoel en de échte tevredenheid – geluk zo je wilt – van consumenten te achterhalen, omdat het onderdeel uitmaakt van de hele marktpropositie van een dienst of product. Hoe krijgen we die sensitiviteit beter uitgesmeerd over het hele marketingvak?’, luidt de centrale vraag waarmee de nieuwe ploeg aan de slag gaat, legt bestuursvoorzitter Jan Biemond uit: ‘Ik geloof in praktische disciplines als design thinking of visual thinking. Door samen met andere disciplines te gaan tekenen of anderszins visueel bezig te zijn werk je vanuit één gemeenschappelijk taal waardoor afdelingsbelangen of taalverschillen verdwijnen. Het wordt dan veel makkelijker om met en voor de klant te werken.’

Hij oordeelt dat het marketingvak nog heel wat te leren heeft van Experience Marketeers: ‘Onze wereld om ons heen wordt steeds digitaler en meetbaarder. Zo kan je bijvoorbeeld tegenwoordig een auto volledig digitaal bestellen. Handig natuurlijk, maar het haalt ook een beetje de ziel en de beleving uit de aankoop. Door je bewust te zijn van Experience Marketing kan je die beleving regisseren en terug brengen waar jij als marketeer dat gewenst vindt.’

Het nieuwe Experience Marketingbstuur stelt zich voor:

Dianne Philipsen is Manager Merk, Formule & Marketing bij Henri Willig Kaas: ‘Ik ben verantwoordelijk voor de optimale klantbeleving in onze winkels in binnen- en buitenland, hoeves en experiences. Als ervaren retailmarketeer met een sterk oog voor het optimaliseren van klantbeleving zowel offline als online kan ik mijn creativiteit inzetten voor een optimale merkbeleving voor onze gasten.’

Patricia Heemskerk is een ervaren marketing- en customer experience professional met een diepe passie voor innovatie en menselijk gedrag’: ‘Ik help organisaties om hun klantbeleving naar een hoger niveau te tillen. Door complexe data te vertalen naar heldere inzichten, ontwikkel ik strategieën die niet alleen gedrag sturen, maar ook de klant centraal stellen. Mijn focus ligt op het ontwerpen van ervaringen die klanten raken en binden, en die organisaties helpen om op te vallen in een competitieve markt.’

Jan-Willem van Delft is Manager Customer Experience & Marketing bij Florius Moneyou hypotheken, een 100% dochter van ABN AMRO: ‘Ik houd ervan om buiten te zijn met ons gezin, ik ben een culinaire liefhebber en als het even kan ga ik graag uitwaaien op het strand of op de motor: ‘Het succes van een bedrijf is naar mijn mening afhankelijk van de totale ‘experience’ die een consument/afnemer ervaart van begin tot eind.

Alex Ballering is Marketing Intelligence en CRM manager bij BENU, de grootste keten van apotheken in Nederland, onderdeel van Brocacef, marktleider als medicijn groothandel in Nederland. Alex bemerkt dat er te vaak wordt gekeken naar individuele KPI’s, zonder de gehele ervaring erin mee te nemen: ‘Samen met het XM Bestuur en de XM Community wil ik andere marketeers helpen om dit in kaart te brengen en te optimaliseren naar een verbeterde connectie tussen klant en het product of dienst’.

Community-voorzitter Jan Biemond heeft een achtergrond in Marketing- en Salesbanen in verschillende industrieën. 1 september begon hij bij Eneco Zakelijke Markt als Marketing Lead. Hij word gedreven door de behoefte om klanten makkelijker aansluiting te laten vinden bij bedrijven: ‘Zoveel producten en diensten zijn in de basis goed, maar onnodig moeilijk om te bestellen voor de klant. Er wordt tijd en geld verspeeld aan productontwikkeling of media-inkoop, terwijl het eigenlijke probleem CX is. Verder word ik gedreven door het ontwikkelen van het marketing vak. Bij mijzelf, bij mijn team en bij iedereen in de community.’

