ANWB, NOS Jeugdjournaal en BMW Nederland voeren de Nederlandse ranglijsten van Q3 aan
De strijd om views gaat door, ook in Q3 van 2021 blijven kanalen op YouTube massaal content uploaden om zo hun kijkers te blijven boeien. Hoe presteerden de merken, uitgevers en adverteerders in deze afgelopen maanden? Welke content behaalde de meeste views? Op basis van het aantal views van de video’s die zijn geüpload in de afgelopen maanden, zet Team5pm de populairste merken, uitgevers en adverteerders op YouTube op een rij.
De topmerken van het derde kwartaal: ANWB op eerste plaats met 2,4M views
Op de lijst met Nederlandse merken is de eerste plaats voor ANWB met 2,4 miljoen views. De tweede stek is toebedeeld aan Kinderrechten Filmfestival, dat 1,5 miljoen views behaalde. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport claimt de derde plaats met 1,1 miljoen views.
NWB uploadde 77 video’s, met gemiddeld 32.000 views per video. Deze cijfers bezorgden het kanaal de eerste plek in de categorie merken. Daarnaast heeft ANWB in totaal ruim 27.000 engagements weten te behalen. De meest bekeken video’s, die goed zijn voor in totaal voor 800.000 views, zijn van het format ANWB Autovraag.
UNICEF Kinderrechten Filmfestival de nummer één van het begin van het jaar, weet met 12 video’s met gemiddeld 130.000 views per video in de top te blijven. De best bekeken video heeft zelfs meer dan 400.000 views weten te behalen. In deze video hebben de kinderen een hedendaags thema – privacy – op een humoristische en begrijpelijke wijze vertaald voor de kijkers.
Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft met een totaal van 17 video’s ruim 1 miljoen views behaald. De meest bekeken video “Reizen binnen de EU met de CoronaCheck-app” heeft de kijker weten te bereiken en in totaal 564.000 views verkregen.
Welke maatschappelijke belangen dient de organisatie? Dat is de vraag die marketeers zichzelf zouden moeten stellen
Marketeers verliezen al jaren aan relevantie binnen organisaties. Maar ook buiten organisaties worden marketeers gewantrouwd en worden ze gezien als een van de minst betrouwbare beroepsgroepen. Willen we ervoor zorgen dat marketing ook in de toekomst een relevante functie is en bestaansrecht heeft, dan moet er iets veranderen aan wat marketing doet.
“Rampenonderzoek: jeugd nu al de dupe van de klimaatcrisis” kopt Het Parool op 28 september. De jeugd van nu wordt tegen de tijd dat ze een jaar of veertig is zes tot zeven keer vaker geconfronteerd met de gevolgen van klimaatverandering, vergeleken met nu. Ook nu zien we hoe de klimaatcrisis direct en indirect verantwoordelijk is voor de enorme prijsstijgingen en tekorten waarmee we momenteel te maken hebben (1). Aan alle kanten zien we negatieve effecten van ons oude economische systeem. Tegelijkertijd zien we dat het economisch onderwijs maar langzaam hervormt; veel hedendaags onderwijs is nog steeds gebaseerd op de economische modellen en theorieën die al meer dan 100 jaar oud zijn. Ook binnen marketing zien we weinig écht nieuwe modellen en theorieën terug binnen het onderwijs en blijven de 4P’s heilig en is duurzaamheid vooralsnog vaak een vorm van greenwashing (2). Het wordt daarom tijd voor vernieuwing van het marketingonderwijs dat aansluit bij de nieuwe economie. Uit de laatste verkenning van de Vereniging Hogescholen blijkt de noodzaak voor verandering een belangrijk thema voor het onderwijs. Hebben opleidingen als Commerciële Economie in de toekomst nog wel bestaansrecht als we het onderwijs niet veranderen? Want we hebben in de toekomst geen behoefte aan nóg meer marketeers, we hebben behoefte aan societeers.
In mijn boek ‘Marketing in de nieuwe economie’ geef ik aan hoe marketeers meer en betekenisvollere invulling kunnen geven aan hun vak. En het is nodig dat marketeers kritisch kijken naar hun werkzaamheden en activiteiten. In de oude economie was de markt leidend; de markt bepaalt de prijs; de onzichtbare hand verdeelt de welvaart; iedereen profiteert van groei; en financiële groei is leidend. Deze denkbeelden zijn achterhaald, we kunnen niet blijven vasthouden aan economische groei omdat we simpelweg gewoon niet genoeg grondstoffen, energie, arbeid en productie hebben om die groei te realiseren. De aarde kan die economische groei niet aan. De toekomst vraagt om nieuwe perspectieven op groei en de economie.
