Purpose of Pegels?

Purpose

‘Terwijl de koopman en de dominee in de marketeer boeiende gesprekken voeren, keert de wal het schip’

Steeds meer bedrijven maken goede sier met een Purpose of Hoger Doel. Sterker nog: het lijkt wel een hype! Waar in de vorige eeuw wereldverbeteraars, die te herkennen waren aan hun geitenwollen sokken, zelfgebreide truien en lange haren, zich inzetten voor het klimaat, de dieren en onbespoten voedsel – sommige etablissementen serveerden zelf eikeltjeskoffie – zijn het nu steeds vaker salonfähige bedrijven die door het nastreven van een ‘Purpose’ of Hoger Doel nadrukkelijk willen bijdragen aan een hogere winst. Eh, pardon; een betere wereld. Zeggen ze. Of gaat het ze toch vooral om de pegels?

Een ding is duidelijk: merken met een Purpose scoren beter. Onderzoek van Millward Brown claimt zelfs dat bedrijven met een ‘Purpose’ tot 400% beter presteren dan bedrijven zonder een hoger doel. Andere onderzoekers laten iets minder spectaculaire cijfers zien, maar out performance percentages van meer dan 50% zijn niet ongewoon, afhankelijk van scope en tijdstip van het onderzoek.

De Nieuwe Hippies

Je zou de aanjagers van purpose driven business de ‘nieuwe hippies’ onder de bedrijven kunnen noemen. Zoals Mud Jeans, dat de jeansmarkt aan het opschudden is, En Tesla natuurlijk, Tony’s, Toms, The Body Shop, Triodosbank en dat zijn alleen nog maar merken die beginnen met een T,

Allemaal merken waarvan de founders, vanuit een ideaal om meer impact te realiseren, een bedrijf zijn begonnen. Het bedrijf vormt het vliegwiel om een beweging, een positieve verandering te realiseren. Bijvoorbeeld op het gebied van kinderarbeid, werkomstandigheden, grondstoffengebruik (circulaire economie), kapitalisme, zelfbeeld, of wat er ook maar aan kan bijdragen dat de wereld een stuk beter, prettiger, liever, zelfbewuster, trotser, gezonder of blijer wordt.

Want wat nou als je Shell bent?

En dat inspireert niet alleen consumenten en afnemers en niet te vergeten medewerkers en andere stakeholders, maar levert dus (op termijn) ook gewoon meer pegels op. Die vaak weer direct in de groei van het bedrijf geïnvesteerd worden.

Het ene Purpose is het andere niet

Mark Ritson zei het al: ‘It’s crucial we draw a line between businesses that were founded from purpose and those that originated with a profit agenda and applied purpose to secure more of it.’

Want wat nou als je Shell bent? Dan is het nastreven van een Purpose bittere noodzaak geworden om te overleven. Of Unilever? Of Coca-Cola? Hebben de CEO’s en CMO’s daar het licht gezien? Durven ze, zoals Polman bij Unilever, hun aandeelhouders (en hun CFO) te trotseren? Zijn de oude corporates een uitstervend soort?

Ik ken klimaatactivisten die vinden dat de grote corporates die de aarde kaal hebben geplukt en onze gezondheid met suiker, vet en zetmeel hebben verpest, de nek moeten worden omgedraaid. Wat hun betreft is de tijd van de Nestlé’s, de Procter & Gambles, de Unilevers, maar ook de grote banken en automakers, de kledingindustrie en al dat soort grote ‘uitbuiters’ voorbij.

En misschien hebben ze daarmee een punt. Want hoe geloofwaardig zijn deze multinationals met hun Purpose-uitspraken nu eigenlijk? Het zit domweg niet in hun DNA om meer oog te hebben voor de aarde dan voor de aandeelhouders.

Het houdt niet op, niet vanzelf. Er is véél te doen over de rol en positie van Purpose in marketing. Deze posting en visie is uitgeschreven op initiatief en verzoek van de Marketingfacts-redactie. Op 5 november verzorgt Adriaan een NIMA Masterclass ‘Purpose, van Marketing naar Mattering’. Er zijn nog enkel plekken beschikbaar.

Lichtpuntjes

Maar er is hoop, want in mijn ogen keert de wal het schip. Ik zie de volgende lichtpuntjes:

Ten eerste pikken steeds meer consumenten het pure winstgedreven gedrag ten koste van bijna álles het niet langer. Ten tweede vinden medewerkers het steeds belangrijker om bij een organisatie te werken die ertoe doet. En arbeid is schaarser aan het worden, dus krijgen ze steeds meer invloed. Omdat ze gewoon ergens anders gaan werken als het ze niet bevalt of als ze vinden dat de transitie te langzaam gaat. Wie wil er nog bij Shell werken? Dan heb je wat uit te leggen op een verjaardag. En ten derde roeren de stakeholders zich in steeds sterkere mate. Zo werd de afgelopen week bekend dat pensioenfonds ABP uit de ‘fossiele’ producenten stapt.

