47% zou AI inzetten voor het targeten van advertenties
Welke uitdagingen, kansen en martech-oplossingen, digitale tactieken en performance metrics zijn in de ogen van 853 marketeers wereldwijd het belangrijkst voor 2022? Maar ook: hoe schatten marketeers hun kansen in dit jaar wat betreft het halen van hun doelstellingen? Waarin gaan ze vooral investeren? Hoe gaan ze om met AI?
Doelstellingen halen Uit het onderzoek blijkt dat 94% van de marketinginspanningen van marketeers in 2021 succesvol was, naar eigen zeggen dus, maar daar baseren we ons op. “Met 2021 in de achteruitkijkspiegel zijn marketeers klaar om 2022 te omarmen,” meldt het rapport. Uit het onderzoek blijkt dat de vooruitzichten van marketeers voor 2022 positief waren: 37% heeft vertrouwen, nog eens 31% is hoopvol en 24% is enthousiast.
Goed om te weten: voor dit rapport zijn 853 marketeers uit verschillende branches in de Verenigde Staten, Canada, India en UK ondervraagd en de enquête werd gehouden van 10 tot 22 januari 2022. Je kan je natuurlijk voorstellen dat het vertrouwen, de hoop en het enthousiasme zoals je dat in onderstaande grafiek ziet stevig getemperd zijn door de oorlog in Oekraïne.
Eén dag les, vijf vakdocenten met de hoogste waardering van cursisten en deelnemers, via de livestream, van Martech tot Purpose
Een bijzonder en tamelijk uniek buitenkansje voor ieder die écht een dag serieus aan zijn of haar marketingopleiding wil werken (zonder welbegrepen eigenbelangen, addertjes onder het gras of een gratis productdemonstratie na afloop): Het Nederlands Instituut voor Marketing zet op één dag zijn vijf best gewaardeerde docenten in de stream en ieder die zich geroepen voelt mag aanschuiven in de digitale klas. Een NIMA-masterclass voor gratis. Kun je na afloop bijschrijven op je eigen LinkedIn-profiel.
Het aanbod geldt tot een maximum van 300 deelnemers dus vraag niet hoe het kan, maar profiteer er op tijd van. Vrijdag 26 november gaat het plaatsvinden. Veeg die dag leeg in je agenda en noteer ‘bijscholen’. En vergeet dus niet op tijd te registeren als je wilt deelnemen. NIMA-lid of niet, maakt voor één keer niet uit. Als het je uitkomt mag je meedoen. De onderwerpen en docenten zijn gekozen naar aanleiding van onderzoek onder deelnemers aan de NIMA-Masterclasses in 2020. Daarvan biedt NIMA er zo’n 130 per jaar aan, dus ga er vanuit dat je écht een topprogramma doorloopt. De sprekers zijn beoordeeld met een 8,5 óf hoger tijdens het NIMA-programma.
We komen er onbeschaamd voor uit: Marketingfacts is NIMA, en NIMA is geen bedrijf maar een vereniging, dus als er iets te promoten valt voor het vak of het Instituut laten we dat niet na, maar dit is echt een bijzonder initiatief: De jaarlijkse ‘Best of NIMA’-dag wordt normaal gesproken éénmalig aan het eind of juist begin van een kalanderjaar aangeboden. Op één dag lopen de vijf best gewaardeerde docenten van het voorgaande jaar in een razend tempo door hun lesstof. Vijf keer een uur les van een echt specialistische vakdocent, mét vragen stellen en moderatie. Kost de deelnemer een normaal gesproken een paar honderd euro, maar levert dan ook vijf NIMA Permanente Educatie-punten op voor marketingprofessionals die dergelijke punten verzamelen.
Dit jaar is alles anders, de fysieke bijeenkomst kan niet plaatsvinden, de sprekers waren al ‘gereserveerd’ en het programma stond al klaar, dus voor één keer zet NIMA de stream open voor ieder die wil deelnemen. Je betaalt met je NAW en je wordt niet ‘doodgespamd’ na afloop.
Het programma: In één dag wordt je bijgepraat over marketing via LinkedIn, pricing-strategie, de stand van zaken in martech, purposemarketing en het inrichten van een prettige werkcultuur. Of beter: het vinden van geluk in je leven, dus je werk. En er is ook nog een Marketingfacts-haakje, want de redactie komt de dag modereren vanuit de studio.
