De collectieve black-out van die ene Blokker-commercial

“Sarah Jessica Parker kostte Blokker veel klanten,” kopt de Telegraaf, opgetekend uit de mond van de CEO. Nou hoef je geen gedragswetenschapper te zijn of de gewraakte commercial met MRI-scanning op zijn effect te testen, om te begrijpen dat deze hele campagne Blokker meer kwaad dan goed heeft gedaan. Maar zo’n uitspraak van de heer Michiel Witteveen roept wel vragen op. Wat is er dan gebeurd? Hoe kan de campagne goedgekeurd zijn? Want de effectiviteit was wel degelijk te voorspellen.

Allereerst bij het reclamebureau, er even vanuit gaande dat er met een bureau gewerkt is: wat is daar gebeurd? Daar zit dan een strateeg, samen met Art en Copy. De laatste twee komen met het idee om Sarah Jessica Parker in te huren en haar te laten vertellen dat Blokker alles heeft om het leven van een van party naar relatie hoppende New Yorker compleet te maken. De strateeg sputtert nog wat tegen: “Past het wel bij Blokker?” vraagt hij. “Niet bij de oude Blokker, maar wel bij de nieuwe Blokker,” kaatst de tekstschrijver terug. Ergens op account wordt er ook niet ingegrepen, of er wordt overruled.

Deze blogpost op Marketingfacts werd geschreven door NIMA Masterclass-docent Martin de Munnik

M!-post Rob Revet SMP: ‘Wake-up call voor marketeers: investeer meer in branding’

Les Binet en Peter Field presenteren deze maand hun derde publicatie over marketingeffectiviteit. Hun boodschap is alarmerend. Door digitalisering zijn marketeers steeds meer gaan besteden aan activatie en minder aan merkbouw. Het belang van branding nam echter toe, waardoor de effectiviteit van campagnes afneemt en de groei van merken in gevaar komt. Merken moeten daarom meer balans aanbrengen in hun activiteiten en budgetten: dit betekent meer branding en minder activatie.

Vaste verhouding activatie/branding
Het centrale thema van de eerste twee publicaties van Binet en Field (‘The Long and the Short of it’ en ‘Media in Focus’) is dat merken een balans moeten vinden tussen gedragsactivatie met effect op de korte termijn en merkbouw met langetermijneffect. Daarbij geldt voor alle merken dat activatie en branding gelijktijdig moeten worden ingezet en dat er een optimale verhouding tussen die twee bestaat. Deze optimale verhouding – dat is de verhouding waarbij uiteindelijk de meeste en grootste business-effecten optreden – zou gemiddeld 40/60 zijn. Dit betekent dat merken ongeveer 40 procent van hun budget aan activatie moeten besteden en 60 procent aan branding.

Lees deze blogpost van van Senior Marketing Professional Rob Revet op 

(NIMA Masterclass) Love brands volgens Diederick Janssens: “Merken om van te houden”

Innocent, Tony’s, Virgin. Merken met een magic touch, die iedere weldenkende marketeer aan het denken zet. Hoe word je een geliefd bedrijf of een love brand? Hoe krijg je trouwe klanten, open sollicitaties en betrokken medewerkers? Hoe krijg je het voor elkaar dat mensen begrip opbrengen wanneer je service een keer niet helemaal top was, dat klanten foto’s sturen van zichzelf met jouw product? Klanten die niet om korting vragen, maar vooral benieuwd zijn naar je volgende product? Bedankkaartjes en likes? En nog belangrijker: hoe mogelijk en hoe nuttig is het écht om een love brand te zijn?

Door Luuk Ros*

Merkstrateeg en TEDx-spreker Diederick Janssens heeft er een heuse studie van gemaakt en een masterclass in het leven geroepen to spread the love: “Ik ben ook eens aan het werk gezet, met een miljoenenbudget, maar zonder vrienden, en een organisatie die niet wilde veranderen. Daar ben ik stuk op gegaan.”

