(Column Stephan Ledder) De zin én onzin van strategie

contentstrategie, redactie, online redactie, NIMA

Door Stephan Ledder*

Strategie. Er zijn veel boeken over geschreven. En veel organisaties vinden dat ze er iets mee moeten. Maar is dat wel zo? Is strategie zinvol Strategie was natuurlijk ooit een plan voor oorlogsvoering. Een strijd plan. Met andere woorden: een plan waarmee je in actie komt, nadenkt over de beste aanval en je verdediging goed inricht.

En dat is waar ik het regelmatig mis zie gaan. Veel organisaties vinden het eigenlijk prima om vast te houden aan de status quo. Goed  is goed genoeg. En als je dan vindt dat je iets met strategie “moet” loop je dus vast. Je beschrijft dan gewoon de dagelijkse praktijk. Alsof een generaal beschrijft dat zijn troepen eten, slapen en weer opstaan. Gek eigenlijk…

In die situaties is strategie (vorming) echt onzin.
En nog zo’n situatie waarin het onzin is: als je “soldaten” hebt die liever corvee doen, dan ten strijde trekken. Als je een cultuur hebt die niet uitnodigt om in actie te komen of sterker nog: spreekwoordelijk: “aan te vallen”.
“Culture eats strategy for breakfast” is een mooie quote van Peter Drucker. En hij heeft gelijk. Maar dat betekent natuurlijk niet dat je geen strategie nodig zou hebben omdat je cultuur het plan toch om zeep helpt. Een leger heeft een cultuur waarin ze bereid en klaar zijn om in actie komen, maar zonder plan heet dat toch echt chaos. Met andere woorden: alleen als je de cultuur en het plan samen leidt tot “from good to great” heeft het opstellen van een strategie echt zin! En nu de troepen verzamelen!

*Stephan Ledder is partner van Business Openers

EMC-publicatie Gerrit van Bruggen – The Connected Consumer

The European Marketing Confederation – waar NIMA deel van uitmaakt – publiceert regelmatig papers van vooraanstaande marketingwetenschappers die met steun van het EMC onderzoek verrichten naar actuele marketingvraagstukken. Deze publicatie verscheen in februari 2018:

Introduction: Information Technology and Marketing Advances in Information Technology (IT) have greatly affected the marketing function, creating opportunities as well as challenges for marketers.

Initially developments in IT particularly affected decision making and the decision process. Scanning technology, increasingly faster and more powerful computers, and increasingly abundant storage space have all led to enormous amounts of available data, along with the capability to transform these data into information, insights and knowledge.

Not only this, advanced data analysis techniques and models have improved the ability of marketers to support the decision-making process, or even automate it.

For example, many online retailers now provide their customers with automated recommendations for complementary products and services, when customers order a product in their store. Making such recommendations one-by-one and on a person-to-person basis would be simply impossible for human decision makers. However, by exploiting data from previous customer purchases using new algorithms, product recommendations can be made for online customers, on a massive scale.

Lees deze volledige paper (PDF) exclusief bij NIMA:

11 Habits of Highly Effective Marketing Technologists

Even three years after Scott Brinker and Laura McLellan’s HBR article on The Rise of the Chief Marketing Technologist, the space continues to still see tremendous growth both in size and breadth.

During the same time, the number of vendors in the martech landscape has quintupled from just under 1,000 to over 5,000. While recent predictions pointed to consolidation or contraction, there does not seem to be any evidence of the martech landscape slowing its expansion. In part, this is due to marketing’s impact expands beyond just the department.

What began as a role that served marketing by delivering solely a technology strategy and implementation, now is fast becoming a core competency for the next generation executive go-to-market leaders. A primary driver has included the exponential rise of quantity and granularity of customer and marketplace data.

Lees dit artikel op Chief Martec

De grote A-merken doen het juist goed, zegt Byron Sharp

Hun marktaandeel wordt niet kleiner en jongeren kopen de producten ook.

Zo komt naar voren uit nieuw onderzoek van het Ehrenberg-Bass Instituut. Sharp en zijn collega’s vonden (uit een Nielsen-data analyse van 21 FMCG categorieën) dat enkele grote merken wel wat marktaandeel verliezen, maar dat hun categorieën groeien. Dus uiteindelijk zien ze hun omzet gewoon omhoog gaan.

De categorie softdrinks is als enige kleiner geworden qua omzet (in de VS). In deze categorie zag Pepsi het aandeel kleiner worden. Coca-Cola bleef …

Lees dit artikel op Marketingonline

 

(Interview Stef Beerens) ‘Merkloze bulk in Food & Agri? Dat zie je echt verkeerd.’

