Op 9 september 2021 vindt in DeFabrique te Utrecht de Nima Marketing Day 2021 plaats. Laurens Miedema, manager Marketing en Communicatie van Gamma neemt een van de presentaties voor zijn rekening. Een korte kennismaking.
Laurens is na zijn studie Economie aan de UvA sinds jaar en dag actief in diverse rollen bij bouwmarktorganisatie InterGamma. Na o.a. aan de wieg te hebben gestaan van de succesvolle webshops, is hij sinds januari 2019 verantwoordelijk voor hoe Gamma zich presenteert in het land, met zijn 3 teams brand&content, activatie en format.
Wat is jouw persoonlijke motivatie om te spreken tijdens Nima Marketing Day? Mijn gezicht laten zien, mensen leren kennen. Ik wil ook Gamma als vooruitstrevende retailer neerzetten en laten zien dat we geen ingeslapen club zijn.
Wat is je in termen van marketing de eerste maanden van 2021 het meest opgevallen? Veel aarzeling -buiten food en loterijen- om er vol voor te gaan. Weinig sprankelende en weinig opvallende retailers gezien. Gezien de marktsituatie waren ze dus zeer rustig.
Heeft corona (jouw) marketing veranderd? Ja, we hebben veel stopgezet, maar toch de zichtbaarheid hoog proberen te houden. Meer inhouse productie gedraaid en scherper op productiebudgetten gelet.
Wat vind je het goede aan een samenkomst als NMD? Ideeën opdoen, inspiratie, van elkaar leren, mensen leren kennen en jezelf als werkgever laten zien
Kun je een tipje van de sluier lichten waarover jouw NMD-verhaal gaat? Door gebruik te maken van analytics, juiste tooling, is relevantere (zowel in verschijningsvorm, alsook in lengte van bv de video’s) content geproduceerd. Dit heeft geleid tot een dominante positie op de categorieën die voor Gamma dominant zijn
Wat hoop je dat bezoekers van jouw sessie meenemen naar huis? 1. Gamma is vooruitstrevend leuk merk, ook om voor te werken. 2. Content maak je voor je klant, niet voor je categoriemanagers. 3. Slimme inzet van middelen kan tot groot effect en tot groot bereik leiden. Daar zijn geen tonnen voor nodig.
Op 9 september 2021 vindt in DeFabrique te Utrecht Nima Marketing Day 2021 plaats. Nicole Freid RM, directeur marketing & innovatie bij Hak neemt een van de presentaties voor haar rekening. Een korte kennismaking.
Nicole Freid RM, is sinds 8,5 jaar Directeur Marketing en Innovatie van HAK, of HAK-tivist zoals zij zelf zegt. Nicole startte haar loopbaan bij L’Oreal en werkte vervolgens in marketingrollen bij Beiersdorf, Spadel en Mars. Ze is Bestuurslid van de BVA en haar missie draait om het bouwen van merken en innovatie met een positieve impact. De missie van HAK is iedereen helpen meer plantaardig – meer groenten en peulvruchten – te laten eten en zich daarnaast in te zetten voor lokale duurzame teelt.
Wat is jouw persoonlijke motivatie om te spreken tijdens Nima Marketing Day? Anderen te inspireren hoe een positieve impact te maken met je merk door vanuit de maatschappelijke rol van je merk te denken én buiten de kaders te durven gaan.
Wat is je in termen van marketing de eerste maanden van 2021 het meest opgevallen? Het inspelen op het heropenen van de samenleving
Heeft corona (jouw) marketing veranderd? Nee. Wij zijn blijven doen wat we al deden: mensen helpen meer groenten en peulvruchten te eten die we lokaal en duurzaam willen telen.
Wat vind je het goede aan een samenkomst als NMD? Het delen van vakkennis, ervaringen en cases met elkaar om het vak en elkaar vooruit te blijven stuwen
Kun je een tipje van de sluier lichten waarover jouw NMD-verhaal gaat? De missie en strategie van HAK als bedrijf en als merk en hoe dit relevant is voor de consument en de maatschappij en hoe je impact kunt maken door echt vanuit je maatschappelijke rol te denken en buiten de gebaande paden durft te gaan. Ook wil ik laten zien hoe je op andere manieren zichtbaar en relevant kunt zijn voor consumenten dan alleen via de gebruikelijke product en reclame.
Wat hoop je dat bezoekers van jouw sessie meenemen naar huis? Inspiratie om ook met hun merk een positieve impact te maken die tegelijkertijd bouwt aan de brand equity.
Van podcasts onderweg naar podcast thuis op de bank
Podcasts zijn niet meer weg te denken uit het dagelijks leven. Op weg naar het werk in de auto, via oordopjes op de fiets of luidkeels via de speakers in de woonkamer, overal kun je luisteren naar casts die je interesseren. Hoeveel mensen luisteren naar de digitale geluidsbestanden?
Feiten en figuren. De professional in marketing, communicatie en sales krijgt er eindeloos veel te verstouwen. In deze augustusmaand een aaneengesloten serie van recente ontdekkingen en vondsten uit de wilde wereld van marketing, media, social (en wat verder ter tafel komt).
Al in 2019 was duidelijk dat de groei van het aantal podcastluisteraars niet meer te stoppen was. Destijds kende Nederland meer dan vijf miljoen actieve luisteraars, aldus Consultancy.nl. Dat de mediaconsumptie van onder andere podcasts de afgelopen jaren zo is gestegen, komt met name doordat het zogenoemde ‘lineair consumeren’ van content, dus via radio, steeds meer onder druk kwam te staan door de opkomst van streamingdiensten als Spotify en andere muziek- en podcastapps.