Diederick, deur in huis: wat zijn jouw eigen love brands en waarom zijn ze dat?

“Onlangs was ik te laat om mijn fiets bij de fietsenmaker op te halen. Toen ik thuiskwam stond mijn fiets voor de deur en lag mijn sleuteltje op de deurmat. De fietsenmaker wist dat ik mijn fiets de volgende dag nodig had. Vorige maand kreeg mijn zoontje een plakje worst van de Keurslager; hij vergat pardoes Woeffie, zijn knuffel. Toen we daar rond bedtijd pas achter kwamen, ging de bel: Woeffie stond voor de deur. Als mijn vrouw bij Vintage Brands, het tweedehands merkkledingzaakje om de hoek, binnenloopt wordt ze meteen op een glas wijn getrakteerd. Babette, de eigenaresse gedraagt zich niet als verkoopster, maar als een vriendin. En met wie is het leuker winkelen dan met een vriendin die eerlijk is, weet wat je wilt en ook nog eens verstand van mode heeft? Van dit soort zaken wil ik er meer!”

Dat zijn eenmanszaakjes uit de buurt, maar kun je ook een bekender merk noemen?

“Natuurlijk, maar grote merken kunnen meer van kleine bedrijfjes leren, dan andersom. Het was misschien maar een slogan, maar het zegt precies wat we willen: “groot geworden door klein te blijven”. Mijn love brands zijn van bedrijven waar het persoonlijke, de liefde voor het vak, of de gedrevenheid van hun ‘why’ de boventoon blijft voeren: Srprs.me, Charlie’s Travels, Better Places, Tony’s Chololonely, GroenLinks, Greenpeace, Linda, Albert Heijn, Triodos Bank, Tesla en -niet te vergeten- de Donald Duck. Met zijn Brief van de Week…”

Maar wat ís het? Wat onderscheid een love brand van alle andere merken, wat maakt hen zo uniek vanuit marketingperspectief?

“Love brands hebben een bepaalde gedrevenheid die veel eerlijker, persoonlijker en energieker overkomt dan de berekenende strategieën die andere merken voeren. Love brands tonen allemaal hun eigen gezicht, terwijl andere merken ons alleen maar de gezichten van hun zogenaamde klanten voorspiegelen. Met “wij gaan voor duurzaam, want daar zijn nu goede subsidies voor”, daar wordt iedereen weliswaar beter van, maar daar krijg je nog steeds geen vrienden mee, want het is berekenend. Maar als Triodos winstgevende investeringen in de oorlogsindustrie laat gaan, en liever hun geld steekt in dromerige initiatieven waar de wereld beter van wordt, lijken ze irrationeel, maar tonen ze tegelijkertijd een menselijk gezicht. Dáár krijgen ze vrienden mee.”

Kan ieder merk een Love Brand worden? En: Is het niet een beetje vermoeiend om zo dicht op de huid van elkaar te zitten?

“Iedere organisatie die zakelijk gedrag kan omzetten in menselijk gedrag, kan verbinding krijgen en zo zijn eigen vriendenschare krijgen. Wil je volgers, dan moet je je sociaal gedragen. Wil je fans dan moet je zinnig zijn. Wil je vrienden dan moet je menselijk zijn. Dit alles met de zekerheid van karma. Vind je het te vermoeiend om contact te hebben met mensen en aandacht te geven, dan ben je wellicht iemand die denkt het zonder vrienden ook te kunnen redden. Sluit je telefoon maar af, mail vanuit no-reply, steek miljoenen euro’s om je reclames bij mensen naar binnen te duwen, trotseer klantenclaims en biedt de steevast scherpste prijs. Volgens mij is het juist heel vermoeiend om het zónder vrienden te moeten redden.”

Even een unieke insight: wat weten we méér over Love Brands dan pakweg vijf jaar geleden?

