Vorig jaar hebben honderden Nederlandse marketingprofessionals inzichten gedeeld in ons EMC/NIMA-onderzoek naar de belangrijkste marketingthema’s op directieniveau. Dat heeft veel waardevolle inzichten opgeleverd. Dankzij jouw input konden we een gedetailleerd overzicht presenteren dat bedrijven in heel Europa hielp bij het aanscherpen van hun strategische marketingdoelen. Ook dit jaar rekenen we op jouw expertise om te achterhalen welke onderwerpen nu op de agenda staan en welke trends zich doorzetten of veranderen.
Waarom deelnemen? Met jouw deelname werk je mee aan een breed, Europees beeld van marketingprioriteiten en krijg je ook als eerste toegang tot het nieuwe rapport. Dit jaar voegen we opnieuw een exclusieve Nederlandse paragraaf toe en brengen we het rapport in het Nederlands uit, zodat je inzicht krijgt in marketingthema’s die Nederlandse organisaties momenteel hoog op hun board-agenda plaatsen.
Bestormt AI nog altijd de Data Analytics-suite….? Het rapport over 2023 stelde vast dat AI het nr 1 top-of-mind-onderwerp voor marketingdirecteuren in heel Europa was, maar uiteraard was dat niet het enige. Verschillende strategische onderwerpen passeerden de revu, gevolgd door topics als Brand Management, Marketing Operations en Digitalisering (MarTech). Dr. Ralf Strauss, voorzitter van EMC stelde toen vast dat we leven in een schizofreen marketingtijdperk: het belang dat wordt gehecht aan marketingonderwerpen, houdt geen gelijke pas met ‘kennis over en toepassing van die marketingagenda’.
Jouw bijdrage maakt het verschil Jouw deelname aan het onderzoek heeft een concrete impact. Als lid of volger van NIMA help je de onderzoekers bij het vaststellen van een representatief overzicht van de Nederlandse en Europese marketingprioriteiten. Dit is een kans om samen het vak te versterken en de rol van marketing binnen organisaties verder te brengen. Bovendien levert het onderzoek een goede basis om vast te stellen waar je staat als marketingorganisatie en of de focus van je bedrijf (of opdrachtgever) ‘on par’ is met actuele trends en ontwikkelingen.
Direct meedoen? Deelname aan het onderzoek kost slechts enkele minuten van je tijd, maar levert waardevolle inzichten op voor de sector. Klik op de onderstaande link om direct naar de vragenlijst te gaan:
Een veel mooiere setting, met een veel betere line up was eigenlijk niet denkbaar. Op donderdag 17 oktober ontmoetten marketingwetenschap en marketingpraktijk elkaar op de Erasmus Universiteit, met als doel te leren van de wetenschap. Daarvoor werden vier marketingonderzoekers, allen verbonden aan de Erasmus School of Economics opgelijnd, in sommige gevallen weer aangevuld met ervaring uit bedrijven die aan de slag zijn gegaan met de insights uit het verse onderzoek. Voor veel aanwezige senior marketeers, studenten, collega-wetenschappers was het waarschijnlijk ook prima geweest als er een hele dag voor was uitgetrokken voor deze mindblowing editie van de NIMA Marketing Next-sessies.
Register Marketeer dr. Arie Barendregt stond als gastheer en bedenker van de ontmoeting merkbaar te genieten van een ruim gevulde collegezaal: ‘Valorisatie’, wordt het benutten van wetenschappelijke kennis in de praktijk genoemd, en het is één van de meest gekoesterde principes van de academische marketingwereld, waar insights uit wetenschappelijk onderzoek soms maar mondjesmaat doordringen tot de woeste marketingprakttijk. Dát haalde Stefan Stremersch Director van de Marketing Department van Erasmus SBE ook aan voor de ongeveer honderd aanwezigen, voordat de eerste van vier onderzoeken werd aangekondigd.
