Heel veel tips en inspiratie voor merken die nu aan de slag willen met YouTube
Meer dan 12 miljoen Nederlanders gebruiken YouTube inmiddels maandelijks en Google’s videoplatform is daarmee populairder dan ooit. En dit lijkt door de opkomst van Connected TV alleen maar door te groeien. Ondanks de enorme populariteit van het platform zetten – verbazend genoeg – maar weinig Nederlandse merken YouTube succesvol in. Om de merken die twijfelen of ze in dit platform moeten investeren te overtuigen: negen voorbeelden van succesvolle merken op YouTube en hun contentstrategie.
Waarom zou je als merk actief willen zijn op YouTube?
Dat een netwerk (heel) populair is, wil nog niet betekenen dat je er als merk ook wat mee ‘moet’. Maar er zijn wel een aantal andere redenen om te investeren in een aanwezigheid op YouTube. Vier daarvan licht ik graag toe:
1 YouTube beïnvloedt aankoopbeslissingen
Het videoplatform neemt een steeds grotere rol in het online aankoopproces in. Onderzoek toont aan dat 55% van de hedendaagse consument online video en YouTube gebruikt voor shopping-onderzoek. YouTube How-To’s leert ze wat ze allemaal nodig hebben voor een groter project of mensen kijken Product Reviews om de beste keuze te maken. Meer dan 90% van de YouTube-gebruikers leert dan ook nieuwe merken kennen via YouTube. Met de aangekondigde integratie van e-commerce in video’s en livestreams wordt het ook steeds gemakkelijker om vertoonde producten gemakkelijk aan te schaffen.
Eén dag les, vijf vakdocenten met de hoogste waardering van cursisten en deelnemers, via de livestream, van Martech tot Purpose
Een bijzonder en tamelijk uniek buitenkansje voor ieder die écht een dag serieus aan zijn of haar marketingopleiding wil werken (zonder welbegrepen eigenbelangen, addertjes onder het gras of een gratis productdemonstratie na afloop): Het Nederlands Instituut voor Marketing zet op één dag zijn vijf best gewaardeerde docenten in de stream en ieder die zich geroepen voelt mag aanschuiven in de digitale klas. Een NIMA-masterclass voor gratis. Kun je na afloop bijschrijven op je eigen LinkedIn-profiel.
Het aanbod geldt tot een maximum van 300 deelnemers dus vraag niet hoe het kan, maar profiteer er op tijd van. Vrijdag 26 november gaat het plaatsvinden. Veeg die dag leeg in je agenda en noteer ‘bijscholen’. En vergeet dus niet op tijd te registeren als je wilt deelnemen. NIMA-lid of niet, maakt voor één keer niet uit. Als het je uitkomt mag je meedoen. De onderwerpen en docenten zijn gekozen naar aanleiding van onderzoek onder deelnemers aan de NIMA-Masterclasses in 2020. Daarvan biedt NIMA er zo’n 130 per jaar aan, dus ga er vanuit dat je écht een topprogramma doorloopt. De sprekers zijn beoordeeld met een 8,5 óf hoger tijdens het NIMA-programma.
We komen er onbeschaamd voor uit: Marketingfacts is NIMA, en NIMA is geen bedrijf maar een vereniging, dus als er iets te promoten valt voor het vak of het Instituut laten we dat niet na, maar dit is echt een bijzonder initiatief: De jaarlijkse ‘Best of NIMA’-dag wordt normaal gesproken éénmalig aan het eind of juist begin van een kalanderjaar aangeboden. Op één dag lopen de vijf best gewaardeerde docenten van het voorgaande jaar in een razend tempo door hun lesstof. Vijf keer een uur les van een echt specialistische vakdocent, mét vragen stellen en moderatie. Kost de deelnemer een normaal gesproken een paar honderd euro, maar levert dan ook vijf NIMA Permanente Educatie-punten op voor marketingprofessionals die dergelijke punten verzamelen.
Dit jaar is alles anders, de fysieke bijeenkomst kan niet plaatsvinden, de sprekers waren al ‘gereserveerd’ en het programma stond al klaar, dus voor één keer zet NIMA de stream open voor ieder die wil deelnemen. Je betaalt met je NAW en je wordt niet ‘doodgespamd’ na afloop.
Het programma: In één dag wordt je bijgepraat over marketing via LinkedIn, pricing-strategie, de stand van zaken in martech, purposemarketing en het inrichten van een prettige werkcultuur. Of beter: het vinden van geluk in je leven, dus je werk. En er is ook nog een Marketingfacts-haakje, want de redactie komt de dag modereren vanuit de studio.