Voor wie er nooit écht goed naar gekeken heeft, is onze nationale Food en Agri-industrie een sleeping beauty. In Nederland is landbouw en veeteelt niet alleen bovengemiddeld productief en economisch profijtelijk, er is ook voortdurend vraag naar en inzet van innovatie. De NIMA Community Food & Agri – bestaand uit een groep gedreven marketeers uit de kleurrijke wereld van trends en tuinders, boeren en buitenlui – heeft plannen om in de komende maanden en jaren weer stevig van zich te doen spreken. Er mag daarbij ook flink gediscussieerd worden, om samen verder te komen. En met de ongekende media-aandacht voor voeding, voedselveiligheid, eten en de herkomst van producten is daar momenteel misschien ook wel ook alle reden toe. Stef Beerens van Green Communicatie is bestuurslid van NIMA FAM én al jaren fervent pleitbezorger van marketing in de agribusiness: ‘Boeren en tuinders zijn vooral bezig met boer en tuinder zijn. Tegelijkertijd is een steeds grotere groep wel degelijk bezig is met marketing en zeker ook bij de marketingdiscussies betrokken.’


Door: Luuk Ros*


Je hebt een achtergrond in Food & Agri, vooral Agri. Wat fascineert jou zo in die industrie? Wat pleziert je?

Als boerenzoon voel ik me thuis in de wereld van Agri. Dat gevoel gaat nooit weg. Wat mij vooral fascineert is de innovatiekracht van de sector. De moderne agri- en foodbusiness staat bijvoorbeeld bol van de high tech-oplossingen. Ik vind dat prachtig.

Als merkenbouwer, toch een belangrijke specialisatie van je, lijkt het me nog best lastig werken in een branche die zo is vergeven van – sorry – merkloze bulk. Of zien we dat verkeerd?
Dat zie je inderdaad verkeerd. Het merkdenken en merkgericht ondernemen heeft wel degelijk wortel geschoten in deze sectoren. Er ontstaan aan de lopende band nieuwe concepten die met goede branding en marketing neergezet worden. Maar we moeten niet vergeten dat we voorlopig nog niet echt zonder bulk kunnen. Dat is en blijft nog wel even de grootste markt. Bepaald door de consument die weliswaar stapjes zet richting bewust, bio, duurzaam en wat-heb-je-allemaal, maar het overgrote deel blijft toch nog steeds gaan voor convenience en prijs.

Een mooi voorbeeld is een zeer gedreven vollegronds-aardbeienteler bij ons in het dorp. Hij teelt bijzonder smaakvolle aardbeien en heeft veel aandacht voor duurzaamheid. Hij heeft een eigen winkel, probeert afspraken te maken met regionale retailers. Maar dat is best moeilijk. Hij moet uiteindelijk de meeste van zijn aardbeien naar de veiling brengen waar hij ook nog eens minder voor zijn aardbeien krijgt dan de tuinder die aardbeien in kassen teelt. Want die zijn uniformer, zijn volledig vlekkeloos en het hele jaar door leverbaar. Probeer daar maar eens tegenop te werken met heerlijke vollegronds geteelde aardbeien.

Jullie zijn de oudste NIMA-community met echt een heritage van decennia food & marketing. Wat is nú de meest dringende of dwingende trend in jullie marketing-segment, jullie specialisatie?
Ik denk dat onze wereld de meeste algemene trends wel aardig volgt. Wat ik vooral als kenmerkende ontwikkelingen zie, is de versterking van de ketens, waarbij van bovenuit de keten sterker wordt bepaald wat er in de rest van de keten moet gebeuren en hoe dat gebeurt. Waar boeren vroeger zelf hun rassenkeuze maakten voor bijvoorbeeld de teelt van groente, kiest de boer van nu voor een ketenconcept waarin al bepaald is welke rassen mogen worden gebruikt. Dat heeft direct invloed op marketing in de keten. Veredelaars richten zich om die reden meer op de bovenkant van de keten dan op het begin.

Er is momenteel ongekend veel aandacht voor voeding, voedselveiligheid, eten, de herkomst van producten. Hoe komt het dat de food- en agrisectoren zélf relatief weinig bij de marketingdiscussie worden betrokken?
Boeren en tuinders zijn vooral bezig met boer en tuinder zijn. Dat is een generatiesdiep verankerde manier van leven die vaak kost wat kost overeind moet blijven. Een klant van ons bureau uit Amerika deed onderzoek naar de reden waarom boeren boer willen zijn. Zijn conclusie: It’s all about the legacy. En als dat je grootste drijfveer is, dan ben je automatisch minder bezig met marketing. Dat is dan toch een heel andere wereld. Daarbij moeten we niet vergeten dat er tegelijkertijd ook een steeds grotere groep wel degelijk bezig is met marketing en zeker ook bij de marketingdiscussies betrokken is. Maar dat is relatief gezien nog steeds een vrij kleine groep.