Twee vóór en twee ná de koffie. Michiel van Crombrugge beet het spits af en sprak over New Business Models in Platform Markets. Naar aanleiding van de digitalisering van marktplaatsen en de daaropvolgende dominantie van online platforms als Amazon en Google, hebben veel merken hun eigen platforms ontwikkeld om opnieuw controle en direct contact met hun consumenten te krijgen. Merken als Nike hebben ‘product customisation platforms’ gelanceerd, waarop gepersonaliseerde aankopen mogelijk zijn. Techbedrijven als Microsoft hebben abonnementsplatforms geïntroduceerd, waarmee de focus verschuift van eigendom naar toegang. In zijn presentatie deelde Van Crombrugge inzichten uit zijn onderzoek naar antwoord op de vraag hoe die platformisering van merken en hun nieuwe bedrijfsmodellen de marktstructuur van multi-firm marktplaatsen heeft verstoord. Op basis van een ‘value creation-value appropriation model’ stelde Van Crombrugge dat het mes voor merkplatforms aan twee kanten snijdt, omdat de waarde die ze creëren er vaak toe leidt dat alle marktspelers moeten strijden om economisch succes.
Andreas Bayerl en Steven Lammertink spraken over ‘Revenue Generation Through Influencer Marketing’, sowieso een mooi onderwerp uiteraard want precies zo’n marketingonderwerp waar iederéén verstand van heeft, alleen zelden wetenschappelijk onderbouwd. Het onderzoek van Bayerl richt zich op de vraag hoe bedrijven efficiënt inkomsten kunnen genereren via influencer marketing op de bekende platforms als Instagram en TikTok. De studie wijst uit dat samenwerking met influencers met een kleinere aanhang (de zogenoemde nano- of micro-influencers) leidt tot een hoger rendement op investeringen in vergelijking met influencers met een grotere aanhang (de zogenoemde macro- of mega-influencers). Een en ander hangt natuurlijk wel samen met de communicatie-uitdaging: bekendheid genereren of activatie/campagne-voeren. Zijn bevindingen boden waardevolle inzichten voor bedrijven bij het selecteren van effectieve influencers voor hun marketingcampagnes.
Nuno Camacho en Henrike Reinhardt spraken als derde over ‘Customer Insights for Innovation’, meer specifiek het gebruiken (of juist negeren) van kennis en kunde aan klantzijde. In het onderzoek heeft Camacho vijf decennia aan academisch onderzoek samengevat, 305 innovatiemanagers ondervraagd en twaalf executives van de grotere marktonderzoeksbureaus als Ipsos, Nielsen, Kantar, IQVIA en GfK geïnterviewd om bedrijven te helpen klantinzichten beter te gebruiken voor innovatie. Vervolgens hebben ze een raamwerk ontwikkeld dat bedrijven richtlijnen moet bieden voor het effectief verzamelen van data, het extraheren van inzichten en het toepassen van die inzichten bij het nemen van besluiten over innovatie. Het onderzoek wijst uit dat bedrijven klantinzichten meestal onvoldoende benutten voor innovatie, vooral in domeinen waar de actieve betrokkenheid van klanten juist nodig is, zoals crowdsourcing en co-creatie. In het onderzoek geeft hij aanbevelingen om bedrijven te helpen beter gebruik te maken van ideeën aan klantzijde en te voorkomen dat ze kansen over het hoofd zien.
En uiteraard kan een meet-up met de presentaties van diep marketingonderzoek niet zonder een hoofdstuk AI. Dat kwam er ook: Martijn de Jong en Niels Schillewaert sloten af met ‘Simulating market research data using Large Language Models’, geavanceerde AI-systemen als Chat GPT die zijn getraind op enorme hoeveelheden tekstdata om mensachtige taal te begrijpen en te genereren. Ze kunnen complexe taken uitvoeren zoals het beantwoorden van vragen, vertalen, of zelfs het schrijven van teksten, door patronen in taal te herkennen en na te bootsen. Deze modellen – we kennen ze inmiddels – worden steeds vaker ingezet in toepassingen zoals chatbots, contentcreatie en klantenservice om efficiënter te communiceren en informatie te verwerken.
Het onderzoek van De Jong, dat hij samen met Bas Donkers verrichtte, richt zich op automated market research dat gebruikmaakt van Large Language Models (LLM’s) om menselijke reacties te simuleren bij marktonderzoekstaken. De methode kan efficiënt inzichten genereren over bijvoorbeeld merkperceptie, houding en gedrag. De overeenstemming met traditioneel onderzoek varieert per context, maar door het onderzoek sneller te kunnen uitvoeren en zo kosten te verlagen, biedt LLM-gebaseerd onderzoek de mogelijkheid om de reikwijdte van het marktonderzoek te vergroten. Daardoor kunnen meer gedetailleerde en diverse vragen worden onderzocht, zonder afhankelijk te zijn van menselijke deelnemers.