De podcastmarkt vandaag de dag
Reuters Institute heeft met behulp van YouGov onderzoek verricht naar digitale-nieuwsconsumptie in twintig verschillende landen. Daaruit tekenen de onderzoekers op dat 31 procent van de bevolking die online ‘leeft’ in de afgelopen maand naar een podcast heeft geluisterd.
Toch is dat aandeel ten opzichte van het vorige jaar niet verder gestegen. Dat komt waarschijnlijk omdat veel dagelijks woon-werkverkeer is weggevallen door het gedwongen thuiswerken tijdens de pandemie. En juist dit dagelijkse moment in de auto is volgens het onderzoek een belangrijk moment om een podcast aan te zetten en uit te luisteren.
De consumptie binnenshuis is juist gestegen, wat de daling van consumptie onderweg compenseert. Zo is volgens de onderzoekers te concluderen dat de netto-coronaimpact op gebruik neutraal is geweest en dat het percentage van 31 procent precies hetzelfde is als vorig jaar.
Ierland podcastland
De onderzoeksresultaten schetsen dat de podcast het meest geliefd is in Ierland. 41 procent van de mensen met toegang tot het internet luisterde er naar een podcast. Dat is tien procent boven het gemiddelde in de twintig onderzochte markten.
Daarna volgen Spanje (38%), Zweden (37%), Noorwegen (37%) en de Verenigde Staten (37%). Ter vergelijking: slechts 22% van de online Britse bevolking luistert naar podcasts en slechts een kwart doet hetzelfde in Japan (25%) en Duitsland (25%).
Loopt Nederland achter?
Landen als Nederland, België, Duitsland en het VK laten juist cijfers zien die onder het gemiddelde liggen. Betekent dit dan ook dat de podcast hier (nog) niet in trek is of is er een andere oorzaak?
De onderzoekers wijzen het tweede punt aan als de mogelijke oorzaak. De cijfers kunnen vertekend zijn doordat de luisteraars in deze landen eerder kiezen voor het consumeren van openbare apps waar podcasts te beluisteren zijn. Dan komen deze cijfers onder ‘on demand radio’ in plaats van onder de podcasts.
Diversiteit in platforms
De grote diversiteit in platforms maakt het lastig om alle cijfers in één perspectief te kunnen beoordelen. Doordat er op iedere markt wel andere mogelijkheden en apps zijn om podcast-inhoud te consumeren, zijn de cijfers aanzienlijk vertekend. Zo wordt de app BBC Sounds veel gebruikt in het VK, kiezen de Amerikanen en Australiërs eerder voor YouTube-podcasts en hebben de Duitsers een voorkeur voor Spotify. In Nederland kun je je podcast ook luisteren via Apple, Juke en bijvoorbeeld de app van NPO Radio 1.
Waarom zijn podcasts hip en happening?
Uit het eerder aangehaalde onderzoek van Consultancy.nl komt naar voren dat ontspanning (67 procent) en amusement (56 procent) de belangrijkste redenen zijn om naar een podcast te luisteren. Toch zijn er ook genoeg redenen om juist níet naar een podcast te luisteren. In Europa en de VS worden redenen als ‘niet genoeg tijd’ en ‘de podcasts bieden me niets wat ik niet elders kan vinden’.
De mensen die wél luisteren kiezen hun podcasts vooral uit op basis van aanbevelingen van vrienden, familie en collega’s, én door te zoeken op internet. Al valt op dat het opzoeken van interessante podcasts via internet vooral iets is wat Europeanen doen.
Een analyse van WARC wijst uit dat internetgebruikers over de hele wereld per dag zo’n 55 minuten besteden aan het luisteren naar podcasts. Dat komt overeen met zo’n 27 procent van hun gehele audio-activiteit.
Door de populariteit van podcasts trekt het ook steeds vaker adverteerders aan om er reclameboodschappen op te plaatsen. Eerder beweerde MAGNA dat publiek van podcasts tot wel drie keer ontvankelijker is voor advertenties dan tv-kijkers. De ideale kans dus voor marketeers – zo lijkt, maar wc-eend – om zich met advertising op podcast te storten. Benieuwd of dat de populairiteit van negatief beïnvloedt…
Dit artikel is geschreven door Thomas Romers en verscheen eerder op
Adverteren rondom series en films wordt steeds lastiger met al dat streaming-gebeuren. Oplossing? Product placement!
Linear tv-kijken wordt steeds minder vaak gedaan, waardoor de aantrekkelijkheid voor adverteerders om met commercials rondom uitzendingen op vaste tijdstippen te gaan zitten, sterk verminderd is. Mensen kijken steeds vaker via onder andere streaming-diensten en daar zijn nu juist geen advertenties op te zien. Ergo: consumenten komen minder in aanraking met traditionele tv-reclames. Daar moet dus wat op verzonnen worden. Meer inzet van product placement!
Ook voor de andere partij, het medium zelf, zitten er voordelen aan. Doordat traditionele tv-advertentieinkomsten ontbreken, kan product placement een manier zijn om een deel van de productie te bekostigen.
Product placement is niet alleen vanwege streaming en kijken op de mobiel een zeer populaire vorm van adverteren aan het worden, ook de steeds betere slimme manieren van dataverzamelen draagt eraan bij. Volgens Bloomberg wordt product placement langzaamaan steeds meer tech-georiënteerd en om zo goed te kunnen aansluiten op data-gedreven strategieën die momenteel goed werken voor bijvoorbeeld Facebook en Google.
Hoe oud is product placement? Product placement is zeker niet nieuw (wie herinnert Yakult in de serie Baantjer nog bijvoorbeeld, of heel lang geleden de Ikea-bank in Zeg ‘ns Aaa), het wordt als sinds eind jaren twintig en zeker vanaf de jaren vijftig ingezet.