Uit de wervingsmail van Rob van Vroenhoven, Manager Opleiding en Examen van NIMA: “Door de huidige situatie door de verscherpte coronamaatregelen wordt het niet alleen een online sessie, maar zijn er dit keer ook geen kosten aan verbonden. Wij willen, in deze tijden waarin het lastiger is om van elkaar te leren en elkaar te ontmoeten, The Best of NIMA cadeau doen aan alle marketingprofessionals. Een cadeau voor de nodige dosis inspiratie en inzichten waar je de volgende dag gelijk mee aan de slag kunt!”
Voor het deelnemen aan dit online event krijg je 5 PE-punten. Klik op de knop hierboven voor het volledige programma en om je in te schrijven. Tot dan!
Dit artikel is geschreven door Luuk Ros SCP en verscheen eerder op
De uitgaven van adverteerders op tv en sociale media zijn twee keer zo hoog als de dagelijkse consumptie
John Lewis ging vandaag live met de kerstcommercial van het jaar, maar het is maar de vraag of het met de massale inzet op tv (en een beetje social) wel de meest effectieve koers vaart. Met de aanstaande lawine aan seizoenscommercials in het vooruitzicht wijst WARC er in zijn Global Advertising Trends-rapport weliswaar op, dat de lineaire tv zich voor het eerst gewonnen moet geven ten opzichte van Facebook, Youtube en Insta. Maar beide media-types trekken een onevenredig groot deel van de advertentiebudgetten naar zich toe, als je alleen kijkt naar de tijd die de gemiddelde consument dagelijks op de deze kanalen doorbrengt.
Voor de eerste keer krijgt social wereldwijd meer mediabudget van adverteerders toegewezen dan lineaire tv. Wie met weinig reclamebudget een hoop steen in de vijver wil gooien, doet er daarom misschien goed aan te bestuderen waar die consumenten zitten (en waar de concurrent zit) voor het mediabureau zich ermee gaat bemoeien. WARC spreekt van een heuse investeringskloof, maar gaat daarbij wel voorbij aan de effectiviteit van adverteren per medium. Bovendien gaat het om geregistreerde directe media-uitgaven. Dus niet om indirecte zoals bijvoorbeeld sponsoring.
‘Alsof dit soort uitingen het vele negatieve nieuws rond jullie open riool nog kan bijsturen’
Het begon zo idealistisch; Facebook wilde iedereen in de wereld online met elkaar verbinden. In de beginjaren zei Mark Zuckerbeg steevast in zijn keynotes dat je samen veel beter de grote problemen van de wereld kunt oplossen. Daarom moest bijvoorbeeld heel Afrika internet krijgen. Zuck ging het regelen. Hoe kon je daar nu tegen zijn? En als je Zuckerberg zelf zag, de archetypische nerd, dan was het moeilijk voor te stellen dat hij bezig was een evil empire te bouwen. Inmiddels weten we beter.
Door een combinatie van een first mover-marktaandeel, een ongezonde focus op traffic, advertenties en winst, én algoritmes die engagement en zelfs polarisatie prioriteren, is Facebook een hele kwaadaardige wereldspeler geworden. Een speler zelfs die de VS al meerdere keren aan het wankelen bracht. En voor de gebruiker is het platform ook steeds onaantrekkelijker geworden. Met een user interface die eruit ziet als de Strip in Las Vegas en content waar je misselijk van wordt; clickbait, fake news, wappieverhalen, etc. Kortom, Facebook is een zwaar beschadigd merk.
ANWB, NOS Jeugdjournaal en BMW Nederland voeren de Nederlandse ranglijsten van Q3 aan
De strijd om views gaat door, ook in Q3 van 2021 blijven kanalen op YouTube massaal content uploaden om zo hun kijkers te blijven boeien. Hoe presteerden de merken, uitgevers en adverteerders in deze afgelopen maanden? Welke content behaalde de meeste views? Op basis van het aantal views van de video’s die zijn geüpload in de afgelopen maanden, zet Team5pm de populairste merken, uitgevers en adverteerders op YouTube op een rij.
De topmerken van het derde kwartaal: ANWB op eerste plaats met 2,4M views
Op de lijst met Nederlandse merken is de eerste plaats voor ANWB met 2,4 miljoen views. De tweede stek is toebedeeld aan Kinderrechten Filmfestival, dat 1,5 miljoen views behaalde. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport claimt de derde plaats met 1,1 miljoen views.