Al met al smaakte de academische marketing-update naar meer, veel meer zelfs. Het Nederlands Instituut voor Marketing op z’n mooist: de plek waar marketingprofessionals, marketingdienstverleners en marketingwetenschappers elkaar spreken en van elkaar leren. Het siert de Erasmus School of Economics en zijn grootste ambassadeur aan marketingzijde Barendregt dit uitwedstrijdje te hebben gefaciliteerd. Honderd v/m heb je zo ín en op de banken – zo bleek.
Elk jaar ondervraagt de European Marketing Confederation enige duizenden Europese marketing directors met de vraag wat hen momenteel het meest bezighoudt bij de uitoefening van hun functie. Dit jaar blijkt ‘AI’ er met kop en schouders bovenuit te steken, naast een grote verscheidenheid aan andere onderwerpen wat illustreert dat de CMO hinkt op verschillende gedachtes.
Toegegeven: het is niet zó kien om er een serieus te nemen psychologische aandoening tegenaan te gooien, maar het illustreert de situatie vrij adequaat: Het is álles Kunstmatige Intelligentie, maar dat in combinatie met een heel scala onderwerpen dat in de afgelopen jaren de revu passeerde als hét marketingtopic van dit moment. Bovendien lijken sommige uitkomsten behoorlijk op gespannen voet te staan met weer andere conclusies.
De European Marketing Confederation – waar ook NIMA bij is aangesloten – kondigde deze week de publicatie aan van haar jaarlijkse “European Marketing Agenda”-rapport. Onder de ronkende titel ‘De Europese Marketingagenda 2024 – AI neemt het over’ worden de resultaten van een grondig onderzoek toegelicht, waarvoor 8000 senior marketingmanagers en leidinggevenden werden gevraagd om hun praktijkervaring te delen. Dit jaar was de feedback aanmerkelijk hoger dan voorgaande jaren, wat de resultaten robuust en betrouwbaar maakt.
Het rapport van 2023 verschafte al een beeld van de mogelijke impact van nieuwe technologieën die AI inzetten, al was dat nog kort na de introductie van ChatGPT. In dat opzicht bleek het verslag van vorig jaar van voorspellende waarde. Dit jaar is AI het nr 1 top-of-mind-onderwerp voor marketingdirecteuren in heel Europa, maar uiteraard is dit niet het enige. Verschillende strategische onderwerpen passeren de revu, gevolgd door topics als Brand Management, Marketing Operations en Digitalisering (MarTech). Stuk voor stuk nr 1-onderwerpen in de afgelopen edities trouwens.
Dr. Ralf Strauss, voorzitter van EMC, beschrijft een nogal tweeslachtige situatie die in verschillende branches en industrieën terugkeert. ‘Marketing Operations staat daarbij voorop, maar slechts een derde van de ondervraagden acht zich in staat om transparantie in processen te bewerkstelligen. Iedereen wil personalisatie en één-op-één klantinteractie, maar slechts een kwart heeft een datastrategie. Klantervaring staat voorop, maar veel marketeers hebben nog steeds geen idee van de customer journey. Er is geen outside-in perspectief op de klantreis, maar iedereen koopt intussen MarTech-software. En ook opvallend: Iedereen schreeuwt om meer duurzaamheid, maar weet op het gebied van marketing nauwelijks hoe ze dat gerealiseerd kunnen krijgen en of ze echt bereid zijn daarvoor een deel van hun winst op te offeren. Er zijn een hoop interessante onderwerpen om op te lossen en over te praten dit jaar.’
Het rapport (op te vragen bij EMC) geeft opnieuw waardevolle inzichten over wat speelt in de hoofden van Europese leiders in het marketingvak. De ruim 1250 CMO’s die in december op de vragenlijst reageerden, kwamen uit landen. Voor negen landen – waaronder Nederland – is het aantal respondenten groot genoeg om individuele landenresultaten te publiceren. NIMA komt in de loop van dit voorjaar met een uitgave die geheel is toegespitst op de Nederlandse situatie en maakt daarbij een vergelijking met de overige landen binnen Europa.