Maar eigenlijk gebeurde het nog eerder! Jules Verne noemde in zijn roman ‘De reis om de wereld in 80 dagen’ (1873!) al rederijen (die daarom hadden gevraagd) en op een schilderij van de Fransman Édouard Manet ‘Een bar in de Folies-Bergère'(1882) was duidelijk het biermerk Bass te zien. Maar kleine disclaimer, zowel bij Verne als bij Manet weten we niet of ze er ook betaald voor kregen – wat het pas echt tot product placement zou maken.
Bloomberg schrijft over het product placement-bureau BEN en interviewde de baas ervan, Ricky Ray Butler.
De dagen dat hele volksstammen naar dezelfde show keken op hetzelfde moment zijn allang voorbij. Toen kon je met product placement nog hagelschieten: je bereikte veel mensen, hopelijk bleef je product bij een aantal van hen hangen. Hedendaagse kijkers laten volgens Bloomberg het algoritme van bijvoorbeeld Netflix bepalen welke serie ze gaan kijken en de keuze is immens. Entertainment-consumenten delen zich vanzelfsprekend op in kleinere, like-minded groepjes. Dit houdt voor adverteerders in dat ze een minder groot bereik hebben, maar wel een gerichter publiek kunnen bereiken áls ze het goed doen.
Met hulp van technologie
Technologie kan hierbij helpen. Het genoemde bureau BEN (eigendom van Bill Gates) ontwikkelde via kunstmatige intelligentie en machine learning een manier om redelijk nauwkeurig te kunnen bepalen welke nieuwe tv-shows een hit kunnen worden. BEN is van plan om samen te werken met een databedrijf genaamd Company 605, dat informatie verzamelt van settopboxes en smart-tv’s, wat zorgt voor ‘nieuwe digitale flexibiliteit’, aldus Bloomberg.
Product placement in cijfers De waarde van product placement in media wereldwijd groeide met 14,5 procent tot 20,57 miljard dollar in 2019 (met als grootste kanaal tv, goed voor 14,05 miljard dollar), berekende PQ Media. Het onderzoeksbureau verwacht dat de omzet van product placement met 13,8 procent zal groeien in 2021 en in 2024 een omzet bereikt van 32,85 miljard dollar.\
Mensen die dezelfde serie bekijken, kunnen op basis van verzamelde en gekoppelde data verschillende producten zien, afhankelijk van wie ze zijn en waar ze zich bevinden. Dus de een ziet de held in een film in een zak Doritos grijpen, de andere kijker ziet ‘m een zak Lay’s Cheese Onion leegeten. Het ligt er maar net aan welk merk bij welk kijkersprofiel past.
“Als je de inhoud kunt analyseren en je hebt de technologie waarmee je kunt voorspellen hoe je je doelgroep het beste kunt targeten, kun je letterlijk elke week de impact van een Super Bowl-advertentie hebben”, zegt Ricky Ray Butler, de CEO van BEN vol zelfvertrouwen. “Er is namelijk zoveel content beschikbaar.”
En, zoals Quote in april al terecht opmerkte: waarom zou je de product placement maar één keer verkopen? “Enkele weken, maanden of jaren later kunnen de toegevoegde merken of producten eenvoudigweg vervangen worden door andere merken, die een nieuw product te pluggen hebben. Of net even wat meer bieden. De makers van het Amerikaanse tv-serie Modern Family hebben hier al voorzichtig mee geëxperimenteerd.”
Groeiende aversie tegen hypertargeted ads
Bloomberg noemt nog een voordeel voor product placement: de groeiende aversie van consumenten te aanzien van hypertargeted online ads. Kijkers raken niet alleen steeds meer geïrriteerd door de constante onderbreking van series door reclameblokken – waardoor ze bereid zijn te betalen voor reclamevrije streamingdiensten – ze worden ook horendol van advertenties die hen online achtervolgen als ze een keer een product, merk of dienst via Google of op Facebook hebben opgezocht. Apple onderneemt al stappen om hyperfocused advertising te beperken en Bloomberg verwacht dat er meerdere bedrijven zullen volgen. Hier ligt dus een kans voor product placement! Product placement moet de kijker prikkelen, niet irriteren. Vandaar ook de slogan van BEN: ‘Be the entertainment, not the interruption’.
Allen Adamson, medeoprichter van marketingbedijf Metaforce zegt tegen Bloomberg: “Product placement kan natuurlijker overkomen.” Wat mooi meegenomen is, aangezien volgens hem marketeers op zoek zijn naar authenticiteit.
Niet zo authentiek
Authenticiteit is wat minder relevant als het gaat om product placement in oude films, waar BBC onlangs over schreef. Een Brits techbedrijf, Mirriad, heeft een techniek ontwikkeld om productuitingen in elke tv-serie of film te plaatsen. In onderstaand filmpje zie je hoe Mirriad te werk gaat.
E.T. op een Moof?
Product placement in oude films kan natuurlijk ook aantrekkelijk voor bijvoorbeeld Netflix zijn om op deze manier aan ouder werk te verdienen. Het is natuurlijk de vraag hoe zit met copyright en alles. Zou Steven Spielberg blij zijn als E.T.’s fiets er ineens eentje van Moof is?
BEN zelf is druk bezig te onderzoeken wat consumenten vinden van merken als ze zijn blootgeteld aan product placement. Ook belangrijk: hoe kun je het effect meten als je kijkt naar uiteindelijk winkelbezoek en in-store aankopen? Hoe meer techniek wordt ingezet, hoe beter marketeers in staat zijn te meten of het werkt. Voor nu wordt er gekeken in hoeverre en hoe er op social media over wordt gesproken en het in kaart brengen van webverkeer.
Bloomberg waarschuwt marketeers wel dat te veel data-gedreven hypertargeting in product placement uiteindelijk ook voor allergische conusmenten kan zorgen, zoals online ads dat doen. Maar, volgens Butler van BEN draait het er gewoon om dat marketeers te weten komen hoe bepaalde groepen consumenten reageren. Dus niet te veel hypertargeting.