Maar oude economische ideeën hebben vooralsnog flinke invloed op het werk van de marketeer – het woord ‘markt’ zit nagenoeg letterlijk in de benaming marketing. En deze economische denkbeelden hebben hun weerslag gehad op de relevantie van marketing. Binnen én buiten organisaties. Marketeers verliezen namelijk al jaren aan relevantie binnen organisaties, zo blijkt uit verschillende onderzoeken (3). Maar ook buiten organisaties worden marketeers gewantrouwd en worden ze gezien als een van de minst betrouwbare beroepsgroepen (4). Ondertussen hebben individuen steeds minder vertrouwen in grote bedrijven en merken (5). Alle marketinginspanningen ten spijt; we bereiken er juist het tegenovergestelde mee; onze merken, organisaties en producten worden als minder betrouwbaar en oprecht gezien.
De opkomst van de societeer
In de nieuwe economie die we tegemoet gaan, gaat het niet om klanten en hun behoeften. Er is geen noodzaak meer om marketeers in te zetten die behoefte aanwakkeren en mensen stimuleren om meer en meer te kopen. We hebben behoefte aan marketeers die niet alleen denken aan klanten, maar die denken aan de maatschappij. Die niet denken in behoeften, maar in belangen. Welke maatschappelijke belangen dient de organisatie? Dat is de vraag die marketeers zichzelf zouden moeten stellen.
Daarom moeten we niet alleen onze benaming, maar ook onze marketingopleidingen inhoudelijk aanpassen. We leiden niet langer op tot marketeers, maar tot societeers. We moeten jongeren onderwijzen hoe organisaties hun bijdrage kunnen leveren aan een betere maatschappij en een toekomstbestendige aarde. Deze noodzaak is niet alleen belangrijk voor ons klimaat, ze is ook van belang voor marketeers zelf. De transitie van marketeer naar societeer kan er namelijk voor zorgen dat marketing weer relevantie krijgt binnen organisaties. Het wordt tijd dat we, zoals marketinggoeroe Kotler in de jaren ’70 al beoogde, van marketing een societal functie maken (6).
Dé taken van de societeer
Hoe dan? Allereerst hebben societeers, in tegenstelling tot marketeers van nu, veel meer een langetermijnvisie. Het draait er bij societeers om dat organisaties op langere termijn relevant en van betekenis zijn voor de maatschappij en haar stakeholders. Niet voor kortetermijngewin ten koste van anderen (mensen, de omgeving of het klimaat). Stop met kortetermijndoelen en het meten van (kortetermijn-) KPI’s. De doelen die marketeers/societeers moeten nastreven zijn grootser dan wat binnen een jaar bereikt kan worden. De huidige meet- en afrekencultuur waar marketeers mee te maken hebben, stimuleert het kortetermijngedrag. Societeers streven langetermijndoelen na en houden hieraan vast. Om dit te realiseren moeten societeers weer een strategische functie binnen de organisatie krijgen; iets waar marketing al lang niet meer verantwoordelijk voor lijkt te zijn.
Daarnaast moeten societeers brede maatschappelijke waarde creëren. Niet alleen financiële waarde voor de eigen organisatie, maar maatschappelijke en ecologische waarde voor alle stakeholders. Marketing is van oudsher altijd verantwoordelijk geweest voor waardecreatie, met de nieuwe economie verandert het perspectief van wat waarde is naar een breder begrip dan enkel financiële waarde.
Hoe zie je door al die bomen het bos? Vijf tips om dé baan te vinden die echt bij je past.
Op dit moment is er een enorm krappe arbeidsmarkt. Onderzoek van Intelligence Group wijst uit dat de arbeidsmarktactiviteit opnieuw is gedaald. Het aandeel van de Nederlandse beroepsbevolking dat actief naar een baan zoekt is 10,7 procent. Ruim eenderde van de Nederlandse beroepsbevolking is afgelopen kwartaal minimaal één keer benaderd door een werkgever of bemiddelaar voor een nieuwe baan.
In de top 10 van meest benaderde vakgebieden staat marketing op plek 6. De helft van dit vakgebied wordt minimaal eens per kwartaal benaderd. Werkgevers bieden goede salarissen, auto’s van de zaak, vaste contracten en andere mooie arbeidsvoorwaarden. Heerlijk dat werkgevers staan te springen om talent zoals jij! Je hebt dus veel keus. Goed nieuws voor jou als marketingprofessional, maar is dat wel zo? Hoe zie je door al die bomen het bos nog? Jouw bos! Want welke werkgever en baan past echt bij jou? Hoe zorg je dat je dichtbij jezelf blijft in de keuze voor een werkgever en baan en je niet laat verleiden door alle snelle aanbiedingen?
Werk is een belangrijk onderdeel van ons leven en heeft verschillende functies. Met werk wissel je je tijd en inspanning uit tegen geld. Werk geeft een zinvolle tijdsbesteding en de mogelijkheid om te groeien en ontwikkelen. Daarnaast draagt werk ook bij aan een belangrijk sociaal aspect en het gevoel ergens bij te horen. Je draagt met je werk bij aan een groter doel. Werk speelt daarmee een grote rol in ons leven. Het is daarom belangrijk dat je werk doet waar je gelukkig van wordt en energie van krijgt.