Zie jij een missie voor jullie community om daaraan iets te veranderen? Iets bij te dragen?
We hebben daar in het bestuur inderdaad al een keer nadrukkelijk over gesproken. We zien een rol weggelegd voor NIMA FAM om juist die ondernemers te begeleiden of in ieder geval op weg te helpen, wanneer ze die stap willen maken van traditioneel boer en tuinder zijn naar een meer marktgerichte onderneming. We denken eraan om hier iets mee te gaan doen.

Food- en agribedrijven blijven veelal als B2B-leverancier in gesprek met hun ‘klanten’: de resellers, zoals supermarkten. Leven die Agri-ondernemers ei-gen-lijk een beetje met hun rug naar de markt?
Dat ligt er helemaal aan welke keuzes je maakt. Voor een belangrijk deel van de agribusiness zit er nog steeds een behoorlijk goed verdienmodel aan de reguliere afzetkanalen. Die zien niet direct de noodzaak om zich om te draaien. Vervolgens heeft iedereen de keuze: ga ik voor optimalisatie van mijn huidige afzetstructuur of kies ik een andere route. Ik ken een varkensfokkerij-organisatie die niet met zijn rug naar de markt is blijven staan. Zij kiezen voor een markgericht concept, maar gaan niet zelf een nieuw merk lanceren. Dat laten ze nadrukkelijk over aan de retail vanuit een gezond besef dat je moet doen waar je goed in bent en de juiste partners moet zoeken voor zaken waar je minder verstand van hebt.

Een prachtige en positieve bijkomstigheid van Food & Agri is natuurlijk dat je in misschien wel het meest innovatieve, progressieve land ter wereld woont op het terrein van land- en tuinbouw. Waar mogen we als Nederland best iets meer trots op zijn?
Nou, dat is dus precies waar ik in het begin van dit verhaal zelf mee kwam. Die innovativiekracht is enorm. Maar de trots zou moeten gaan naar de mensen die dit allemaal doen en waarmaken. We mogen trotser zijn op alle ondernemers die zich dag in dag uit inzetten om binnen de mogelijkheden die de samenleving biedt, te zorgen voor voldoende veilig en kwalitatief hoogwaardig voedsel – én bloemen en planten. Ik zeg vaak dat voedselproductie van ons allemaal is. De manier waarop het gebeurt is niets meer of minder dan een directe afgeleide van wat wij als samenleving accepteren en willen. En als er verschuivingen in dat model optreden, dan wordt dat relatief snel door de sector opgepakt. Dat mag beter gewaardeerd worden.

Je bent nu al bijna 7 jaar bij deze community betrokken. Inmiddels komen er marketingtafels, jullie publiceren artikelen. Vanwaar die recente versnelling? Willen jullie groot worden?
Niet persé groot, wel betekenisvol of betekenisvoller. Persoonlijk had ik de laatste jaren steeds meer moeite met de reguliere aanpak van een bijeenkomst met een spreker, wel of niet op een bijzonder locatie. De sprekers komen met alle respect vaak niet veel verder dan een presentatie van hun bedrijf, er is meestal geen échte discussie en daarna gaan we met een niet al te voldaan gevoel weer naar huis. Hierdoor liepen de bezoekersaantallen van dit soort bijeenkomsten steeds verder terug. Zelf heb ik jaren geleden al eens gedacht aan een soort van brand exchange-model waarbij bedrijven van elkaar onder begeleiding van een specialist een specifiek onderwerp intensief uitwisselen. Het is er echter nooit van gekomen om dat vanuit mijn eigen bureau op te zetten. En nu is die visie werkelijkheid geworden in de vorm van de NIMA FAM Marketingtafels. We beseffen dat we veel vragen van de deelnemers, maar die krijgen er dan ook wel enorm veel voor terug. Hoe mooi zou het zijn om regelmatig aan een marketingtafel ervaringen en inzichten te delen met niet concurrerende bedrijven die dezelfde doelgroep hebben? Hoe ga jij met social media om? Wat zijn jullie ervaringen met marketing in Duitsland? Hoe ver komen jullie met Internal Branding, hoe krijg je alle neuzen dezelfde kant op? De droom van NIMA FAM is om met de marketingtafels een unieke serie kleinschalige bijeenkomsten op te zetten, verspreid door het hele land waar food- en agribedrijven voor in de rij staan om aan deel te nemen. Ik denk dat dit haalbaar is.