Uit de wervingsmail van Rob van Vroenhoven, Manager Opleiding en Examen van NIMA: “Door de huidige situatie door de verscherpte coronamaatregelen wordt het niet alleen een online sessie, maar zijn er dit keer ook geen kosten aan verbonden. Wij willen, in deze tijden waarin het lastiger is om van elkaar te leren en elkaar te ontmoeten, The Best of NIMA cadeau doen aan alle marketingprofessionals. Een cadeau voor de nodige dosis inspiratie en inzichten waar je de volgende dag gelijk mee aan de slag kunt!”
Voor het deelnemen aan dit online event krijg je 5 PE-punten. Klik op de knop hierboven voor het volledige programma en om je in te schrijven. Tot dan!
Dit artikel is geschreven door Luuk Ros SCP en verscheen eerder op
Vrijdag 26 november vindt The Best of NIMA plaats. Tijdens dit jaarlijks terugkerende event geven de vijf best beoordeelde NIMA-sprekers (van het jaar 2020), een presentatie/inspiratiesessie. Deze sprekers zijn allemaal beoordeeld met een 8,5 of hoger. In aanloop naar The Best of NIMA hebben we deze toppers vijf vragen gesteld. De vragen variëren van hoe zij aspecten van het marketingvak ervaren tot wat zij als professional nog willen leren. Coen Wiers & Ludo Voorn RM van de Rabobank presenteren tijdens The Best of NIMA ‘MarTech, the Shiny, Sexy Stuff!’ bijten vandaag de spits af.
Coen en Ludo zijn beide specialisten op het gebied van marketing automation.
Wat fascineert jou momenteel het meest in het marketingvak? (theorie, praktijk, discussies die lopen) CW: Technologie is niet meer weg te denken uit het marketingvak. De resultaten zijn duidelijk, maar zijn we de klant niet verloren in onze drang naar innovatie? De overheid is op zoek naar een oplossing rondom privacyvraagstukken en scherpt regels steeds meer aan. Dit alles wordt gedreven door de consument die steeds minder vertrouwen krijgt in de digitale communicatiestromen. Hoe gaan wij als marketeers hiermee om? Wat wordt de balans tussen technische innovatie en klantvertrouwen?
LV: Mij fascineert natuurlijk nog steeds het klantgedrag, en voor mij is data dan ook niet meer, maar ook niet minder, dan klantgedrag vastgelegd in nullen en enen. Data is niet saai en stati(sti)sch, bedenk dat er altijd een mens van vlees en bloed achter zit.
Wat is het slechtst begrepen onderdeel van jouw expertisegebied? Welk vooroordeel, welke denkfout lijkt ie-de-reen te maken? CW: The nice shiny object syndrome – oftewel: dat is een leuke tool die wil ik ook. Als marketeer ben je de regisseur van de klantrelatie en daar zet je een techniek voor in. Niet andersom.
LV: De denkfout, die nog vaak wordt gemaakt, is dat marketeers zichzelf als uitgangspunt nemen. Ik hoor nog te vaak, ik zou dit zelf nooit doen… Ook wij als marketeers hebben last van biases.
Wat was de meest impactvolle en tegelijk leerzame ‘afslag’ die je in jouw loopbaan hebt gemaakt? Wat heb je geleerd? CW: Afslagen zijn erg abrupt. Ik praat liever over continue bijsturen en hierin dan zoveel mogelijk de mooiste uitdaging aangaan. Dat is op dit moment zonder enige twijfel de rol van area lead customer engagement bij de Rabobank. Hier leer ik iedere dag weer hoe waardevol vertrouwen bij klanten en goede interne samenwerking waard is.
LV: Mijn eerste twee banen waren bij kleine bedrijven, waarin je de customer journey (dat heette toen nog niet zo) gelijk van kop-tot-staart meemaakt. Dit heeft mij al vroeg geleerd integraal te denken, en ook de bedrijfsvoering te snappen. Als marketeer moet je wel snappen wat het echte verdienmodel van jouw werkgever is.
De komende vijf à tien jaar overdenkend: Op welk (vak)deelterrein wil je jezelf nog scholen? Welke kennis of competentie ga je aanleren of oppakken? CW: Ethiek binnen gebruik van data en AI komen steeds vaker ter sprake en daar zou ik me verder in willen verdiepen.