Uit onderzoek in opdracht van NIMA dat in het najaar van 2020 plaatsvond in samenwerking met onderzoeksbureau DVJ en DPG Media bleek dat marketeers heel tevreden zijn met hun huidige functie binnen de organisatie waarvoor ze werken. Het onderzoek liet zien dat marketeers vrij lang voor dezelfde werkgever werken. Eén op de drie marketeers werkte al tien jaar of langer bij dezelfde organisatie. Ontwikkeling en groei blijft voor marketingprofessionals belangrijk, want ondanks de hoge tevredenheid pakt de helft van de marketeers een nieuwe job aan áls een mooie kans zich voordoet. Hoe zorg je dat je kiest voor de job die echt bij jou past? Start met zelfonderzoek. Vijf tips om je op weg te helpen:
1. Onderzoek wat voor jou belangrijk is in werk
Een toffe baan willen de meeste mensen wel. Maar wat heb je nodig om het naar je zin te hebben, om uitgedaagd te worden, je verbonden te voelen met de organisatie? Kortom; wat is voor jóu belangrijk in werk? Uit het onderzoek in opdracht van NIMA kwam naar voren dat voor marketingprofessionals uitdagende projecten, inspirerende en deskundige collega’s en een prettige werksfeer bijdragen aan de tevredenheid. Ook de kwaliteit van de leidinggevende en de reputatie van het bedrijf zijn belangrijk.
Onderzoek wat jij nodig hebt in je werk en bij een werkgever waardoor het aansluit bij jouw wensen en behoeften. Een aantal suggesties ter inspiratie: werkinhoud, werkomgeving, collega’s/team, sfeer/cultuur, het soort organisatie, wijze van leidinggeven, autonomie, opleidingsmogelijkheden, doorgroeimogelijkheden, beloning/arbeidsvoorwaarden, tijd- en plaats-onafhankelijk werken, aansprekende producten/diensten, maatschappelijke bijdrage, het imago van de organisatie, ruimte om werk te combineren met andere behoeften als vrijwilligerswerk, persoonlijke groei.
Kies jouw top-3. Vraag je af waarom juist deze dingen belangrijk voor je zijn en maak het zo concreet mogelijk. Staat sfeer/cultuur in jouw top-3? Omschrijf wat je ervan verwacht. Wil je met je collega’s lunchen? Vind je het leuk om buiten werktijd met collega’s te sporten? Verwacht je een wekelijkse vrijdagmiddagborrel? Hoe concreter je het maakt, hoe beter je kan checken of een baan en werkgever je dit kan bieden.
Vooral merkeffecten die verband houden met vertrouwen, commitment en bekendheid scoren bijzonder in goed uitgevoerde cases
Vers onderzoek van effectiviteitsexpert, auteur en consultant Peter Field wijst uit dat goed uitgevoerde brand purpose-cases een groter aantal grote bedrijfs- en merkeffecten veroorzaken dan cases zónder duidelijke purpose. Field vindt dat er een eind moet komen aan de soms ‘in vitriool gedrenkte kritiek van vakschrijvers en praktijkmensen’ op het fenomeen van brand purpose. Onderzoek dat hij verrichtte naar effectiviteit van purpose driven marketingcommunicatie bewijst vooral dat sterke cases ook echt heel sterk zijn, al gooit hij voor z’n onderbouwing wel wat appels en peren op een hoop.
Goed uitgevoerde doelgerichte campagnes zijn “superieur effectief zijn bij het behalen van key business measures” aldus Field, maar “er is ontzettend veel venijnige kritiek op brand purpose, en een deel daarvan is naïef en onterecht”, aldus Field in een interview met Marketing Week voorafgaand aan de IPA Effworks 2021-conferentie.
Niet álle kritiek is onterecht, geeft hij toe. Heel veel reclames met brand purpose-doelstellingen hebben weinig of nauwelijks effect, maar dat is de naïviteit. Het is duidelijk dat er andere factoren zijn die je met branding beïnvloedt, zoals investeerders en regelgevers die van bedrijven eisen iets te doen. “Bedrijven willen niet alleen iets doen, ze willen ook dat gezien wordt dát ze iets doen.”
Field zegt daarom op zoek te zijn naar de win-win; een soort toolkit die bedrijven kunnen gebruiken om aan de ene kant te voldoen aan de eisen die overheid, investeerders, wetgevers en toezichthouders stellen op het gebied van bijvoorbeeld duurzaamheid, maar die ook positieve effecten kan hebben op de consumentenrelatie. De IPA Effectiveness Awards Databank, waar Field een tijdje boven hing om te bestuderen, stelde hem in staat om 47 brand purpose cases te vergelijken met 333 ‘non-purpose cases’ in dezelfde periode. Vanaf daar gaat hij een beetje aan de haal met de uitkomsten want Field maakt een nadrukkelijk onderscheid tussen Brand Purpose-cases die goed en die niet goed zijn uitgevoerd. Laat je die laatste groep buiten beschouwing, worden de resultaten spectaculairder. Bovendien lijkt hij zeer effectieve purpose-campagnes te vergelijken met gemiddelde overige cases, waarvan er veel meer voorhanden waren. Dat lijkt op appels en peren, maar goed: dat maakt het bestuderen van succesvolle cases natuurlijk niet minder relevant.
