Doe je als merk aan Pride? Doe het goed of laat maar zitten

Als marketing- en reclamepersoon snap ik dat je het riskant vindt om mensen af te stoten. Maar lieve marketeer: doe dan niks

Door Japie Stoppelenburg 

In Amerika is het Pride Month. Een maand waarin de liefde en vrijheid gevierd wordt van homo’s, lesbiennes, biseksuelen, transgenders, intersexen, queers, en iedereen die niet in deze opsomming past. Ook in ons kikkerlandje zijn we ons aan het voorbereiden op Pride, al houden wij hier in Nederland de jaarlijkse botenparade in Amsterdam aan als onze Pride Week. Die is dit jaar van 31 juli tot 8 augustus. En dus zijn ook de Nederlandse merken, instanties en marketeers zich aan het voorbereiden op wat ze kunnen doen.

Zo ook een merk waar we bij Truus mee in aanraking kwamen. Ik ga geen namen noemen want naming en shaming is niet de bedoeling van dit stukje. Dit merk vroeg ons mee te werken aan een inhaker voor Pride waarin we regenboog-gekleurde hebbedingetjes weggeven via Instagram. Mensen die mij kennen weten dat ik geen ontzettende activist ben en niet zo snel een publiek standpunt inneem of radicaal tegenwerk. Maar als een homoseksuele man en eigenaar van m’n eigen reclamebureau voel ik me geroepen om hier iets van te zeggen: daar doen we dus niet aan mee.

Niet dat regenboog-gekleurde hebbedingetjes aanstootgevend zijn ofzo. Helemaal niet. Maar de vraag schoot een beetje in het verkeerde keelgat bij mij, en zo ook bij de LGBTQ+ collega’s in m’n team. We hebben namelijk andere dingen gepresenteerd. Betere dingen. Ideeën, initiatieven, apps en platforms die een échte impact kunnen maken. Echt levens kunnen veranderen. Werden allemaal afgekeurd. Er was een aantal weken geleden onder een social media post een lawine van homohatende trollen. Maar het merk wilde niet van zich afbijten in de comments. Hebben we zelf maar een groep vrienden en allies opgetrommeld om de comments te overladen met liefde en regenbogen.

Veel druk 

De reden waarom zo’n bedrijf dit niet wil? Eigenlijk dezelfde reden waarom merken in Nederland zich niet uitspreken tegen Zwarte Piet, of voor Black Lives Matter: we kunnen ons het nu niet veroorloven om mensen tegen ons in het harnas te jagen. Intern en extern. En ik snap dat. De pandemie heeft ontzettend veel druk gezet op de omzet van veel grote Nederlandse merken, en klanten aan je binden is belangrijker dan ooit. Als professioneel marketing- en reclame persoon snap ik dat je het dan riskant vindt om mensen af te stoten. Jammer, maar ok. Dat is nou eenmaal hoe kapitalisme werkt.

Maar lieve marketeer: doe dan niks. 

Statement maken 

Want misschien is de acceptatie van LGBTQ+ in Nederland een stuk verder dan in de rest van de wereld (en veel beter dan onze bewustwording over discriminatie en ongelijkheid), maar ook hier zijn we nog lang niet klaar. Er is sinds corona weer een toename in homohaat en geweld, juist hier in linkse vegan hotspot Amsterdam. Transvrouwen worden, ook in Nederland, nog steeds in exorbitante percentages vaker lastig gevallen, aangerand en vermoord. En laten we niet vergeten dat nota bene tijdens de SAN Accenten vorig jaar een filmpje werd getoond waarin NikkieTutorials een ‘klootzak’ werd genoemd. Vonden de schrijvers grappig, denk ik, want zij had niet al te lang daarvoor haar coming out als transvrouw geplaatst op YouTube. 

Als je daaraan iets wil doen als merk: te gek! Er zijn talloze manieren om een statement te maken. Goede doelen waar je aan kunt bijdragen. Initiatieven die je kunt steunen of opstarten. Huur een LGBTQ+ creatief in (ik ken er wel een paar) en kijk wat je met jouw bedrijf kunt betekenen; your help is much appreciated. Maar je logo veranderen naar een regenboogje en verder je bek niet optrekken is echt nutteloos en zelfs een beetje pijnlijk. Je maakt eigenlijk van Pride een inhaak-momentje voor aandacht en omzet, zoals dierendag, caps lock dag en nieuwjaar. (Slimme zet hoor, want huishoudens met twee mannen verdienen gemiddeld meer dan anderen.) Maar je zou het misschien niet afzien aan onze glitter en gezelligheid, maar er zijn nog steeds talloze mensen in onze community die elke dag moeten vechten voor overleven en respect.

