Corona heeft B2B marketing voorgoed veranderd

Behoefte aan conversatie-optimalisatie en UX-design moeten een belangrijkere rol krijgen in het B2B-domein

Nu Nederland van het spreekwoordelijk slot is, zijn vrijwel alle corona-maatregelen verdwenen. We keren terug naar het ‘oude’ normaal. We gaan weer naar het restaurant en de kroeg, het mondkapje verdwijnt langzaam maar zeker uit het straatbeeld en velen van ons gaan weer (deels) naar kantoor. Maar echt terug naar het oude gaan we natuurlijk niet. We hebben immers ook veel geleerd van deze pandemie. Zo werd duidelijk dat plaats- en tijdonafhankelijk werken bereikbaarder was dan we eerder dachten. Al misten we het kantoor wel als ontmoetingsplek om met collega’s samen te zijn. Ook het B2B marketinglandschap is drastisch veranderd en zal nooit meer hetzelfde zijn.

Tot het moment dat we opeens allemaal thuis moesten werken, leunde de B2B-marketeer zwaar op zijn of haar sales-collega. In de jaarlijkse marketingplannen werd veel budget vrijgemaakt voor evenementen, brochures en relatiegeschenken om de accountmanager te ondersteunen in zijn relatie met (potentiële) klanten. En natuurlijk werden er online de nodige leads gegenereerd, maar deze werden snel overgedragen aan de accountmanager voor opvolging. De slimme B2B-marketeers hebben hierbij de kracht van content voor leadgeneration al verkend en ontdekt. Met verschillende typen content als blogs, whitepapers, e-magazines en video’s onderscheidden zij zich van hun concurrentie.

Dit artikel is geschreven door Robin Wollenberg en verscheen eerder op

Hoe genereer je als scale-up effectieve B2B-leads (deel 3/3)

Dit is het derde deel van een serie van drie artikelen over B2B-leadgeneratie voor scale-ups door Aico van Gogh van Jellow. Zelf aan de slag!

Leadgeneratie is marketing van de lange adem. Je bouwt aan een band met je doelgroep, waarbij je de behoefte aan informatie, inspiratie en overtuiging op maat probeert te faciliteren. Het draait niet om je eigen doel om snel succes te hebben of een deal te closen, maar op hulpvaardigheid. Het gaat dan ook om het doel van je prospect. Wanneer de prospect voldoende heeft aan de geboden informatie en niet verder wil gaan, dan is dat prima! Je hebt deze persoon geholpen met zijn/haar vragen. Wanneer de prospect wel verder wil gaan, zorg er dan voor dat je klaar bent om naar een volgende fase te gaan.

Zelf aan de slag met leadgeneratie (+tips)

Jeuken je handen om nu zelf aan de slag te gaan met leadgeneratie voor jouw start-up of scale-up? Hierbij een paar tips en geleerde lessen van Jellow:

1. Haal hulp van buitenaf. Wanneer je je pijnpunten in je customer journey wilt vinden, dan is hulp van buitenaf onontbeerlijk. Wees je bewust van je mogelijke blind spot. Een paar verse ogen kunnen je veel tijd besparen. Kom snel tot de kern en ga in de actiestand.

Dit artikel is geschreven door Aico van Gogh en verscheen eerder op

Hoe genereer je als scale-up effectieve B2B-leads (deel 2/3)

Dit is het tweede deel van een serie van drie artikelen over B2B-leadgeneratie voor scale-ups door Aico van Gogh van Jellow. Een stappenplan.

Start met simpele stappen

Bij Jellow zijn we dit traject gestart in kleine stappen, die je snel kunt oppakken. Deze aanpak zorgt voor snelle successen (maar ook mislukkingen) en motivatie binnen de teams. Daarnaast geeft dit ruimte om op hoog tempo te kunnen experimenteren en optimaliseren. Hieronder neem ik je mee in vijf snelle stappen, zodat je voor jouw scale-up ook aan de slag gaat met B2B-leadgeneratie.