Definitie van Brand Purpose
Field definieert ‘brand purpose’ als “a commitment articulated by a commercial brand or its parent company to goals other than improved profits or products, involving contribution towards one or more positive social impacts”. Wat ons betreft een geheel nieuwe definitie trouwens. Die positieve effecten kunnen als bekend plaatsvinden op terreinen als gezondheid, milieu, menselijke ontwikkeling, duurzame bedrijfspraktijken of andere, soortgelijke gebieden.
In eerste instantie zien de bevindingen er weinig overtuigend uit voor voorstanders van brand purpose. Het gemiddelde aantal “very large business effects” voor alle non-purpose campagnes ligt op 1,6, terwijl dit voor brand-purpose campagnes naar een beduidend lagere 1,1 zakt.
Er ontstaan wél grote verschillen bij het vergelijken van sterk uitgevoerde brand purpose-cases met minder geslaagde cases. Field vindt dat daar een soort “analytische truc” plaatsvindt om de beste van de minst presterenden bij de analyse te betrekken, “maar die twee groepen doen de dingen echt heel anders”. Rond de helft van de brand purpose-cases heeft overtuigend sterk gepresteerd, maar daarvan is het aantal met ‘zeer grote bedrijfseffecten’ gemiddeld 2,1, ruim boven de 1,6-benchmark voor cases zónder. Aan de andere kant: voor zwakke cases van brand purpose-cases is dat cijfer slechts 0,1. Bottom line: Stérke purpose-cases veroorzaken ook stérke merkeffecten, met een gemiddelde van 3 zelfs een ‘uitzonderlijk sterk’. Vooral merkeffecten die verband houden met vertrouwen, commitment en bekendheid scoren bijzonder in cases met een goed uitgevoerde brand purpose. In meer dan eenderde (35%) van de cases bouwde een merk vertrouwen op, 43% commitment en 39% bekendheid (zie bovenstaande grafiek).
Field identificeerde ook gebieden waarop een succesvolle brand purpose-campagne niet alleen positieve merkprestaties stimuleert, maar ook “behoorlijk krachtige” B2B-effecten en overige bijkomende voordelen. Zo had 35% van de cases met een sterke purpose een positief effect op relaties met leveranciers of distributeurs (vergeleken met 23% voor cases zonder purpose en 29% voor cases met een zwakke purpose), terwijl 18% een positief effect had op relaties met investeerders ( vergeleken met 9% voor non-purpose en 6% voor zwakkere purpose-cases). “Ik ben er ook vrij zeker van dat de voordelen voor de relatie met investeerders die de analyse uitwijst in de afgelopen jaren waarschijnlijk alleen maar zullen zijn gegroeid”, voegt Field toe.
Verder verbeterde bij 59% van die sterke brand purpose-bedrijven de werknemerstevredenheid (vergeleken met 23% bij bedrijven met campagnes waarin dat niet het geval was en 47% van de campagnes met een minder sterke purpose-strategie). In 82% van de cases nam de media-aandacht toe (daalde met 56% van de cases zonder purpose-component). Maar “het is vrij duidelijk dat wat veel critici hebben gezegd, waar is”, geeft Field toe. “Als je wordt gezien als niet-geloofwaardig, of zelfs hypocriet, en als je brand purpose op geen enkele manier aansluit bij de business van je merk, zal het niet blijven hangen.”
“Het mooie van brand purpose is dat wanneer het goed is gedaan, het nieuwe dimensies aan een categorie toevoegt, zodat een merk zich kan onderscheiden op manieren die het voorheen niet mogelijk waren”, legt hij uit.
Dit artikel is geschreven door Luuk Ros SCP, en verscheen eerder op
‘Over naar de orde van de dag zou je zeggen, maar de maatschappij is agressiever geworden’
Sla op een willekeurige dag het FD open en tel hoeveel bedrijven kampen met een crisis. Spoiler: veel. Slinger dan nog even Twitter aan: ‘ik koop nooit meer….’, ‘ik bankier nooit meer…..’, of precies andersom. Dit soort incidenten doen zelden iets voor sales, maar je reputatie ligt wel onder vuur, en het geheugen van sommige stakeholders is vaak beter dan ons collectieve geheugen, het helpt niet.
Lees het FD nog even verder door en je ziet verschuiving in de toon en boodschap van advertenties. Groepen bedrijven die samen duurzame initiatieven ontplooien en paginagrote advertenties kopen om dat aan het publiek duidelijk te maken. Big 4-accountants die, wederom paginagroot, laten weten dat ze zich bezighouden met het opruimen van de oceaan. Da’s mooi maar het lijkt impulsief en ook vooral deugen bij de waan van de dag. Bedrijven die dit tijdperk aanvoelen en niet te beroerd zijn een maatschappelijke rol op te eisen en in te vullen zijn de publiekslievelingen van de toekomst.
