(Column) Nieuwe generaties, nieuwe ideeën

Met de publicatie van zijn magnum opus An Inquiry into the Nature and Causes of the Wealth of Nations in 1776 – kortweg aangeduid als ‘The Wealth of Nations’ – wordt de Schotse moraalfilosoof Adam Smith gezien als de grondlegger van het economisch liberalisme. Hij veronderstelde dat het nastreven van ieders eigenbelang de beste garantie is voor het maximaliseren van het maatschappelijk belang. Dit gedachtegoed werd vooral in Amerika, na de onafhankelijkheidsoorlog met Groot Brittannië (1775-1783), omarmd en in de eeuwen daarna heeft Amerika zich ontwikkeld tot een welvaartstaat, waar het neoliberale denken een centrale rol inneemt, met economische groei als mantra.

Door Jos Nijenhuis SMP*

Het succes van dit model in termen van welvaartsgroei is onweerlegbaar. Inmiddels is het bijna 2019 en staan wij aan het begin van wat inmiddels de vierde industriële revolutie wordt genoemd (Klaus Schwab, World Economic Forum): een periode van industriële convergentie waarin technologische ontwikkelingen als nanotechnologie, robotisering, kunstmatige intelligentie en het IoT ervoor zorgen dat de fysieke, digitale en biologische wereld steeds meer samenvloeien. Enerzijds zullen deze technologische ontwikkelingen zorgen voor ongekende mogelijkheden en een onvoorspelbare en gefragmenteerde consumentenvraag, anderzijds voorspelt het WEF dat tot 2020 7,1 miljoen banen geautomatiseerd of overbodig zullen worden.

We lijken dus een nieuw tijdperk te betreden, waarin de economische onzekerheid toeneemt en verschillen tussen mensen die ‘hebben’ en mensen die ‘niet hebben’ steeds significanter wordt. Dit vraagt om een herbezinning van fundamentele uitgangspunten. Misschien wordt het tijd om het genoemde mantra van economische groei na 250 jaar in te wisselen voor een gereguleerde groei, waarbij niet de individuele welvaart maar, geholpen door de nieuwe technologieën, een evenwichtige welvaartsverdeling binnen harde duurzaamheidsgrenzen centraal staat. Dat vraagt om een nieuwe manier van denken en ondernemen, namelijk creatief en betrokken. De Engelse econoom Kate Raworth heeft in haar succesvolle en controversiële boek Doughnut Economics (2017) een hernieuwd economisch model beschreven met als thema de vraag of ons economisch gedrag in dienst zou moeten staan van groei of van de medemens en de planeet. Wellicht één van de meest uitdagende vragen waarvoor de komende generatie zich gesteld zal zien…

* Jos Nijenhuis SMP MSc is Docent/instroomcoördinator/afstudeerbegeleider Hogeschool van Amsterdam (Business Engineering), freelance lecturer VU

Deze column is verschenen in MarketingTribune en wordt daarin afwisselend geschreven door een Senior Marketing Professional van NIMA.