NB. Deze aanpak werkt voor onze doelgroep en markt, maar wellicht zul je voor jouw scale-up aanpassingen moeten maken in bepaalde stappen.

  1. Doelstelling en strategie helder

Binnen Jellow werken we met de pirate funnel van Dave McClure, een model dat de customer journey opknipt in zes heldere fases. We zijn gestart met het identificeren van de punten in onze customer journey waarin we minder goed aanwezig zijn en niet optimaal in de behoefte van de klant voorzien. Dit zagen we met name in de awareness en acquisition fases, wat ervoor zorgde dat we niet tot activation over konden gaan.

Dit is geschreven door Aico van Gogh en verscheen eerder op

Lone B2B-wolf: kom es uit je hol!

De scherpste tips voor de eenzame B2B-marketeers om hogere output te realiseren (en gelukkiger te worden)

Binnen de wat meer traditionele B2B-organisaties zijn de marketing-verwachtingen vaak niet eens de resultaten, maar de oplevering van verschillende marketingcommunicatieactiviteiten. Die variëren van het up-to-date houden van de website en het schrijven van artikelen tot het ondersteunen van (sales-) activiteiten. We hebben zelfs het ondersteunen van de klantenservice voorbij zien komen! En vaak is er naast tijdgebrek ook nog eens geen partner binnen de organisatie waarmee je over marketinggerelateerde zaken kunt sparren. Dat is geen doen. Tijd voor actie. En een stevig standpunt.

In mijn laatste blogposting B2B-marketeers; je bent geen manusje van alles besprak ik hoe je als B2B-marketeer je afdeling beter positioneert binnen traditionele B2B organisaties. Helaas zijn er ook veel B2B-organisaties die de luxe niet hebben om een hele afdeling met meerdere marketeers of specialisten aan het werk te houden. We zien binnen B2B geregeld dat marketingafdelingen bestaan uit slechts één persoon, en soms werken die ook nog eens minder dan 40 uur per week. In de eerste plaats wil ik graag mijn respect uiten naar deze marketeers. Het is natuurlijk niet makkelijk voor jullie om echt alléén binnen een B2B-organisatie te opereren. Daarom geef ik in dit artikel een aantal handige tips voor die lone wolf marketeers onder ons.

Dit artikel is geschreven door Wing Cheung en verscheen eerder op

Hoe genereer je als scale-up effectieve B2B-leads (deel 1/3)

Dit is het eerste deel van een serie van drie artikelen over B2B-leadgeneratie voor scale-ups door Aico van Gogh van Jellow.

Je bent verantwoordelijk voor marketing bij een start-up of scale-up in B2B met grote ambities. Google Ads, social media advertising en een beetje seo zitten al in je gereedschapskist, maar je loopt tegen een limiet aan bij het binnenhalen van zoveel mogelijk kwalitatieve leads om verder door te kunnen groeien met je bedrijf. Hoe vaak heb je dan wel niet op het punt gestaan om advertorials, gastblogs of leadcampagnes in te kopen bij relevante contentplatformen om meer en betere leads binnen te halen? En als die campagnes of artikelen eenmaal live staan dan is het eindresultaat in de meeste gevallen niet wat je had verwacht.

Als adverteerder zoek je bij een contentplatform meer dan het standaardaanbod van awareness-campagnes met relevant doelgroepbereik, contentplaatsing en aanjaagcampagnes, zoals die op de tariefkaart staan. Content als blogs, artikelen, interviews, whitepapers, fact sheets en reviews is hiervoor niet genoeg. Dit soort content is prima voor je naamsbekendheid, zodat je doelgroep je leert kennen en bekend raakt met jouw product of dienst.

Dit artikel verscheen eerder op

Marketing&Facts: Koesteren is key

Succesvolle marketeers richten zich op het koesteren van leads en relaties.

In november 2020 kwam het Content Marketing Institute met zijn elfde jaarverslag B2B-contentmarketing. Vooral de meest recente uitgave is interessant omdat die inzichten verschaft over de werkwijze van de B2B-marketeer in deze uitdagende en ongekende tijd (die nog steeds niet geheel achter ons ligt).

