(Mastercourse Mediaplanning) ‘Meer kennis, scherpere briefings, beter resultaat’

Een goede briefing start met duidelijke doelstellingen. Met ‘een grotere merkbekendheid of ‘meer verkopen’ is eigenlijk alles wat je voorstelt wel goed. Een goede keuze voor bepaalde media is met onduidelijke doelstellingen niet echt te maken. Volgens onderzoek van Better Briefs zijn doelstellingen het meest kritieke element van een briefing. Daarbij geeft 55% van de bureaus aan dat briefings regelmatig duidelijke doelstellingen missen. Hier zouden marketeers dus wel wat beter op kunnen scoren.  

Deze blogpost is geschreven door Rutger Mackenbach, docent bij de NIMA Mastercourse Mediaplanning & -inkoop, die is gericht op marketingmanagers en marketingcommuniatiemanagers die (massa)media inzetten of in willen zetten in campagnes. Meer weten of aanmelden? Vanaf 17 oktober!

Aan de andere kant valt de media ook wel wat te verwijten. De media industrie heeft het gewone mensen (lees marketeers) wel erg ingewikkeld gemaakt om de media te snappen. Onbegrijpelijke terminologie, ondoorzichtelijke ‘planningsregels’, silo’s tussen media en silo’s binnen mediumtypen. Hoe moeten marketeers dan begrijpen wat de bijdrage is van een medium aan de campagne doelstellingen?

Daarbij zijn media ook heel goed in het communiceren media metrics. Voorbeelden te over: ‘de doelstelling was om 1 miljoen impressies behalen en we hebben er 1.000.150 behaald’. Of ‘met deze post hebben we organisch 50.361 mensen bereikt! Wat een topcampagnes. We trappen hier in de val van de, door Daniel Kahneman beschreven, ‘substition bias’. Als we niet snel een bevredigend antwoord op een moeilijke vraag kunnen vinden, zullen we een gerelateerde vraag vinden die gemakkelijker is en deze beantwoorden. Waar het eigenlijk om gaat is de KPI die iets zegt over de campagnedoelstellingen, zoals het vergroten van bekendheid of het genereren van sitetraffic. Maar dat is data die lastiger boven tafel te krijgen is. En dus rapporteren we maar wat we wel weten. Natuurlijk zijn proces metrics nuttig, maar ze vervangen de KPI’s niet.

ROI

Uiteindelijk wordt je als marketeer als het goed is beoordeeld op de bijdrage van de campagne op de doelstellingen van de organisatie of het bedrijfsresultaat. De belangrijkste KPI die we dus willen weten is de ROI van de verschillende media. Wat draagt media bij aan de winst van een bedrijf? En dan niet alleen in de vorm van directe conversies, maar ook op zaken als bekendheid waarvan we inmiddels ook zeker weten dat dit de winstgevendheid van organisaties vergroot.

Daarbij speelt wel mee dat wel meteen effect willen zien van de media inzet op het merk. De focus van korte termijn van marketing speelt ons hier parten, en daarbij zijn markteers net gewone mensen. Ik weet niet hoeveel marketeers zouden slagen voor de Marshmallowtest. Dit terwijl uit onderzoek van Thinkbox weer blijkt dat we voor het uiteindelijke effect van een mediacampagne wat geduld moeten hebben. 24% van de ROI van een mediacampagne wordt namelijk in de campagneperiode wordt gerealiseerd en 18% in de eerste 3 maanden. Maar liefst 58% van de ROI van een mediacampagne wordt tussen de 3 maanden en 2 jaar behaald. Het loont dus om wat verder vooruit te kijken.

Vragen

Maar ook op de kortere termijn wil je als markteer wel grip krijgen op je media inzet. Dit is namelijk een element van je plan waar behoorlijk wat budget naar toe gaat. En het loont om meer kennis te hebben van media om briefings scherper te maken.

Mediavoorstellen kun je vervolgens ook makkelijker beoordelen: hoeveel mensen kan ik met dit medium in de campagneperiode bereiken? Zijn dit voldoende mensen om mijn merkbekendheid te laten stijgen? En wat kost het om één persoon (of 1.000 personen) uit mijn doelgroep via dit medium mijn uiting te laten zien? Hoeveel % van de gebruikers van een medium onderneemt na het zien van de uiting actie? Wat zijn de kosten daarvan? En hoe verhoud dit alles zich met de doelstellingen? Er spelen ook kwalitatieve elementen een rol zoals de mate waarin een medium in staat om de DBA’s van het merk goed over te brengen en met hoeveel aandacht een reclame uiting wordt bekeken of gehoord. Maar ingewikkeld is het allemaal niet.