Hierbij dus de oproep aan merken: steun ons écht op de manieren die er toe doen, of laat Pride lekker aan je voorbij gaan. En creatives en bureaubazen verzoek ik ook om hun klanten uit te dagen om meer te doen dan alleen een regenboogje. Of laat mij lekker lullen en doe je ding. Maar in de woorden van Famke: ik doe niet meer mee.

‘Vertrouwen is zo belangrijk voor je marketingstrategie’

Verantwoordelijkheid, normen en waarden en inclusiviteit zijn allemaal bouwstenen van jouw ‘loyaliteitscurve’. Vertrouwen is het fundament waarop consumenten afwegingen maken: 85 procent van de consumenten zegt dat ze een merk alleen overwegen als ze het merk vertrouwen.

Op 4 december verzorgde ik namens Microsoft een masterclass sessie tijdens de virtuele Web Summit 2020 met als titel: ‘Marketing with purpose: Building trusted brand experiences’.

Insteek van deze sessie was marketeers naar hun merkervaringen te laten kijken vanuit het oogpunt van ‘purpose’. Bij Microsoft gaan we uit van de gedachte dat ‘hoe meer stemmen gehoord worden, hoe beter gemaakte beslissingen zullen zijn’. Bovendien kunnen organisaties door te focusen op mensen en hun waarden diepere connecties maken met hun klanten en hun marketingstrategie vanuit deze context evalueren.

Lees deze blogpost op

De waarde van marketing met waarden

In welke mate is het communiceren van menselijke waarden van nut voor merken? Er zijn steeds meer merken die bewust aandacht besteden aan de waarden waar ze voor willen staan. Daarbij kun je denken aan voorbeelden als Patagonia, SnappCar, Danone, Ben en Jerry’s, ASN Bank, Univé Verzekeringen maar ook Nederlandse bureaus die dat doen. Denk aan Mensch, BR-ND, Havas Lemz, Heldergroen en anderen. Die organisaties kiezen er bewust voor om meer te willen toevoegen aan het leven dan andere, ook nobele doelen als het streven naar winst en werkgelegenheid. Ze kiezen er bewust voor om de traditionele 4 P’s aan te vullen met die van ‘people’ en ‘planet’.

Lees dit artikel van Register Marketeer en NIMA RvT-lid Ronald Voorn op

Jouw waarden werken voor merken

Waar komt toch die klik vandaan tussen merken en mensen? Of hoe kun je die krijgen als merk? Ons team doet hier onderzoek naar in het kader van mijn dissertatie. In deze blogpost een samenvatting van onze eerste studie die net is verschenen in de Journal of Brand Management. Merken associëren zichzelf steeds vaker met menselijke waarden door middel van hun marketing. Dit is ook wel bekend onder de noemer ‘purpose-marketing’ (Hsu, 2017). Zo positioneert schoenenmerk TOMS zich bijvoorbeeld op de menselijke waarde van welwillendheid (Schwartz, 2012). Het merk schenkt op regelmatige basis schoenen aan kinderen in nood.

Lees dit verslag van het onderzoek, verricht door Ronald Voorn RM, op

‘Purpose-marketing. Maakt het uit of het een truc is?’

Nog niet zo lang geleden vroeg Wim Rampen, managing director Nederland van LiveWork, mij om eens een andere kant van een onderwerp te belichten, als hersengymnastiek. Ik vond het een leerzaam idee, want dit draagt bij aan een verdieping van inzicht. Perfect onderwerp voor mijn gedachteoefening: purpose-marketing.

De afgelopen jaren heb ik regelmatig kritisch geschreven over purpose (zie hier), het do good-concept dat marketing in zijn greep lijkt te hebben. Merken die stelling nemen tegen zaken die slecht zijn voor de wereld. Die vervuiling willen tegengaan. Niet alleen die van CO2 of plastic, maar ook de geestelijke vervuiling. Stelling nemen tegen uitbuiting en zakkenvullen – tegen ongelijkheid in alle soorten en maten. Over de rol die merken en bedrijven hierin kunnen spelen.

Welke argumenten kun je aanvoeren om tegen het do good-principe te zijn? Ik heb geprobeerd zoals je in mijn artikelen heb kunnen lezen om daar gekeken vanuit het vak, invulling aan te geven. Want dat is wat mij betreft doorslaggevend: de kwestie met de vakbril op bekijken. Het gaat niet om wat je erbij ‘voelt’.