Een purpose is pas een principe als het pijn doet

Dus ze zullen wel moeten, die corporates, of het nou van harte gaat of niet. Doen die merken dat omdat ze ineens een groen hart hebben of gaat het ze nog steeds om de winst? En kun je je missie zomaar geloofwaardig herijken? Voor de een is dat natuurlijk lastiger dan voor de ander. Je doet het al gauw niet goed genoeg. Termen als ‘greenwashing’ en ‘windowdressing’ vliegen je al snel om de oren. Je kunt je ongetwijfeld de heetgebakerde in- en externe discussies voorstellen.

Als je bedrijf geen winst maakt, gaat het natuurlijk een keertje ten onder. Al zijn er nogal wat startups en ook gevestigde tech-bedrijven die dat moment heeeel lang weten uit te stellen. Het mooie is dat het nastreven en realiseren van je purpose (al is het natuurlijk bijna nooit helemaal af) gewoon ook meer pegels oplevert. Het is een win-win situatie. Je draagt bij aan een betere wereld én je verdient er meer geld mee. Daar worden zelfs aandeelhouders blij van.

Bottomline: een purpose is pas een principe als het pijn doet.

Maar de vraag is natuurlijk: gaat het hard genoeg? Doen ze voldoende hun best? Of zijn ze vooral bezig met greenwashing? Wanneer is een purpose echt een purpose? Wat scheidt het kaf van het koren?

Ik geloof dat de lakmoesproef zit in de vraag of het naleven van je purpose pijn doet, omdat het geld kan kosten als het spannend wordt. Zoals bij Nike toen het onvoorwaardelijk achter Colin Keapernick ging staan toen hij opstond door te knielen tegen discriminatie en politiegeweld tegen zwarte Amerikanen. Sommige Amerikaanse rednecks reageerden furieus door hun Nikes ritueel te verbranden. De beurskoersen van Nike zakte met ruim 3%. Dan heb je het al gauw over een paar miljard. Houd dan je rug maar eens recht. En dat deed Nike. Wat mij betreft een lichtend voorbeeld voor alle corporates.

Het mooie is bovendien: een paar dagen later vloog de online verkoop van Nike omhoog en daarna steeg de beurskoers tot recordhoogte. Dat zou andere CEO’s en aandeelhouders moeten sterken.

Sidekick-rol voor de CMO

Want ik ben ervan overtuigd dat Purpose geen speeltje is van de afdeling marketing, maar het domein van de CEO. Mijn stelling is dat geloofwaardig denken en doen vanuit een purpose bij bestaande merken alleen kans van slagen heeft als de CEO er zelf met hart en ziel in gelooft. Sterker nog, dat hij of zij zelf als een soort nieuwe hippie de trekker is van de transitie naar Purpose in zijn of haar bedrijf. Zoals de gewezen CEO Polman bij Unilever. En Sijbesma bij DSM.

En de CMO heeft hierbij een essentiële rol als sidekick. Want die kan, als hoeder van de marketing P’s, laten zien wat de relevantie is voor consumenten, medewerkers en andere stakeholders. Dus sta op CMO’s en do your goddamn job! Dan mag je jezelf voortaan ook een nieuwe hippie noemen.

Dit artikel is geschreven door Adriaan Oomen en verscheen eerder op Purpose of Pegels? | Marketingfacts

Hoe het zieke Facebook het moedermerk besmet

FB

‘Alsof dit soort uitingen het vele negatieve nieuws rond jullie open riool nog kan bijsturen’

Het begon zo idealistisch; Facebook wilde iedereen in de wereld online met elkaar verbinden. In de beginjaren zei Mark Zuckerbeg steevast in zijn keynotes dat je samen veel beter de grote problemen van de wereld kunt oplossen. Daarom moest bijvoorbeeld heel Afrika internet krijgen. Zuck ging het regelen. Hoe kon je daar nu tegen zijn? En als je Zuckerberg zelf zag, de archetypische nerd, dan was het moeilijk voor te stellen dat hij bezig was een evil empire te bouwen. Inmiddels weten we beter.

Door een combinatie van een first mover-marktaandeel, een ongezonde focus op traffic, advertenties en winst, én algoritmes die engagement en zelfs polarisatie prioriteren, is Facebook een hele kwaadaardige wereldspeler geworden. Een speler zelfs die de VS al meerdere keren aan het wankelen bracht. En voor de gebruiker is het platform ook steeds onaantrekkelijker geworden. Met een user interface die eruit ziet als de Strip in Las Vegas en content waar je misselijk van wordt; clickbait, fake news, wappieverhalen, etc. Kortom, Facebook is een zwaar beschadigd merk.

Dit artikel is geschreven door Wouter Boon en verscheen eerder op

Credits afbeelding: Youtube, licentie: Alle rechten voorbehouden

‘Nederlandse CMO zet vol in op digitalisering’

Ieder jaar brengt Deloitte het ‘Global Marketing Trends Report’ uit. Dit jaarlijks terugkerende onderzoek identificeert zeven marketingtrends en gaat in op de vraag hoe snelgroeiende merken het voortouw nemen. ‘Doorpakken en digitaliseren’, dat is wat het meest beklijft als je het digitaal doorbladert. 