LV: Een beetje saai, maar bijna hetzelfde als Coen, hoe gaan we de data en techniek op een ethische manier gebruiken? En hoe voorkomen we dat een foutje in de data, zoals bijv. bij de Belastingdienst, mensen levenslang blijft achtervolgen?
Welk boek, welk artikel, welke presentatie op YouTube zou je iedereen in het vak aanraden en waarom? CW: Eric Siegel – Predictive Analytics, The power to predict who will click, buy, lie or die. Naar mijn mening een van de meest toegankelijke boeken om te leren hoe voorspelmodellen – en in het verlengde daarvan – AI werkt.
LV: The great hack op Netflix blijft een klassieker, die iedereen op z’n minst een keer gezien moet hebben.
Wil jij 26 november ook aanwezig zijn bij The Best of NIMA? Schrijf je dan snel in.
Een sterke langetermijn-oplossing, mits correct geïmplementeerd en onderhouden
In deze cookieless era blogreeks praten we je bij over alles omtrent het verdwijnen van cookies zoals we die vandaag de dag kennen. In eerdere blogs hebben we de meest gebruikte begrippen voor je uitgelegd, we hebben verteld waarom dit gebeurt en welke impact het op adverteerders heeft. Ook hebben wel diverse oplossingen besproken zoals tracking prevention tooling en first party gathering. In dit blog gaan we dieper in op een andere technische oplossing: server-side tagging. Wat is het, hoe werkt het en wat is bijvoorbeeld het verschil met client-side tagging?
Client-side tagging is de meest gebruikelijke manier om gegevens van websites te verzenden. Als je in dit opzicht naar een client verwijst, is de client hetzelfde als de browser van de websitebezoeker.
Wanneer de website wordt bezocht zorgt het tag management system er (meestal) voor dat alle juiste tags worden gemaakt en verrijkt. Bij client-side tagging heeft de browser van de website-bezoeker een sleutelrol als het gaat om de vraag naar welke externe (first & third party) platformen data wordt verstuurd. Vanwege trackingpreventie worden third party cookies geblokkeerd en wordt de levensduur van first party cookies verkort tot één dag. Dit resulteert in een gebrek aan attributie en een gebrek aan middelen om specifieke doelgroepen te targeten of te retargeten. Dit komt doordat de browser die de klant gebruikt in de huidige situatie een cruciale positie inneemt en bepaalde datastromen blokkeert.
Wat is server-side tagging?
Bij server-side tagging wordt de omgeving van de adverteerder uitgebreid door het creëren van een cloudbased server constructie. Als de website wordt bezocht dan wordt alle data eerst doorgestuurd naar de server. Omdat dit binnen het eigen domein van de websitehouder ligt (first party), wordt dit niet geblokkeerd door de browsers. Vervolgens pusht de server data door naar externe platforms.
Verschil client-side tagging en server-side tagging Het grote verschil tussen deze oplossingen is het zicht van browsers op waar de data naartoe gestuurd wordt en hun invloed op het blokkeren van cookies. Omdat we weten dat client-side tagging uiteindelijk zijn waarde volledig zal verliezen is server-side tagging interessant geworden omdat dit een robuuste totaaloplossing biedt.
Een cloud-based server binnen het domein van een adverteerder Server-side tagging biedt een infrastructuur waarbij een cloud-based server zich binnen het domein van een adverteerder lijkt te bevinden. Daarom is het niet nodig om de hardware-infrastructuur aan te passen. Deze situatie biedt duidelijke voordelen met betrekking tot de cookieless era.
Bij server-side tagging wordt de data eerst naar de cloud-based server gestuurd.
Aangezien het hier om data van een bezoeker gaat die rechtstreeks naar de server van een adverteerder worden gestuurd, wordt dit gezien als first party data.
De browsers van de bezoekers zullen de interactie tussen de website van de adverteerder en de cloud-based server van de adverteerder niet verstoren.
De server pusht de gegevens vervolgens verder naar de externe platforms.
Daarna kunnen deze gegevens worden gebruikt door een marketing automation-platform, analytics providers, personalisatietool of een ander type uitvoeringssysteem.
Cloud-based server als proxy
Het doel van deze opzet is om een endpoint te creëren in een serveromgeving waarvan een adverteerder eigenaar is. De cloud-based server fungeert als een proxy (tussenpersoon) tussen datapunten die door browsers en apparaten worden verzonden en de externe platforms.