Feiten en figuren. De professional in marketing, communicatie en sales krijgt er eindeloos veel te verstouwen. In deze augustusmaand een aaneengesloten serie van recente ontdekkingen en vondsten uit de wilde wereld van marketing, media, social (en wat verder ter tafel komt).

B2B-marketeers houden trends en onderzoek nauwlettend in de gaten. Vooral, volgens het CMI, omdat zij het zich niet kunnen veroorloven om achterop te raken. Als primaire schakels tussen merk en publiek is het belangrijk te weten wat er om ons heen gebeurt, wat de impact en implicaties zullen zijn en op welke manier de bedrijfsstrategieën hierop aangepast moeten worden. “De B2B-marketeer draagt daarom vaak ook de pet van change agent“, aldus het CMI.

Top-presteerders kiezen voor ‘koesteren’

Het rapport legt de onderscheidende krachten/kwaliteiten van de ‘meest succesvolle’ tegenover de ‘minst succesvolle’ B2B-marketeers bloot. Sommige inzichten roepen wat vragen op, maar desondanks is het boeiend even langs de meest interessante uitkomsten te lopen.

73 procent van de respondenten in de meest succesvolle organisaties zegt contentmarketing in te zetten om abonnees/doelgroepen/leads te plezieren. 38 procent van de slechtst presterende deed dit ook. Een kloof van 35 procentpunten.

In deze cijfers is de algemene evolutie in B2B-marketing, B2B-verkoop en het bedrijfsleven in het algemeen te zien. Een mentaliteitsverschuiving, waarbij kwaliteit steeds meer boven kwantiteit komt te staan. Het wordt belangrijker om selectiever en bedachtzamer te zijn over wie je wil bereiken en dan vervolgens in hen te investeren.

‘Nurturing’ is de term die daarvoor gebruikt wordt. Kortweg, de investering om in contact te blijven met je prospects, continue waarde te kunnen blijven leveren en om betrokken te blijven tijdens de klantenreis; het opbouwen van (klant)relaties. Naarmate die reis langer en complexer wordt, wordt de praktijk van het opbouwen van relaties des te moeilijker. En dat zal het leerpuntje zijn voor het meest rechtse rijtje, aldus het onderzoek.

Dit artikelis geschreven door Thomas Romers en verscheen eerder op

B2B-hengelen in een markt die er niet is

‘Vooral het merk kan enorme waarde te creëren voor bedrijven. Misschien dat 20 procent van de bedrijven dat begrijpt’

Het Ehrenberg-Bass Institute, bekend van Byron Sharp heeft zijn pijlen gericht op effectiviteit van marketing in B2B en kletste er vorige week weer eens tegenaan door botweg te stellen dat 95 procent van de B2B-kopers gewoon niet op zoek is naar jouw producten. Nieuw onderzoek wijst uit dat B2B-marketeers daardoor kansen missen, vooral door zich te concentreren op verkopen die nooit zullen plaatsvinden, in plaats van zich te richten op langetermijndoelen.

Naar aanleiding van het onderzoek verscheen eind vorige week een interview op Marketingweek met professor John Dawes van Ehrenberg-Bass, auteur van de laatste aflevering van een groot nieuw onderzoek dat is uitgevoerd voor het LinkedIn B2B Institute, en Jann Martin Schwarz, eindbaas bij de opdrachtgever. De hele serie onderzoeken is overigens voor iedereen beschikbaar en het specifieke deel over die 95 procent-regel vind je hier.

De meeste mensen zijn gewoon op geen enkel moment in de markt

Het idee dat B2B-marketingboodschappen eigenlijk vooral hun doel missen was ook in Nederland trouwens eerder al reden voor enige ophef, want het heeft nogal diepgaande implicaties. Al klínkt het allemaal niet als rocket science: Volgens het rapport wisselen bedrijven bijvoorbeeld ongeveer elke vijf jaar van aanbieder van diensten als bankieren, juridisch advies, software of telecom. Dat betekent dat er dus in een bepaald jaar slechts 20% op de markt is voor die diensten en slechts 5 procent in een specifiek kwartaal.

