Kennistoets onder marketeers van corporates illustreert dat algemene marketingkennis goed vertegenwoordigd is.
Marketing lijkt soms een wat fluïde begrip, gelet ook op de soms wat zweverige discussies die erover wordt gevoerd, maar wie het vakgebied uiteen zet in vijf kennis-deelgebieden kan een redelijk beeld krijgen van de skills die aanwezig of juist afwezig zijn. Nu er meer dan tien grote bedrijven en daarmee meer dan honderd professionals door de NIMA Marketing Peil-teststraat gingen kun je zelfs wat voorzichtige conclusies trekken over algemene kennisniveaus.
We hebben als redactie nog geregeld contact met NIMA’s vorige directeur Martin Huisman, die bij de overdracht van de beroepsverenigings-scepter – ruim een jaar geleden – afsprak nog een tijdje werk te maken van het NIMA Marketing Peil; een toets om dat ‘algemene marketing-kennisniveau’ van een grotere marketingafdeling door te meten. We hebben ‘m daarover ook al eens geïnterviewd.
En we hebben ‘m in de beta-versie zelf ook weleens gedáán trouwens. Het voelt een beetje als een online assessment dat alle kanten van het vak opvliegt: een lange lijst vragen over marketing in het algemeen, online marketing in het bijzonder, (marketing)communicatie, verkoop en marktonderzoek. In grote lijnen zijn dat ook de specialisaties die NIMA aanbiedt met zijn portfolio examens A, B en C. De uitslag ervan geeft in grote lijnen weer welke kennis en vaardigheden aanwezig zijn in een marketingteam (of zelfs zijn oververtegenwoordigd) en waar nog wat gas kan worden gegeven met bijvoorbeeld opleiding of het aantrekken van talent. Het Marketing Peil is letterlijk een peilstok voor een héle afdeling of bedrijf.
Martin wees ons erop dat er intussen meer dan honderd marketing-, communicatie- en salesprofessionals die werkzaam zijn in het Nederlands bedrijfsleven hebben deelgenomen. Onder meer Grolsch, ICS, Noordhoff, Consumentenbond en PostNL namen deel. Martin Huisman: ‘Zowel op individueel niveau als in teamverband werden prestaties en onderlinge verhoudingen beoordeeld en geanalyseerd. Dat leverde veel verbetervoorstellen, bespreekpunten voor POP-gesprekken, input voor afdelingsplannen en sturing voor educatiebudgetten op. Veel positieve reacties ook, van zowel de leidinggevenden als onder de deelnemers zelf’.
Het ‘beste’ deelnemende bedrijf scoorde als team 70 punten in de overall score. Wat in de totaalscore van de deelnemende bedrijven opvalt is dat sales structureel moeilijker ligt. Dat kán misschien worden verklaard door het ontbreken van basis-skills die je meekrijgt uit regulier hoger onderwijs: daar zitten bijvoorbeeld wel economie en wiskunde in, maar – bijvoorbeeld – geen commerciële-gesprekstechnieken en offertetrajecten.
In 2021 trok het gemeten niveau van online marketing nogal aan en dat gold ook voor algemene marketingkennis. Je kunt daar uiteraard een hele theorie achter zoeken, maar daarvoor lijkt de ‘n’ te klein. Wel interessant om te vermelden uiteraard. Huisman benadrukt ook op dat ‘kennis’ allesbehalve zaligmakend is, maar wel heel belangrijk voor een goed functionerend bedrijf: ‘met deze methodiek is dat makkelijk en feitelijk te analyseren, en we zorgen dat de test leuk is om aan deel te nemen’.
Het kán natuurlijk zo zijn dat de coronacrisis de algemene kennis en interesse over en van online in de hand heeft gewerkt. Wat verder opvalt – naast het ‘middelen naar een zeven’ als je hele afdelingen doormeet – is dat de kennis van marktonderzoek relatief goed scoort. Omgang met data en het trekken van analyse, het interpreteren van onderzoek en het stellen van een diagnose lijken goed te scoren. Dat moet de aanhang van fact based marketing en puristen als Ritson goed doen. Alles begint met het stellen van de juiste diagnose.
Ter illustratie: het marketingpeil zoals het op een dashboard verschijnt.
Dit artikel is geschreven door Luuk Ros en verscheen eerder op