Aangezien servers in het primaire (sub)domein van een adverteerder niet worden gehinderd door trackingpreventie vanuit browsers, blijft het mogelijk om first and third party data uit te wisselen met externe platforms. De server-side tagging oplossing maakt de distributie van cookies vanuit de eigen omgeving mogelijk.
Bijkomend voordeel voor een adverteerder is de mogelijkheid om de levensduur van cookies tot 180 dagen te verlengen. Hierdoor behoudt een adverteerder de mogelijkheid om gegevens te verzamelen en inzichten af te leiden met betrekking tot rapportage, attributie, segmentatie, targeting, A/B-testen enzovoort.
Voordelen server-side tagging
Minder kwetsbaar voor bijvoorbeeld een onderbroken verbinding of adblocker
Client-side tagging is kwetsbaar voor data-uitdagingen vanwege problemen aan browserzijde, zoals een onderbroken verbinding of een overactieve adblocker. Er is een onbeperkt aantal scenario’s die ertoe kunnen leiden dat er iets kan gebeuren dat de datatransmissie beïnvloedt. Server-side tagging is over het algemeen betrouwbaarder. Dit omdat de reikwijdte van datamanagement aanzienlijk wordt beperkt en de organisatie meer controle kan uitoefenen op de transmissie van data. Server-side tagging is minder kwetsbaar voor uitdagingen zoals een onderbroken verbinding of adblocker.
Herschrijven third party cookie naar first party cookie
Doordat de server-side container op het domein van de adverteerder zelf staat, is de adverteerder in staat third party cookies te herschrijven naar first party cookies. Op deze manier worden deze cookies niet geblokkeerd en zijn ze in staat om de relevante data door te sturen. Het biedt een adverteerder volledige controle over alle aspecten van dataverzameling, -verspreiding en –verwerking. Het stelt adverteerders en marketeers in staat om een volledig functionerende analytics stack te behouden, zonder het toevoegen van third party code aan de browser of het device van de gebruiker wat ook de laadsnelheid van de website negatief beïnvloedt.
Geen problemen met betrekking tot sampling data
Bovendien lost het problemen op met betrekking tot sampling data in analytics en zijn er betere mogelijkheden om spam en bot traffic te onderscheiden. Het geeft je volledige controle over datavalidatie, beveiliging en privacy. Maar: with power comes great responsibility. Server-side tagging maakt adverteerders verantwoordelijk voor het beschermen van privacy(gegevens) van bezoekers én eventueel misbruik van persoonlijk identificeerbare informatie (PII). Lees meer over PII in ons blog.
Voor- en nadelen
Server-side tagging is een lange-termijn oplossing met grote implicaties als het aankomt op datagerelateerde details. Implementatie van server-side tagging heeft een aantal voor- en nadelen.
Nadelen:
– Uitgebreide implementatie (naar schatting tussen de 40 en 100 uur) die vraagt om een gedetailleerd implementatieplan en nauwe samenwerking tussen adverteerder en agency.
– Maandelijkse vaste kosten, afhankelijk van de gekozen server. Daarnaast zijn er bijkomende variabele kosten afhankelijk van het aantal hits.
– Zeer technische en uitgebreide impact die diepgaande vaardigheden en kennis vereist om deze oplossing correct te beheren. Dit resulteert in grotere afhankelijkheid van skilled analytische werknemers en/of een digital marketing agency.
Voordelen:
– Het is een sterke langetermijn-oplossing. Wanneer correct geïmplementeerd en onderhouden, biedt het adverteerders een enorme hoeveelheid first party data.
– Het geeft de adverteerder volledige controle over alle aspecten van (first party) dataverzameling, datavalidatie, dataverwerking, privacy, beveiliging en distributie.
– De data die is verzameld kan worden blijven ingezet voor marketingdoeleinden zoals e-mail- & remarketing.
Tot zover de bak informatie met betrekking tot server-side tagging. Een onderwerp dat logischerwijs aardig wat vragen kan oproepen. Mocht je die hebben, reageer dan hieronder op de blog of stel je vraag in een van onze online vragenuurtjes omtrent de cookieless era.
Wat is er nog meer mogelijk naast Server side tagging? In deze blogreeks nemen we je mee in de wereld van de cookieless era. Hier vind je links naar alle eerdere blogs op Marketingfacts.