“Als ik klanten achterna zit in het zakenbankieren, is het handig om te beseffen dat in een bepaald jaar slechts één op de tien van hen op zoek is naar een nieuwe bank of van hoofdbank verandert”, legt Dawes uit. “De cyclus vindt plaats over een behoorlijk aantal jaren.”

Geheugenlinks

Wereldwijd hoofd van het LinkedIn B2B Institute, Jann Martin Schwarz, is het ermee eens dat het hele inzicht niet zo wereldschokkend is, maar wel dat de consequenties ver reiken. Want veel bedrijven realiseren zich volgens hem niet dat de meeste mensen gewoon op geen enkel moment in de markt zijn voor welk product dan ook en dat bedrijven er dus beter aan doen zich op lange termijn te richten. Een geluid dat – nou ja – hier vanmorgen ook al doorklonk in de posting van René van Dijk.

En het hele inzicht heeft niet alleen betrekking op het effectiever richten van marcom, maar ook op bredere strategieën. Dawes zegt dat de bevindingen van het rapport uitwijst dat reclame voornamelijk werkt door geheugenlinks naar een merk op te bouwen en die op te frissen, in plaats van door de directe verkoop te stimuleren. Dit betekent dat wanneer klanten wél op de markt zijn, ze merken herinneren die in het verleden effectief hebben geadverteerd, en meestal gedurende een lange periode. “Als je reclame beter merkrelevante herinneringen opbouwt, wordt je merk competitiever”, legt hij uit.

“Je bent het spel al kwijt voordat je er zelfs maar aan begonnen bent”

Al betekent dat nog niet dat merken de kortetermijntactiek maar volledig moeten opgeven om zich helemaal toe te leggen op merkopbouw. “Er zijn ook klanten die net op de markt zijn gekomen”, zegt Dawes. “Als we klanten in de markt kunnen identificeren, kunnen we ze proberen te bereiken met campagnes. Maar het is wel zo dat merkbekendheid daarbij superbelangrijk is. Om een ​​merk te laten groeien, moet je adverteren voor mensen die nu niet op de markt zijn, zodat wanneer ze de markt wel betreden, jouw merk er een is waarmee ze bekend zijn.”

Return On Investment

Beiden gaan ook weer redelijk los op de ’terreur’ van de ROI want het bewijzen van de waarde van marketing op directieniveau blijft toch voor hele volksstammen een uitdaging. Dawes benadrukt dat marketeers zouden moeten stoppen met het gebruik van ‘misleidende ROI-cijfers’ die een verkoopstijging op korte termijn laten zien als reactie op een stimulus. In plaats daarvan zouden ze zich moeten concentreren op een manier om te illustreren hoe langetermijninvesteringen in merk divident opleveren.

Aantonen hoe meer consumenten een advertentiecampagne correct kunnen toeschrijven aan een bepaald merk, of onderscheidende brand assets als een logo of bedrijfskleuren kunnen herkennen, in vergelijking met een concurrerend bedrijf, kan een manier zijn om dat te doen. Schwarz van LinkedIn: “Als je baas je zegt: ‘Ik wil dat al onze marketinginitiatieven binnen de komende twee maanden een positieve ROI laten zien’, ben je het spel al kwijt voordat je er zelfs maar aan begonnen bent. Je meet verkeerd wat succes betekent en daarom ga je je marketingactiviteiten verkeerd beheren. Dat gebeurt veel en dat moet veranderen. Marketing, en vooral merk, heeft het potentieel om enorme waarde te creëren voor bedrijven. Ik zou zeggen dat misschien 20 procent van de bedrijven in de wereld dat begrijpt.” De hele lange versie van het interview, nog niet achter de pay wall, lees je hier.

