Op Marketingfacts lees je genoeg over Byron Sharp. Of het nu gaat over purpose, Category Entry Points of gewoon een goed en bondige samenvatting. In dit artikel kijken we specifiek naar zijn visie op Word of Mouth Marketing. En de bijkomende mythes. Volgens sommigen is mond-tot-mondreclame (niet: mond-op-mondreclame) de Heilige Graal voor markteers maar de afgelopen jaren onderbelicht. Deel 1 in een serie over de buzz rond buzzmarketing.
Part 2 (met blauwe kaft) van How Brands Grow van Byron Sharp is dit keer geschreven in co-auteurschap met Jenni Romaniuk. En ook dit keer fileert Sharp c.s. wat je denkt te weten. In ieder geval wat ik dacht te weten over WOM. Het is eigenlijk niet Sharp maar Romaniuk die de specialist op het gebied van word-of-mouth is. Zij is ook werkzaam bij het Ehrenberg-Bass Instituut in Australië. Daarnaast is ze redactionele waakhond van meerdere marketingmagazines, waaronder Journal of Advertising Research. Sommigen zullen haar kennen als de grondlegger van de Distinctive Asset Grid, waarmee je de strategische waarde en potentieel van de onderscheidende kenmerken van een merk kan bepalen.
In hoofdstuk 7 ‘Word-of-Mouth Facts Worth Talking About’ gebruikt ze de bekende structuur die we kennen van Sharp: bekende aannames worden haarscherp ontleed en genadeloos ontkracht. Ik deel graag zeven mythes waar ik zelf bijna twintig jaar in geloofde.
Dit artikel is geschreven door Thomas Creemers en verscheen eerder op