Je partners (bureaus, media) zouden snel antwoord moeten kunnen geven op deze vragen. En het op een makkelijk te begrijpen manier willen uitleggen. Want met meer kennis van media bij markteers worden briefings nog beter en daar worden de mediapartners als het goed is blij van. Bovendien zal het uiteindelijk resulteren betere campagneresultaten wat voor alle spelers natuurlijk het doel is.

Lees ook het interview met Rutger ‘De blinde vlek van menig marketeer: Mediaplanning & media-inkoop’

Visual Credits: Pexels Naomi Bokhout

De blinde vlek van menig marketeer: Mediaplanning & media-inkoop

Het marketingvak kent vele uithoeken, specialisaties en professionele zijpaden maar ‘media’ mag je wel als een generiek marketingonderwerp beschouwen. Elke marketeer heeft íets te communiceren en dat gebeurt in of via media; een deel van het marketingvak waar bovendien vrijwel iedereen verstand van heeft, want behalve professioneel mediagebruiker zijn we immers zelf ook mediaconsumenten. Media zijn overal en daar schuilt ook een probleem. 

De NIMA Mastercourse Mediaplanning & -inkoop is gericht op marketingmanagers en marketingcommuniatiemanagers die (massa)media inzetten of in willen zetten in campagnes. Meer weten of aanmelden? Vanaf 17 oktober!

Marketingmanagers en marketingcommuniatiemanagers die massamedia inzetten of willen inzetten in campagnes zijn dus allesbehalve bijzonder. In de regel sturen ze een mediabureau aan of werken direct samen met exploitanten en willen een goed ingevoerde gesprekspartner zijn voor deze partijen. Daar is alle reden toe: Afhankelijk van het product of dienst en de doelgroepen die bereikt moeten worden kunnen kosten voor inkoop en inzet van media (heel) hoog oplopen. In veel gevallen, zeker in B2C, is ‘media’ het grootste deel van het totale marketingbudget. Voor start-ups en overige kleinere organisaties is het gebrek aan middelen voor grootse media-inzet dé bottle neck: Mediaruimte is duur en de keuze voor een mediabureau of exploitant kan bepalend zijn voor commercieel succes. Of het uitblijven ervan. En dat commercieel succes is al met al de enige KPI die voor élke marketeer geldt.

Des te verrassender is het dat weinig marketingprofessionals écht strategisch en resultaatgericht kunnen meedenken en meepraten over de inzet van media. In standaardwerken over marketing en in marketingonderwijs wordt dan ook opvallend weinig aandacht besteedt aan mediainzet en áls er al onderwijs in wordt gegeven gebeurt dat niet zelden aan de hand van stats en data van jaren geleden. Wel of geen TikTok-campagne? Zeg het maar. Dus doen marketeers maar wat. Mediaplanning en Media-inkoop worden veelal overgelaten aan dezelfde bureaus of marketingspecialisten die ook verantwoordelijk zijn voor creatieve concepten. Marketingstrategen worden in veel gevallen óók belast met het ‘wegzetten’ van de boodschap in een medialandschap dat nog complexer is dan het begrijpen van de algoritmes achter AI.

Patrick Veldhuis en Rutger Mackenbach van Resident Media Consultancy verzorgen al enige jaren de NIMA Mastercourse over precies die blinde vlek, want nee, mediaplanning is geen rocket science, maar het is wél een vakgebied waarin veranderingen héél snel gaan en zich in een geheel verschillend tempo voltrekt. Veldhuis en Mackenbach zijn op een missie om het marketingvak, het mediavak en eigenlijk elke commerciële organisatie te behoeden voor de miljarden-uitgaven aan slecht gekozen media, door te beginnen bij het begin van marketing: Van een gedegen marketinganalyse naar een marketingstrategie en van een strategie naar campagnes met meetbare en zelfs voorspelbare resultaten. Zes vragen:

Die ‘missie’ van jullie is onmiskenbaar: jullie geven les in mediaplanning, schreven een hoofdstuk in het NIMA Jaarboek, publiceren erover. Waarom toch? Wat is jullie drive om dat te (willen) doen?

‘Als er over media gesproken wordt binnen de marketingcommunicatie dan gaat het al snel over het onduidelijke en de schimmigheid ervan. Terwijl de juiste inzet van media enorm kan bijdragen aan de businessdoelstellingen van organisaties. Door marketeers wegwijs te maken in de materie zorgen we ervoor dat ze zelf grip krijgen op hun media inzet. En daarmee kunnen we er weer voor zorgen dat media een volwaardige plek in het instrumentarium van de marketeer.’

Geschoolde marketeers hebben bijna altijd ‘een beetje’ verstand van media, maar laten de echte besluiten daarover toch vaak over aan een bureau of zelfs aan de exploitant zelf. Waarom is dat? 