Dit artikel is geschreven door Luuk Ros en verscheen eerder op

NMD21: Van Wijnen: ‘Onze droom is het online bestellen van een woning’

Op 9 september 2021 vindt in DeFabrique te Utrecht Nima Marketing Day 2021 plaats. Ada Antonides en Karen Pasman van bouwconcern Van Wijnen nemen een van de presentaties voor hun rekening. Een korte kennismaking.

Door Nanny Kuilboer

Karen Pasman en Ada Antonides zijn respectievelijk marketingmanager bij Van Wijnen en marketingmanager Fijn Wonen, een start-up binnen Van Wijnen met alle vrijheid om te innoveren. Van Wijnen is een Nederlands bouwconcern actief in projectontwikkeling, woningbouw, renovatie en transformatie, gebiedsontwikkeling en vastgoedbeheer.
Na jarenlang aan bureauzijde te hebben gewerkt, is Pasman sinds 2019 in dienst bij Van Wijnen. Zij is verantwoordelijk voor het marketingteam op het hoofdkantoor, dat ondersteunend is aan de regio’s en vestigingen die commercieel verantwoordelijk zijn.
Antonides is verantwoordelijk voor het merk Fijn Wonen, dat als start-up binnen Van Wijnen alle vrijheid heeft om te innoveren.

Wat is jullie persoonlijke motivatie om te spreken tijdens Nima Marketing Day?
Het is fantastisch om inspiratie te halen bij collega-marketeers en ontzettend leuk om daar zelf een bijdrage aan te leveren.

Wat is jullie in termen van marketing de eerste maanden van 2021 het meest opgevallen?
Nooit eerder konden we in een B2B-omgeving als die van ons zo effectief gebruikmaken van digitale middelen als webinars, online discussiepanels en podcasts. Het medium is vanwege corona in 2020 binnen no time geïntegreerd geraakt en daarmee een waardevolle toevoeging aan onze middelenmix.

Heeft corona (jullie) marketing veranderd?
Jazeker. Ten aanzien van Fijn Wonen bijvoorbeeld. Het plan om een online woningconfigurator te bouwen, lag er natuurlijk al lang vóór corona, maar waar we mensen eerst moesten overtuigen van het concept, hoeven we nu alleen nog maar uit te leggen wanneer het af is. Met de online woningconfigurator kan iedereen zelf online zijn droomhuis samenstellen.

Wat vinden jullie het goede aan een samenkomst als NMD?
In de dagelijkse rush van de dingen vergeet je soms wel eens wat voor superleuk vak wij eigenlijk hebben. Tijdens NMD kun je daar niet omheen, genoeg inspiratie om je helemaal weer op te laden.

Kunnen jullie een tipje van de sluier lichten waarover jullie NMD-verhaal gaat?
Woningbouw is doorlopend in het nieuws als hoofdpijndossier: woningnood, huizenprijzen die de pan uit rijzen, schadelijke stoffen, gebrek aan grondstoffen, gebrek aan vaklieden…  Maar er gebeuren ook zulke mooie hoopvolle, geweldige dingen… Daar gaan wij wat over vertellen.

Wat hoop je dat bezoekers van jullie sessie meenemen naar huis?
Elke sector heeft zijn eigen uitdagingen, maar één ding zie je overal: we vinden onszelf opnieuw uit. Ik hoop dat wij inspiratie kunnen bieden over hoe je dat aanpakt, hoe stoffig, vastgeroest of vergrijsd je als bedrijf of afdeling ook denkt te zijn: er is altijd ruimte voor vernieuwing.

Een digitale revolutie in de bouw
De bouw? Daar draait het toch om ons kent ons, old boys networks en vriendjespolitiek? Of toch niet? De wereld verandert en de bouw innoveert mee. Waar in veel sectoren de ‘disruptors’ van buiten komen, is in de bouw het omgekeerde aan de hand. Van Wijnen is daar met het merk Fijn Wonen misschien wel het beste voorbeeld van. Er is lef voor nodig om je eigen proces volledig opnieuw uit te vinden en te digitaliseren, te investeren in een eigen woonfabriek én een nieuw merk in de markt te zetten. Onze droom: het online bestellen van een woning of woonwijk. Betaalbaar, circulair, duurzaam én alles 100% gedigitaliseerd. Met recht een digitale revolutie.
We bespreken de merkenarchitectuur die we hierin hebben gekozen, de transformatie die we als organisatie doormaken, de gevolgen voor onze middelen en kanalen en hoe we de commerciële voorhoede van ons bedrijf meenemen in deze vernieuwingen.