45,6% van de forensen zegt zich advertenties te herinneren die te zien was tijdens woon-werkverkeer
Bij het zoeken naar de ultieme mediamix denkt niet iedereen direct aan een ‘rondje outdoor’, maar omdat je het als enige échte massamedium kunt inzetten en omdat het nogal wat van de creativiteit vergt voelen we toch een redactioneel zwak voor het tikkie traditioneel aanvoelende billboard. Uit vers onderzoek verricht door GWI blijkt dat adverteerders momenteel vooral zoeken op plaatsen waar het post-pandemische dagelijks leven zich afspeelt. En dat zo’n groot bord gewoon echt werkt.
Waar de regels en voorschriften in minilandje Nederland behoorlijk zijn dichtgekit waar het gaat om outdoorreclame, zullen velen zich verwonderd of geërgerd verbazen over de totale chaos die je in sommige buitenlanden aantreft. Pak een paar D-wegen in Noord-Frankrijk en je moet je als argeloze automobilist al geregeld door een soort on-Nederlands woud aan ‘outdoor-pub’ worstelen. Lokale slagers, aanbevelingen voor hypermarché’s, horeca, Netflix én Gilette staan er vaak in slagorde opgesteld aan de gemeentegrens om de aandacht van passanten te vangen. Meestal een fijne extra inkomstenbron voor de lokale grondeigenaar.
Hoe bereik je in deze tijd (nieuwe) klanten en, nog belangrijker, hoe kun je ze langer aan je binden?
Corona houdt de mensen thuis, de winkelstraten zijn rustig en er wordt meer dan ooit online besteld. Door deze veranderingen zijn voor bedrijven de persoonlijke offline contactmomenten met hun klanten enorm afgenomen. Het online bereiken van de doelgroep is voor de meeste bedrijven daarentegen goed te doen. Maar met jou, zijn er heel veel andere aanbieders die dit op dezelfde manier doen. Hoe bereik je in deze tijd (nieuwe) klanten en, nog belangrijker, hoe kun je ze langer aan je binden?
Lees dit artikel geschreven door Filip Lacor op MarketingTribune.
In de afgelopen twee jaar heeft NIMA zijn achterban – Members en niet Members – gevraagd deel te nemen aan een onderzoek dat wordt uitgevoerd door de European Marketing Confederation. Nu het nieuwe jaar aanstaande is vraagt de EMC zijn leden om een groots onderzoek uit te zetten onder marketeers en in kaart te brengen wat de marketingagenda van komend jaar zal bepalen. Deelname eraan neemt slechts vijf minuten in beslag en maakt het voor EMC mogelijk om goed in te spelen op ideeën en ontwikkelingen onder marketingprofessionals. De insights die het onderzoek oplevert zullen ook van invloed zijn op het NIMA-programma.
De ‘koepel van marketing-beroepsverenigingen’, waarbij NIMA namens Nederland is aangesloten, hebben de handen voor dit onderzoek ineengeslagen en gaan internationaal op zoek naar marketeers die functioneel of financieel verantwoordelijk zijn voor de keuzes die worden gemaakt. Het onderzoek richt zich op ‘focus areas’ en projecten die de agenda voor 2021 bepalen. Ook vraagt het onderzoek naar grote uitdagingen en belemmeringen, die van invloed zijn op het ten uitvoer brengen van de plannen.
De studie die wordt verricht naar aanleiding van het onderzoek, moet meer inzicht verschaffen over strategie, processen, uitdagingen en vereisten in het vak zoals die op dit moment worden ervaren. De uitkomsten worden ook gebruikt bij het bepalen van grote events zoals de SwissMarketing Day, de NIMA Marketing Day en de German Marketing Day. Ook maakt het duidelijk waarin de landen van elkaar verschillen en hoe specifiek die verschillen zijn.
Marketeers hebben over het algemeen weinig te lijden van de coronacrisis waar het hun tevredenheid betreft. Ruim 84 procent van hen geeft aan ronduit tevreden te zijn in haar of zijn baan. Wie de resultaten van NIMA-onderzoek beziet vanuit het oogpunt van een werkgever ziet in één oogopslag waarvan een marketingprofessional het meest blij wordt: mooie projecten, toffe collega’s en een goede sfeer. Velen geven aan zich steeds verder te ontwikkelen in het vak; bijna de helft wil zelfs weer een opleiding volgen.