“In 2010 legde Simon Sinek al het verband tussen love brands en een menselijke behoefte: ‘Het gaat niet om het rationele product, maar om wie we willen volgen.’ Vijf jaar geleden kwam het boek ‘The Human Brand’ (Chris Malone, Susan Fiske, red.), die aantoonde wat we al vermoedden: bedrijven, producten en merken worden vanuit een menselijk perspectief beschouwd: vertrouwen we het, voelen we ons betrokken en houden we ervan? De afgelopen jaren heb ik dit heel ver doorgetrokken. Hoe zien we bedrijven dan vanuit een menselijk oogpunt? Hoe vertalen we bedrijfsgedrag naar menselijk gedrag? In hoeverre kunnen we organisatiegedrag meer vermenselijken? Waar zit ‘m dat concreet in en wat is er praktisch voor nodig? Hoe toepasbaar zijn sociologische inzichten over liefde en relatie, zoals die van Stephen Covey, Alain de Botton en Brené Brown, op bedrijven en merken? Kan menselijke coaching zoals NLP, assertiviteitstraining, relatietherapie, communicatietraining en persoonlijk leiderschap ook worden toegepast op organisatiegedrag en corporate communicatie? Het antwoord op dit alles is: ‘yes we can!’ Hier is de masterclass ‘Love Brand Basics’ uit voortgekomen. Het zet professionele organisaties aan tot persoonlijke groei en daarmee tot aantrekkelijke merken.”

Wat is feitelijk het verschil met een gewoontemerk; een merk waar we gewoontegetrouw terugkeren, ook al is er geen échte liefde?

“Gewoontemerken pakken we zonder er bij na te denken. Ze zijn dus ook niet de moeite om over te praten. Love brands pakken we uit overtuiging; daar hebben we dus wel aandacht voor. We laten ons graag zien met het merk en vertellen onze vrienden waarom we ons er zo mee verbonden voelen. Love brands helpen ons onszelf te definiëren. Social branding is hét grootste voordeel van love brands. Om Tony’s Chocolonely’s nog maar eens aan te halen: Ze zijn al twee jaar op rij het meest geliefde merk in Nederland. Ze hebben de Nederlandse chocolademarkt in zeer korte tijd veroverd en breiden zich snel uit naar andere landen, zoals Duitsland en de VS. Dit alles met nog geen eurocent aan reclamebudget, nul SEA en nooit een korting! Het ergste wat een love brand kan overkomen is een gewoontemerk te worden. Dan wordt er niet meer over gepraat of mee gepronkt.”

Er zijn wel verhalen van CEO’s bekend die lucht kregen van het fenomeen en hun marketing-verantwoordelijke doodleuk vroegen zo snel mogelijk een love brand te wórden. Kan dat? Welke voorwaarden stelt dat?

“Ik ben ook eens aan het werk gezet, met een miljoenenbudget, maar zonder vrienden, en een organisatie die niet wilde veranderen. Daar ben ik stuk op gegaan. Als je een love brand wilt hebben als strategisch concurrentievoordeel, dan sta je er verkeerd in. Probeer dit eens met vrienden: “wil je mijn vriend worden, want als ik populair ben, troef ik mijn concurrentie af?” Vraag je bij The Voice aan een kandidaat waarom ze meedoen, dan hoor je vaak “omdat ik een idool wil worden”. Die winnen nooit. De finale is uiteindelijk voor al die kandidaten die zeiden “om van zingen mijn werk te maken”. Het gaat er niet om dat je geliefd wilt worden – dat willen we allemaal -, maar dat je bent om van te houden.”

Dat gaat niet altijd goed. Sterker: Er kunnen ook ongelukken van komen. De oranje bank-onder-vuur van dit moment wilde ook Love Brand worden, zo gaat het verhaal…

“Dat bedoel ik. Tachtig procent van onze communicatie is non-verbaal. Bij bedrijven wordt deze non-verbale communicatie dan ook nog eens geloofwaardiger geacht, dan hun reclame-uitingen. Kortom, je bent wat je doet. Zeg je wat anders, dan geeft dat direct een onbetrouwbaar gevoel. Je kunt aan storytelling doen, een communicatiecampagne opzetten en een mooie why-how-what schrijven, maar al deze praatjes werken averechts, als je tegelijkertijd jezelf met bonussen blijft verrijken. Je bent wat je doet, niet wat je zegt. De bankiers van Triodos zijn wereldverbeteraars; die van ING zijn graaiers. Een mooi voorbeeld van een bedrijf die een love brand ziet als een strategische asset. Geen mens die dat vertrouwd en niemand die zich meldt als vriend. Ze zeggen wel eens: vertrouwen komt te voet, maar gaat te paard.”