Dit artikel verscheen eerder op MarketingTribune

Ritson tot de B2B-marketeers: Sharp had gelijk

Bottom line sloot marketingprofessor zich behoorlijk aan bij de bevindingen van het LinkedIn-onderzoeksteam

Door Luuk Ros

IMPACT was het motto van het tweede NIMA B2B Marketing event, afgelopen dinsdag 29 juni gehouden in de virtuele ruimte. B2B-marketeers snakken misschien wel meer dan welke subgroep van het marketingvak dan ook naar relevantie en het vermogen om het verschil te maken. Niet omdat ‘hun’ marketing zo afwijkt, integendeel, maar de organisatie van marketing in de B2B-economie is gewoon niet overal ideaal.

Ruim 150 marketeers in bisnistobisnis waren daarom virtueel bijeen gekropen om via een achtbaan aan case-stories en met twee pittige key notes te bediscussiëren hoe het allemaal beter kan in B2B. Hoe je impact maakt en hoe je die wat eigenaardige achtergestelde positie van marketeers met een hijgende salesafdeling het best van munitie voorziet. En om het allemaal wat kracht bij te zetten werd de strengste marketingpurist van het westelijk halfrond virtueel ingevlogen. Mark Ritson, de foeterende en snerende marketingprofessor die zo langzaamaan een grotere Nederlandse fanbase heeft dan die in het VK, waar hij doceerde en een groot deel van zijn arbeidzaam bestaan doorbracht.

Als Ritson spreekt schrijf ik graag mee. Niet omdat van zijn optreden écht veel noviteit te verwachten valt, qua opvattingen en marketingtheorie. Zijn spreekbeurten zijn meestal een taylor-made samenvatting van zijn columns op Marketingweek – maar het voelt soms alsof je middenin discussies over cookiewetgeving en purpose weer even wordt onderwezen in marketing as it is. Meninkjes en theorettes worden door hem genadeloos afgevoerd, marketingwetenschap en – onderzoek krijgen weer een podium.

Ritson besprak vijf thema’s. Het hadden er ook vijftien of vijftig kunnen zijn

Misschien omdat het publiek bestond uit overwegend geschoolde B2B-marketeers, wist Ritson er gisteren toch weer een mooie draai aan te geven die tot nadenken stemde. Een dag later merk je wat er van zijn verhaal beklijft. Daar sta je mee op. Ritson besprak gisteren vijf thema’s. Het hadden er ook vijftien of vijftig kunnen zijn, maar de tijd was beperkt, dus het werden market oriëntation, de drie fasen van planning, de lange en de korte looptijd van marketingstrategie, ‘two speed targetting in B2B‘, en positioneren.

Market orientation

Het is de meestgemaakte ‘fout’ in marketing maar hij is even logisch als onvermijdelijk: n=1. Het verschijnsel dat je vaak onbewust uitgaat van je eigen ervaring, kennis en maatschappijvisie werd door Ritson uitgelicht aan de hand van voorbeelden uit onderzoek. Vraag marketeers naar hun leven en ze schetsen een beeld van innovatieve geesten en early adapters van allerlei noviteit. Vraag hun klanten hetzelfde en je krijgt een doorgaans wat conservatiever beeld, maar vraag vervolgens aan marketeers wat ze dénken dat hun klant bezighoudt en het beeld is tamelijk ontluisterend: veel marketeers schatten in dat hun doelgroep op hén lijkt. Of erger: gaat lijken, maar daarvoor nog wat tijd nodig heeft.