(Blogpost) nieuwe campagne Rabobank: Gaap

Rabobank heeft een nieuwe campagne met als belofte ‘Onze bank’. Met een ronkend verhaal in de vakbladen (Adformatie, Fonk) claimen Rabo en zijn bureau Dentsu hiermee een ‘vernieuwende campagne’ te lanceren die ‘het coöperatieve karakter relevant en aansprekend maakt voor jongeren, zonder de bestaande achterban uit het oog te verliezen’.

Deze column is geschreven door Adriaan Oomen, docent binnen het NIMA Trainingen-programma en in 2022 uitgeroepen tot één van de vijf best gewaardeerde NIMA-trainers. Oomen helpt organisaties uit verschillende sectoren met het ontdekken, ontwikkelen en verbeelden van een nieuwe, onweerstaanbare belofte. NIMA moedigt marketingprofessionals aan over hun vak te schrijven en publiceert deze. Blogposts en columns op NIMA.nl vertegenwoordigen de visie van de betrokken auteur.

Nou, die hoge verwachtingen wekkende ‘drastische vernieuwing’ is vooralsnog ver te zoeken en de woorden ‘aansprekend’ en ‘relevant’ herken ik ook niet in deze lauwe, brave commercial. Laat staan dat jongeren hierdoor geraakt worden.

De Rabobank heeft sinds haar oprichting een unieke coöperatieve organisatiestructuur, die de afgelopen jaren overigens drastisch is uitgekleed*. Om de zoveel tijd probeert de bank dit gegeven opnieuw relevant te maken voor haar klanten. Een nobel streven want die coöperatieve structuur is vrijwel het enige unieke dat de bank nog heeft…

Relevantie

In de eerste commercial zet de bank daarom haar 2,3 miljoen leden in het zonnetje: centraal staat de rol van de leden als ‘voelspriet’ in de samenleving. Dat de bank naar haar leden luistert, is toch zeker relevant zou je kunnen zeggen, dus wat is nou je punt, Adriaan? Zeker, maar de vertaling naar relevante benefits en bewijzen blijft helaas erg vrijblijvend. Het enige bewijs voor de relevantie is het voor de zoveelste keer afgestofte ‘Rabo Clubsupport’-verhaal waar de bank een stukje van haar recordwinst van 4,4 mld (!) insteekt. Verder gaat het niet. Het gaat niet over het vertalen van de belofte van ‘Onze bank’ naar concrete benefits. Het gaat niet over wat je als coöperatie doet voor starters op de woningmarkt, of voor bedrijfsbeëindigers, voor mensen die hun spaarpotje zien verdampen door de inflatie en ga zo maar door. Makkelijk gezegd; ik weet dat het lastig is voor de bank om met je producten relevant te zijn, maar zoek dan naar bewijzen die je wel waar kan maken en tegelijkertijd ook relevant zijn. Misschien komt dat later nog, maar juist met zo’n introductiecommercial moet de eerste klap een daalder waard zijn. Voor nu blijft slechts hangen: ‘lid is voelspriet’. Voelt een beetje dun.

Het creatieve concept

Dan het creatieve concept of Big Idea, dat zoiets is als: ‘we laten leden hun wensen vertellen’. Voelt ook wat magertjes. Ik pak er even wat ronkende termen uit de interviews in Fonk en Adformatie bij: ‘Vernieuwend’? Uhm, waarin dan? Door de leden aan het woord te laten? Dat is in Nederland al eens gedaan door Univé. En overigens ook door Rabobank zelf (met klanten) in de ‘Een-aandeel-in-elkaar’-campagne in 2014.

‘Opvallend’? Kom nou toch op Rabo en Dentsu; het is niet origineel, niet verfrissend, het heeft geen stopping power, het blaast me niet omver en het is niet groots en meeslepend.

‘Aansprekend voor jongeren’? Hoe dan? Jongeren kijken niet eens lineaire televisie. Van welke planeet komen jullie? Ik zie qua inhoud en vorm ook niets wat jongeren hierin moet aanspreken en de commercial maakt me ook niet nieuwsgierig naar meer. Kortom, aan bijna alle randvoorwaarden voor een geslaagde commercial is niet voldaan. Het is te mainstream, te braaf, te oppervlakkig en gewoon saai. Gaap.


* Wat betekent het nog dat Rabobank een coöperatie is? NRC, 25 juni 2024; Eva Smal.