Een blik op de prijswinnaars van de grotere marketingprijzen leert je dat vakgenoten dol zijn op van die lieve merken. Iederéén lijkt van Tony’s en de Vegetarische Slager te houden. Verblindt dat niet een beetje? Een marketeer is niet op aarde om aardig gevonden te worden…

“Ieder mens op aarde wil aardig gevonden worden, ook marketeers. Op feestjes en bij familie willen we ons niet hoeven schamen voor het werk dat we doen. Iedereen wil ergens bij horen en iedereen wil zinnig zijn. Een succesvol CEO van Unilever merkte eens op. “Niemand zal me ooit herinneren als de man die het marktaandeel met 4,8 procent wist te vergroten” en daarmee nam hij afscheid van zijn bedrijf. Natuurlijk hoeft niet iedereen je aardig te vinden – want dan hebben we geen Greenpeace of revolutionairen meer – maar je moet wél ergens voor staan, juist als marketeer.”

Je hebt een Masterclass ontwikkeld en zegt daarover: ‘Het geeft een nieuw en helder perspectief op de (in)effectiviteit van conventionele marketingtechnieken.’ Kun je daar voorbeelden van geven? Welke conventionele marketingtechniek is ineffectief?

“Bijvoorbeeld een klantfocus. Een klantfocus is de effectiefste manier om je eigen identiteit te verliezen, terwijl zo’n identiteit juist de basisvoorwaarde is voor contact en verbinding. Met een klantfocus kun je daarom per definitie geen love brand worden. Ben je als mens een pleaser, meeloper, ja-knikker, dienaar of stalker, dan roep je minderwaardigheid over je uit. Doe je dit als anoniem logo, of als e-businesswebsite, dan raken we elk gevoel met je merk kwijt. Dan ben je slechts een dienend object. Daar maken we enkel pragmatisch gebruik van: gevoelloos, ontrouw en a-sociaal. Zo kun je met een klantfocus steeds dieper weg zakken in een rationele concurrentiestrijd, waarbij je steeds meer moeten pleasen, jagen en promoten. Het tegenovergestelde van wat social branding dus. De focus moet daarom niet op klant zijn, maar op de relatie. Je moet geen koning dienen, maar een vriend met je mee laten leven.”

Tot slot het HR-aspect. Marketeers werken vaak graag bij Love Brands, vaak zó graag dat ze voor weinig aan de slag gaan en zichzelf aan de poort melden. Is dat wel zo handig? Het verschil maak je juist bij organisaties die je wil veranderen, toch?

“Maar je moet je ook niet als betweter melden bij een organisatie die niet wíl veranderen. Marketing is geen losstaande afdeling; de hele organisatie moet meedoen. Voorkom dus een Don Quichotte strijd voor een zaak die je misschien niet eens ligt. Persoonlijk kies ik voor organisaties waar ik iets mee heb, waar ik kansen zie, waar elke medewerker openstaat voor verbetering, waar ik het verschil kan maken en die ik hun succes gun. Als een organisatie de wereld een beetje mooier wil maken, en ik kan helpen het verschil te maken, dan haak ik graag aan. Maar allereerst moet ik zelf met volle overtuiging van het merk houden om het als love brand uit te kunnen dragen.”