Het verleidde Ritson om organisatie- en managementgoeroe Peter Drucker weer eens aan te halen: “Marketing is not only much broader than selling; it is not a specialized activity at all. It encompasses the entire business. It is the whole business seen from the point of view of its final result, that is from the customer’s point of view.” Die ‘customers point of view‘ zou nooit als een gegeven mogen worden opgevat, maar eerder als permamant object of observation.

De drie fasen van planning

In een soort ultieme poging het vak ‘marketing’ zo begrijpelijk mogelijk te maken, ook voor mensen ín het vak, lanceerde Ritson een jaar of vijf geleden het drie-fasenmodel, of het ‘ballenschema’ zoals de Nederlandse marketingonderzoeker Ronald Voorn dat beschijft in hoofdstuk 1 van het NIMA Marketingfacts Jaarboek. Uit diagnose volgt strategie, uit strategie volgt tactiek. Marktonderzoek valt onder ‘diagnose’, marketingtactiek is – bijvoorbeeld – reclame. Aan het eind van een boekjaar gebruik je de resultaten van de tactiek weer om een nieuwe diagnosevraag op te stellen en is de cirkel rond. Marketingdiagnose, marketingstrategie en marketingtactiek zouden alledrie even zwaar moeten wegen in het dagelijks werk van een marketeer, maar vooral B2B-marketeers weten als geen ander dat die praktijk nogal weerbarstig kan zijn.  

Ritson blijft een beetje schaven aan zijn ballenmodel, schreven we al eerder over, maar de eenvoud ervan maakt het wel ultiem bruikbaar om ook interne stakeholders, zeg ‘een salesmanager in B2B’ ervan te doordringen wat marketing ís en welke volgorde wordt aangehouden. Het maakt het ook goed mogelijk om te achterhalen en uit te leggen waarom marketing soms níet werkt, bijvoorbeeld wanneer de strategie niet volgt uit de diagnose.

De lange en de korte looptijd van marketingstrategie

Bij het derde punt dat hij uitlichtte in zijn presentatie werd het echt interessant, althans voor B2B-marketeers, want hier kwam een specifiek pijnpunt naar voren. Ritson is groot bewonderaar van Binet & Field en het zaagtandmodel dat ze een aantal jaar geleden lanceerden. Marketingfactsblogger Ingmar de Lange heeft daar veel over geschreven, maar de kortste uitleg is dat ‘activatie’ vaak de voorkeur krijgt in marketingcommunicatie, waar ‘branding’ juist naar de achtergrond verdwijnt. Activatie werkt kort en hevig, branding heeft wat meer tijd nodig, maar de effecten op lange termijn zijn weer groter. En activatie werkt op haar beurt weer beter bij een goed gepositioneerd merk. Maak je je actie een succes of maak je je merk groter? Daar komt de afweging op neer.

Tamelijk arbitrair stelde Ritson dat de ideale mix in B2C ongeveer op 40-60 ligt, ten gunste van branding dus, en in B2B eerder op 50-50. Maar juist in B2B, met een verkoopapparaat dat wordt afgerekend op keiharde verkoopresultaten, is het vaak enorm lastig te beargumenteren waaróm moet worden geïnvesteerd in de kracht van het merk. De kost gaat bij branding immers altijd voor de baat uit en houd dan je poot maar eens stijf aan het eind van een boekjaar. Het gevolg is een nóg heviger inzet op de korte termijn, waardoor het merk verliest aan waarde tot er uiteindelijk alléén nog maar wordt ingezet op het vullen van de funnel en het merk feitelijk ieder boekjaar opnieuw op nul begint en er eerder sprake lijkt van een zaagtand-zaagtandmodel. Ritson haalde de ‘merk’-argumenten nog eens van stal: branding is voor de lange termijn, geeft ruimte aan het managen van een merk en bouwt aan dat merk. Activatie profiteert alleen van merksterkte of doet er zelfs afbreuk aan.

