Tien jaar geleden leken peilingen op basis van social media in opkomst als alternatief voor de traditionele opiniepeilingen. Daar is nu nog weinig van over. Geven de huidige krachtigere social media tools nieuwe hoop?
Bij de verkiezingen van 2012 leek het er bijna op dat Maurice de Hond met pensioen kon gaan: het oude peilen van de verkiezingen via opiniepanels zou weldra voorbijgestreefd worden door betere peilingen op basis van analyses van Twitter-berichten. Eenvoudig gezegd: hoe meer er over een bepaalde partij positief wordt gesproken, hoe meer zetels die partij bij de verkiezingen zou behalen. Destijds waren er diverse van zulke Twitter-peilingen. Ze deden het niet opvallend beter of slechter dan de enquêtebureaus, maar het was nog te vroeg om al conclusies te trekken.
Zo’n tien jaar later is er van de alternatieve peilingen in Nederland weinig meer over. Ook de politieke aandelenbeurzen (prediction markets), in de Verenigde Staten een serieus alternatief voor opiniepeilingen, kwamen in de klad. Hierbij wordt de zetelverdeling bepaald door de handel in aandelen van politieke partijen op een virtuele beurs.