NWB uploadde 77 video’s, met gemiddeld 32.000 views per video. Deze cijfers bezorgden het kanaal de eerste plek in de categorie merken. Daarnaast heeft ANWB in totaal ruim 27.000 engagements weten te behalen. De meest bekeken video’s, die goed zijn voor in totaal voor 800.000 views, zijn van het format ANWB Autovraag.
UNICEF Kinderrechten Filmfestival de nummer één van het begin van het jaar, weet met 12 video’s met gemiddeld 130.000 views per video in de top te blijven. De best bekeken video heeft zelfs meer dan 400.000 views weten te behalen. In deze video hebben de kinderen een hedendaags thema – privacy – op een humoristische en begrijpelijke wijze vertaald voor de kijkers.
Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft met een totaal van 17 video’s ruim 1 miljoen views behaald. De meest bekeken video “Reizen binnen de EU met de CoronaCheck-app” heeft de kijker weten te bereiken en in totaal 564.000 views verkregen.
Tweederde verwacht verhogingen in de budgetten voor 2022. Een op de vijf zegt zelfs dat de stijging groter zal zijn dan 9%.
Het Contentmarketing-instituut heeft vrij diepgravend onderzoek verricht naar de positie en veranderingen van contentmarketing in de marketingmix van B2B-bedrijven. Op basis van de uitkomsten kun je concluderen dat het in 2021 flink ging vliegen en dat de storm voorlopig nog niet zal gaan liggen ook. Ronduit opvallend zijn de aangekondigde investeringen in video, events en owned media.
B2B-merken zullen komend jaar aanzienlijk meer geld investeren in contentmarketing. Mede door de pandemie worden bedrijven wakker van de kracht van contentmarketing, aldus het Content Marketing Institute (!) en Marketing Profs, dat onderzoek verrichtte onder de ronkende titel ‘B2B Content Marketing Benchmarks, Budgets, and Trends: Insights for 2022’.
Wat de cijfers betreft, is geld één van, zo niet dé grootste indicator om in kaart te brengen waar contentmarketing B2B gaat brengen. Kleine disclaimer is wel dat de data is opgehaald in juli van dit jaar. In deze barre tijden van corona-fluctuaties lijkt dat iets om rekening mee te houden. Drieënveertig procent van de ondervraagde marketeers (die bekend zegt te zijn met bedrijfsuitgaven) zegt dat hun budget voor 2021 al hoger was. En tweederde van die groep (66%) verwacht verhogingen in de budgetten voor 2022. Een op de vijf zegt zelfs dat de stijging groter zal zijn dan 9%.
Van de investeringsgebieden in 2022 verwacht meer dan de helft van de marketeers hogere uitgaven in video, evenementen (digitaal, persoonlijk, hybride), owned media en paid media.
De glorieuze rentree van live congressen en bijeenkomsten ten spijt: Digitale evenementen lijken onweerstaanbaar aan een opmars bezig, met name omdat ze volgens de ondervraagden domweg succesvol zijn geweest. Virtuele evenementen/webinars/online cursussen leverden van alle formats de beste contentmarketingresultaten op in de afgelopen 12 maanden.
Maar hoewel de inzet van persoonlijke evenementen de afgelopen twee jaar dus héél snel is gedaald (73% versus 19%), mogen we die niet te snel afschrijven in een wereld na vaccinatie. Van de ondervraagde marketeers die bekend zijn met het contentmarketingbudget van hun organisatie, verwacht 52% procent dat de investeringen in live events zullen toenemen, terwijl 39% zegt dat juist de uitgaven voor hybride evenementen zullen toenemen. De resultaten zullen per land ook nog aanzienlijk kunnen verschillen: Buiten Nederland moeten bezoekers aan zakelijke events veel grotere afstanden afleggen, waardoor de onverwachte voordelen van digitale bijeenkomsten wellicht zwaarder wegen in de resultaten.
Budgetverhogingen leiden overigens niet direct tot het vergroten van de teamgrootte. Twee derde (67%) van de ondervraagde marketeers zegt dat hun team is gevraagd vooral meer te doen met dezelfde middelen. Zowel vorig als dit jaar bleek maar 10% van de respondenten zes of meer professionals in hun contentmarketingteam te hebben, terwijl 58% dit jaar en 57% vorig jaar maar één of helemaal geen fulltime persoon had die zich toelegde op contentmarketing.