Merk daalt below-the-line
Dat vergt een nieuw denken. Oude reclame was (en is dat natuurlijk nog vaak) productgedreven, of in vaktaal below-the-line. Totdat iemand bedacht dat als je in merkwaarde denkt en je merk naar een hoger niveau tilt, je in het limbische deel van het brein van een consument komt, als het ware gegrift staat en dus de voorkeur geniet. Je noemt het above-the-line-adverteren en klaar. Maar het is te dun voor deze tijd.
Reputatiewaarde: het nieuwe above the line
Bedrijven die sturen op reputatie zijn de bedrijven van de toekomst die het bestaan op een hoger niveau tillen en voor de lange termijn gaan, zij denken in reputatiewaarde. Reputatie is het nieuwe above-the-line-denken.
Rituals
Kijk met deze gedachte naar het issue met de zusjes Van Lexmond. Trending op Twitter in niet mis te verstane bewoordingen. Wat is er aan de hand? De zusjes hebben een wat zweverige visie op het universum en de invloed daarvan op het menselijk welzijn. Dat is allemaal niet wetenschappelijk onderbouwd. Enfin, ze hebben de Moon Calendar uitgebracht in samenwerking met Rituals dus.
Oh ja, ik vergeet het ergste: ze hebben zich kritisch uitgelaten over het coronabeleid en zijn niet voor vaccinaties. Over naar de orde van de dag zou je zeggen, maar de maatschappij is agressiever geworden. Twee jaar geleden had niemand hier aandacht aan besteed maar zo snel gaat dat dus.
Voorbereiding
Waar wel rekening mee gehouden moet worden, is dat stakeholders organisaties steeds meer afrekenen op hun standpunten en maatschappelijke bijdrage. Met wie je samenwerkt moet zorgvuldig worden uitgekozen. Behalve dat de zusje Lexmond goed bij Rituals passen, hadden ze wel moeten weten dat er een afbreukrisico aan zit vanwege hun corona-opvattingen en blind vertrouwen op de maan. Als je een spannende samenwerking aangaat, sta daar volledig achter. Weet wat de risico’s zijn en wees daarop voorbereid met Q&A’s.
Standpunt
Het laatste wat je moet doen is de pagina waarop een interview met de Moonsisters staat offline halen. Als je een standpunt hebt moet je daar niet op terug komen als er ophef ontstaat. Statement van Rituals: ‘de Moon Calender past bij ons merk, maar we steunen het coronabeleid’. Zo lust ik er nog wel één. Dat had moeten zijn: ‘dit past bij onze reputatie en dat leggen we als volgt uit’, en dan een statement over een kritische, dwarse opstelling, steunen van mensen met een andere mening, niet altijd binnen de lijnen kleuren, wij staan voor onze mening. Whatever. Als je het kan uitleggen en verantwoorden op basis van je reputatiewaardes zullen mensen je meer gaan waarderen.
Merken die sturen op reputatie hebben geen issues, die hebben de actualiteit altijd mee, simpelweg omdat ze de dans leiden en zich niet laten sturen door de (social) media.
Consumenten in Europa zijn het eerder oneens met de stelling dat ze zich volledig vertegenwoordigd voelen door reclame.
Met een najaar op komst waarin de argeloze mediaconsument weer wordt gebombardeerd met feel-good-marcom die de donkere dagen voor kerst kleur geven, plukten we twee onderzoeken uit internationale vakmedia: Het eerste wijst erop dat grote groepen zich nog altijd nauwelijks vertegenwoordigd voelen in commercials, en op Duitse tv – tis net Nederland – is het helemáál scheef, al wordt daar ook vooruitgang gemeld. De genderverhouding in fictieve tv-producties is er bijna in evenwicht, in shows en quizzen geheel niet.
Merken slagen er nog altijd niet goed in om in hun commercials mensen op te voeren die een afspiegeling vormen van de diversiteit in de maatschappij. Meer dan twee vijfde van de volwassen consumenten (44%) zegt dat ze niet volledig worden vertegenwoordigd door de mensen die ze in advertenties zien en dat is een internationaal fenomeen: Onderzoek in 17 markten uitgevoerd door YouGov wijst uit dat maar 19% zich vertegenwoordigd voelt, 31% twijfelt en is het in het noch eens, noch oneens met die stelling.
We pikten dat nieuws deze week van WARC, waarbij het vooral ook de grote verschillen tussen de verschillende onderzochte markten opvallen. In 14 van de 17 onderzochte markten zeggen meer mensen dat ze zich niet volledig vertegenwoordigd voelen dan het aantal dat zegt dat ze zich wel vertegenwoordigd voelen.
Consumenten in Europa zijn het eerder oneens met de stelling dat ze zich volledig vertegenwoordigd voelen door reclame. Vooral Duitsland (60% oneens) en Zweden (59%) springen er uit. Uitgerekend twee landen waar een behoorlijk open en vergevorderd publiek debat is (en wordt) gevoerd over diversiteit in media en reclame. Ook opvallend: In het UK vinden vooral oudere doelgroepen dat ze onvoldoende vertegenwoordigd zijn. In de Verenigde Staten en Mexico zeggen meer mannen dan vrouwen dat ze niet volledig vertegenwoordigd worden en in India herkent men zich juist het méést in de stelling volledig vertegenwoordigd te worden.