Dit artikel is geschreven door Kari-Anne Fygi en verscheen eerder op
Het bromvliegeffect is mij niet vreemd. Zodra dit gezoem in ons huis klinkt, springt mijn vrouw op en grijpt de vliegenmepper. Er volgt dan een hilarische achtervolging waarbij in 90 procent van de gevallen de bromvlieg het moet ontgelden. Dat zo’n klein beestje zoveel energie bij haar losmaakt is ongekend. Het is een mooie metafoor voor de inhoud van dit leerzame boek.
Deze recensie is geschreven door Eric van Arendonk, Register Marketeer en adviseur voor marketing, strategie en managementvraagstukken bij Florpartners BV. Hij is ook medeauteur van ‘Neuromarketing’ en docent Marketing bij SRM.
‘Het bromvliegeffect’ gaat over alledaagse fenomenen die stiekem je gedrag sturen. Zo kennen we allemaal (tenminste de mannen) de vlieg in de wc-pot. Het kleine printje bespaart duizenden euro’s aan schoonmaakkosten. Een illustratief psychologisch voorbeeld, dat gebruikt wordt in ‘Het bromvliegeffect’. Een boek over hoe iets kleins ongemerkt een groot effect kan hebben op ons gedrag. Een ander mooi voorbeeld zijn de pijlen op de ANWB-verkeersborden die aanduiden welke rijstrook naar welke richting leidt. Indien de pijl naar beneden wijst voor rechtdoor levert dat meer files op dan wanneer de pijl naar boven wijst, zelfde richting. Dit gedrag heeft alles te maken met hoe ons brein functioneert.
Auteurs hebben elkaar gevonden
De twee auteurs; gedragswetenschapper Eva van den Broek en creatief strateeg Tim den Heijer hebben elkaar duidelijk gevonden in dit boek. Ze vullen elkaar prima aan wat leidt tot mooie verhalen. Meestal zijn dit soort boeken opgebouwd met aan het begin een theorie die daarna wordt gestaafd met voorbeelden die haar bewijzen. In dit boek is dat net andersom, eerst zijn er de voorbeelden die je enigszins doen verbazen over het effect van schijnbaar iets kleins en daarna volgt de verklaring. Iets wat zeker de nieuwsgierigheid verhoogt. Natuurlijk komen de klassiekers zoals die van Cialdini en Kahneman regelmatig voorbij. Het boek zit dan ook gedegen in elkaar en de vermelde effecten hebben een goede theoretische basis, wat ook te zien is aan de lengte van de literatuurlijst achterin het boek. Het mooie van de combinatie van deze gedragswetenschapper en creatief strateeg is, dat het halleluja van succesverhalen van de effecten goed verklaard worden door hoe ze worden veroorzaakt.
Het bromvliegeffect bevat veel aanwijzingen hoe je nagenoeg onzichtbaar het gedrag van anderen kunt beïnvloeden. Ik ben blij dat ze al deze effecten achterin het boek hebben samengevat. Dat maakt het later een stuk makkelijker terugzoeken. Na het lezen zul je kleine dingen die gedrag beïnvloeden sneller herkennen en ze kunnen gebruiken om effectiever te communiceren. Een mooi boek waar marketing en communicatie elkaar ontmoeten en aanvullen.
Inmiddels springt mijn vrouw op en grijpt de vliegenmepper – inderdaad het bromvliegeffect.
Het bromvliegeffect Auteur: Eva van den Broek en Tim den Heijer ISBN: 9789000374397 Uitgever: Unieboek/Spectrum Druk: 1e druk Trefwoorden: psychologie, gedragskunde, nudging, communicatie
Deze recensie is geschreven door Eric van Arendonk en verscheen eerder op
‘Keuzes uit het verleden kunnen je langzaam maken, terwijl technologie steeds sneller ontwikkeld’
Op 9 september 2021 vindt in DeFabrique te Utrecht de Nima Marketing Day 2021 plaats. Henk-Jan ter Brugge (rechts), Global marketing technology strategist en Joost van Dun (links), Director Experience & Conversion digital platforms van Philips nemen een van de presentaties voor hun rekening. Een korte kennismaking.
Joost is al ruim 18 jaar aanwezig binnen Philips op het digital marketing domein en werkt samen met zijn team aan het continue verbeteren van de digitale touchpoints, de processen daar omheen en hoe de IT platformen het beste kunnen worden op- en ingezet, inclusief de benodigde innovatie om mee te gaan met de industrie. Joost heeft een achtergrond in bedrijfskundige informatica en heeft verschillende rollen vervult, van content manager, IT business partner, Product Owner en nu Director van de Experience & Conversion platformen, alles rond websites, e-commerce, mobile apps en CRO.
Henk-jan heeft brede professionele- en consumenten marketing ervaring, werkzaam in landen als Zuid Korea, China en Frankrijk. Sterke achtergrond in zowel business als IT. Zijn doel: Dat zijn baan niet meer nodig is. Dat marketing technologie als elektriciteit in je huis wordt: Het werkt gewoon, jij hoeft je er in ieder geval niet meer druk over te maken. Democratisering van marketing technologie.
Presentatie De presentatie van de twee gaat over technologie als een competitive advantage. Technologie is onmisbaar in alles wat je doet in (digitale) marketing. Maar het is ook erg duur, ingewikkeld en on-transparant. Keuzes uit het verleden kunnen je langzaam maken, terwijl technologie steeds sneller ontwikkeld. Hoe kies je de beste technologie, hoe coördineer je het, en hoe zorg je dat je wendbaar blijft in een organisatie zo groot als Philips? In deze interactieve sessie nemen Joost en Henk-Jan je mee in de wereld van Philips’ marketing transformatie, met specifieke focus op de rol van technologie in de professionalisering van technologie gedreven digitale marketing voor zowel D2B als D2C.