Alle p’s, behalve die van palmolie

Op een congres over innovatie in retailmarketing kan een stevige case over een uitgesproken duurzamer merk niet ontbreken, uiteraard. Verduurzaming van ons eet- en consumptiepatroon hangt voor een belangrijk deel samen met de bereikbaarheid en beschikbaarheid van lekker, gezond, betaalbaar én duurzaam op de plek waar het moet gebeuren: in de schappen van winkels.

In een ware veldslag van soms tegengestelde belangen en hoog oplopende maatschappelijke discussie is het bijzonder als producten en merken langzaam een vaste positie veroveren in de mainstream van ons boodschappenmandje.

Een typering als ‘oud-reclameman’ doet ‘m tekort, maar veel mensen zullen hem toch kennen als oprichter van Bureau Alfred: Marcel van Wing van The Flower Farm is marketeer, ondernemer, uitvinder en activist tegelijk. Op 15 oktober spreekt hij op NIMA Marketing Now: Het Grote Retailmarketing Congres.

Met zijn bedrijf wil hij het palmolievrije alternatief bieden voor margarine, chocopasta, pindakaas en zo de ontbossing van het regenwoud tegengaan. Met het nodige succes overigens, maar ook met het idee dat deze druppel op een gloeiende plaat de oerbossen niet gaan redden. En toch kun je – en wil je – ook niet níets doen, want je moet érgens beginnen, zo meent hij.

Onderwerp van je presentatie is: ‘Het misdrijf binnen de retail’. Dat is klare taal. We vragen ons af of je een heel boos, een heel ondernemend of een heel marketingverhaal gaat vertellen op het retailcongres…

‘Eigenlijk in de volgorde van waarin je het vraagt… van heel boos – mijn motivatie – naar ondernemend – want een stevig project – naar marketing, want dat heb je wel nodig, de logica althans. Het is de wereld waarin we opereren dus dan moeten we mee.’

Jullie kozen heel bewust voor een wat activistisch merk: Gericht op consumenten die een product willen zónder iets en niet zozeer mét, bijvoorbeeld meer smaak. Dat is wel een typische ‘marketingafslag’. Waarom op deze manier?

‘Het had net zo goed iets kunnen zijn “met” maar onze missie is dat we palmoliegebruik willen beperken door een product te maken zonder palmolie maar met een alternatief, waarvoor gegarandeerd niet wordt ontbost. Als dit de missie is dan is het automatisch een “zonder- propositie”. Zoals je ook destijds suikervrij of recenter alcoholvrij of slavenarbeidvrij… het voorkomt een probleem en je helpt het oplossen. Ik zeg wel eens “door een hele kleine verandering draag je bij aan het terugdringen een heel groot probleem: ontbossing van de regenwouden.’

Hebben jullie along the way veel bestaande ESG-succesmerken als Tony’s, de Vegetarische Slager en Kipster bestudeerd of zijn jullie echt een eigen pad ingeslagen?

‘Tony’s was en is soms nog steeds wel een voorbeeld geweest. Het focussen op de oplossing, een positieve toon, een hippie-achtige identiteit zijn zeker geïnspireerd op delen van Tony’s. En wat ze allemaal gemeen hebben is dat we ons allemaal richten op een onrecht van een grote industrie en daarmee allemaal de lobby van die categorieën tegen ons krijgen…’

Wat jij samen met je compagnon Erik Bras voor elkaar hebt gekregen: een productlijn en merk ontwikkelen en uiteindelijk succesvol op de schappen van de Appie krijgen, vergde een enorme inspanning. Er zijn meer ondernemers die dat willen met duurzame of eerlijker alternatieven, maar het gaat echt zelden goed. Wat was het meest moeilijk in de afgelopen jaren?

‘Niet alleen Appie. De uitdaging was juist om zo groot mogelijk te introduceren. Daarvoor moet je groot durven denken en zoveel mogelijk on par zijn met de marktleider in de categorie, in dit geval margarine. Dus alle p’s behalve die van palmolie gelijk maken aan de referentiemerken. Dat klinkt eenvoudig maar dat is het niet.’ 