Meer weten over de NIMA Community Food & Agri? Klik hier
Deelnemen aan één van de Food & Agri marketingtafels? Klik hier


* Luuk Ros is manager Content & Business bij NIMA

Are Big Brands Dying? (Rapport door Professor Byron Sharp ea)

Big brands pay the salaries and provide investment returns for many millions of people via pension funds.  So if anyone declares that big brands are dying they receive a great deal of attention.

There is quite a long history of such alarms, going back at least to 1993’s “Marlboro Friday”.  Recently, there have been claims that big/global brands are losing to small/local brands.  Theories have hastily been put forward why this might be, leading to marketing strategy recommendations.

But what is fact and what is fiction?  And what strategies make sense for big brands?  We report extensive new analyses along with the scientific research (published in peer-reviewed journals).

Lees dit rapport/ deze publicatie op Marketingscience

Kostenreducties in marketing: fabrikanten gaan over op ‘zero based budgetting’ aanpak

P&G bezuinigt $100 miljoen op digitale marketing (en zegt dat niet te merken in de verkopen) en Unilever brengt zijn marketinginspanningen met 30 procent terug. Een harde klap voor marketeers, of hoort het gewoon bij de volwassenwording van digitaal? We vroegen het enkele marktkenners en spelers.

De economie trekt aan, de werkeloosheid daalt, consumenten lopen weer glimlachend de winkels in. Toch voeren de grootste fabrikanten van consumentengoederen strenger dan ooit kostenreducties door. De bedrijfsresultaten vallen immers tegen en dan is marketing een van de eerste kostenposten waarnaar gekeken wordt.

Bij Unilever Benelux…

Lees dit artikel op Marketingonline

Marketing sterft, leve marketing!

Twee Register Marketeers, Vincent Hooplot en Harry Wientjens, geven hun mening over hoe het is gesteld met het marketingvak. Deze publicatie verscheen in Tijdschrift voor Marketing 09 2017

Is het marketingvak door intreding van algoritmes in de verdrukking gekomen of biedt deze tijd juist een kans om de toegevoegde waarde van marketing te tonen? Vincent Hooplot (Hooplot Associates) meent dat het grote aantal marketeers en directies dat worstelt met de toegevoegde waarde van marketing leidt tot de conclusie dat marketing op sterven na dood is. Harry Wientjens (Rabobank) is er juist van overtuigd dat marketing springlevend is: ‘Mits je als persoon en bedrijf nieuwsgierig bent naar verbeteren van je klantrelatie, kan dit vak nog jaren vooruit.’

Harry Wientjens RM directeur particulieren & private banking Rabobank:

‘Marketing is alive and kicking’

Wat leven we in een waanzinnig gave tijd om juist nu marketeer te mogen zijn! Volop kansen om je toegevoegde waarde te laten zien, geholpen door data, informatie en kennis. Experimenteren, kortcyclisch bijsturen en leveren. Mits je in staat bent dat uit te kunnen oefenen, is dit een heel mooi vak. De belangrijkste vraag is: hoe nieuwsgierig ben je?

Nieuwsgierig naar je klant. Wat drijft hem, wat ervaart hij en wat zijn zijn handelingen? Oh ja, en dan niet alleen vanachter een computer data analyseren, maar echt geïnteresseerd zijn in het zoogdier dat je wenst te raken. Ook live in de natuurlijke habitat.

Nieuwsgierig naar je eigen bedrijf. Hoe vaak per dag verwonder jij je over de werkwijzen van je bedrijf? Durf je de ‘zo doen wij dat hier-manieren’ ter discussie te stellen? Want dat is wat marketing levend houdt, de kracht om continu toegevoegde waarde te willen leveren. Niet omdat het kan, maar omdat het moet.

Nieuwsgierig naar jezelf. Kun jij omgaan met alle databronnen die je tot je beschikking hebt? Kun je er informatie uit halen en omzetten naar unieke kennis?

Ga jij het dappere gesprek met jezelf aan door de vraag te stellen: vind ik werken met data nou leuk of vind ik communicatieve creativiteit eigenlijk veel leuker? Hoe vind ik een goed werkend optimum tussen beide? Of denk je: ik doe snel een cursus agile werken, dan kan ik er weer even tegenaan? Deze vragen stellen nieuwsgierige mensen die steeds beter willen worden in hun vak. Zij zorgen dat ze wendbaar zijn en durven te experimenteren, juist als je het niet zeker weet.