Wat is jouw persoonlijke motivatie om te spreken tijdens Nima Marketing Day? Van Dun: Ik vind het altijd fijn om mijn kennis die ik heb opgedaan binnen mijn werk te delen met anderen, als inspiratie maar zeker ook om feedback terug te krijgen vanuit de groep over hun ervaringen op hetzelfde gebied. Het geeft je vaak ook een bevestiging dat het misschien niet eens zo slecht is gesteld als we dachten en dat het publiek diezelfde bevestiging krijgt. Ter Brugge: Onbegrepen maakt onbemind. Je marketing technologie moet hoog op de agenda staan. Deze presentatie als ”wake up call” en handvatten om de juiste keuzes te maken.
Wat is je in termen van marketing de eerste maanden van 2021 het meest opgevallen? Van Dun: De werelden van B2B en B2C komen zeker qua processen en tools steeds dichter bij elkaar en waarom zou een B2B klant geen recht hebben op een meer directe B2C experience? Ter Brugge: Marketing wordt persoonlijker, hoe je iemand in een fysieke winkel behandeld zo zal je ook iemand online behandelen, wil je echt een verschil maken. Relaties, experience en online, B2B en B2C kunnen zo veel van elkaar leren!
Heeft corona (jouw) marketing veranderd? Van Dun: Ja, marketing en zeker op digitaal gebied heeft een vlucht gekregen omdat het aantoont impact te kunnen maken, maar niet iedereen is altijd even goed op de hoogte wat we allemaal al kunnen. Ter Brugge: Ja, marketing moet steeds meer bewijzen wat de impact is van wat ze doen, nog nauwere samenwerking met sales.
Wat vind je het goede aan een samenkomst als NMD? Van Dun: De mogelijkheid om bij verschillende keukens binnen te kunnen kijken, netwerken met gelijkgestemde en ideeën op te doen en mee te nemen in onze eigen organisatie. Ter Brugge: Je kan zoveel van elkaar leren.
Kun je een tipje van de sluier lichten waarover jouw NMD-verhaal gaat? Van Dun: Als je wilt weten wat piraten en het managen van de marketing stack bij Philips met elkaar te maken hebben, dan moet je ons verhaal komen aanhoren. Ter Brugge: Democratisering van marketing technology. Minder is meer. Over digitale ”sameness” en technologie als een concurrentie voordeel/competitive advantage.
Wat hoop je dat bezoekers van jouw sessie meenemen naar huis? Van Dun: Ik hoop dat ze geïnspireerd worden om te kijken hoe ze binnen hun eigen organisatie eigenlijk nu werken en dat ze ideeën van ons meenemen om daar verbeteringen in door te voeren of het aan te kaarten in ieder geval. Ter Brugge: Begrip.
Anno 2021 zijn consumenten niet langer op zoek naar verwezenlijking van de consumentendroom gericht op status, lust en macht, maar zijn ze op zoek naar een oprecht en realistisch beeld van wat een bedrijf kan bijdragen aan hun leven en de maatschappij.
De tijd dat bedrijven streven naar het realiseren van een ‘universele’ consumentendroom is voorbij. Waar merken als Victoria’s Secret, Abercrombie & Fitch, Gilette en Axe zich voorheen graag confirmeerden aan het stereotype man en vrouw, werkt dit nu niet meer. Zo kwam er in 2019 na 23 jaar een eind aan de Victoria’s Secret fasion show, omdat de formule niet meer werkte, stopte Abercrombie & Fitch met de shirtloze mannelijke ‘greeters’ na aanhoudende kritiek en veranderde Gillette zelfs de slogan van The best a man can get naar The best a man can be. Hoe is die kentering ontstaan?
Realistische consumentendroom Anno 2021 zijn consumenten niet langer op zoek naar verwezenlijking van de consumentendroom gericht op status, lust en macht, maar zijn ze op zoek naar een oprecht en realistisch beeld van wat een bedrijf kan bijdragen aan hun leven en de maatschappij. Hoe makkelijker consumenten zich met een merk en de campagnes kunnen identificeren, hoe effectiever de campagnes vaak blijken te zijn. Een mooi voorbeeld hiervan is de reclamecampagne PlayNew van Nike. Waar veel campagnes van Nike voorheen het beeld probeerden te scheppen dat je met de sportkleding van dit merk zo goed zou kunnen voetballen als Cristiano Ronaldo, zo hard zou kunnen rennen als Daphne Schippers of zo goed zou kunnen dunken als LeBron James, is dit in de Play New–campagne anders. In deze campagne laat Nike juist zien dat je niet per se hoeft te presteren als een topsporter, maar dat je jezelf uit moet blijven dagen om nieuwe dingen te proberen en op die manier jezelf kunt blijven ontwikkelen.
Veranderde verwachtingen consumenten Gebeurtenissen en ontwikkelingen in de maatschappij, zoals de #MeToo-schandalen, de toegenomen maatschappelijke focus op diversiteit en inclusiviteit en de aandacht voor klimaatverandering, hebben de verwachtingen van consumenten blijvend veranderd. Consumenten verwachten tegenwoordig niet alleen dat bedrijven deze normen en waarden uitdragen, maar bijvoorbeeld ook dat de producten en diensten milieuvriendelijk en ethisch worden geproduceerd. Voor bedrijven houdt het dus niet op bij het enkel schetsen van een beeld dat hieraan voldoet, vaak is innovatie in het verdienmodel, de productontwikkeling en de klantervaring nodig om te kunnen voldoen aan de verwachtingen van consumenten.