Je hebt een behoorlijke track record in marketing, meer specifiek in reclame. We kunnen ons iets voorstellen bij het vóórdeel dat dat oplevert bij de introductie van een nieuw merk, maar je hebt wel ineens een totaal andere positie. Zie die dozen maar in de winkels te krijgen. Ben je anders naar retailers gaan kijken?

‘Ik ben zeker anders naar retailers gaan kijken. In de dertig jaar dat ik in  de reclame werkte, waarvan heel veel in FMCG-categorieën, ben ik nog nooit met salesteams op pad geweest. Retail category-management is een essentiële schakel in het succes van je merk. Je kunt je suf adverteren maar zonder de sympathie van de retailer ben je nergens. Overigens is het andersom net zo waar… Die balans heb ik leren begrijpen.’

Duurzame succesmerken zijn lastig langdurig te succesvol te houden zonder een overname door een ‘grote broer met aandeelhouders’, zoals bij The Body Shop of door intensieve samenwerking met de retailer zélf zoals bij Kipster en Lidl. In die zin is het spannend wat er op lange termijn – zeg tien jaar – met Flower Farm staat te gebeuren. Waar hoop je op?

‘Ik denk dat we nog veel kunnen groeien zonder de strategische of financiële hulp van een overname. Zolang de regenwouden nog worden afgebrand voor de ontwikkeling van palmolieplantages is het belang van onze boodschap onverminderd groot. Natuurlijk hebben we te maken met een lobby die de relevantie van het ontbossingsprobleem proberen te relativeren. Dat kan voor ons een gevaar zijn. Ook ons succes dat andere merken meegaan in palmolievrij kan onze groei remmen. Maar dat zou natuurlijk geweldig zijn. Want onze missie is juist om een systeemverandering op gang te brengen naar een wereld waarin we minder afhankelijk zijn van palmolie. En dat is dan ook mijn hoop. Ik hoop dat we over tien jaar opereren in een wereld waarin de verslaving aan palmolie heeft plaatsgemaakt voor een diversiteit aan alternatieven waarvan wij nog steeds een van de roeptoeters zijn om het proces naar alternatieven te promoten. En zo de regenwouden die er nog zijn te beschermen tegen de oprukkende ontbossing voor palmolie.’

Ben jij erbij?
Het Grote Retailmarketing Congres richt zich niet alleen tot retailmarketeers en hun marketingdienstverleners, maar tot alle marketeers en ondernemers die iets verkopen aan iemand en zich afvragen via welke afzetkanalen en marketingconcepten dat de meeste kans van slagen heeft. Bezoek je dit congres? Dan leer je onder andere over winkelformules die veranderen en nieuwe manieren waarop er met klanten wordt omgegaan. Dat is in essentie waar marketing om draait en daarmee voor elke marketeer of ondernemer interessant.

Wil jij erbij zijn? Bestel je ticket! Het congres vindt plaats op dinsdag 15 oktober van 13.00 tot 18.00 uur en is toegankelijk voor NIMA-leden en niet-leden.  Vanwege de bijzondere locatie in Amsterdam, (WWP), is het aantal beschikbare tickets niet onbeperkt.

Ed Stibbe en Marjolijn Meynen spreken voor- en nawoord op retailmarketingcongres

Twee ‘marketingprominenten met maximaal momentum’ zullen op 15 oktober een gesproken column voor hun rekening nemen tijdens het NIMA Marketing Now – Grote Retailmarketing Congres. Aanleiding is het verschijnen van Duurzame Verleiding, dat dezer dagen het levenslicht zag en waarin ze onder meer ingaan op vraagstukken die retailmarketeers hebben op het terrein van verduurzaming van aanbod en consumptiegedrag.

Meer weten of inschrijven voor het NIMA Marketing Now – Grote Marketing Congres op 15 oktober

Onder het motto ‘Drammen en dwingen werken niet bij duurzaamheid, verleiden wel’ sloegen de twee de handen ineen om een optimistisch en – volgens eigen zeggen – verleidelijk boek te schrijven over de marketing van duurzame producten. Beiden hebben een lange staat van dienst als (onder meer) retailmarketeer. Stibbe werkte bij de grootste reclame en marketingcommunicatiebureaus aan de strategie en campagnes van grote retailers en FMCG’s. Meynen kennen velen als de voormalige CMO van achtereenvolgens Rijksmuseum en Bijenkorf, maar ze werkte eveneens aan bureauzijde en bij Sarah Lee en Mars.