‘Marketeers evolueren voortdurend, net als de wereld om hen heen. Als het laatste jaar in het teken stond van een reactie op een ongekende schok, dan gaat het dit jaar vooral over herstellen. Vooral voor metken en bedrijven die er het best gepositioneerd voor staan. Die gedijen in een klantgerichte wereld.’ Het 2022 Global Marketing Trends-rapport van Deloitte, met een deelonderzoek dat zich geheel richt op de Nederlandse marketingpraktijk, trapt af met wat stichtelijke woorden die vooral benadrukken dat uitgerekend marketeers surfen op de waan van de dag. Zoals dat hoort natuurlijk.

Volgens Deloitte zijn ook 100 Nederlandse CMO’s ondervraagd en daaruit bleek dat velen van hen prioriteit geven aan digitale versnelling, klantbetrokkenheid en het welzijn van medewerkers als belangrijkste focusgebieden voor de komende 12 maanden. Dát, gecombineerd met de inzichten die volgen uit vragen aan 11.500 consumenten (wereldwijd), maakt dat de onderzoekers zeven trends zien die marketeers kunnen helpen bij ‘het verfijnen van hun benadering om te voldoen aan de behoeften van mensen binnen en buiten de organisatie, om beter door hun data en technologische omgevingen te navigeren, en bij te dragen aan meer holistische ervaringen voor de mensen die ze bedienen.’ Die focus op het welzijn van eigen medewerkers valt trouwens op. Of het een nobel doel is of gewoon een reactie op het schreeuwend tekort aan specialisten als digitals in de marketingteams is lastig vast te stellen, maar er wordt dus ook geconcludeerd dat er momenteel meer behoefte is aan data analytics dan aan schrijvers en tekenaars. Oké. Lees vooral dat rapport zelf, maar in vogelvlucht.

  • De prioriteiten voor de ondervraagde Nederlandse CMO’s voor de komende 12 maanden: digitale transformatie, klantbetrokkenheid en welzijn van medewerkers.
  • Jongere en meer diverse demografische groepen ‘merken diversiteit op in reclame’. Maar er is meer nodig dan divers adverteren om klanten te winnen, dat vereiste echt focus op diversiteit en inclusiviteit
  • CMO’s geven steeds meer prioriteit aan analytische vaardigheden boven creatieve vaardigheden.
  • Een meerderheid van de CMO’s is van plan meer te investeren in hybride werken, maar dat vraagt om enorme focus op samenwerken op de juiste manier.
  • Snelgroeiende merken leggen meer de nadruk op MVO-beleid
  • Marketeers die zich richten op het ontwikkelen van first party data creëren meer mogelijkheden om die klanten te bereiken. Maar om de first party data te laten groeien, moeten marketeers relaties met partners versterken, zoals techgiganten en media-uitgevers, om toegang te krijgen tot hun ‘gated content’ en bijbehorende gegevens.

In-depth tacking

Daarnaast hebben de onderzoekers tien scenario’s aan consumenten voorgelegd waarbij een merk of organisatie persoonlijke gegevens gebruikt. Ze hebben consumenten gevraagd om aan te geven hoe ‘behulpzaam’ of juist ‘griezelig’ ze elk scenario vinden. De hoogst gescoorde scenario’s leidden tot sterke merkrelaties en daarbij was bijna nooit sprake van ‘in-depth tacking’.

Dit artikel is geschreven door Luuk Ros SCP en verscheen eerder op

Marketingvak in Verandering #2: Pieter Kopmels SMP – DSM

‘Marketing is een interessante combinatie van analyse, strategie, psychologie, klantcontact, teamwork en creativiteit.’

‘Verandering is de enige constante’ liet de oude-Griek Heraclites 2500 jaar geleden al optekenen en dat geldt zéker voor marketing. De theorie, maar ook de praktijk innoveert in hoog tempo, al is lang niet elke innovatie even relevant en is het soms lastig vast te stellen wat hoofd- en bijzaken zijn. Of waren. In deze M!-serie over veranderingen in het vakgebied komen senior marketeers aan het woord over inzichten die met de jaren zijn gekomen. Ter lering en vermaak.’

Pieter Kopmels voelt veel passie voor B2B Marketing en heeft ruime ervaring opgedaan bij internationale organisaties. Hij is Head of Global Marketing bij de materialendivisie van DSM. Samen met zijn wereldwijd verspreid team richt hij zich op het volledige marketingproces van strategieontwikkeling tot tactische implementatie. Hij staat bekend om zijn pragmatische klantgerichte aanpak en als bruggenbouwer tussen Marketing en Sales. Pieter is al geruime tijd actief in het bestuur van de NIMA-B2B community waarvan hij recentelijk is benoemd tot voorzitter.


Dit had ik graag geleerd tijdens mijn studie

‘Tijdens mijn opleiding heb ik me goed en breed kunnen ontwikkelen. Mijn praktijkstages in Californië en Londen zijn een goede voorbereiding gebleken voor de internationale functies die volgden. Bovendien is het een goede keuze geweest om pas later in m’n carrière het NIMA-C traject te starten. Door de opgedane praktijkervaring ben je beter in staat om de volledige context te zien en kun je sneller verbanden leggen. Ik ben het eens met Arjan Rattink die in de vorige editie het psychologische aspect aanhaalde. Door de focus op tactiek, data en projectmanagement wordt weleens vergeten dat klanten mensen zijn en dat Marketing vooral mensenwerk is. Beter inzicht in wat mensen drijft en hoe men optimaal kan samenwerken is essentieel.’