Onderzoek van Klarna laat zien dat de voorkeur voor online shopping blijft groeien, ondanks het feit dat veel shoppers teruggekeerd zijn naar fysieke winkels. Van de twaalf shopping-categorieën uit het onderzoek van Klarna, zijn er acht waarvoor mensen het liefste online hun aankopen doen.
Dat zijn er twee meer dan in maart van dit jaar. De categorieën ‘sieraden & accessoires’ en ‘autoproducten’ laten in de afgelopen maanden de grootste verschuiving in voorkeur zien. De digitale transformatie remt dus niet af, ondanks de versoepeling van veel maatregelen. Dit blijkt uit de nieuwste uitgave van Klarna’s Shopping Pulse.
Klarna’s Shopping Pulse is een terugkerend rapport dat continu de veranderende shoppinggewoontes van consumenten in 9 landen – verspreid over drie continenten – onderzoekt. Het terugkerende onderzoek is uitgevoerd onder meer dan 9.000 consumenten in de kernmarkten van Klarna verspreid over drie continenten: de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Australië, Duitsland, Oostenrijk, Nederland, Noorwegen, Finland en Zweden. In Nederland hebben 1.010 respondenten meegewerkt.
Het nieuwe rapport “Klarna’s shopping pulse: Nederland” kun je hier vinden.
Ondanks opening winkels toch meer online aankopen
Sinds de winkels weer zonder beperkingen open zijn, is er een duidelijke groei te zien in het aantal mensen dat wekelijks een fysieke winkel bezoekt. Tegelijkertijd stijgt het aantal mensen dat wekelijks online shopt ook. In het onderzoek zijn 12 verschillende productcategorieën onderzocht, waarvan mensen voor acht categorieën aangeven dat ze hun aankopen hiervoor het liefste online doen. De categorieën die sinds maart qua voorkeur het hardste gegroeid zijn, zijn ‘sieraden & accessoires’ en ‘automobielproducten’*. In maart shopten de meeste mensen voor deze producten nog liever in fysieke winkels, nu gaat de voorkeur uit naar online. De enige productcategorieën waarvoor de voorkeur van consumenten nog uitgaat naar fysieke winkels zijn ‘boodschappen’, ‘farmaceutische producten’, ‘beauty’ en ‘huis & tuin’.
Online versus fysieke winkels
De grootste shopping-categorie in Nederland is ‘kleding & schoenen’. De aankopen binnen deze categorie worden ten opzichte van maart vaker online dan in fysieke winkels gedaan. Dat is verrassend, gezien de opening van de fysieke winkels vanaf eind april. In mei heeft 51% van de Nederlandse shoppers online kleding of schoenen gekocht ten opzichte van 39% in de winkel. Als mensen moeten kiezen tussen alleen online of alleen in fysieke winkels kopen, gaat de voorkeur van 64% van de shoppers uit het onderzoek toch wel uit naar ‘alleen in fysieke winkels’. Hoe jonger mensen zijn, hoe vaker ze de voorkeur aan online geven.
Rol van technologie
‘De digitale transformatie is in het afgelopen jaar in een stroomversnelling gekomen. Hoewel shoppers nu weer teruggaan naar fysieke winkels, verwachten we dat het aandeel online shopping binnen alle productcategorieën blijft groeien. Sommige aankopen worden het liefste gedaan in fysieke winkels, maar voor steeds meer producten gaat de voorkeur uit naar online. En dit zal snel verder groeien, want retailers staan nog maar aan het begin van de mogelijkheden die e-commerce kan bieden. De technologische mogelijkheden ontwikkelen zich in een razend tempo,’ zegt Viveka Söderbäck, Klarna’s expert op het gebied van consumentengedrag.
Zij vervolgt: ‘Winkels gaan in de nabije toekomst steeds vaker de rol van een inspirerende showroom krijgen, waarbij de daadwerkelijke aankopen vaak digitaal worden gedaan. Iets verder in de toekomst gaan retailers steeds meer digitale oplossingen introduceren die onzekerheid over online aankopen kunnen wegnemen. Bijvoorbeeld het uitproberen van producten door middel van augmented reality. Denk aan het passen van kleding in een virtuele paskamer of het plaatsen van meubels in huis op het scherm van een mobiele telefoon of tablet. Er komen steeds meer technologische oplossingen om dit op bredere schaal mogelijk te maken. Zo wordt niet alleen gemak geboden aan consumenten, maar het is ook een manier om tegemoet te komen aan de wens van consumenten om met duurzamere oplossingen te komen.’