Diederick Janssens is door NIMA gevraagd een Masterclass te ontwikkelen voor marketeers die de kracht van en insights over Love Brands willen gebruiken voor hun eigen marketingpraktijk. Meer informatie over die Masterclass vind je hier. Meer informatie over nieuwe data voor de Masterclass: mail events(at)nima.nl

* Luuk Ros is Manager Content & Business bij NIMA en hoofdredacteur van Marketingfacts

Het ideale leiderschap voor merk-engagement

Met twee hittegolven op rij, gaat onze interesse wellicht meer uit naar vakantie dan naar merken. Jammer, want juist in toerisme spelen merken een belangrijke rol. Enkele van de meest bewonderde en waardevolle merken ter wereld zijn actief in de ‘hospitality industry’, zoals TUI, Hilton, Thomas Cook, Schiphol, Four Seasons en Disneyland. Bij deze merken zetten medewerkers vaak net even een stapje extra om superieure service te verlenen en de merkbelofte te realiseren. Hoe kan leiderschap bijdragen aan de motivatie van medewerkers om net dat beetje extra te doen om het merk naar een hoger niveau te tillen?

Lees dit artikel op  

Marketingfacts is een gezamenlijke onderneming van NIMA en BBP Media

 

M!-post Rob Revet SMP: ‘Hebben merken beperkte houdbaarheid?’

Daar waar de levensverwachting van mensen toeneemt, lijkt die van bedrijven en merken af te nemen. In de tsunami van digitale disruptie sneuvelen merken en bedrijven bij bosjes, als je consultants en sprekers moet geloven. Kijk maar naar Kodak. Maar klopt dat wel? Hebben merken nog maar beperkte houdbaarheid? Of kunnen merken met de juiste merkstrategie en via goed merkmanagement onsterfelijk worden?

Waar komt toch het idee vandaan dat bedrijven en merken een steeds korter bestaan hebben? Een belangrijke bron hiervan lijkt een Amerikaans onderzoek van advies- en innovatiebureau Innosight. Dit bureau verwacht dat de gemiddelde levensduur van bedrijven in 2027 gemiddeld maar twaalf jaar zal zijn, terwijl dit in 1964 nog 33 jaar was. Herhaling van dit onderzoek in Nederland door het Verkenningsinstituut Nieuwe Technologie (VINT) van ICT-bedrijf Sogeti leidde tot een vergelijkbare conclusie: in 2033 bestaan bedrijven nog maar vijf jaar als de huidige trend doorzet.

Lees dit artikel op Marketingfacts

 

 

[NMD18] Stultjens (Auping): ‘Somnox draagt bij aan transitie’

 

In aanloop naar Nima Marketing Day editie 2018 op donderdag 21 juni in DeFabrique in Utrecht stellen we een aantal sprekers alvast een paar vragen. Vandaag Ine Stultjens, Manager Marketing Communication bij Koninklijke Auping.

Door Nanny Kuilboer

Leuk dat je komt spreken op NMD! Wat brengt jou daar?
Luuk Ros van Nima polste of ik zin had om te komen spreken. Hij zei: ‘Jullie zijn én iconisch én innovatief. Dat is leuk om over te horen.’ Ik was vorig jaar een deel van de dag aanwezig op NMD en ik vond het een mooi evenement propvol goede verhalen. Ik vind het superleuk om daar nu zelf over Auping te vertellen en met ons verhaal anderen te inspireren. Slapen is trending topic en het allerbelangrijkste om je fit en energiek te voelen. In een wereld waarin we steeds vaker aan dan uit staan, gun ik iedereen een kwalitatieve nachtrust. Ik vind het fantastisch om hier met Auping aan bij te dragen. Maar wees gerust, je zult van mij geen slaapverwekkend verhaal horen.

Wij zijn eigenlijk nog steeds een beetje aan het bijkomen van het nieuws vorig jaar over de introductie van de Somnox-slaaprobot. Was dat nou ‘een ding erbij’ dat gewoon bij jullie merk past of wordt dat echt een nieuwe ontwikkelrichting? Vertel je daar iets over op NMD?