‘Marketing Accountability zou meer aandacht mogen krijgen’

‘In lijn daarmee had ik tijdens mijn opleiding graag meer aandacht gezien voor persoonlijkheidsprofielen. Bij DSM kwam ik in aanraking met de MBTI-persoonlijkheidstest die inzicht geeft in je eigen profiel en die van anderen. Dit inzicht maakt samenwerking effectiever en het helpt écht om sterkere teams te bouwen. Ook bij het creëren van Persona’s in B2B-marketing komt het van pas; bepaalde profielen komen immers vaker voor binnen specifieke functiegroepen. Een tweede aspect wat meer aandacht zou mogen krijgen is Marketing Accountability, ook bij NIMA-C. Inzicht daarin is cruciaal voor een betere inhoudelijke discussie met Management, Finance en Sales en zorgt een versterking van de positie binnen de organisatie.’

Wat zijn de grootste veranderingen in het vak die je hebt meegemaakt?

‘In basis is het vak weinig veranderd over de jaren heen. Uiteindelijk draait het om relevant blijven door zo goed mogelijk in te spelen op de steeds veranderende klantbehoeften. In die zin ligt continue verandering ten grondslag aan het marketingvak. Technologische ontwikkelingen hebben echter wel een grote impact op de wijze waarop we het vak uitvoeren. Vooral op het gebied van marktanalyse en marketingcommunicatie zijn er veel nieuwe mogelijkheden ontstaan. Bij B2B is eenzelfde verschuiving ontstaan als bij B2C waarbij de zakelijke beslisser eerst online oriënteert alvorens met Sales in gesprek te gaan. Deze voorkeur voor self-service zien we verder toenemen als gevolg van Covid. Omdat de marketingfunctie veelal leidend is in dit proces zien we dat de rol van Marketing binnen B2B belangrijker en breder wordt. Digitale ontwikkelingen hebben echter ook gezorgd voor het ontstaan van een groep practitioners die Marketing gelijkstelt aan het toepassen van een ‘online-trukendoos voor merkactivatie’. Zoeken op ‘Marketing’ in een willekeurige Podcast-app of YouTube levert een ruime selectie op van afleveringen met die insteek. Slechts een beperkt aantal belicht het gehele spectrum van marktanalyse, strategie, positionering, propositieontwikkeling en de activatie via zówel online- als offline-kanalen.’

Waarom is marketing zo’n mooi vak?

‘In algemene zin is het een interessante combinatie van analyse, strategie, psychologie, klantcontact, teamwork en creativiteit. Het is mooi om te creëren wat er nog niet is, bijvoorbeeld door het bedenken en ontwikkelen van volledig nieuwe concepten die je uiteindelijk terugziet in de markt. Daarnaast is de zoektocht naar aanknopingspunten voor nieuwe proposities iets wat me blijft boeien. Helemaal wanneer je patronen begint te ontdekken en bevestiging vindt bij meerdere klanten. In B2B-organisaties wordt vaak onderschat hoe relevant de intern aanwezige inzichten zijn voor de klant.’

‘Het is mooi om te creëren wat er nog niet is’

‘Het ophalen van deze kennis uit de organisatie, het uitdiepen en het op attractieve wijze beschikbaar stellen zorgt voor een sterkere klantrelatie en een trotse organisatie. Dat geeft veel energie. Wat me verder boeit aan B2B-marketing is het directe klantcontact en het complexe aankoopproces. Dit speelveld van meerdere functies en verschillende belangen biedt een extra uitdaging. Net als bij het creëren van een Strategisch Marketingplan is het als een puzzel die opgelost moet worden. Wanneer alle stukjes uiteindelijk in elkaar passen, dan geeft dat veel voldoening.’

Senior Professional
In deze Marketingfacts-rubriek komen verschillende NIMA Senior Marketing Professionals (SMP’s) aan het woord. SMP’s vormen een Nederlands netwerk van zo’n 400 professionals die zich hebben laten certificeren als SMP; een internationaal erkende en persoonsgebonden titel die je kunt aanvragen wanneer je over een aantal jaren ervaring beschikt en jaarlijks minimaal 30 Permanente Educatiepunten verzamelt. Die punten worden bijgehouden door NIMA en ontvang je voor het volgen van een vakopleiding, bezoek van events, schrijven van publicaties over het vak, verzorgen van presentaties en college’s, kortom: bijdragen aan vakontwikkeling. 

Meer weten over SMP worden

Dit artikel verscheen eerder op

Deze kanalen domineerden YouTube in Nederland

ANWB, NOS Jeugdjournaal en BMW Nederland voeren de Nederlandse ranglijsten van Q3 aan

De strijd om views gaat door, ook in Q3 van 2021 blijven kanalen op YouTube massaal content uploaden om zo hun kijkers te blijven boeien. Hoe presteerden de merken, uitgevers en adverteerders in deze afgelopen maanden? Welke content behaalde de meeste views? Op basis van het aantal views van de video’s die zijn geüpload in de afgelopen maanden, zet Team5pm de populairste merken, uitgevers en adverteerders op YouTube op een rij. 

