Marketing Room 101: buzzwords, theorettes en zeikbegrippen

Een paar weken terug schreef ik al kort over een Festival of Marketing-programmaonderdeel dat we zeker gaan optuigen voor de NIMA Marketing Day van 2020: Marketing Room 101. Hoe heerlijk is het om in één keer met het hele vak af te spreken dat we sommige marketingbegrippen gewoon begraven? Nooit meer over hebben. Zand erover. Onbruikbaar, irritant, onwettig, 100 procent onzin, onbegrijpelijk. Denk even mee over marketing-fenomenen waar we voor eeuwig vanaf willen.

Marketing als wetenschap en vakgebied is een soort grondwet met een eindeloze stroom wetjes, verordeningen en jurisprudentie. Sommige noviteiten, zoals programmatic advertising of CRM, zakken na een paar jaar weg als ‘misschien toch minder relevant’. Marketingprofessor Byron Sharp kan er kostelijk over vertellen. Sommige fenomenen beklijven.

Op het eerder beschreven Festival of Marketing, in oktober in Londen, werd een heel podium opgetuigd met marketing-columnisten – Colin Lewis, Helen Edwards, Mark Ritson – om onder bezielende leiding van Marketing Week-redacteur Russell Parsons een beetje ruimte te geven aan oplopende irritatie over – wel, eeeh – marketingbegrippen en fenomenen die irriteren. Omdat ze niet kloppen, omdat ze niet goed worden begrepen of omdat het onuitroeibare denkfouten zijn. Werknaam Marketing 101, een fenomeen dat verwijst naar Orwells 1984. Het werd een kostelijke, beetje baldadige bijeenkomst.

Lees dit artikel op