‘Community’s bloeien als nooit tevoren en er één starten is zo gebeurd. Het managen is lastiger.’
Verschillende merken hebben een poging ondernomen om fans of kritische gebruikers aan zich te binden, om zo producten en diensten te verkopen of klantengroepen te verenigen. Dat leidde zelfs tot opkomst van het fenomeen community marketing. Community’s verbinden mensen die iets met elkaar gemeen hebben en bij een goede community leveren deze gezamenlijk gevormde data en resultaten weer inzichten op voor de ‘facilitator van de community’; een bedrijf of een marketingorganisatie.
Wat zulke bedrijven goed doen, is dat ze zich bewust zijn dat het verbinden van een klant aan hun bedrijf noodzakelijk is om waarde te kunnen blijven leveren die ertoe doet. Na de millenniumwisseling en vóór de doorbraak van social media was zelfs sprake van een enorme golf aan community’s. Alles en iedereen kreeg een clubje met een community manager aan het hoofd en vaak lag er een duidelijk waarneembare lijn naar marketing. Dit blog – Marketingfacts – is in die tijd ontstaan. Om te kunnen reageren onder een artikel moet je ‘lid’ worden. Nadat Twitter, Facebook, Insta en vooral LinkedIn opkwamen, verdween ook de neiging om direct onder artikelen te reageren, forumclubjes te vormen, contactgegevens achter te laten en daarmee het fundament van veel community’s. Er zijn ook veel informele community’s naar chatgroepen als Whatsapp gesleept.
NIMA programmeert dit najaar een workshop Communitymanagement. Voor wie een community heeft, of wie een community wil of wie zich afvraagt hoe je het doet, een community opzetten en beheren….
Docenten Anke van der Sluis van Vice Versa Communicatie en Anke Kuipers van KUBRO.works hebben veel ervaring opgedaan bij projecten waarin community building en community management werden ingezet voor marketing en andere doeleinden. Zes pittige vragen:
Gaan jullie het over community management hebben of echt over community marketing? “We gaan het hebben over het management van je community. En ja als je je community goed managed draagt deze bij aan je marketingdoelstellingen.”
Is het geen teken des tijds dat mensen even bij een clubje willen en er daarna snel op uitgekeken raken? Een half jaar geleden zat half internet nog in Clubhouse, in maart werd het nog ’the next big thing’ in marketing genoemd.… “Een community bindt gelijkgestemden. Hoe sterker de verbinding hoe sterker de community zou je kunnen zeggen. Het gaat hierbij dus om het onderwerp en om de mensen die aan dit onderwerp gekoppeld zijn. De tool, het medium, zoals Clubhouse, is faciliterend niet leidend. Wellicht zou je kunnen zeggen dat de binding die er was rondom Clubhouse, waar het doel mogelijk was dit nieuwe medium gebruiken, niet sterk genoeg is. Het platform Reddit – gestart in 2005 – faciliteert daarentegen behoorlijk wat communities, subreddits, en is een sterke community op zich. Er zijn tegenwoordig genoeg platformen en tools beschikbaar waarmee je een community kunt starten. LinkedIn faciliteert al jaren de groepen-functionaliteit. En ook Facebook natuurlijk. Ik zou juist stellen dat communities nu bloeien als nooit tevoren. Een Community starten is zo gebeurd. Deze managen is lastiger.”
Wat is dé meerwaarde van community’s op dit moment, ook als je daarbij de laatste anderhalf jaar in beschouwing neemt? “Met online community’s kun je heel gemakkelijk een groep gelijkgestemden samenbrengen. Dat kan heel veel meerwaarde hebben. Productontwikkelingen, peer2peer-support, customer support en -service, kennisdeling en ga zo maar door. Juist communities hielpen ons het afgelopen jaar. Een community waar we samenkwamen om een online event te vieren hebben we vast allemaal meegemaakt. We zijn meer online gaan shoppen, al was het maar via WhatsApp met onze lokale boekwinkel. Onze behoefte om ergens bij te horen blijft, en veel daarvan vond de afgelopen tijd online plaats.”