De topmerken van het derde kwartaal: ANWB op eerste plaats met 2,4M views

Op de lijst met Nederlandse merken is de eerste plaats voor ANWB met 2,4 miljoen views. De tweede stek is toebedeeld aan Kinderrechten Filmfestival, dat 1,5 miljoen views behaalde. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport claimt de derde plaats met 1,1 miljoen views.

NWB uploadde 77 video’s, met gemiddeld 32.000 views per video. Deze cijfers bezorgden het kanaal de eerste plek in de categorie merken. Daarnaast heeft ANWB in totaal ruim 27.000 engagements weten te behalen. De meest bekeken video’s, die goed zijn voor in totaal voor 800.000 views, zijn van het format ANWB Autovraag

UNICEF Kinderrechten Filmfestival de nummer één van het begin van het jaar, weet met 12 video’s met gemiddeld 130.000 views per video in de top te blijven. De best bekeken video heeft zelfs meer dan 400.000 views weten te behalen. In deze video hebben de kinderen een hedendaags thema – privacy – op een humoristische en begrijpelijke wijze vertaald voor de kijkers.

Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft met een totaal van 17 video’s ruim 1 miljoen views behaald. De meest bekeken video “Reizen binnen de EU met de CoronaCheck-app” heeft de kijker weten te bereiken en in totaal 564.000 views verkregen.

Dit artikel is geschreven door Luuk de Haardt en verscheen

‘Contentmarketing in B2B gaat hoge vlucht nemen’

Tweederde verwacht verhogingen in de budgetten voor 2022. Een op de vijf zegt zelfs dat de stijging groter zal zijn dan 9%.

Het Contentmarketing-instituut heeft vrij diepgravend onderzoek verricht naar de positie en veranderingen van contentmarketing in de marketingmix van B2B-bedrijven. Op basis van de uitkomsten kun je concluderen dat het in 2021 flink ging vliegen en dat de storm voorlopig nog niet zal gaan liggen ook. Ronduit opvallend zijn de aangekondigde investeringen in video, events en owned media.

B2B-merken zullen komend jaar aanzienlijk meer geld investeren in contentmarketing. Mede door de pandemie worden bedrijven wakker van de kracht van contentmarketing, aldus het Content Marketing Institute (!) en Marketing Profs, dat onderzoek verrichtte onder de ronkende titel ‘B2B Content Marketing Benchmarks, Budgets, and Trends: Insights for 2022’.

Wat de cijfers betreft, is geld één van, zo niet dé grootste indicator om in kaart te brengen waar contentmarketing B2B gaat brengen. Kleine disclaimer is wel dat de data is opgehaald in juli van dit jaar. In deze barre tijden van corona-fluctuaties lijkt dat iets om rekening mee te houden. Drieënveertig procent van de ondervraagde marketeers (die bekend zegt te zijn met bedrijfsuitgaven) zegt dat hun budget voor 2021 al hoger was. En tweederde van die groep (66%) verwacht verhogingen in de budgetten voor 2022. Een op de vijf zegt zelfs dat de stijging groter zal zijn dan 9%. 

Van de investeringsgebieden in 2022 verwacht meer dan de helft van de marketeers hogere uitgaven in video, evenementen (digitaal, persoonlijk, hybride), owned media en paid media.

De glorieuze rentree van live congressen en bijeenkomsten ten spijt: Digitale evenementen lijken onweerstaanbaar aan een opmars bezig, met name omdat ze volgens de ondervraagden domweg succesvol zijn geweest. Virtuele evenementen/webinars/online cursussen leverden van alle formats de beste contentmarketingresultaten op in de afgelopen 12 maanden.

Maar hoewel de inzet van persoonlijke evenementen de afgelopen twee jaar dus héél snel is gedaald (73% versus 19%), mogen we die niet te snel afschrijven in een wereld na vaccinatie. Van de ondervraagde marketeers die bekend zijn met het contentmarketingbudget van hun organisatie, verwacht 52% procent dat de investeringen in live events zullen toenemen, terwijl 39% zegt dat juist de uitgaven voor hybride evenementen zullen toenemen. De resultaten zullen per land ook nog aanzienlijk kunnen verschillen: Buiten Nederland moeten bezoekers aan zakelijke events veel grotere afstanden afleggen, waardoor de onverwachte voordelen van digitale bijeenkomsten wellicht zwaarder wegen in de resultaten.

Budgetverhogingen leiden overigens niet direct tot het vergroten van de teamgrootte. Twee derde (67%) van de ondervraagde marketeers zegt dat hun team is gevraagd vooral meer te doen met dezelfde middelen. Zowel vorig als dit jaar bleek maar 10% van de respondenten zes of meer professionals in hun contentmarketingteam te hebben, terwijl 58% dit jaar en 57% vorig jaar maar één of helemaal geen fulltime persoon had die zich toelegde op contentmarketing.