‘Dat zou je aan de marketeers moeten vragen. Maar een paar dingen spelen misschien een rol. Zo is creatie veel zichtbaarder dan media, dus is het logisch dat daar met wat meer aandacht naar gekeken wordt. En de media hebben het marketeers ook niet gemakkelijk gemaakt met complexe terminologie en jargon. Maar zoals je al zei, het is onze missie om marketeers de kennis te geven over hoe media werkt zodat ze weer zelf in control kunnen zijn. En daarmee worden ze en een goede gesprekspartner voor bureaus en exploitanten.’

Professor Mark Ritson waarschuwde marketeers ooit precies voor de blinde vlek: Ze nemen hun eigen mediagebruik – dat helemaal niet representatief is voor hun doelgroep – als uitgangspunt. En hij komt er ook vaak op terug. Terecht?

‘Ja, het is zo erg. Onderzoek laat namelijk zien dat marketeers daardoor foute beslissingen nemen. Ze kunnen niet goed inschatten welke media hun doelgroep gebruiken en daardoor wordt de effectiviteit van campagnes minder. En het aardige – of juist onhandige – is dat dit ook geldt voor creatie: campagnes die marketeers niet mooi of leuk vinden worden in de vakpers afgeschoten. Ze blijken soms alleen wel hoogst effectief om een doelgroep in beweging te krijgen. Marketeers zouden dus minder moeten vinden en meer moeten weten.’

Voor veel B2C-merken is media uitgesproken duur. We kunnen ons allemaal iets voorstellen bij een blokje nationale televisie. Valt daar wel iets aan te besparen?  

‘De grootste besparing is te realiseren door vooraf goed te bepalen wie je wil bereiken en wat je wil bereiken. Dat bepaalt welke media je in moet zetten. Een online uiting of een billboard kan dan wel goedkoop zijn, als je daarmee niet de juiste doelgroep bereikt of mensen hebben totaal geen aandacht voor je uiting dan is het alsnog weggegooid geld. Of iets duur is of niet hangt niet alleen af van de hoogte van de absolute investering in een medium, je moet ook kijken wat dit vervolgens oplevert aan aandacht voor je uiting. Daarnaast valt er het nodige te besparen in de keten. En ook daarvoor geldt, met meer kennis weet je beter waar je naar moet kijken.’

Lastig bij de afweging ‘welke media met welk doel’ is dat nieuwe media steeds een hoop aandacht trekken – ook van beslissers in bedrijven – en bestaande snel worden afgeschreven. We nemen al dertig jaar afscheid van de krant. Wat kunnen marketeers doen om hun organisatie te behoeden voor desinvesteringen?

‘Het is altijd goed om nieuwe media mee te nemen in je zoektocht naar het bereiken van de doelgroep. Dit kunnen weleens de kanalen zijn die in de toekomst van groot belang zijn, en dan is het handig om daar nu al mee te testen. Maar dat betekent niet dat bestaande media meteen in de prullenbak moeten worden gegooid. Onderzoek toont al heel lang aan dat nieuwe media vooral naast bestaande media wordt gebruikt. Qmusic weet bijvoorbeeld nog steeds een enorm groot deel van de jongeren te bereiken, ook al gebruiken ze ook en masse Spotify. Investeringen in bepaalde media moeten gedaan worden op basis van onderzoek en data. Welke media dragen bij aan het behalen mijn doelstellingen? Dat zouden de media moeten zijn waar je het gros van je budget in investeert. En hou dan een deel van je budget over om mee te testen in nieuwe kanalen zodat je ook daar data van opbouwt.’

Over de inzet van massamedia wordt voor al de UK wel beweerd dat er hele cohorten aan consumenten worden ‘overgeslagen’. Ze zijn domweg niet te bereiken door marketeers omdat ze in hele specifieke media-niches zitten. Herkennen jullie dat? Geldt dat ook voor Nederland?

‘Het hangt er maar vanaf hoe je naar de vraag kijkt. Benader je het vanuit de media of vanuit de consument. Wanneer je media centraal stelt zul je inderdaad altijd dezelfde groepen mensen bereiken als je altijd dezelfde media inzet. En dan mis je bepaalde groepen. Als je de consument centraal stelt en kijkt hoe die met communicatie omgaat en waar deze personen zich bevinden, vind je altijd wel een kanaal waarmee je een bepaalde doelgroep kan bereiken. Wij doen dit al jaren en het lukt altijd om een kanaal te vinden waarmee we hele specifieke doelgroepen weten aan te spreken. Een kwestie van creatief media plannen.’

Beeld: Pexels Terje Sollie