In zijn nieuwste boek verzamelt Steven Van Belleghem de verschillende ingrediënten waarmee bedrijven hun klanten een niet te weigeren voorstelkunnen voorschotelen. Ze moeten zorgen voor de ultieme convenience, ze moeten een rol spelen in de film van ons leven en ze moeten tussendoor ook nog eens de wereld redden. Te hoog gegrepen? Helemaal niet, vindt Van Belleghem. “Bedrijven hebben de voorbije maanden de grootste sprong ooit gezet. Binnen vijf tot tien jaar is zo’n offer you can’t refuse de norm.”
Aan het begin van ons gesprek vertelt Steven Van Belleghem hoe de titel van het boek is ontstaan tijdens een workshop bij een klant. “We waren aan het brainstormen hoe het bedrijf in kwestie kon voldoen aan de nieuwe, torenhoge verwachtingen van klanten die vandaag meer willen dan alleen een goeie service. Er werden allerlei ideeën op tafel gegooid: ‘We moeten meer als Amazon en Coolblue worden, we moeten onze klanten als mensen behandelen, we moeten een positieve bijdrage leveren aan de wereld’. Als je dat allemaal doet, dacht ik, dan heb je the offer you can’t refuse. Ik was al een tijdje aan het werken aan een nieuw boek, maar de titel is altijd het moeilijkste deel. Plots had ik hem te pakken.”
Lees dit interview op de Vlaamse marketingsite Bloovi
The CDP Institute released their latest State of Customer Data report last week, and it revealed an important milestone in the martech industry:
For the first time ever, the majority of participants (52%) described their martech stack as an integrated, multi-system architecture.
In others words, most marketers reported having a best-of-breed stack — with many products from many different vendors — but an integrated stack, so that these different apps were sharing data with a common system of record (a CDP, CRM, or marketing automation platform). For many of them, they had also connected an explicit orchestration engine or an implied one with a marketing automation platform.
Now, you might expect members of the CDP Institute to be generally ahead of the curve on martech best practices for multi-system integrations. After all, why else would they be there? Don’t most members of golf clubs play golf? But there’s a difference between being interested in CDPs and actually having successfully implemented a fully integrated stack.
In the 2017 report, only 37% of CDP members reported having an integrated, multi-system architecture in place. (And I’m going to make the assumption that marketers who had joined the CDP Institute three years ago were particularly ahead of the curve, as it was still a cutting-edge concept at the time.)
I’ve called the past decade of the 2010’s The First Golden Age of Martech. It was an explosion of both a new industry (martech) and a new profession (marketing technologists). I’ve spilled a gigabyte of digital ink on why this next decade will be The Second Golden Age of Martech (including a recent update on how platform dynamics are driving this next wave). But today, I want to share with you the nice quantified measure of The First Golden Age of Martech shown in the chart above. While working on my previous article — Why does the massive landscape of marketing services firms not bother people the way martech does? — based on research from BCG, I came across another article they published last month, Making the US Marketing Ecosystem Work for You.
After three and a half months of working out of my basement, I was in desperate need of a change of scenery. Preferably somewhere with a lot of outdoor space for hiking and frisbee throwing (a lost art!). No crowds. Lots of nature. Fresh air.
The answer? Renting a small cottage on the sparsely populated mid-coast of Maine. I took the photo above from our porch one evening. Definitely a way better view than my basement.
Now, it turns out that getting from Boston to one of the many forked peninsulas on the Maine coast is an interesting study in distance. From a high-level view in Google Maps, it looks like you’ve got to travel quite a ways from Boston to Portland, and then it’s just a short hop to a spot on the coast north of the city.
De website nima.nl maakt gebruikt van cookies, ontdek hier welke we gebruiken.
Functioneel
Altijd actief
De technische opslag of toegang is strikt noodzakelijk voor het legitieme doel om het gebruik van een specifieke dienst mogelijk te maken die uitdrukkelijk door de abonnee of gebruiker is gevraagd, of voor het enige doel om de overdracht van communicatie via een elektronisch communicatienetwerk uit te voeren.
Voorkeuren
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
Statistieken
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door uw Internet Service Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
Marketing
De technische opslag of toegang is vereist om gebruikersprofielen aan te maken om advertenties te verzenden, of om de gebruiker op een website of op meerdere websites te volgen voor vergelijkbare marketingdoeleinden.