Heel veel meer resultaten en stats in het artikel B2B Brands Better Appreciate Power of Content Marketing in 2022

Dit artikel is geschreven door Luuk Ros SCP en verscheen eerder op

‘Kritiek op brand purpose is naïef en onterecht’, stelt Peter Field

Vooral merkeffecten die verband houden met vertrouwen, commitment en bekendheid scoren bijzonder in goed uitgevoerde cases

Vers onderzoek van effectiviteitsexpert, auteur en consultant Peter Field wijst uit dat goed uitgevoerde brand purpose-cases een groter aantal grote bedrijfs- en merkeffecten veroorzaken dan cases zónder duidelijke purpose. Field vindt dat er een eind moet komen aan de soms ‘in vitriool gedrenkte kritiek van vakschrijvers en praktijkmensen’ op het fenomeen van brand purpose. Onderzoek dat hij verrichtte naar effectiviteit van purpose driven marketingcommunicatie bewijst vooral dat sterke cases ook echt heel sterk zijn, al gooit hij voor z’n onderbouwing wel wat appels en peren op een hoop.

Goed uitgevoerde doelgerichte campagnes zijn “superieur effectief zijn bij het behalen van key business measures” aldus Field, maar “er is ontzettend veel venijnige kritiek op brand purpose, en een deel daarvan is naïef en onterecht”, aldus Field in een interview met Marketing Week voorafgaand aan de IPA Effworks 2021-conferentie.

Niet álle kritiek is onterecht, geeft hij toe. Heel veel reclames met brand purpose-doelstellingen hebben weinig of nauwelijks effect, maar dat is de naïviteit. Het is duidelijk dat er andere factoren zijn die je met branding beïnvloedt, zoals investeerders en regelgevers die van bedrijven eisen iets te doen. “Bedrijven willen niet alleen iets doen, ze willen ook dat gezien wordt dát ze iets doen.”

De IPA stelde hem in staat om 47 cases te vergelijken

Field zegt daarom op zoek te zijn naar de win-win; een soort toolkit die bedrijven kunnen gebruiken om aan de ene kant te voldoen aan de eisen die overheid, investeerders, wetgevers en toezichthouders stellen op het gebied van bijvoorbeeld duurzaamheid, maar die ook positieve effecten kan hebben op de consumentenrelatie. De IPA Effectiveness Awards Databank, waar Field een tijdje boven hing om te bestuderen, stelde hem in staat om 47 brand purpose cases te vergelijken met 333 ‘non-purpose cases’ in dezelfde periode. Vanaf daar gaat hij een beetje aan de haal met de uitkomsten want Field maakt een nadrukkelijk onderscheid tussen Brand Purpose-cases die goed en die niet goed zijn uitgevoerd. Laat je die laatste groep buiten beschouwing, worden de resultaten spectaculairder. Bovendien lijkt hij zeer effectieve purpose-campagnes te vergelijken met gemiddelde overige cases, waarvan er veel meer voorhanden waren. Dat lijkt op appels en peren, maar goed: dat maakt het bestuderen van succesvolle cases natuurlijk niet minder relevant.

Definitie van Brand Purpose

Field definieert ‘brand purpose’ als “a commitment articulated by a commercial brand or its parent company to goals other than improved profits or products, involving contribution towards one or more positive social impacts”. Wat ons betreft een geheel nieuwe definitie trouwens. Die positieve effecten kunnen als bekend plaatsvinden op terreinen als gezondheid, milieu, menselijke ontwikkeling, duurzame bedrijfspraktijken of andere, soortgelijke gebieden.

In eerste instantie zien de bevindingen er weinig overtuigend uit voor voorstanders van brand purpose. Het gemiddelde aantal “very large business effects” voor alle non-purpose campagnes ligt op 1,6, terwijl dit voor brand-purpose campagnes naar een beduidend lagere 1,1 zakt.

Er ontstaan ​​wél grote verschillen bij het vergelijken van sterk uitgevoerde brand purpose-cases met minder geslaagde cases. Field vindt dat daar een soort “analytische truc” plaatsvindt om de beste van de minst presterenden bij de analyse te betrekken, “maar die twee groepen doen de dingen echt heel anders”. Rond de helft van de brand purpose-cases heeft overtuigend sterk gepresteerd, maar daarvan is het aantal met ‘zeer grote bedrijfseffecten’ gemiddeld 2,1, ruim boven de 1,6-benchmark voor cases zónder. Aan de andere kant: voor zwakke cases van brand purpose-cases is dat cijfer slechts 0,1. Bottom line: Stérke purpose-cases veroorzaken ook stérke merkeffecten, met een gemiddelde van 3 zelfs een ‘uitzonderlijk sterk’. Vooral merkeffecten die verband houden met vertrouwen, commitment en bekendheid scoren bijzonder in cases met een goed uitgevoerde brand purpose. In meer dan eenderde (35%) van de cases bouwde een merk vertrouwen op, 43% commitment en 39% bekendheid (zie bovenstaande grafiek).

Field identificeerde ook gebieden waarop een succesvolle brand purpose-campagne niet alleen positieve merkprestaties stimuleert, maar ook “behoorlijk krachtige” B2B-effecten en overige bijkomende voordelen. Zo had 35% van de cases met een sterke purpose een positief effect op relaties met leveranciers of distributeurs (vergeleken met 23% voor cases zonder purpose en 29% voor cases met een zwakke purpose), terwijl 18% een positief effect had op relaties met investeerders ( vergeleken met 9% voor non-purpose en 6% voor zwakkere purpose-cases). “Ik ben er ook vrij zeker van dat de voordelen voor de relatie met investeerders die de analyse uitwijst in de afgelopen jaren waarschijnlijk alleen maar zullen zijn gegroeid”, voegt Field toe.