Stibbe en Meynen rekenen in hun boek af met een aantal aannames over duurzaamheid. Zo laten ze overtuigend zien dat je maar een kleine groep consumenten bereikt als je een inktzwart toekomstbeeld schetst waarin de wereld compleet onleefbaar wordt. Dat is dus niet de weg. Ook ontkrachten ze het idee dat duurzaamheid alleen maar geld kost. Ze komen met legio voorbeelden van bedrijven die juist enorm zijn gegroeid en meer winst maken nu ze duurzamer werken.

Tijdens het Grote Retailmarketing Congres presenteren Ed Stibbe en Marjolijn Meynen een gesproken column voorafgaand aan en na afloop van het programma, dat bomvol insights, innovatie en inspiratie zit: Het congres vervolgt a de opening met de wereldwijde trends in retail. Denk aan personalisatie en de klantreis. Daar vertelt Anna Ketting, van NEWCRAFT, over. Jan-Willem Boerhout, van TND Web, volgt haar een presentatie over AI. Een onmisbare trend die op dit moment een hele belangrijke rol in marketing, maar specifiek ook in de retail, speelt. AI maakt het immers mogelijk om de behoeften en wensen van de klant beter te achterhalen.

Marcel Vogels en Mark Stocks, van Retailmedia.one komen praten over new revenu streams in retail. Marcel van Wing zal spreken over verduurzaming in de retail. De man achter Flower Farm, het broodbeleg zonder palmolie. Tot slot komen positionering en branding aan bod. Hoe onderscheid ik me van mijn concurrent? En hoe blijf ik dat doen? Daarvoor komt Martijn Canters vertellen over één van de meest opmerkelijke en innovatieve retailmarketingcases van afgelopen jaren in Nederland: Oma’s Soep maakt soepen, maaltijden en groentespreads en wist zich binnen een aantal jaar op de schappen te krijgen van de grote supermarkten. 

AGF Marketing Event gaat Chic (for breakfast)

Op donderdag 3 oktober 2024 vindt het AGF Marketing Event plaats, georganiseerd door de NIMA Foodchain & Agrimarketing Community in samenwerking met GroentenFruit Huis en het AGF Trendcafé. Merken bouwen en campagnes uitzetten vormen de rode draad van het programma, met een vrij uitzonderlijke verscase in een hoofdrol, want hoe strik je Paris Hilton voor een campagne? Douglas Brundage van Brand Studio Kingsland uit New York komt in een live verbinding vertellen over de succesvolle ontbijtcampagne van JOE & THE JUICE, met inzet van ’s werelds meest bekende socialite als stralend middelpunt: #GetChicForBreakfast.

Geef je AGF-verkoop een boost door branding. Programma en aanmelden: Lees hier meer over het vierde AGF Marketing Event.

Het event richt zich nadrukkelijk op leden én niet-leden van NIMA. ‘Geef de AGF verkoop een boost door branding’, zo luidt het rokende thema van het event dat plaats zal vinden bij Koninklijke Schmidt Zeevis in Rotterdam, een begrip in culinair Nederland. Tijdens dit evenement staat de vraag centraal hoe je met een promotiecampagne AGF-product(en) op de kaart kan zetten. Joeri Jansen van reclamebureau Roorda, bekend van spraakmakende campagnes als BOB en NIX18, maakt een rondje langs AGF-promotieactiviteiten die momenteel plaatsvinden.

Welke campagnes werken en waar moet je op inzetten om succesvol te zijn? Leon Jansen, Change Manager Marketing van K2O Marketing & Business Strategy en NIMA Lecturer, gaat in op significant beter presteren door de juiste marketing. Hoe belangrijk is promotie? Na die sessie heb je concrete tips waar je in de AGF sector mee aan de slag kan. Kers op de taart vormt wel een live gesprek met Douglas Bundage van Amerikaans bureau Kingsland.