Nieuwsgierigheid. Het houdt je jong en marketing alive. Want ja, het ‘oude marketing’ is niet meer. Vaarwel maanden doorlooptijden van een campagne, vaarwel ‘maar het is wel goed voor onze zichtbaarheid’-antwoorden en vaarwel ‘desk-research wijst dat uit’. Ik ben er dus van overtuigd dat marketing levend is. Of je het nu marketing, customer centricity-afdeling of client focus department noemt. Mits je als persoon en bedrijf nieuwsgierig bent naar het verbeteren van je klantrelatie, kan ons vak nog jaren vooruit.

 

Vincent Hooplot RM managing director Hooplot Associates:

‘De hoogste tijd voor meer zelfkritiek!’

Toen Coca-Cola eerder dit jaar zijn chief marketing officer inruilde voor een chief growth officer, was dat het zoveelste signaal dat het met marketing de verkeerde kant op gaat.

Een door marketeers geadoreerd merk en lichtend voorbeeld koos voor een chief growth officer of, in meer gangbaar taalgebruik, een hoofd sales en marketing. Gericht op meetbare resultaten, zoals omzet en marge. We zouden wellicht het tij kunnen keren als wij collectief verantwoordelijkheid nemen voor het resultaat van ons werk. Hoeveel van wat dragen we eigenlijk bij aan het succes van de organisatie? Welke marketingactiviteiten dragen écht iets bij en welke niet?

Zouden we het marketingbudget kunnen behandelen alsof het ons eigen spaargeld betreft? Dat het fysiek pijn doet als je te veel uitgeeft voor iets, omdat je geen korting hebt bedongen? Uit onderzoek dat wij in de afgelopen jaren verrichtten onder meer dan 200 sales- en marketingprofessionals, directies en raden van bestuur, bleek dat creativiteit, pragmatiek en resultaatverantwoording belangrijke sleutels vormen voor een mogelijk herstel van vertrouwen in marketing.

Steevast zien we budgetten van marketeers onder druk staan, vooral wanneer ze niet kunnen aantonen wat het toevertrouwde marketingbudget oplevert. Het grote aantal marketeers en directies dat worstelt met de toegevoegde waarde van marketing, leidt tot de conclusie dat marketing op sterven na dood is.

Wat mij betreft is het de hoogste tijd voor een structurele reanimatie van het marketingvak. Marketeers zijn aan zet. Om te bepalen wat die volgende zet zou moeten zijn, zul je toch eerst moeten weten waar je zelf staat door kritisch naar jezelf en de marketingafdeling te kijken. Iets wat naar mijn mening niet vaak genoeg gedaan wordt. Wat voor marketeer ben jij? Eén die de link legt tussen zijn activiteiten en het resultaat voor de organisatie? Of één die elke dag met lood in zijn schoenen de computer opstart om de dag te laten bepalen door een overvloed aan willekeurige e-mails en telefoontjes?

Reanimatie van het marketingvak is gebaat bij het toelaten van zelfkritiek en zelfreflectie. Alleen dan kunnen wij op een volwassen manier invloed uitoefenen op onderzoek en strategie, merk en merkstrategie, klanten en klantbeleving, operationele marketingactiviteiten en individuele en teamontwikkeling. Hiermee dragen we bij aan het creëren van waarde voor (potentiële) klanten en waarde voor de organisatie. Kortom, klantwaarde vertaald in omzet, marge en duur van de relatie. Hiermee kunnen we het tij helpen keren en ons mooie vak rehabiliteren.

Het nieuwe wereldbeeld van jongeren veranderde misschien wel de hele marketingrealiteit

Jongeren willen geen bezittingen, maar ervaringen, is de nieuwe marketingrealiteit. Maar het feit dat jongeren niets kochten, blijkt heel andere oorzaken te hebben. En dat zet die marketingrealiteit onder druk, want wij marketeers lijken het belang van merken te zijn vergeten.

De nieuwe marketingrealiteit is vrij overzichtelijk, ik vat ‘m even voor je samen: jonge mensen hebben geen interesse in bezit, liever delen ze een boormachine, auto of woning. Jongeren hebben een hekel aan de geur van marketing en kiezen een product op basis van rationele waarden. Merken zijn verzinsels van reclamemensen.

Het bedienen van grote groepen mensen met één boodschap, massacommunicatie of het denken in termen van bereik is geldverspilling,

Lees deze publicatie van Tadek Solarz op Marketingfacts