Verder verbeterde bij 59% van die sterke brand purpose-bedrijven de werknemerstevredenheid (vergeleken met 23% bij bedrijven met campagnes waarin dat niet het geval was en 47% van de campagnes met een minder sterke purpose-strategie). In 82% van de cases nam de media-aandacht toe (daalde met 56% van de cases zonder purpose-component). Maar “het is vrij duidelijk dat wat veel critici hebben gezegd, waar is”, geeft Field toe. “Als je wordt gezien als niet-geloofwaardig, of zelfs hypocriet, en als je brand purpose op geen enkele manier aansluit bij de business van je merk, zal het niet blijven hangen.”

“Het mooie van brand purpose is dat wanneer het goed is gedaan, het nieuwe dimensies aan een categorie toevoegt, zodat een merk zich kan onderscheiden op manieren die het voorheen niet mogelijk waren”, legt hij uit.

Dit artikel is geschreven door Luuk Ros SCP, en verscheen eerder op

[onderzoek] branding basics vaak niet op orde

Sterke regie op marketing staat of valt met sterk merkmanagement. Toch pakken veel bedrijven dit niet goed aan. Merken van dalers in de Nationale Marketing Benchmark vallen niet op, zijn niet gemakkelijk te herkennen en zijn niet gekoppeld aan category entry points.

Winnaars scoren op alle aspecten wel een dikke voldoende.

Bedrijven zijn succesvoller als zij sterker regie voeren op marketing en dit niet overlaten aan externe specialisten, bleek vorige keer uit de Nationale Marketing Benchmark. Daarbij is sterk merkmanagement essentieel. Rob Revet van marketingadviesbureau Mark Stronger, dat het benchmarkonderzoek uitvoert: ‘Sterke merken beïnvloeden niet alleen koopgedrag, maar ook de beslissingen van iedereen die aan het merk werkt. Intern en extern. Merkmanagement, mits goed aangepakt, draagt zo sterk bij aan de regie op marketing en daarmee aan ondernemingssucces. Winnende bedrijven in onze database scoren op alle aspecten van merkmanagement beter dan bedrijven die minder goed presteren.’

‘Het blijft opmerkelijk hoeveel bedrijven de inzichten van marketingwetenschappers niet implementeren. Zij missen een schot voor open doel’

Sterke relatie tussen merk en financiële resultaten
Winnaars in de Nationale Marketing Benchmark zijn bedrijven die over de laatste twee jaar beter presteerden, veelal in termen van winst, omzet en marktaandeel. Bijna 70% van deze bedrijven geeft aan dat het merk aantoonbaar bijdraagt aan het realiseren van deze doelen. Daarnaast is het merkmanagement in deze bedrijven ook aantoonbaar sterker georganiseerd. Winnaars beschikken meestal over voldoende budget voor merkbouw en over draagvlak voor merkbeleid bij management en directie. Er zijn meestal formele afspraken gemaakt over merkmanagement, merkeffecten worden onderzocht en gevolgd en er is interne communicatie over het merk. Bij dalers in de benchmark zijn al deze aspecten meestal niet goed geregeld.

Volgens Revet bevestigen deze uitkomsten eerder wetenschappelijk onderzoek en is het opvallend dat bedrijven hier weinig lering uit trekken: ‘Marketingwetenschappers hebben het verband tussen de merkgerichtheid en de financiële resultaten van ondernemingen al meerdere keren aangetoond. In binnen- en buitenland. Dat winnaars op dit terrein goed scoren, is een bevestiging daarvan. Opmerkelijk blijft vooral dat veel bedrijven de inzichten van marketingwetenschappers niet of half implementeren. Vooral bij de dalers zijn een flink aantal branding basics gewoon niet op orde. Maar ook bij veel winnaars is ruimte voor verbetering.

‘Branding basics’ niet op orde
Een van de ‘basics’ is dat merken mentaal beschikbaar zijn als kopers een product kopen of een dienst afnemen. Voor deze mentale beschikbaarheid of salience is het nodig het merk te koppelen aan een of meer koopmotieven of category entry points. Driekwart van de dalers in het benchmarkonderzoek koppelt het merk echter niet aan een category entry point. Ook moet het merk in marketingcommunicatie en koopsituaties opvallen en snel herkenbaar zijn. Twee derde van de dalers zegt zelf dat de opvallendheid en herkenbaarheid van het merk onvoldoende is. Revet: ‘Veel bedrijven missen hier een schot voor open doel.

Hoe het wel kan: Yes, you Kanzi
Hoe merken wetenschappelijke inzichten wèl kunnen implementeren, laat Kanzi zien. Het appelmerk lanceerde deze maand in 13 Europese landen, waaronder Nederland, een campagne om haar appels te positioneren als oppepper of opfrisser bij een energiedip. De campagne heeft tot doel om het merk te koppelen aan category entry points. Er is duidelijk gewerkt aan de opvallendheid en herkenbaarheid van de campagne. Het product, het merk en de distinctive brand assets staan centraal in de uitingen.