Lees deze blogpost van Tadek Solarz op Marketingfacts

‘Marketeer, wie wil je zijn en waar wil je aan werken?’

Inspirerende bedrijven zijn gemiddeld succesvoller op alle fronten: ze hebben productievere werknemers, trouwere klanten, meer innovatie en betere winstcijfers. En: dat inspiratiegehalte is te ontwikkelen. Joris van Zoelen doet al tien jaar onderzoek naar inspirerende bedrijven. De laatste jaren blijkt maatschappelijke impact een belangrijke rol te spelen in dat inspiratiegehalte. De marketeer kan hierin een cruciale rol spelen – als die het durft.

Joris van Zoelen: ‘Tien jaar geleden kwamen we tot de conclusie dat inspiratie een onderbelicht element was bij het kijken naar organisaties. Wat maakt dat medewerkers en klanten ‘lichtjes in de ogen’ krijgen van een bedrijf? En wat betekent dat voor het succes van zo’n organisatie? Sindsdien hebben we dat jaarlijks onderzocht. Het leidde onder andere tot de inspirerende 40, een lijst van bedrijven die bovengemiddeld scoren op innovatie, relatie, product en visie. In de loop van die tien jaar werd een factor steeds belangrijker: hoge scores zijn er vooral voor bedrijven die een doel hebben dat niet primair is gericht op winst; ze werken vanuit een sterke visie aan een betere wereld. Combineer je zo’n sterke drive en visie met een gezonde omvang, dan spreken we van een impactorganisatie.’

Lees dit artikel van Sjaak Hoogkamer op MarketingTribune

‘Moeten merken zich wel uitspreken over maatschappelijke standpunten?’

Gister deed ik het nog. Ik werd lid van een Facebook-groep. Niet zomaar een groep maar van het platform eetbare paddenstoelen. Ja, een platform over het determineren welke paddenstoel wel en welke niet eetbaar is. Het bracht mij terug bij het zoeken naar paddenstoelen samen met mijn vader. Mijn vader was Pools, hij kwam hier als bevrijder met de Tweede Wereldoorlog en bleef hangen in de liefde. Natuurlijk nam hij zijn Poolse gebruiken mee en één ervan was paddenstoelen zoeken in de herfst. Niet alleen zoeken maar ook eten. Ik weet nog steeds wel aardig welke eetbaar zijn en welke niet en ja, ik kan er ook een maaltijd van bereiden. Maar dat doen we niet meer. Het bos is niet meer van de mensen, nou ja om te wandelen op de voorgeschreven paden. Voor de rest is het bos inmiddels het domein van de boswachter die er scherp op toeziet dat het bos het bos blijft.

Lees dit artikel op

‘Terug naar het oude normaal? Nee bedankt!’

In het begin van de covid-crisis leek het erop dat we met zijn allen maar één ding wilden: terug naar het oude normaal. Inmiddels is duidelijk dat de coronacrisis wereldwijd juist ook een hang naar verandering heeft teweeggebracht. Uit de resultaten van onze maandelijkse Kantar covid-19 Barometer (wave 7) zien we dat mensen zeker niet op alle fronten terug naar het oude normaal willen, ze zien de coronacrisis juist ook als een kans om bepaalde dingen blijvend te veranderen.

Lees deze blogpost van Sara Wester op

Waarom we purpose-marketing niet verkocht krijgen

Marketeers moeten niet alleen in staat zijn om prachtige merken te bedenken met een mooie purpose, ze moeten ze ook tegen een eerlijke prijs kunnen vermarkten. Pas als dit soort merken marktleiders worden, dragen marketeers iets wezenlijks bij. Zover zijn we helaas nog niet. ‘Het grote gevecht & het eenzame gelijk van Paul Polman’, gekregen van mijn broer Jeroen, was mijn inspiratieboek afgelopen vakantie. Jeroen Smit heeft opnieuw een mooi en indrukwekkend boek geschreven. Het mag van mij iets dunner en minder feitelijk, maar daarmee bewijst Smit uiteraard wel zijn journalistieke achtergrond. Prachtig werk en heel herkenbaar. Ten tijde van de fameuze Omo Power-affaire werkte ik als marketeer bij Procter & Gamble en mijn broer Jeroen werkte vele jaren als marketeer bij de concurrent Unilever. Bijzonder dat Jeroen Smit zoveel details boven tafel weet te halen.

Lees deze blogpost van Marc van Eck op