We vroegen marketeers wat ze zoal doen in hun dagelijks werk en in hoeverre dat werk verschilt van wat ze zelf als een ideale situatie zien. Tussen de ideale situatie en de werkzaamheden is weinig verschil ten opzichte van de indeling van werkzaamheden. Hierbij zien we dat promotie een derde van de tijd inneemt, wat daarmee de taak is waar de meeste aandacht naartoe gaat. Ondanks dat marketeers zelf aangaven meer focus te willen leggen op langetermijn-strategieën en minder op promotie, lijkt dat niet terug te komen uit de indeling van de werkzaamheden in de ideale situatie.
Belangrijke uitkomst is ook dat de wat meer klassieke onderdelen van het marketingvak nog altijd een belangrijke plaats innemen in het dagelijks werk. Distributie en pricing worden gemakkelijk buiten beschouwing gelaten door buitenstaanders, maar zijn voor een marketingprofessional wel onderdeel van het dagelijks werk en daarbij valt vooral de prominente positie van de vergeten P van ‘pricing’ op.
Waar komt toch die klik vandaan tussen merken en mensen? Of hoe kun je die krijgen als merk? Ons team doet hier onderzoek naar in het kader van mijn dissertatie. In deze blogpost een samenvatting van onze eerste studie die net is verschenen in de Journal of Brand Management. Merken associëren zichzelf steeds vaker met menselijke waarden door middel van hun marketing. Dit is ook wel bekend onder de noemer ‘purpose-marketing’ (Hsu, 2017). Zo positioneert schoenenmerk TOMS zich bijvoorbeeld op de menselijke waarde van welwillendheid (Schwartz, 2012). Het merk schenkt op regelmatige basis schoenen aan kinderen in nood.
Lees dit verslag van het onderzoek, verricht door Ronald Voorn RM, op
Marketingboys will be marketingboys. Expert, senior docent en onderzoeker Ronald Voorn beschouwt reputatie in onze nieuwe podcastaflevering van OnBrandScan als oude imagowijn in nieuwe zakken. ‘Interessant, zo’n drivermodel, maar onderzoek het dan eerst goed op echt causale verbanden. Toon niet alleen correlatietjes aan, zoals Reptrack steeds duurbetaald doet.’ Bedrijven moeten terug naar de kern van marketing: klantgedreven ondernemen. Voor die klant blijkt maatschappelijke relevantie wel steeds belangrijker, heeft Voorn onderzocht.
Als onderzoeker en liefhebber van de feiten is Voorn erg tevreden met de werving van 62 eerstejaars studenten voor de master Data Driven Business, die met een heel team voor de Hogeschool Utrecht is opgezet. ‘Een opleiding voor de functie van Analytics Translator, een beroep dat nog niet bestaat, maar waarvoor veel bedrijven al interesse hebben.’
De focus van de master is de verbinding leggen tussen mensen die de business begrijpen én die data snappen. Voorn vindt ook dat bedrijven hun aandacht moeten richten op interdisciplinair en procesgericht werken in plaats van op traditionele silo’s en afdelingen. ‘We moeten af van het traditionele ‘ik ben van marketing, dus dan mag ik het daarover hebben en anderen niet’.’
Lees dit interview met NIMA RvT-lid en RM Ronald Voorn bij IVRM
Manage Cookie Consent
De website nima.nl maakt gebruikt van cookies, ontdek hier welke we gebruiken.
Functioneel
Altijd actief
De technische opslag of toegang is strikt noodzakelijk voor het legitieme doel om het gebruik van een specifieke dienst mogelijk te maken die uitdrukkelijk door de abonnee of gebruiker is gevraagd, of voor het enige doel om de overdracht van communicatie via een elektronisch communicatienetwerk uit te voeren.
Voorkeuren
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
Statistieken
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door uw Internet Service Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
Marketing
De technische opslag of toegang is vereist om gebruikersprofielen aan te maken om advertenties te verzenden, of om de gebruiker op een website of op meerdere websites te volgen voor vergelijkbare marketingdoeleinden.