Battlecry: marketingvrouwen gaan achter seksuele geweldplegers aan
Een groep anonieme vrouwen werkzaam in de Britse reclame-industrie is het zat. Ze slaan de handen ineen om mannen die vrouwen in het vak seksueel intimideren en monddood maken, aan te pakken. Aanleiding is een betoog van een vrouw die opsomt wat voor seksuele intimidatie in haar carrière heeft meegemaakt.
Bijna tweederde van de vrouwen heeft te maken met een vorm van seksuele intimidatie op het werk. Dat bleek vorige maand maar weer eens uit onderzoek van CNV, waarover Salarisnet schrijft: “30 procent van de werkende vrouwen heeft wel eens te maken met aanranding of een andere fysieke vorm van seksuele intimidatie op de werkvloer. 61 procent heeft te maken met seksueel getinte opmerkingen, schunnige woorden, sissen of vervelend, seksueel getint taalgebruik. Bij mannen is dit 18 procent.”
Wijdverspreid probleem
Uit een ander onderzoek van het College voor Rechten van de Mens onder 2.000 werknemers en 300 werkgevers (ook in juni dit jaar), blijkt dat seksuele intimidatie op de werkvloer een wijdverspreid probleem vormt. “In de afgelopen tien jaar heeft 16 procent van de Nederlandse werknemers hiermee te maken gehad. Vrouwen worden twee keer zo vaak getroffen als mannen. Voor slachtoffers is dit vaak een ingrijpende gebeurtenis met veel gevolgen voor hun werk en welzijn.”javascript:void(0)
Adriana van Dooijeweert, voorzitter van het College voor de Rechten van de Mens, zei in het NOS Radio 1 Journaal over naar een vertrouwenspersoon stappen: “Sommige slachtoffers willen wel praten, maar deinzen terug omdat ze denken: als ik die stap zet, wordt er meteen actie ondernomen richting de dader en dat wil ik niet.”
Slechts 37 procent van de slachtoffers maakt er melding van, is in het onderzoek te lezen. Belangrijkste reden? Ze denken vaak dat hun situatie niet ernstig genoeg is. Ook weten ze niet precies wat seksuele intimidatie precies inhoudt, of ze misschien niet overdrijven en waar de grens ligt tussen een grap en grensoverschrijdend gedrag. NOS.nl: “Zij hebben bepaald gedrag dan weliswaar als seksueel ongewenst ervaren, maar zeggen dat ‘er niet werkelijk iets is gebeurd’, staat in het onderzoek.”
Het CNV-onderzoek wijst ook uit dat praten over deze situaties lastig is voor vrouwen. Meer dan 25 procent van de ondervraagden, die seksuele intimidatie meemaakte, weet niet waar ze terecht kunnen met hun klachten. Ook zoveel procent hield haar mond stil op het werk en geeft aan dat seksuele intimidatie eigenlijk gewoon niet goed bespreekbaar is op de werkvloer.
Binnen het Nederlandse reclamevak
In de marketing- en reclame-industrie is het niet veel anders. In 2017 (het jaar dat de #MeToo-beweging vorm kreeg) schreef Susanne van Nierop in Adformatie een artikel over seksuele intimidatie in het Nederlandse reclamevak en concludeerde: “Binnen het Nederlandse reclamevak is men terughoudend als het gaat over #metoo. Vrouwen vinden het rolbevestigend en willen niet met slachtofferschap worden geassocieerd. Mannen stellen zich bescheiden op vanwege de heftige verhalen die worden gedeeld.”
“Vrouwen vinden het rolbevestigend” en “Als ik die stap zet, wordt er meteen actie ondernomen richting de dader en dat wil ik niet”, is precies waar een grote groep vrouwen in de Britse reclame-industrie zo klaar mee is. Ze zijn het spuugzat om hun mond te houden en de papers met fluwelen handschoenen aan te pakken.
‘Wees niet zo hysterisch’
Aanleiding vormt een artikel dat Zoe Scaman, oprichter van merkstrategiebureau Bodacious, onder de titel ‘Mad Men. Furious Women.’ schreef. Haar artikel over hoe vaak ze met vrouwenhaat en seksuele intimidatie te maken heeft gehad in haar carrière is heftig om te lezen, en het venijn zit ‘m al direct in het begin:
“When I was 19, I was sexually assaulted by a client in an alleyway outside of my first big industry party. When he was done, he told me to stop being so hysterical. Out of fear and shame, I stayed silent.”
Haar verhaal schetst een beeld van een industrie die zich beschouwt als vooruitstrevend en innovatief, maar nog een lange weg te gaan heeft als het gaat om de behandeling van vrouwen.