Jan Willem Verloop, Head of Marketing bij EFC en verantwoordelijk voor Kanzi: ‘De uitdaging is om de mental availability voor Kanzi in heel Europa te vergroten. In Nederland is het merk al goed bekend, maar bekend zijn is wat ons betreft niet genoeg. Het moet gaan om echte brand salience: veel, stevige merkassociaties. Daarom sturen we heel gericht op de verbinding met category entry points. Alle assets die we in de loop van de jaren hebben opgebouwd, zetten we daarbij in. Samen met bureau Friends & Foes heeft dat geleid tot een onderscheidende campagne met een eigen belevingswereld waarin Kanzi wat energie toevoegt aan je dag.’

Revet: ‘Dit soort verbeterslagen maken echt groot verschil, maar mogelijk zijn veel merken zich niet bewust waar deze gemaakt kunnen worden. Met de Nationale Marketing Benchmark haal je dat snel naar boven en kun je eigenlijk meteen aan de slag om sterkere resultaten te realiseren.’

Dit artikel verscheen eerder op

De rituele reputatiedans rondom Rituals

‘Over naar de orde van de dag zou je zeggen, maar de maatschappij is agressiever geworden’

Sla op een willekeurige dag het FD open en tel hoeveel bedrijven kampen met een crisis. Spoiler: veel. Slinger dan nog even Twitter aan: ‘ik koop nooit meer….’, ‘ik bankier nooit meer…..’, of precies andersom. Dit soort incidenten doen zelden iets voor sales, maar je reputatie ligt wel onder vuur, en het geheugen van sommige stakeholders is vaak beter dan ons collectieve geheugen, het helpt niet.

Lees het FD nog even verder door en je ziet verschuiving in de toon en boodschap van advertenties. Groepen bedrijven die samen duurzame initiatieven ontplooien en paginagrote advertenties kopen om dat aan het publiek duidelijk te maken. Big 4-accountants die, wederom paginagroot, laten weten dat ze zich bezighouden met het opruimen van de oceaan. Da’s mooi maar het lijkt impulsief en ook vooral deugen bij de waan van de dag. Bedrijven die dit tijdperk aanvoelen en niet te beroerd zijn een maatschappelijke rol op te eisen en in te vullen zijn de publiekslievelingen van de toekomst.

Merk daalt below-the-line

Dat vergt een nieuw denken. Oude reclame was (en is dat natuurlijk nog vaak) productgedreven, of in vaktaal below-the-line. Totdat iemand bedacht dat als je in merkwaarde denkt en je merk naar een hoger niveau tilt, je in het limbische deel van het brein van een consument komt, als het ware gegrift staat en dus de voorkeur geniet. Je noemt het above-the-line-adverteren en klaar. Maar het is te dun voor deze tijd.

Reputatiewaarde: het nieuwe above the line

Bedrijven die sturen op reputatie zijn de bedrijven van de toekomst die het bestaan op een hoger niveau tillen en voor de lange termijn gaan, zij denken in reputatiewaarde. Reputatie is het nieuwe above-the-line-denken.  

Rituals

Kijk met deze gedachte naar het issue met de zusjes Van Lexmond. Trending op Twitter in niet mis te verstane bewoordingen. Wat is er aan de hand? De zusjes hebben een wat zweverige visie op het universum en de invloed daarvan op het menselijk welzijn. Dat is allemaal niet wetenschappelijk onderbouwd. Enfin, ze hebben de Moon Calendar uitgebracht in samenwerking met Rituals dus.

Merken die sturen op reputatie hebben geen issues

Oh ja, ik vergeet het ergste: ze hebben zich kritisch uitgelaten over het coronabeleid en zijn niet voor vaccinaties. Over naar de orde van de dag zou je zeggen, maar de maatschappij is agressiever geworden. Twee jaar geleden had niemand hier aandacht aan besteed maar zo snel gaat dat dus.

Voorbereiding

Waar wel rekening mee gehouden moet worden, is dat stakeholders organisaties steeds meer afrekenen op hun standpunten en maatschappelijke bijdrage. Met wie je samenwerkt moet zorgvuldig worden uitgekozen. Behalve dat de zusje Lexmond goed bij Rituals passen, hadden ze wel moeten weten dat er een afbreukrisico aan zit vanwege hun corona-opvattingen en blind vertrouwen op de maan. Als je een spannende samenwerking aangaat, sta daar volledig achter. Weet wat de risico’s zijn en wees daarop voorbereid met Q&A’s.

Standpunt

Het laatste wat je moet doen is de pagina waarop een interview met de Moonsisters staat offline halen. Als je een standpunt hebt moet je daar niet op terug komen als er ophef ontstaat. Statement van Rituals: ‘de Moon Calender past bij ons merk, maar we steunen het coronabeleid’. Zo lust ik er nog wel één. Dat had moeten zijn: ‘dit past bij onze reputatie en dat leggen we als volgt uit’, en dan een statement over een kritische, dwarse opstelling, steunen van mensen met een andere mening, niet altijd binnen de lijnen kleuren, wij staan voor onze mening. Whatever. Als je het kan uitleggen en verantwoorden op basis van je reputatiewaardes zullen mensen je meer gaan waarderen.

Merken die sturen op reputatie hebben geen issues, die hebben de actualiteit altijd mee, simpelweg omdat ze de dans leiden en zich niet laten sturen door de (social) media.

Dit artikel verscheen eerder op