Rob Clapp van WARC wijst erop dat eerder onderzoek al uitwees dat zo’n keuze om meer diverse doelgroepen te bereiken een grote impact kan hebben voor merken: ‘Inclusief casting, inclusief het script en met inclusie als doel valt veel vooruitgang te boeken, maar daarbij is het wel van groot belang dat er concreet actie wordt ondernomen en het niet bij symbolische stunts blijft.’ (Lees ook ‘diversiteit maakt reclame effectiever‘)
De uitkomsten van YouGov werden in dezelfde week naar buiten gebracht als een onderzoek, uitgevoerd door de Universiteit van Rostock naar representatieve vertegenwoordiging op de Duitse televisie en waarover we een artikel op Werben und Verkaufen lazen (alleen al vanwege de titel ‘Zu viele blinde Flecke im Fernsehen‘ de moeite waard). Wetenschapper Elizabeth Prommer vat het daar wat cynisch samen: ‘Je ziet (op Duitse televisie red) nog steeds overwegend blanke mannen zonder migratieachtergrond, die niet gehandicapt zijn en geen homoseksuele geaardheid hebben’. Naar aanleiding van het onderzoek naar genderratio en diversiteit in tv-programma’s. De universiteit nam net als vier jaar geleden representatieve steekproeven om de man-vrouwverhouding te meten. Die is dus nog steeds onevenwichtig, maar de onderzoekers zagen ook een positieve ontwikkeling in Duitsland: De genderverhouding in de fictieve tv-producties is er bijna in evenwicht. Tegelijkertijd is er nog grote ongelijkheid bij de moderatie van shows en quizen.
Attributies
Handicap, seksuele geaardheid, migratieachtergrond en ‘attributies van etnische afkomst’ zijn op tv dus niet zo gemeen als onder de Duitse bevolking. De directeur van RTL Television en één van de opdrachtgevers naar het onderzoek, Henning Tewes, noemt bekroonde formats ‘Prince Charming’ en ‘Princess Charming‘ die RTL uitzendt en waarin homoseksuele kandidaten de liefde van hun leven zoeken – gebaseerd op The Bachelor – een goed voorbeeld hoe de panelen kunnen schuiven: Omdat het succesvol is, zal het op een gegeven moment geen bijzonderheid meer zijn en normaal worden, denk hij: ‘Op die manier moet het verder gaan’.
Dot artikel is geschreven door Luuk Ros SCP en verscheen eerder op
Hoe bouw je een StoryBrand? Simpelweg door storytelling toe te voegen aan merkbouw? Eigenlijk wel. Auteur Donald Miller koos hiervoor een originele invalshoek, die van het filmscript. Het leverde een helder en compact framework op.
Het van oorsprong Amerikaanse boek van Donald Miller is nu in het Nederlands vertaald, met medewerking van Daan Schmidt, die dit zelf het beste marketingboek ooit vindt. Dat gaat wel erg ver, er bestaan al veel meer methodes en modellen die ook zeer goed toepasbaar zijn om het merkverhaal te vertellen. Toch kan een StoryBrand framework wel degelijk vakgenoten in marketingcommunicatie helpen om op consistente wijze lijn te brengen in het uitdragen van hun boodschap.
Net als in de film
Het bouwen van een StoryBrand trekt een analogie naar een film. Het verhaal heeft een spanningsboog, problemen (van de klant in dit geval) die opgelost moeten worden en de tegenslagen die de hoofdpersoon hierin onderweg tegenkomt, tot een gids (jij bent de oplossing) op het pad van de hoofdpersoon komt en ervoor zorgt dat die als held alles overwint. Wat wil de held bereiken, wie of wat weerhoudt de held van dit doel en hoe zou het leven van de held eruitzien als hij dit doel bereikt? Marketeers en merkbouwers herkennen hierin de manier waarop je vanuit het klantverlangen naar een geslaagde transactie zonder cognitieve dissonantie achteraf komt.
In zeven heldere stappen die toepasbaar zijn op merk-/divisie- of productniveau kun je een sterke boodschap overbrengen die de organisatie laat groeien, zo is de belofte. Hierin is de oorspronkelijke ondertitel ‘Clarify your message so your customers will listen’ in het Nederlands jammer genoeg getransformeerd naar ‘Hoe een heldere boodschap je bedrijf laat groeien’.
Paradigmaverschuiving
Terwijl de filosofie in het boek wel degelijk de klant als uitgangspunt neemt. De klant is je held, niet het merk. Dat is StoryBrand principe één. Dat de auteur dit een paradigmaverschuiving noemt, gaat in Nederland allang niet meer op. Ook het bieden van een canvas, om de zeven stappen op één A4-tje bijeen te brengen, zien we vaker in marketing. Wat het niet minder toepasbaar maakt, trouwens.