Nieuwe kansen in de markt Bedrijven moeten dus meebewegen met de veranderende verwachtingen van consumenten. Consumenten zijn uiteindelijk op zoek naar producten en diensten die voorzien in hun wensen en behoeften. Dat kunnen producten en diensten zijn waarvoor een grote doelgroep is, maar ook producten en diensten waar slechts een kleine doelgroep voor is. Waar het bedienen van deze ‘niche-doelgroepen’ voorheen moeilijk of niet rendabel was, is dit nu anders. Deze niche-doelgroepen worden steeds groter en het voldoen aan hun behoeften wordt door bedrijven ook steeds meer als een kans gezien. Bedrijven spelen slim op deze kansen in met nieuwe innovatieve producten en diensten. Het succes van De Vegetarische Slager, H&M+, McDonalds’ vegetarische productlijn en Heineken’s 0.0 zijn hier mooie voorbeelden van. Deze producten zijn aanvankelijk op de markt gebracht voor bepaalde niche-doelgroepen, maar inmiddels zijn zij uitgegroeid tot volwaardige productcategorieën met een significant marktaandeel. Door goed naar klanten te luisteren, proberen bedrijven taboes te doorbreken en op die manier andere doelgroepen aan te spreken, met als doel het bereiken van voorheen onderbediende en nu snel groeiende doelgroepen binnen de markt. Voor bedrijven is het dus belangrijk om te bepalen welke doelgroepen je wilt bedienen, welke consumentendroom hierbij past en hier de strategie op aan te passen. Drie tips:
1 Stel klantbehoeften centraal Ga het gesprek aan met klanten en identificeer de belangrijkste (diepere) behoeften binnen de doelgroep. Heb hierbij aandacht voor de behoeften van niches binnen de doelgroep. Identificeer de realistische consumentdroom die het bedrijf wil verwezenlijken en reflecteer of de strategie, de kernwaarden en het portfolio van het bedrijf nog passen bij die consumentendroom.
2 Houd de consumentendroom realistisch en haalbaar Nadat de consumentendroom is geïdentificeerd, is het belangrijk om deze uit te dragen. Bedenk een pakkende campagne die de doelgroep van het bedrijf aanspreekt en heb daarbij oog voor diversiteit, inclusiviteit, duurzaamheid en ethiek. Probeer de consumentendroom zo praktisch en herkenbaar mogelijk te houden.
3 Practice what you preach Zorg voor een diverse en inclusieve organisatie die in staat is om de consumentendroom te verwezenlijken. Om als organisatie succesvol te kunnen zijn/worden, is het van belang dat de medewerkers binnen de organisatie de consumentendroom begrijpen en steunen en dat zij volledig achter de strategie staan. Klanten zullen het snel door hebben als de marketing niet overeenkomt met de ideeën en ambities van de mensen binnen de organisatie, waardoor de campagne puur als ‘marketingpraatje’ voor de buitenwereld zal worden ervaren.
Groeimotor voor bedrijven Is de consumentendroom echt dood? Nee helemaal niet! Deze is simpelweg aan verandering onderhevig. Consumenten zijn op zoek naar een realistisch beeld van wat een bedrijf voor hen kan betekenen en willen zich gehoord en niet buitengesloten voelen. Het verwezenlijken van de nieuwe, meer realistische consumentendroom – door een bredere doelgroep aan te spreken met zowel relevante innovatieve en duurzame producten en diensten, als met een verhaal dat resoneert en realistisch is – zal voor veel bedrijven de groeimotor zijn de komende jaren.
Dit artikel is geschreven door Sevan Balikciyan en verscheen op
Nee, influencer-marketing is nog niet dood, schrijft Bradley Hoos, Chief Growth Officer van het Amerikaanse full-service influencer-marketingbureau The Outloud Group. Want dan zou hij zijn eigen business opheffen, natuurlijk. Maar dat er iets in zijn industrie moet veranderen, daar is hij wel overtuigd. Want het gaat niet helemaal goed.
Uit de cijfers blijkt dat het voor de Amerikaanse markt voorlopig nog wel even goed zit. In 2020 was de ‘industrie’ 9,7 miljard dollar waard, dit jaar naar verwachting ongeveer 13,8 miljard dollar. En de voorspelling is dat influencer-marketing jaarlijks tot 2028 met ongeveer 30,3 procent zal groeien. EMarketer geeft aan dat in 2021 de uitgaven aan influencer-marketing 3 miljard dollar zullen bedragen en volgend jaar wellicht 4 miljard dollar.
Maar Hoos ziet scheuren verschijnen in het businessmodel van dit marketingkanaal en dat een kanaal komt en ook weer gaat is op zich niet iets nieuws onder de zon, schrijft hij. Kijk maar naar de Gouden Gids, print-advertenties, banner-inkomsten, content achter een slotje om maar een paar voorbeelden te noemen. Ooit klotste het geld tegen de plinten op, tot de bron opdroogde. En dat moeten we voorkomen, schrijft hij in zijn column voor Forbes.
Influencer-marketing kent volgens Hoos twee poten, of richtingen:
1. Zoals we het eigenlijk nu kennen: social media ‘creators’ met grote groepen volgers die bepaalde merken en producten promoten. 2. third-party ondersteuningen van betrouwbare bronnen.
‘Third-party advocacy’
Als je influencer-marketing breed definieert, zal het niet zo snel verdwijnen. Hoos doelt hierbij op wat hij ’third-party advocacy’ noemt. Hij noemt als voorbeeld de DJ die op de radio zegt dat ergens lekker heeft gegeten en dat zodra jij er heen gaat en zijn naam noemt, je korting ontvangt. Consumenten hebben behoefte aan mensen die ze vertrouwen of aan wiens mening ze waarde hechten. Een voorbeeld uit het Nederlands verleden: Johan Cruijff die vrolijk meedoet in advertenties voor een product waaraan hij later zou komen te overlijden.