Two speed targetting in B2B

Dat een mens nooit is uitgeleerd wist Ritson mooi te verpakken door een fittie tussen hem en dé marketingmind van het vorig decennium aan te halen: Byron Sharp. Laatstgenoemde is een hardliner als het gaat om de afweging of je nu moet communiceren op de massa of juist zeer gepersonaliseerd op zoek moet naar die ene klant die je ‘custom made‘ benadert. Wie geld wil verdienen, beperkt zich bij voorkeur tot massaal schieten met hagel op zoveel mogelijk klanten, vindt Sharp. Maar voor personalisatie van communicatie valt ook iets te zeggen, vond Ritson. En daar hadden de marketingprofessors ooit een debat over in Londen, dat volgens de toen aanwezigen uitpakte in het voordeel van de vloekende en welbespraakte Ritson. Met enig gevoel voor drama werd dat debat destijds ‘the clash of the marketing titans‘ genoemd.

Massamedia zijn tamelijk ordinair en onpopulair bij veel nieuwe vakgenoten

Die ‘overwinning’ was niet geheel terecht geeft Ritson tegenwoordig toe. Uit de duizenden Effie-cases die hij nadien bestudeerde bleek steeds opnieuw dat het effect, dus keiharde omzet of bewijsbare stijging van merkvoorkeur, vrijwel altijd het gevolg bleek van rammen en knallen op tv, of een ander afgeschreven massamedium. Tamelijk ordinair en onpopulair bij veel nieuwe vakgenoten, maar het is niet anders. En er is ook weinig reden te veronderstellen dat dat in B2B anders zou liggen, al wilde Ritson maar zeggen dat het één het ander ook niet uitsluit en je positief kunt bijdragen aan marketingresultaat. In die zin werk je in twee snelheden: de langzame opbouw van een sterk merk naast de snellere activatie in de vorm van scherp geschoten acties. Allemaal wat afhankelijk van je bestaande situatie, maar bottom line sloot Ritson zich behoorlijk aan bij de bevindingen van het LinkedIn-onderzoeksteam onlangs dat stelde dat veel B2B-marketingcommunicatie te weinig oog heeft voor de lange termijn en in veel gevallen tamelijk zinloos is.

Positioneren

Ter afsluiting stond Ritson nog even stil bij de naar zijn idee enorm slecht begrepen positie van positioneren in marketing, want dat is – zo vindt hij – veel te veel een ding op zichzelf geworden, met name waar het gaat om het zoeken naar nét dat ene ding dat je zo doet verschillen van concurrenten. Kort en goed: dat ene ding is er vaak niet écht, de klant ziet het niet en er wordt veel te veel op gehamerd in de zoektocht naar succes ten opzichte van de concurrent. Laat die concurrent met rust en verdiep je in de markt, wilde Ritson maar weer zeggen.

Door positionering zo zacht te maken als ‘het gewenste imago bij de klant’ wordt het ook niet groter dan het zou moeten zijn, want afgezet tegen zoiets krachtigs als merkvoorkeur leggen alle productspecs het weer af en wordt er keurig gekocht in lijn met de gewoonten van een klant of vertrouwen in een fabrikant. Het eindeloze gedraai ten spijt: wie opereert in een competatieve omgeving doet er beter aan te werken aan dat vertrouwen en ‘mentale merkmeerwaarde’ dan aan het uitvergroten van kleine verschillen in prijs, product of een extra feature op de spoiler van de achterklep.

Afgaand op de vragenronde na afloop mag worden opgemaakt dat de professor het weer voor elkaar had en dat de basic facts voor B2B-marketeers even waardevol zijn als voor hun collega’s die zich tot ‘de consument’ richten. Dat was sowieso een beetje het gevoel dat beklijfde na een middag meeluisteren met B2B-marketeers. Het geloof dat marketingprincipes in een zakelijke omgeving nauwelijks verschillen van die in de gewonemensenwereld wordt er wel gedeeld. Dat de verschillen tussen dat wéten en ook echt iets kunnen veranderen in de praktijk nog groot zijn, illustreert het belang van zo’n community. Die spreekbeurt van Ritson zette het alleen wel lekker op een rij allemaal.

Dit artikel verscheen eerder op