De intentie achter een community, de werkelijke reden voor het bestaan, draagt in belangrijke mate bij aan het succes ervan. Hoe krijg je zoiets écht scherp? “Allereerst is het goed om te kijken naar het type community, het gemeenschappelijke karakter en het doel. Zo heb je een community of circumstance, place, action of interest . Laat dat je startpunt zijn. De waarde van een community is voor elk type community en voor elke organisator anders. Sommige community’s hebben weinig regelmatig terugkerende bezoekers, maar elke bezoeker díe er komt is wel direct geholpen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij een support community zoals die van Ziggo of Simyo. De waarde zit hem dan in het zelf vinden van een antwoord op een vraag wat bijdraagt aan een positieve ervaring over de organisator. Het is dus heel belangrijk om te bepalen wat je doel is en je verwachtingen van het succes. Op basis hiervan is het belangrijk om je actieplan aan te passen. Wij helpen je hier concreet mee tijdens onze workshop.”
Veel community’s hadden of hebben te lijden onder subversieve elementen. Vervelende mensen. Hoe hou je die buiten zonder er een dagtaak aan te hebben? “Vervelende mensen horen er nu eenmaal bij. Het is daarom belangrijk om huisregels vast te stellen die fungeren als richtlijn en die beschrijven hoe je wilt dat mensen met elkaar omgaan in de community. Er zijn twee typen ‘vervelende mensen’. De eerste groep wordt in het vakjargon trol genoemd; mensen die bewust gesprekken in een online community proberen dwars te zitten om er hun eigen agenda door te duwen, die niet begaan zijn met jou als organisator maar die kwaad in de zin hebben. Gelukkig kom je die zelden tegen. De andere groep mensen die vaak als ‘vervelend’ wordt gezien, zijn de mensen met kritische opmerkingen of die veel vragen. Hoe vervelend deze mensen soms ook kunnen overkomen, het zijn eigenlijk vaak mensen die erg begaan zijn met je merk. Door deze mensen persoonlijk te betrekken kunnen ze wel eens je beste ambassadeur worden.”
Hoe nodig is het dat je community-members echt managet in een owned omgeving? Kun je niet beter achter je fans, klanten en gebruikers jagen op sociale media en ze dáár aanspreken? “De community is het feestje, social media is de uitnodiging hoor je ons vaak zeggen. Wil je écht advies hoe je de nieuwste software update van je Garmin moet doorvoeren? Dan geloof je toch eerder het Garminplatform dan die onbekende die iets onder de Facebook-post zet van Garmin. Een owned community kun je inrichten aan de hand van je eigen doelstellingen. Juist hier zit de kracht van het merk, het owned platform. Een community-gebruiker legde het laatst mooi uit. Die zei: ‘Op het eigen platform weet ik dat de kwaliteit van de antwoorden geborgd is. Op Facebook weet ik dat niet’. Als bedrijf wil je trouwens ook zelf de data beheren in plaats van dit bij derden neerleggen. Daar heb je toch echt owned media voor nodig. Zorg daarbij wel voor een optimale verbinding tussen je webcare op social media en je eigen community.”
Dit artikel is geschreven door Luuk Ros SCP en stond eerder op
Bva-directeur Henriette van Swinderen zegt dat de Nederlandse adverteerders grote zorgen hebben na de onthullingen van de Facebook-klokkenluider eerder deze week.
De klokkenluider, Frances Haugen, oud-medewerker van Facebook, kwam eerder met het verhaal naar buiten dat het sociale netwerk winst belangrijker vindt dan de veiligheid van zijn gebruikers. Ze leverde daarvoor tienduizenden documenten aan die ze voor haar vertrek had gekopieerd.
Henriette van Swinderen vertelde tegen NPO radio 1 dat de nieuwste onthullingen de zorgen onderstrepen die al langer bestaan: ‘Voor adverteerders bestaat het risico dat hun reclame terechtkomen naast berichten die niet gunstig zijn voor het merk. Tegelijkertijd zijn er ook positieve stappen gezet. ‘Er is een samenwerkingsverband in de advertentiewereld, het zogeheten Global Alliance for Responsible Media, dat probeert om problemen rond schadelijke berichten en advertenties aan te pakken. Hier geeft Facebook, net als andere platforms, elk kwartaal informatie over hoe het zaken als misinformatie en haatzaaien aanpakt.’
‘In die rapportages is een stijgende lijn te zien’, vervolgt Van Swinderen. ‘Wat we missen is hoe de situatie op lokaal niveau zit. Wij willen natuurlijk weten: wat gebeurt er in het Nederlandse taalgebied? Welke type berichten worden er verwijderd?’ Als die informatie niet komt, houd ik er rekening mee dat er voor adverteerders te veel onzekerheid ontstaat. Bij een groot deel van onze leden is dit wel een zorg.’