Wat leuk dat je daaraan refereert. De Somnox is een zachte ‘knuffelrobot’ die mensen in slaap helpt te vallen zonder de urgentie van slaapmedicatie, maar met behulp van intelligente technologie die lichaam en geest kalmeert. Somnox is voor ons zeker geen ‘ding erbij’, maar echt een product waarmee we innoveren en een behoefte oplossen voor mensen die chronische slaapproblemen hebben. Dat draagt bij aan onze transitie van matras- en beddenfabrikant naar verzorger van persoonlijke slaapoplossingen.

Het initiatief kwam van vier slimme studenten die de slaaprobot hebben bedacht en ontworpen aan het Robotica Instituut van de TU Delft. Ze zochten destijds contact met Auping en we hebben hen toen geholpen met maken van het zachte omhulsel van de robot. Dat naaien we in ons naaiatelier van dezelfde materialen waarvan we ook matrastijken maken. Inmiddels zijn de mannen afgestudeerde ingenieurs en hebben ze er een echt bedrijf van gemaakt en zijn ze al lang niet meer maar met z’n viertjes. Ze hebben een heel sterk team om zich heen verzameld, ze hebben al flink wat innovatie-awards in de wacht gesleept en ze gooiden eerder dit jaar hoge ogen op CES in Las Vegas.

Auping is mede-ontwikkelaar van de slaaprobot en we gaan hem straks ook produceren en distribueren (introductie komend najaar). Dat is natuurlijk super spannend en het is heel gaaf om zo samen te werken. Het jonge en creatieve team van Somnox helpt ons om out-of-the-box te denken in onze gezamenlijke aanpak om het meeste uit je nacht te halen. Als familiebedrijf in Deventer werken we al ruim 130 jaar aan de beste manieren om mensen écht goed te laten slapen. Elk bed of matras wordt gemaakt met aandacht voor detail, het milieu en de toekomst. Vanuit die ambitie innoveren we en streven we ernaar om onze bedrijfsprocessen, producten en diensten circulair in te richten en we geloven dat dit ons binnen enkele jaren gaat lukken. Uit onderzoek weten we dat als je aan mensen vraagt naar de kwaliteit van hun slaap, ze daar in Nederland gemiddeld een matig zesje aan geven. Ik denk dat dat veel beter kan en moet. Daarom gebruiken we technologie en productinnovaties zoals Somnox om onze impact écht te vergroten.

Wat is jou bijgebleven van een congres of event dat je onlangs bezocht hebt?

Ik was onlangs op de Adobe Emea Summit 2018 in Londen, een hele grote digital marketing-conferentie. 5.500 mensen in de zaal, fantastisch grote schermen, echt big. Naast geweldige innovaties en cases van Adobe hoorde ik er ook een waanzinnig goed verhaal van Mark Adams van Vice Media. Dat ging over waarom contentmarketing zoveel meer is dan een advertentie met slimme media-inkoop. Alles draait om het écht raken van mensen op basis van wat hen drijft: ‘Passion melts away demographics’. En je moet hen raken door datgene wat je merk uniek maakt en dat vervolgens op een waardvolle, unieke manier aan hen vertellen. Klinkt misschien als een open deur, maar je moet het eerst vinden en vervolgens consequent uitvoeren. En je moet van goeden huize komen om het oog van mensen op je te vestigen. Je moet niet schreeuwen, maar aandacht krijgen door te inspireren en impact te generen.

Wat is jouw grote fascinatie binnen marketing?