Het is een Nielsen-onderzoek van al enkele jaren geleden (2015), maar 84 procent van de consumenten ervaart aanbevelingen van vrienden en familie als het invloedrijkst en betrouwbaarst. Daar moet je dus als influencer bij in de buurt komen! Maar wat veroorzaakt dat deze vorm van marketing richting de afgrond zou gaan? Er is minder vertrouwen in influencers. En het drááit juist om vertrouwen in dat hele influencer-marketing.
Een team vormen
Bradley Hoos schrijft dat influencer-marketing succesvol is als creators een team vormen met merken waarmee ze écht een klik hebben, die ondersteunen en ook bereid zijn om andere betaalde klussen te laten liggen omdat ze trouw zijn aan dat ene merk. Hij noemt het ronduit beangstigend dat er creators zijn die vooral focussen op commercieel gewin op korte termijn in plaats van de waarde te zien van het vertrouwen dat hun publiek in hen heeft – en wat dat op langere termijn aan inkomsten oplevert. Zo brengen ze de betrouwbaarheid van de hele industrie in gevaar, aldus Hoos.
Rebecca Kowalewicz, Vice President Digital van het Amerikaanse Clearbridge Branding Agency, schreef vorig jaar op hetzelfde Forbes dat uit onderzoek bleek dat de engagement rate van influencers aanzienlijk daalde van 2019-2020. En, zo schrijft ze, sommige marketeers melden ook minder conversies.
Kowalewicz schrijft: “Van wat ik heb gezien, realiseren meer consumenten zich dat influencers niet altijd authentieke productgebruikers zijn; ze zijn woordvoerders die worden betaald om producten te pitchen op social media in plaats van op tv. Influencers worden daarom vaker als onoprecht gezien. Veel consumenten worden afgeschrikt door wat zij zien als de overdreven posh-levensstijl van influencers die niet overeenkomt met hun eigen levens en ervaringen.”
Zij ziet meer heil in het gebruik van user generated content en haalt ook het Nielsen-onderzoek aan.
Betrouwbaarheid ten grabbel gegooid
Hoe kun je volgens Hoos oordelen of een creator zijn of haar betrouwbaarheid te grabbel heeft gegooid? Nou, wat dacht je van het lezen van het commentaar onder deze vorm van sponsored content? Dat geeft al aardig aan of een creator op één lijn met zijn publiek zit. Als het niet oké voelt, hebben slimme fans dat razendsnel door, schrijft hij. En als dat gebeurt, verliezen creators op korte termijn omzet en op de langere termijn zelfs de mogelijkheid om geld te verdienen aan het vertrouwen van hun publiek. Hoos: “Gebeurt dit vaak genoeg, dan gaat de influencer-industrie kopje onder.”
Maar er is natuurlijk meer aan de hand dan wat Hoos uiteen zet. In het wereldje tiert fraude welig, zo concludeerde het Franse adviesbureau Stellar al, dat vorig jaar met HypeAuditor onderzoek deed.
Nep-volgers, het kopen van volgers, spammen en – zo is in de Volkskrant te lezen: “Het kopen van positieve commentaren of het afspreken deze onderling uit te wisselen. Van de influencers met een miljoen volgers is bij maar liefst zestig procent sprake van commentaarinflatie. Als er dolenthousiaste reacties staan onder hun posts is er een grote kans dat die niet authentiek zijn.”
Drie takeaways
Stellar gaf vorig jaar drie takeaways voor effectieve influencer-marketing in 2020 (en dus ook voor 2021 natuurlijk):
Durf voor samenwerkingen in te zetten op nano- en micro-influencers. Hun authenticiteit, engagement en enthousiasme ligt doorgaans hoger, terwijl fraude en kosten lager uitkomen.
Combineer verschillende metrics én deskundige interpretatie om te achterhalen of een influencer zijn/haar statistieken kunstmatig opdrijft, alle metrics moeten deskundig geïnterpreteerd worden.
Gebruik engagement-benchmarks die specifiek zijn voor de influencer-klasse waartoe een profiel behoort. Grotere profielen hebben gemiddeld namelijk lagere engagement scores.
Hoos’ oproep voor betere influencer-marketing is geen rocket science: creators en merken moeten eens goed met elkaar om de tafel en kijken wat beter kan.
“Creators: jullie moeten selectiever worden voor welke merken je aan de slag wilt gaan. Denk heel goed na of het merk een klik met je fans zal hebben – of ze bij elkaar passen. Merken, daar geldt hetzelfde voor: let goed op met wie je in zee gaat. Zoek creators uit die passen in het profiel van je doelgroep en die je doelgroep bereiken. En het beste: die eigenlijk ‘gewoon’ ook al klant zouden worden.”
En mocht het allemaal toch niet lukken, dan heeft Hoos toch nog een geruststellende boodschap: third-party advocacy zal altijd blijven bestaan, maar marketeers zullen alleen een nieuwe manier moeten zien te vinden om deze ‘advocacy’ buiten de social media-influencers te vinden.
Dit artikel is geschreven door Kari-Anne Fygi en verscheel eerder op
Onderzoek: ‘Deze advertenties verenigen ons allemaal. En wat goed is voor de samenleving, is ook goed voor het bedrijfsleven’
Britse onderzoekers hebben in een omvangrijk onderzoek gemeten wat het effect is van inclusiviteit in commercials voor merken op de korte en lange termijn. Daaruit blijkt dat niet alleen representanten van de ondervertegenwoordigde groep positiever reageerden, maar welbeschouwd iedereen dat deed. En het geeft niet alleen een goed gevoel, het gaat om betere commerciële prestaties.