Volgens de auteur kun je elk aspect uit het StoryBrand BrandScript stap na stap uitvoeren over langere tijd, terwijl het naar mijn idee ook een prima snelproces zou kunnen zijn. Waarna je het kunt implementeren in al je sales- en marketinguitingen om groei te realiseren. Het is een doe-boek voor organisaties die nog te veel vanuit het product of de organisatie ‘praten’ en behoefte hebben aan een helder eigen verhaal met de klant als middelpunt. En daarmee ook geschikt voor communicatieprofessionals van alle niveaus, die aan een inspirerende methode toe zijn.
StoryBrand Auteur: Donald Miller ISBN: 9789089655868 Uitgever: Van Duuren Managment Druk: juni 2021 Trefwoorden: marketingcommunicatie, branding, storytelling, boodschap
Wetenschappelijke oplossingen voor het minimaliseren en anonimiseren van data op Brand Growth Event
Om de privacy van consumenten zo goed mogelijk te beschermen, wijzen wetten en regels vaak in de richting van minimalisatie en anonimisering van data. Jaap Wieringa van de Rijksuniversiteit Groningen gaf gisteren een kort college tijdens het DVJ Brand Growth Event over wetenschappelijke ontwikkelingen die we op dat punt in de gaten zouden moeten houden. En we schreven mee.
Gisteren vierde onderzoeksbureau DVJ zijn jaarlijkse feestje, het Brand Growth Event, en Data Driven Decision Making (in marketing) was ditmaal het thema. In de regel zijn die events boeiende bijeenkomsten, want het is vaak nogal hardcore marketing in het programma. Ergens jammer dat het opnieuw een digitale editie werd. Da’s weliswaar makkelijk bezoeken, maar toch minder gezellig en je loopt op de borrel niet zomaar een oude of nieuwe bekende tegen het lijf. Je kunt wel makkelijker opschalen en dat was te merken want het was best druk in de chat naast de presentatie.
Op de vierde editie van vorig jaar sprak Tooske het programma aan elkaar en maakte de verschrikkelijke Ritson zijn opwachting, náást DVJ-eindbaas Lucas Hulsebos die er uitgebreid in de materie dook van Brand Growth. Ditmaal zat Hulsebos de bijeenkomst zelf voor als eindbaas, host en medebedenker van het hele event en dat voelde eigenlijk wel zo comfortabel. Beetje als marketing-nerds onder elkaar. DVJ begint zelfs internationaal uit te groeien tot hét marketingonderzoeksbureau, doet al jaren onderzoek naar dat ‘groeien van een merk’ en dat heeft momentum. Tussen het event in 2020 en nú verschenen talloze artikelen waarin de relevantie van merkgroei wordt bezongen, nog steeds in lijn met de theorie van Byron Sharp, die waarschijnlijk het belangrijkste boek over marketing heeft geschreven van de eeuw-tot-nu: How Brands Grow. Vorig jaar kregen we ‘factoren die bepalend zijn voor marketingsucces’ en waarover Ritson dus sprak: “Vergeet ‘little agile brands’ en kong fu: Kapitalisme is niet eerlijk, dat was ook nooit de belofte. David gáát Goliath niet verslaan, sterker: die vermorzelt je, draait zich om en gaat een appeltaart bakken.” (samenvatting van vorig jaar lees je hier)
Goed, dat was Ritsons lichtpunt in rampjaar ’20, voor de 2021-editie stonden Pat Nestor & Nicky Claeys van Domino’s geprogrammeeerd (een techbedrijf dat pizza’s bakt volgens Hulsebos), Konstantze Fichtner van Facebook en Jori van de Spijker deelde de inzichten uit de Brand Growth Study en dan dus met name naar de relatie tussen data driven beslissingen nemen en commercieel succes. Die uitkomsten en ontdekkingen van dát onderzoek verdienen trouwens een losse blogpost.
Integriteit staat niet gelijk aan reputatie of de creatie van financiële marktwaarde. Nee, het is gestoeld op respect en begrip voor de omgeving. Reputatie kan een afgeleid effect zijn, maar geen doel op zich. Frank Peters geeft je in ‘Het juiste doen als niemand kijkt’ tips om te komen tot integer leiderschap.
Transparantie. Het is toch best wel een hypewoord. En we zien vaak wat daarvan terechtkomt (nee, nee we gaan het hier niet over de Haagse politiek hebben, het slechts noemen zegt al genoeg). En transparantie hangt aan reputatie. En als je het helemaal goed wil doen zie je in de bedrijfsreputatie de bedrijfs- en merkidentiteit terug. Maar dat is te vaak niet het geval. Hoe je dat wel voor elkaar krijgt, daar moet het boek ‘Het juiste doen als niemand kijkt’ van reputatie-expert Frank Peters richting aan geven. Hij behandelt in het boek lessen uit de ethiek en filosofie voor integer leiderschap.
Zelfde waarden en normen
Peters schrijft: “Mensen willen zich namelijk verbinden aan merken en organisaties die betekenisvol zijn, moreel correct handelen en dezelfde waarden en normen hanteren als die zijzelf voorstaan.”