Mijn fascinatie binnen het vak is toch wel de manier waarop sommige merken of bedrijven mensen écht weten te binden en verbinden vanuit een duidelijke purpose. Ik vind het fantastisch als het verhaal van een merk inspireert, het product eerlijk gemaakt is, mooi is vormgegeven of heel lekker is en als het bedrijf klantgericht is, op een open manier de dialoog aangaat en innovatie ziet als een doorlopend proces. Ik hou er echt van als copy goed geschreven is, de tone-of-voice klopt bij het product, een verpakking waanzinnig goed gedesigned is, als de fotografie aansprekend is, de content je in beweging brengt. Ik hou ervan als het hele plaatje, de hele beleving, klopt. Dat het eigenlijk niet voelt als marketing, maar als een way of living waarmee de marktimpact, liefst op een maatschappelijke uitdaging, vergroot wordt. Waar eerder met name de start-up-achtige bedrijven snel en beweeglijk waren, lukt het grotere organisaties nu ook beter om te denken en te werken als een start-up, maar dan met de impact van een grown-up. Dat is eigenlijk ook wat we doen met Auping, bijvoorbeeld door zo’n samenwerking met Somnox.

Bij welke mede-spreker ga je absoluut nog even langs?

Oooh wat een strikvraag , er zijn zoveel mooie verhalen te beluisteren op NMD. Waar ik in elk geval even langs ga is toch wel bij Mark van Iterson van Heineken en Cornel Vader van het Leger des Heils. Maar ik ben bijvoorbeeld ook zeer benieuwd naar de verhalen van Rituals, Hallmark, Fairtrade Original en Koninklijke Mosa. En naar dat van Theo van Uffelen van Aegon, die als zeer ervaren FMCG-man een scherpe move maakte naar finance-land.

Ook een kaartje bemachtigen? Klik hier.

 

[onderzoek] Waarom sommige merken na een overname hun waarde verliezen

Uit onderzoek van Elisa Maira of Rotterdam School of Management, Erasmus University (RSM) blijkt dat een overname de identiteit van een merk kan schaden, waardoor dit onder consumenten minder populair wordt. Vertrouwde gezichten zijn een voordeel.

Een unieke, herkenbare identiteit is het waardevolste bezit van een onderneming, blijkt uit het onderzoek van Elisa Maira en RSM. Het blijkt dat een overname de identiteit van een merk kan schaden, waardoor dit onder consumenten minder populair wordt. Het aanblijven van de oprichters na de overname kan deze negatieve effecten beperken. Overnames zijn voor bedrijven van groot belang om te kunnen groeien, vertelt onderzoeker Maira, maar ze brengen veel onzekerheid met zich mee. Eerder onderzoek toont aan dat bedrijven er niet altijd in slagen de kosten van de overname te compenseren en extra waarde voor de koper te creëren.

Lees verder op Marketingtribune

 

Merkliefde maakt blind

Wanneer consumenten een sterke band hebben met een merk, zijn ze geneigd om negatieve informatie te negeren. Zo blijft de goede reputatie van een merk behouden. Veel organisaties investeren in merkcommunicatie om minder kwetsbaar te zijn voor kritiek. Zeker in een tijd waarin consumenten steeds meer aandacht hebben voor het ethisch handelen van organisaties, het web vol staat met kritische informatie over merken en reputatieschade altijd op de loer ligt. Maar beschermt een merk jouw reputatie eigenlijk wel wanneer er nieuwsberichten verschijnen over ethisch wangedrag?

Lees verder op Marketingfacts

Zijn brand studios de redding van de Nederlandse media-exploitanten?

TMG, Linda, FD/BNR, Branddeli; de Nederlandse media-exploitanten investeren fors in brand studios. Daarmee hopen ze het succesverhaal van de New York Times te kopiëren. Maar: gaat het in Nederland werken?

Als je een kop met een vraagteken boven een artikel zet, weet je dat het antwoord ‘nee’ is. Da’s een journalistieke wetmatigheid. Maar er wordt, zo zou uit onderzoek blijken, 175% meer geklikt op koppen mét een vraagteken dan zonder vraagteken.

Dit terzijde.

Brand studios zijn hot. Ook Nederlandse media-exploitanten pakken het steeds serieuzer aan. De aanleiding is eenvoudig. Klanten (merken/adverteerders) willen vaak méér dan alleen adverteren. Reclamemijdend gedrag onder consumenten begint de norm te worden. Dus zoeken de merken alternatieven. Eén van die alternatieven is contentmarketing.

Lees dit artikel op MarketingTribune