De Bva laat verder zelf op zijn website weten de inspanningen te waarderen die Facebook (en andere globals) binnen GARM (Global Alliance for Responsible Marketing) ondernemen om op wereldwijd niveau te rapporteren over de hoeveelheid klachten en verwijderde negatieve berichten.
Adverteren rondom viral video’s kan slecht uitpakken voor een merk. Dat blijkt uit onderzoeksresultaten van Magna Media Trials en technologie- en dataplatform Channel Factory.
Het onderzoeksrapport laat zien dat videoadvertenties rondom een populaire video een negatieve impact kunnen hebben op het merk wanneer deze niet bij de inhoud van de video aansluiten. Zo daalt de koopintentie met acht procent, ontstaat er bij negen procent een negatief beeld over het merk en daalt bij zes procent zelfs het vertrouwen. De negatieve associatie zorgt er daarnaast voor dat de respondenten zich wel de advertentie herinneren, maar om de verkeerde redenen.
Onderzoeksmethodiek Voor het onderzoek liet Magna aan 2.700 respondenten goed scorende videoadvertenties zien van merken als T-Mobile, een Amerikaanse verzekeraar en een populair haarverzorgingsproduct. De advertenties werden op meerdere platforms, in verschillende contexten en in verschillende videoformaten rondom specifieke viral video’s getoond. Zo waren er video’s over huidaandoeningen, autonomous sensory meridian response (ASMR) en mukbang waarin de videohost buitensporige hoeveelheden voedsel consumeert. Ondanks dat de getoonde video’s populair zijn en de respondenten de content vooral als “triggering”, “gênant” en “NSFW”, ofwel niet veilig voor op het werk, categoriseerden, kozen de meeste mensen er wel voor om de video helemaal te bekijken. Daarbij gaf 68% van de respondenten het eindoordeel “vermakelijk”.
Herinnerd om de verkeerde redenen Wat met name opvalt uit de onderzoeksresultaten, is dat de getoonde advertenties die eerder hoge resultaten hadden behaald nu door de associatie met de viral video’s een negatieve associatie kregen. Naast de dalende koopintentie en het vertrouwen zorgde de advertentie er in de huidige context voor dat de impact van het merk met tien procent daalde. En door zeven procent van de ondervraagden werd het merk nu als een stuk klantonvriendelijker gezien. Wat opvalt is dat in tegenstelling tot kijkers die dezelfde advertentie in een andere context hadden gezien (32 procent), de respondenten in het onderzoek waarbij de `negatieve’ video’s werden ingezet zich de advertentie goed konden herinneren (41 procent), al was het wel om de verkeerde reden.
Adverteren op basis van perceptie Nick Beentjes, Managing Director Channel Factory Benelux, hoopt dat het onderzoeksrapport een eye opener is voor adverteerders die zich focussen op kwantiteit in plaats van kwaliteit. Beentjes: “Dat een video populair is betekent niet automatisch dat deze ook geschikt is voor een merk. Adverteerders doen er dan ook verstandig aan om te kiezen voor een strategie die meer gericht is op het vinden van geschikte content en kanalen dan op het selecteren op populariteit. Dit komt niet alleen brandsuitability en brandsafety ten goede maar ook de performance”
Andere opvallende onderzoeksresultaten:
Het merendeel van de respondenten was van mening dat merken die adverteren rondom niet matchende content een slechte indruk achterlaten.
In een preroll-omgeving hadden de respondenten 1,5 keer meer het gevoel dat het merk verantwoordelijk was voor de inhoud van de video waar ze naast verschenen.
Merk-KPI’s worden het meest geschaad wanneer de advertentie direct vóór de video wordt vertoond.
De website nima.nl maakt gebruikt van cookies, ontdek hier welke we gebruiken.
Functioneel
Altijd actief
De technische opslag of toegang is strikt noodzakelijk voor het legitieme doel om het gebruik van een specifieke dienst mogelijk te maken die uitdrukkelijk door de abonnee of gebruiker is gevraagd, of voor het enige doel om de overdracht van communicatie via een elektronisch communicatienetwerk uit te voeren.
Voorkeuren
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
Statistieken
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door uw Internet Service Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
Marketing
De technische opslag of toegang is vereist om gebruikersprofielen aan te maken om advertenties te verzenden, of om de gebruiker op een website of op meerdere websites te volgen voor vergelijkbare marketingdoeleinden.