Maar het hebben en vasthouden van een goede (merk)reputatie kan af en toe aardig onder druk komen te staan, niet in de laatste plaats door social media (iedereen met vingers aan zijn/haar lichaam kan reputatie maken en breken, zo lijkt het soms). Als merk ben je hier dan ook voortdurend mee bezig, schrijft Peters. En je stakeholders zijn niet alleen je aandeelhouders, maar iedereen die met je merk/bedrijf te maken heeft.
Ethisch leiderschap is dus het gedrag dat je dient te vertonen om te voldoen aan de maatschappelijke normen. En er is een overtreffende trap en dat is leiderschap in ethiek!
Wat zijn de basisprincipes van effectief en ethisch leiderschap? Peters in het boek: “Bereidheid integer te handelen, verantwoordelijkheid nemen en afleggen, consistent handelen, empathie tonen, beschikken over emotionele competentie, goed kunnen luisteren, gestructureerde tegenspraak arrangeren binnen een organisatie, compassie tonen met de omgeving en ervoor open staan anderen te vergeven.”
Auping en Booking
En als je als bedrijf/merk leiderschap in ethiek vertoont, dan creëer je zelf de norm, staat in ‘Het juiste doen als niemand kijkt’. Toen ik dit las, moest ik gelijk aan Auping denken, dat in coronatijd besloot de ontvangen staatssteun terug te storten. Het merk zette een norm waar uiteindelijk ook Booking.com zich gedwongen voelde om zich aan te houden. (Helaas waren er ook bedrijven die zich er niets van aantrokken.)
Als ik een recensie schrijf, kijk ik ook altijd even wat anderen over het boek zeggen. Ik stuitte op eentje in Trouw afgelopen april. Het boek wordt door Fleur Jongepier door de figuurlijke papierversnipperaar geduwd.
Ik citeer Jongepier: “Nergens in het hele boek wordt het ophoepelen van leiders als vorm van integer leiderschap benoemd. Behalve door geïnterviewde Leonie Heres, die terecht het ‘aanstellen van jonge mensen’ in leiderschapsposities noemt, alsmede reverse coaching ofwel bestuurders laten coachen door jonge mensen. Enige top-idee in dit boek.
“Peters vervolgt: ‘Je bent al schuldig als je verdacht wordt. Dat liet niet alleen de coronacrisis zien, maar bijvoorbeeld ook discussies over #metoo.’ Dat was het moment dat er nog maar één bal overbleef voor deze recensie.
“Digitale schandpalen zijn problematisch, zeker. Maar als dit is wat je wilt zeggen over #metoo in een boek over moreel leiderschap, dan zakt de moed diep in de schoenen.”
Merk kapot
Tja. Ik vraag me af: wat is hier onwaar aan? Het gaat te ver om op Marketingfacts diep in dit onderwerp te duiken, maar kijk slechts eens naar het verhaal van de Amerikaanse muziekartiest Ryan Adams, die in The New York Times aan de schandpaal werd genageld als #metoo-dader. Uiteindelijk niet schuldig bevonden, maar carrière (en merk!) wel helemaal kapot. Peters bagatelliseert #Metoo niet, maar geeft slechts aan het ingewikkeld is.
Ik vroeg Frank Peters wat hij eigenlijk vindt van de Trouw-recensie.
“Ik heb geen problemen met een kritische recensie. ‘Het juiste doen als niemand kijkt’ is een boek voor vakgenoten en bestuurders en geen filosofieboek. Met mijn boek wil ik hen faciliteren en inspireren en niet louter voor het hoofd stoten of afbranden. Ik merk in de praktijk ook dat dit de manier is om bestuurders in beweging te brengen en aan het denken te zetten. De overige recensies en ontvangst in de markt van mijn boek bevestigen de waarde van die keuze.”
Mijn twee centen
Dan nu mijn twee centen: ‘Het juiste doen terwijl niemand kijkt’ is niet alleen een praktisch en nuttig boek, maar inspireert ook door de door het boek verspreide bijdragen van filosofen en wetenschappers als René ten Bos, Leonie Heres én door het sterke voorwoord van voormalig Nationale Ombudsman Alex Brenninkmeijer. Het boek helpt je richting een bruikbaar integriteitsframe.
Dit artikel is geschreven door Kari-Anne Fygi en verscheen eerder op
Manage Cookie Consent
De website nima.nl maakt gebruikt van cookies, ontdek hier welke we gebruiken.
Functioneel
Altijd actief
De technische opslag of toegang is strikt noodzakelijk voor het legitieme doel om het gebruik van een specifieke dienst mogelijk te maken die uitdrukkelijk door de abonnee of gebruiker is gevraagd, of voor het enige doel om de overdracht van communicatie via een elektronisch communicatienetwerk uit te voeren.
Voorkeuren
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
Statistieken
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door uw Internet Service Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
Marketing
De technische opslag of toegang is vereist om gebruikersprofielen aan te maken om advertenties te verzenden, of om de gebruiker op een website of op meerdere websites te volgen voor vergelijkbare marketingdoeleinden.