Afgelopen jaar ging het er soms heftig aan toe in de gesprekken, of discussies die werden gevoerd over inclusiviteit, de representatie van ondervertegenwoordigde bevolkingsgroepen. En de discussie zal ook nog even aanhouden zo luidt de verwachting. Maar wat in een paar jaar veranderde is dat belangrijker wordt gevonden dát bedrijven ‘een kant kiezen’ in hun poging dichterbij de consument te komen: “Eerst hielden bedrijven zich afzijdig, nu kiezen merken een kant. Ze worden daartoe ook gedwongen. Bedrijven stellen zich menselijker op, dan wordt hen gevraagd de mening te geven”, stelde hoogleraar Marketing Peeter Verlegh vorig jaar al. Hij doet onderzoek naar consumentengedrag en reclame.
Feeling Seen
De commercials in Nederlandse reclameblokken die tijdens de afgelopen EK voorbijkwamen, maar al tijdens de decemberperiode vorig jaar illustreerden al dat hij gelijk kreeg. Divers wordt langzaamaan meer mainstream. Om die reden is het prettig dat er ook onderzoek wordt verricht naar de marketingeffecten náást de ideologische of zelfs activistische koers die wordt gevaren.
En zoals vaker bij marketinginnovatie zijn de Britten ons daarin voor, want deze week te lezen in vakmedia: advertenties met ondervertegenwoordigde en diverse mensen presteren niet alleen bovengemiddeld bij de rest van de bevolking, ze stimuleren volgens onderzoek ook de betrokkenheid en effectiviteit bij de vertegenwoordigde groepen. Het rapport ‘Feeling Seen’, dat is samengesteld door effectiviteitsonderzoeker System1, diversiteitsmediaspecialist DECA en commerciële omroep ITV, toont een verbetering van de prestaties aan, op zowel de lange als de korte termijn, althans in vergelijking met ‘de norm’.
Daarvoor hebben de onderzoekers gezocht naar de resultaten, met name effectiviteit, van dertig commerciële uitingen. De advertenties die in het onderzoek werden geanalyseerd, claimden een gemiddelde beoordeling van 2,8 voor het groeipotentieel van het merk op de lange termijn in de landelijk representatieve steekproefgroep. Significant hoger dan de Britse norm van 2,1. Dat gemiddelde springt nog naar 3,5 als specifiek wordt gekeken naar de groep die in de advertentie is opgenomen. De advertenties zorgden ook voor een verkooppiek op korte termijn bij de inclusiegroep, met een score van 1,33 vergeleken met 1,23 voor het algemene publiek.
De inclusiegroep ervaart ook een intensere emotionele reactie op de advertentie waarin die vertegenwoordigd wordt dan in de landelijk representatieve steekproef, met een score van 1,77 respectievelijk 1,54. Vooral een groter ‘gevoel van geluk’ valt daarbij op.
Zo voelde 47 procent van de deelnemers aan het onderzoek zich gelukkig bij het kijken naar de advertentie ‘New Boyfriend’ van het chocolademerk Maltesers uit 2017, een ironische advertentie waarin een gehandicapte vrouw met haar vrienden lacht over hoe haar ‘spasmen’ haar nieuwe relatie in de weg stonden. Bij mensen met een handicap liep dat cijfer op tot 58 procent.
Positieve emotionele reacties waren vooral opmerkelijk wanneer advertenties gewone mensen illustreerden die hun gewone leven leiden, zoals te zien was in de campagne ‘We Are Family’ van friet- en snackfabrikant McCain. Met gezinnen in veel verschillende groepen en samenstellingen scoorde de advertentie een ‘hoge’ sterbeoordeling van 4 in de controlegroep en die sprong nog eens naar een bijna maximum 4,8 onder Brits-Aziatische kijkers. “Je gezien voelen voelt goed”, zegt System1-CMO Jon Evans.
Ondervertegenwoordigde groepen
Evans merkt ook op dat de bijzondere intensiteit, waarmee groepen reageerden op advertenties, zichtbaar stijgt in álle groepen: “Verschillende advertenties verenigen ons eigenlijk allemaal. En wat goed is voor de samenleving, is ook goed voor het bedrijfsleven.”
De dertig advertenties die in het onderzoek zijn geanalyseerd, hadden betrekking op een heel palet aan ondervertegenwoordigde groepen, waaronder Black British, British Asian, gehandicapten, ouderen, LGBTQ+ en vrouwen. System1 testte de advertenties in steekproeven van de vertegenwoordigde groep, en in een controlesteekproef getrokken uit de Britse bevolking als geheel, bij elkaar ruim 10.000 consumenten. DECA heeft weer focusgroepen samengesteld uit diverse bevolkingsgroepen om over de advertenties en advertenties in het algemeen te praten
Kate Waters, directeur klantstrategie en planning bij ITV concludeert dat het onderzoek vooral bewijst dat wat we altijd hebben geweten waar is: “We hebben het alleen niet eerder kunnen kwantificeren. Jezelf op het scherm zien als je in een typisch ondervertegenwoordigde groep zit, maakt dat je je goed voelt. Dat vertaalt zich in een effectiviteitsdividend voor adverteerders.”
Dit artikel is geschreven door Luuk Ros en verscheen eerder op
De afbeeldingen zijn afkomstig uit het rapport: ‘Feeling Seen’, ITV/System1/DECA
Manage Cookie Consent
De website nima.nl maakt gebruikt van cookies, ontdek hier welke we gebruiken.
Functioneel
Altijd actief
De technische opslag of toegang is strikt noodzakelijk voor het legitieme doel om het gebruik van een specifieke dienst mogelijk te maken die uitdrukkelijk door de abonnee of gebruiker is gevraagd, of voor het enige doel om de overdracht van communicatie via een elektronisch communicatienetwerk uit te voeren.
Voorkeuren
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
Statistieken
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door uw Internet Service Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
Marketing
De technische opslag of toegang is vereist om gebruikersprofielen aan te maken om advertenties te verzenden, of om de gebruiker op een website of op meerdere websites te volgen voor vergelijkbare marketingdoeleinden.