Rob van der Helm was geruime tijd Marketing Manager bij Royal Van Zanten, bestuurslid van de NIMA Foodchain & Agrimarketing Community en nét begonnen als docent Bedrijfskunde bij de Tuinbouw & Agribusiness-opleiding op de Hogeschool Inholland. Hij is één van de drijvende krachten achter het event op 3 oktober. Vijf vragen en antwoorden:

Ha Rob, jullie dachten: een bekende naam in het programma. Dat valt op? Hoe zijn jullie in hemelsnaam op die case met mevrouw Hilton gestuit?

‘Dat komt niet helemaal uit de lucht vallen. Ik heb vanuit Royal Van Zanten samengewerkt met dit bureau en het merk Astronova ontwikkeld; een compleet nieuw bloemtype vooralsnog alleen verkrijgbaar in de VS.’

Maar… eeh Paris Hilton. Wat gaan we daarover te horen krijgen?

‘Douglas Brundage, founder en CEO van Kingsland deelt zijn succesvolle verhaal over de samenwerking met Joe & the Juice. In een exclusieve live verbinding geeft hij een kijkje in het proces dat leidde tot een ongekende campagne, waarin inderdaad niemand minder dan Paris Hilton de hoofdrol speelt. Brundage vertelt hoe het idee van de campagne tot stand kwam, de strategieën, de onderhandelingen die daarvoor nodig waren en de creatieve keuzes die van die ontbijtcampagne een internationaal succes maakten. Echt een unieke kans om te leren van een expert die weet hoe je een merk naar een hoger niveau tilt. Wat kunnen we daar als AGF-sector van opsteken?’

Het programma ruimt veel tijd en ruimte in voor het bouwen van een merk en het wegzetten van een succesvolle campagne. Dat is natuurlijk wel een beetje ‘de voorkant van marketing’ in AGF. Waarom is dat zo?

‘We denken dat daar kansen onbenut blijven. Het is belangrijk om in te zien dat je niet alleen vanuit productie, maar ook vanuit de markt je bedrijf of merk moet ontwikkelen om succesvol te kunnen zijn, en daar ook in te investeren.’

Merken en ‘AGF’ vormen niet altijd direct een gemakkelijke combinatie. Er bestaan appels met merknamen – natuurlijk – en we kennen allemaal wat bananenmerken, de Honingtomaat en Zespri-kiwi’s, maar wat willen jullie met dit event meegeven? Dat er meer ‘merkdenken’ nodig is in AGF?

‘Dat, en ook in AGF geldt dat we niet alleen zouden moeten denken in merken, maar in het neerzetten van de inhoud van product of bedrijf, aansluitend op cultuur, ontwikkelingen en behoefte van doelgroepen. Het voorbeeld speelt in op een routine, een moment, een productvorm en een specifieke doelgroep. Daar liggen nog legio mogelijkheden en die gaan we op het event ook bespreken.’

Het evenement vindt plaats bij Schmidt Zeevis, dat je met enig gevoel voor versmarketing wel één van de mooiste versmerken van Nederland mag noemen en dat zijn branding niet in de laatste plaats te danken heeft aan die schitterende vloot vrachtwagens die als abri’s door heel Nederland toeren. Wat kunnen we van Schmidt léren?

‘Haha. Het is natuurlijk een mooi Nederlands bedrijf. Leren? Met enig gevoel voor versmarketing:  Hoe je uiteindelijk kan zorgen voor een goede vangst’.

Het is vast geen toeval dat jullie zowel de langst bestaande NIMA Community zijn en tegelijk één van de meest actieve. Zo maken we ons ook op voor een Sierteeltmarketingcongres met een bomvol programma, ook uit de koker van Foodchain & Agrimarketing. Waarom blijft de behoefte aan marketingkennis zo groot in de verssectoren?

‘Het economisch belang is van behoorlijke omvang. De verssector is groot, opereert mondiaal en is continue aan het innoveren. Dat heeft zowel betrekking op duurzaamheid, op de productie van goederen en diensten én op marktniveau: kennis van consumenten, concurrenten en trends. We exporteren voor 9,3 miljard euro aan sierteelt naar meer dan 120 landen en voor 11,3 miljard aan groenten en fruit naar 152 landen. Dat biedt genoeg uitdagingen en beleving voor een allround marketeer.’

Beeldcredits: YouTube